zaterdag 11 oktober 2014

Voorlezen

Gisteren was het de Dag van de Duurzaamheid. Honderden scholen deden in het kader daarvan mee aan een voorleesactie. Zo kwam het dat ik bij de openbare basisschool Het Spectrum in Lelystad zat om in klas 5/6 voor te lezen uit Mr Finney en het raadsel in de bomen, geschreven door Laurentien van Oranje.

Na het verhaal over bomen, bos, dieren en de waarde van natuur sprak ik met de kinderen over eerlijk delen en over de waarde van de natuur, maar vooral over bomen. De meeste kinderen vonden het leuk om naar het bos te gaan en daar te spelen, ‘maar niet als het regent’. Andere kinderen vonden het bos ook wel eens saai, vooral als ze moesten wandelen.

De kinderen vonden dat er geen bomen meer gekapt moesten worden, omdat bomen nodig zijn voor zuurstof. Maar ze wisten ook dat papier nodig is om te lezen en te leren, en een houten stoeltje om in de klas op te zitten. Alle kinderen droomden van een boomhut om in te wonen. ‘Midden in de natuur, frisse lucht en altijd een mooi uitzicht’.

Eerlijk delen vonden de kinderen een moeilijker thema. Vijf snoepjes delen met vijf kinderen ging nog gemakkelijk. Maar hoe verdeel je eerlijk vier snoepjes over vijf kinderen? Toen ik een van de kinderen vroeg wat hij zou doen als ik hem een grote zak snoep zou geven, gaf hij als antwoord ‘Ik eet eerst zelf de helft op en de andere helft deel ik met de andere kinderen.’ Dit leverde in de klas een storm van protest op.

Na afloop heb ik een kleine kiwiboom achtergelaten. Daar mogen de kinderen de komende tijd hun dromen voor de natuur in ophangen. Na de herfstvakantie worden de natuurdromen verzameld en naar het provinciehuis gestuurd. Uiteraard moest ik beloven dat ik dan serieus zal kijken wat ik ermee kan doen.

De voorleesactie op de Dag van de Duurzaamheid 2014 is een initiatief van: Urgenda, DuurzaamDoor, Duurzame PABO, Missing Chapter Foundation, WNF, Natuur&Milieu, Kids Moving the World, IVN, provincie Overijssel, Trees for All en Natuurmonumenten.

Tot ziens.

vrijdag 10 oktober 2014

Oproep aan Ton Heerts

Normaal gesproken gebruik ik mijn blog voor onderwerpen uit de provinciale politiek. Vandaag wijk ik daar bij wijze van uitzondering maar eens vanaf. Wat is er aan de hand?
Bijna 30 jaar geleden werd ik lid van de FNV. Tot de dag van vandaag ben ik lid gebleven. Niet omdat ik mijn bond zo hard nodig heb om mijn belangen te behartigen, dat kan ik tegenwoordig heel goed zelf. Wel omdat ik weet dat er nog steeds grote groepen in de samenleving zijn die dat niet kunnen. Mensen die de vakbeweging keihard nodig hebben om voor hun belangen op te komen, om uitbuiting te bestrijden. Ik noem dat solidariteit. Ik ben lid van een vakbeweging omdat ik solidair ben met groepen in de samenleving die het minder goed hebben.
Om dezelfde reden ben ik lid van de Partij van de Arbeid. Ik ben trots wanneer mijn partij zich inzet voor bijvoorbeeld een kinderpardon of wanneer we strijden voor een recht op fatsoenlijk werk voor grote groepen mensen aan de onderkant van de samenleving. Ik ben trots wanneer we belachelijk hoge salarissen in de publieke sector aan banden leggen en ik ben zelfs trots wanneer mijn partij hard ingrijpt in de zorg om daarmee zeker te stellen dat we ook in de toekomst zorg kunnen blijven geven aan mensen die dat nodig hebben. Ik noem dat solidariteit.
Solidariteit is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend. Ook in de politiek zie je partijen die dit begrip niet meer lijken te kennen. Een partij als 50plus die in de kamer schaamteloos de pensioenrechten van 50 plussers wil beschermen zonder zich af te vragen wat daarvan de gevolgen zij voor de jongere generatie. Soldidariteit is voor mij dat die ouderen die dat best kunnen betalen ook gewoon een steentje bijdragen wanneer dat nodig is om een stelsel voor de toekomstige generatie zeker te stellen.
Gisteren was het congres van FNV Bondgenoten. Op de agenda stond een voorstel van het bestuur voor een fusie. Een belangrijk voorstel voor de toekomst van de vakbeweging en haar leden. Die fusie is in mijn ogen een harde noodzaak om de vakbeweging ook in de toekomst een rol van betekenis te laten spelen voor groepen in de samenleving die dat hard nodig hebben. Die fusie is hard nodig om ervoor te zorgen dat er ook in de toekomt solidariteit blijft bestaan met groepen die dat hard nodig hebben. Die fusie is nodig om ook de jongere generatie aan te blijven spreken.
64,62% van de leden van mijn vakbond is het met me eens, zo bleek gisteren op het congres. Dat is veel, maar niet genoeg aangezien er voor een fusie 2/3 van de leden nodig was. En dus gaat de fusie niet door. Oorzaak is het egoïsme van, wat ik maar noem een '50plus' minderheid die niet bereid is macht in te leveren uit solidariteit met toekomstige generaties. Met hun opstelling ondermijnen ze de solidariteit binnen de vakbeweging en daarmee raken ze het hart van mijn beweging.
Ik heb respect voor het hoofdbestuur dat onder leiding van Ton Heerts plannen presenteerde om de solidariteit op lange termijn zeker te stellen. Ik heb respect voor FNV Bondgenotenvoorzitter Ellen Dekkers die het voorstel gisteren verdedigde voor het congres. Ik roep Ton en Ellen op om het besluit van gisteren naast zich neer te leggen en de fusieplannen gewoon door te zetten. Zij weten zich daarbij gesteund door een grote meerderheid van de achterban. Bovendien zal ik me dan persoonlijk inzetten om ervoor te zorgen dat zij bij het volgende congres als helden worden ingehaald.
Als hij dat niet doet en het bestuur besluit af te treden, dan zal ik dat voorbeeld volgen. Ik wil niet langer lid zijn van een vakbeweging waar het egoïsme regeert en waar de solidariteit met toekomstige generaties ver te zoeken is.
Tot ziens.

donderdag 9 oktober 2014

DE-on

Met nog een  maand of vijf voor de boeg in deze collegeperiode heb ik inmiddels flink wat van mijn bestuurlijke dossiers kunnen afronden. Met de officiële start van de Duurzame energie en Ontwikkelmaatschappij Flevoland, kortweg DE-on, kan ik opnieuw een klus van mijn 'nog te doen' lijstje schrappen.

De oprichting van DE-on heeft de afgelopen jaren flink wat voeten in aarde gehad. De oorspronkelijke ambitieuze opzet haalde het niet, mede als gevolg van de economische crisis. Dat was reden voor mij om te kiezen voor een wat meer praktische aanpak waarmee we ook daadwerkelijk snel aan de slag konden gaan. Een aanpak waarmee Provinciale Staten uiteindelijk begin dit jaar kon instemmen. En vandaag was het dus zover. In het mooie Nieuwland Erfgoedcentrum ging DE-on officieel van start met het ondertekenen van maar liefst 4 intentieovereenkomsten voor kansrijke projecten. Projecten die een mooie bijdrage kunnen gaan leveren aan onze doelstelling om in 2020 als provincie energieneutraal te zijn.

De belangrijkste taak van DE-on wordt het verbinden van verschillende partijen, het met kennis en advies versterken van goede initiatieven en het versnellen van projecten door (financiele) belemmeringen weg te nemen.  U kunt daarover alles lezen op de gloednieuwe site: www.deonflevoland.nl

Het bijzondere aan de besluitvorming rondom De-on is het feit dat deze stichting door de politiek flink op afstand is gezet. Vanaf het begin ligt de volledige verantwoordelijkheid bij de raad van toezicht en de directie van DE-on. Daardoor kunnen ondernemers lange termijn afspraken maken met DE-on en weten ze zeker dat het beleid van de stichting niet na elke verkiezing gaat veranderen. Gebleken is dat juist die zekerheid noodzakelijk is voor het goed functioneren van DE-on. Dat maakt ook dat ik vandaag het dossier echt kan afsluiten.

Ik wens de raad van toezichten en het team van DE-on onder leiding van directeur Hage de Vries (foto) heel veel succes met hun belangrijke opdracht.

Tot ziens