donderdag 28 oktober 2010

CMO FLevoland


Vandaag was ik voor een werkbezoek bij het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) Flevoland. Directeur Peter de Vreede en MT leden Sonja Zimmerman en Fred Veenstra ontvingen mij met verse koffie en schetsten in een half uur hun organisatie en toekomstige verwachtingen. CMO Flevoland is als uitvoeringsorganisatie actief op verschillende provinciale terreinen, zoals jeugdzorg, zorg voor ouderen, maar ook internationale samenwerking. De provincie is de belangrijkste opdrachtgever, wij betalen jaarlijks zo'n 1,7 miljoen euro voor de uitvoering van verschillende taken. Over de manier waarop wij als provincie samenwerken met CMO Flevoland zijn onlangs vanuit de Staten vragen gesteld. Voor mij een extra reden om zelf eens kennis te gaan maken.

De laatste tijd staat het takenpakket van de provincie ter discussie en daarbij gaat het vaak over taken waarvoor de provincie nu gebruik maakt van de diensten van CMO Flevoland. Zo maakt het nieuwe kabinet plannen om de taken op het gebied van jeugdzorg weg te halen bij de provincies en over te dragen aan de gemeenten. Als gevolg hiervan zal CMO Flevoland steeds minder opdrachten krijgen van de provincie. In plaats daarvan zullen ze hun diensten steeds meer aan de gemeenten moeten aanbieden. Vandaag heb ik gezien dat de mensen van CMO Flevoland hier goed op voorbereid zijn. De afgelopen jaren zijn ze in staat geweest om steeds meer werk van andere opdrachtgevers binnen te halen waardoor de afhankelijkheid van de provincie in de praktijk al is afgenomen.

Vervolgens kreeg ik een aantal enthousiaste presentaties van medewerkers uit verschillende teams. Een daarvan had te maken met het probleem van jongeren uit de jeugdzorg die na hun 18e verjaardag op straat komen te staan. Ze zijn 18 jaar en moeten daarom hun instelling verlaten, maar hebben geen goed nieuw onderkomen. Ze kunnen niet terug naar hun ouders en hebben onvoldoende scholing of geen werk. Ze raken dan uit het zicht van de hulpverlening en gaan in een aantal gevallen zwerven. Het project lifecoach doet daar iets aan en probeert deze jongeren te helpen met onderdak, scholing en werk. Belangrijk werk waarmee we voorkomen dat deze mensen in een situatie komen die de gemeenschap alleen maar meer geld kost. Een goed voorbeeld van een belangrijke taak van CMO Flevoland.

Tot ziens.

maandag 25 oktober 2010

Felicitatie

Vanavond maakte de PvdA Flevoland de uitslag bekend van de lijsttrekkersverkiezing voor de provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar. Met een ruime meerderheid van stemmen is Annelies Boode door de leden in de provincie gekozen om de kandidatenlijst aan te voeren. Ik heb Annelies inmiddels gefeliciteerd en haar laten weten dat ik uitkijk naar de samenwerking met haar.

Tot ziens

zondag 24 oktober 2010

Academie

Zat ik vorige week in de topsporthal in Almere te kijken naar een wedstrijd van de nummer 10 tegen de nummer 7 op de wereldranglijst damesvolleybal, vandaag was ik in dezelfde hal getuige van een badmintonfinale tussen de nummer 9 en 10 van de wereld. De Nederlandse Yao Jie (foto) speelde tegen de Duitse Juliane Schenk. De finale werd helaas verloren door Yao Jie.

Tijdens mijn bezoek aan dit toernooi heb ik gesproken over de Badmintonacademie die dit schoolseizoen is gestart in Almere. Dat deed ik met Chris Vlaar, hij is talentcoach van de Nederlandse Badmintonbond en als zodanig verbonden aan dit initiatief. Bovendien is hij zelf vader van het jonge badmintontalent Alex Vlaar. Alex werd begin dit jaar nog gekozen tot het sporttalent van de Gemeente Almere.

In het kader van het door de Provinciale Staten vastgesteld sportbeleid geeft de provincie 3 jaar lang, €20.000 per jaar subsidie aan deze academie. Doel van de Badmintonacademie is voor een twaalftal kinderen vijf maal in de week een aanvullende training te verzorgen die naadloos aansluit op de bestaande jeugdopleiding van de badminton vereniging. De begeleiding van de jonge topsporters wordt verzorgd door een sportdiëtist, een mental coach en een fysiotherapeut. Partners van de Badmintonacademie Flevoland zijn Sportservice Flevoland, Badminton Nederland en een aantal scholengemeenschappen in Almere.

Een speerpunt van het Flevolandse sportbeleid is het stimuleren van topsport en het ondersteunen van sporttalenten in Flevoland. Hieraan levert de Badmintonvereniging Almere een bijdrage door jonge topsporters te trainen en begeleiden. Daarnaast biedt de Badmintonacademie ook kansen voor gebiedspromotie/ marketing als de trainingen succesvol blijken en jonge deelnemers doorgroeien naar de (inter)nationale top.

Badmintonvereniging Almere geeft aan na drie jaar zelfstandig de academie te kunnen bekostigen. De subsidie van de provincie is dus voor een periode van maximaal drie jaar bedoeld.
Voor de liefhebbers hieronder de samenvatting van de wedstrijd.



Tot ziens.

donderdag 21 oktober 2010

Kinderen in Tel

De komende tijd ga ik in alle Flevolandse gemeenten kennis maken met de wethouders die jeugdzorg in hun portefeuille hebben. Dit combineer ik met een gezamenlijk werkbezoek aan een jeugd(zorg)instelling, bij voorkeur een instelling waarme zowel de gemeente als de provincie samenwerken.

Waarom deze voorkeur? Gemeenten en provincie hebben beide een eigen verantwoordelijkheid in de jeugdzorg. Grofweg kun je zeggen dat de lichte zorg een taak van de gemeente is en de zware en ingewikkelde zorg een zaak van de provincie. Die verschillende soorten moeten natuurlijk wel goed op elkaar aansluiten en daar ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Eén goede manier om dat te doen is te werken met instellingen die zowel voor de gemeente als de provincie werken. Hierdoor slaan wij twee vliegen in één klap: de deskundigheid van van de jeugdzorg wordt eerder benut en als toch zwaardere zorg nodig is, verloopt de overdracht soepel.

Vandaag bezochten Meta Jacobs (foto) en ik jeugdzorgaanbieder Vitree in Lelystad. Vitree heeft ons geïnformeerd over het project “Kamers met Kansen” in Lelystad. Meta is wethouder in Lelystad (VVD). Zij heeft in haar portefeuille onder meer Wmo, waaronder ook de jeugdzorg valt, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Ons gesprek ging over het opgroeien van kinderen en jongeren in Lelystad en het beleid van de gemeente Lelystad om te werken vanuit het talent van deze kinderen. Deze positieve insteek kiest de provincie ook: het versterken van de eigen kracht van jongeren zodat ze – na een jeugdzorgaanbod – zelfstandig verder kunnen.

Lelystad zal helaas de komende jaren stevig moeten bezuinigen. In het collegeprogramma krijgt de jeugd prioriteit en ik hoop – en verwacht – dat de gemeenteraad stevig blijft inzetten op het preventief jeugdbeleid. De provincie steekt ook middelen in preventie en dat is hard nodig. Dit omdat Lelystad in het landelijk rapport ‘Kinderen in Tel’ op een heel lage plaats staat als het gaat om de positie van kwetsbare jongeren. Op het gebied van vroegtijdige schoolverlaters, kinderen die voor de rechter komen en het aantal tienermoeders scoort Lelystad zelfs het slechts van alle Nederlandse gemeenten.

Aan Meta Jacobs zal het niet liggen, zij is vastberaden de positie van kinderen in Lelystad te verbeteren, maar heeft daar natuurlijk ook de steun van haar gemeenteraad nodig. Op mijn steun kan ze in ieder geval rekenen.

Tot ziens.

woensdag 20 oktober 2010

Interview

Interviewen is een vak. Om dat te leren kwam derdejaars student marketing/communicatie David Vinck van het ROC ASA in Almere langs om mij vragen te stellen voor de Sport in-krant. Een sportkrant waarin de lokale sportverenigingen gepresenteerd worden, gelardeerd met artikelen. Onder andere over bestuurders dus.

Een leuk verzoek, want een interview met een leerling-journalist is toch iets anders dan met een oude rot in het vak. Al moet ik zeggen dat David het al heel behoorlijk deed. Een vraag als ‘Hoe was u als kind?’, of ‘Wat zou u nu direct willen veranderen?’, verwachtte ik niet direct. Dat maakt het juist zo leuk. We liepen mijn hele loopbaan door, van het jongerencentrum tot mijn huidige functie, om uit te komen bij mijn eigen sportbeoefening, hardlopen. Ik ben benieuwd naar het resultaat; het artikel verschijnt de komende weken in de verschillende edities in Flevoland. Van David gaan we vast nog meer ‘lezen’, al vertelde hij na het ROC door te willen gaan naar het HBO. Succes!

Tot ziens.

zondag 17 oktober 2010

Top

Uit Rotterdam kwam vanavond geweldig sportnieuws over onze Flevolandse turnster Celine van Gerner. Zij wist met haar team een negende plaats te veroveren in het landenklassement van het WK turnen. Daarmee heeft het team zich geplaatst voor het WK in Tokio volgend jaar. Wie weet wordt daar deelname aan de spelen van Londen in 2012 afgedwongen. Dat zou helemaal geweldig zijn.

De 15-jarige turnster Celine van Gerner heeft zich bovendien individueel geplaatst voor de meerkampfinale van het WK. Van harte Celine! Mijn felicitatiebrief is onderweg.

Op de radio hoorde ik Celine zeggen dat ze nu twee keer per dag traint en eigenlijk vrij relaxed toewerkt naar de komende wedstrijden. Kortom, zo jong en al zo professioneel. De wereld gaat meer horen van dit Flevolandse turntalent!

Tot ziens.

zaterdag 16 oktober 2010

Volleybal

Eind augustus sloten de Nederlandse Volleybalbond (Nevobo), de stad Almere en de provincie Flevoland een overeenkomst waardoor het topsportcentrum van Almere voor 3 jaar de thuisbasis werd het nationale damesvolleybalteam. Hierdoor speelt het team onder leiding van Avital Selinger haar trainingen en een aantal van de thuiswedstrijden in het prachtige Topsportcentrum in Almere.

Deze samenwerking is een krachtige stimulans voor de ontwikkeling van topsport in onze provincie. Samen met Almere ondersteunen we hiermee het streven naar Olympisch Goud in 2012 van 'ons' nationale damesteam. Dit past mooi in het sportbeleid zoals dat door Provinciale Staten is vastgesteld en ons streven om de sportiefste provincie van Nederland te worden.

Onderdeel van onze overeenkomst is het stimuleren van de samenwerking tussen scholen, verenigingen en het bedrijfsleven. Vanmiddag was ik samen met de sportwethouder van Almere, Rene Peters, aanwezig bij een zogenaamde expertmeeting waar we met elkaar de mogelijkheden op dit gebied hebben besproken. Aansluitend aan deze bijeenkomst waren we getuige van een thuiswedstrijd van het damesteam in het kader van de Dela-Trophy. De tegenstander was Cuba.

Het stond 8-5 in sets na drie DELA Trophy wedstrijden tussen Nederland en Cuba. De Nederlandse volleybaldames hadden dus nog maar één set nodig in Almere om de vijfde DELA Trophy op hun naam te schrijven. Na een moeizame start, waarin Nederland zelfs met 13-18 achter stond, wonnen de dames de openingsset alsnog en was de DELA Trophy binnen. Maar, Nederland kwam voor de winst en trakteerde het publiek in het Topsportcentrum op een mooie overwinning: 3-2 (25-20, 23-25, 26-24, 20-25, 15-12).

Tot ziens.

donderdag 14 oktober 2010

Wereld van verschil

We zitten momenteel in de week van de palliatieve zorg. Deze week, die nog tot 16 oktober duurt heeft dit jaar als thema meegekregen 'palliatieve zorg, samen zorgen'. Onlangs kreeg ik van het Netwerk Palliatieve Zorg Noord- en Oost-Flevoland het eerste exemplaar van 'De wereld van Verschil'.

De Wereld van Verschil is een informatiepakket voor jonge gezinnen van wie een vader of moeder niet meer beter wordt. Het informatiepakket wil helpen in het omgaan met de periode van ziek zijn en afscheid nemen.

Verpleegkundigen uit de thuiszorg zagen ouders en kinderen worstelen tijdens de periode van ziek zijn en afscheid nemen. Ouders hebben vragen zoals “hoe vertel ik het mijn kinderen?”, “waar kan ik hulp krijgen?”, “wat moet ik wel doen en wat juist niet?” Kinderen worden vaak niet voldoende ondersteund en opgevangen. Niet uit onwil, maar uit onmacht. Hulpverleners wilden graag iets in handen hebben om het gesprek over dit moeilijke onderwerp op gang te brengen. Redenen die hebben geleid tot een project met de titel ‘De Wereld van Verschil’.

Als gedeputeerde Zorg en Welzijn ben ik onder de indruk van het informatiepakket. Ongeneeslijk ziek zijn en afscheid moeten nemen, is een ongelooflijk moeilijk en emotioneel onderwerp. Als ik kijk naar de aanpak van het project en de inhoud van het pakket, ben ik ervan overtuigd dat dit gezinnen enorm kan ondersteunen in de laatste fase van het samenzijn. Juist door het actief betrekken van kinderen wordt in mijn beleving het verschil gemaakt.

Ik complimenteer het Netwerk dat ze er met De Wereld van Verschil opnieuw in is geslaagd om de bekendheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van palliatieve zorg in Flevoland te verbeteren.

Tot ziens.

dinsdag 12 oktober 2010

Autisme

Vandaag heb ik in het provinciehuis een symposium geopend over het onderwerp Autisme. Centraal stond de vraag hoe autisme bij kinderen zo vroeg mogelijk kan worden ontdekt zodat beter behandeling mogelijk is. De organisatie van het symposium was in handen van de Integrale Vroeghulp Flevoland en het Samenwerkingsverband Autisme Flevoland.

Tijdens het symposium stonden de verschillende stadia van signalering , de zoektocht naar de juiste hulp , diagnosticeren en behandeling centraal. Uiteindelijk moeten uitwisseling en afstemming ertoe leiden dat elke stap voor het kind en zijn of haar ouders soepel kan verlopen.

In mijn openingswoord heb ik benadrukt dat het vooral draait om samenwerking. Samenwerking tussen de partners van het convenant autisme en iedereen die betrokken is bij de doelgroep. Elkaar kennen en dus weten te vinden, elkaar advies geven en de handen ineen slaan voor kinderen met autisme. Daar gaat het om.

De provincie heeft weliswaar geen wettelijke taak op het gebied van autisme, maar is wel betrokken bij zorg- en onderwijsprojecten. Via projectsubsidies en het beschikbaar stellen van het provinciehuis voor bijeenkomsten kunnen we toch iets betekenen voor mensen met autisme.

Goed werkende vroegsignalering kan ervoor zorgen dat kinderen later in de jeugdzorg terechtkomen. Jeugdzorg is wel een wettelijke taak van de provincie. Door vroeg en gericht te werken aan de autistische aandoening, kunnen bijkomende problemen en jeugdzorg achterwege blijven. Dat is wel zo prettig.

Tot ziens.

woensdag 6 oktober 2010

IPO (2)

Het IPO-congres (Interprovinciaal Overleg) is inmiddels achter de rug en ik ben weer onderweg naar het provinciehuis voor een vergadering van de commissie Samenleving. Ik kijk met een goed gevoel terug op de afgelopen twee dagen. De doelen die ik me vooraf had gesteld, te weten nieuwe contacten leggen en inspiratie opdoen, zijn ruimschoots gehaald. Tijdens de 'sociale avond' in het provinciehuis van Overijssel (foto) heb ik veel gesproken met collega-gedeputeerden en statenleden uit het land. Allemaal mensen die ik de komende periode op een of andere manier weer ga ontmoeten. Dan helpt het, als je elkaar kent. Snel een goed netwerk opbouwen is in deze functie misschien nog wel belangrijker dan in mijn periode als wethouder. Zo'n congres helpt me daar enorm bij.

Op de tweede dag stond het thema ‘regionale economie’ centraal. In een plenaire zitting passeerde een groot aantal aansprekende projecten de revue. In een soort talkshow discussieerde Astrid Joosten vervolgens met betrokken bestuurders en ondernemers. Dit soort bijeenkomsten levert veel ideeën op die mij de komende periode op de een of andere manier weer van pas gaan komen.

Dat ook provinciebestuurders met hun tijd meegaan, bleek uit het feit dat bijna een derde deel van de aanwezigen actief was op Twitter. De organisatie speelde hier mooi op in door tussen de sprekers door verslag te doen van de getwitterde reacties op wat er op het podium gebeurde (hashtag #IPO10). De kracht van dit medium werd nog eens extra duidelijk toen de provincie Zuid-Holland de RijnGouwelijn presenteerde en de rector magnificus van de Leidse Universiteit, Paul van der Heijden, uitleg gaf waarom het van groot belang is dat een provincie over doorzettingsmacht beschikt wanneer een gemeente regionale planontwikkeling frustreert. Gedeputeerde Asje van Dijk (Zuid-Holland) maakte tijdens deze presentatie bekend dat de gemeente Leiden een dag eerder had besloten om het verzet tegen de aanleg van de lijn te staken. Hij deed dat echter een kwartier voor het Leidse college dit nieuws zelf bekend maakte op een persconferentie. Op zo'n moment zie je dat een ouderwets embargo met de komst van Twitter niet meer werkt. De Leidse GroenLinks-fractievoorzitter deed via Twitter zijn beklag over het feit dat hij zich aan het embargo moest houden, terwijl de hele wereld al wist wat het college had besloten. U zult begrijpen dat ik als voormalig Leids wethouder genoot van deze confrontatie tussen mijn heden en verleden.

In de afgelopen periode is er binnen het IPO gesproken over de rol die de provincies zouden moeten hebben in het bestuur van ons land. Tijdens het congres werd de uitkomst van deze discussie in een uitzonderlijk heldere presentatie weergegeven. Ik zou willen dat meer presentaties zo helder waren.

Tot ziens.

dinsdag 5 oktober 2010

IPO

Vandaag ben ik vertrokken naar het Jaarcongres van het IPO. Wat de VNG is voor de Nederlandse gemeenten dat is het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor de provincies. Het IPO heeft drie hoofdtaken: belangenbehartiging, platform en vernieuwing. De belangenbehartiging krijgt vorm door regelmatig overleg met het kabinet, de verschillende overheden en maatschappelijke organisaties. De platformfunctie wordt ingevuld door gelegenheid te geven kennis en ervaringen uit te wisselen, gezamenlijke standpunten te bepalen en initiatieven te ontplooien. Verder stimuleert het IPO vernieuwingsprocessen binnen provincies.

De twaalf Nederlandse provincies zijn lid van de vereniging IPO. Elke provincie heeft een vertegenwoordiger in het verenigingsbestuur. Namens de Provincie Flevoland zit ik in dat bestuur, waar ik de portefeuille Sociaal Beleid heb gekregen. Namens de Nederlandse provincies mag ik straks het bestuurlijk overleg doen met het rijk over bijvoorbeeld de plannen voor de jeugdzorg in Nederland.

Een keer per jaar houdt het IPO haar jaarcongres, dit jaar in Zwolle. Naast de vaste verenigingszaken staan er veel interessante thema's op de agenda. Dit jaar staat het thema 'samenwerken aan regionale economie' op de agenda. Daarnaast vervult het congres een belangrijke plaats om te netwerken. Voor mij als nieuwe gedeputeerde een uitstekende gelegenheid om contacten te leggen in de wereld van de twaalf provincies. Na afloop zal ik hier verslag doen van mijn ervaring.

Tot ziens