donderdag 26 april 2012

Risicoregelreflex

Vanmiddag was ik in theater Het Spant in Bussum voor een symposium met de fraaie benaming 'Risico-regelreflex'. Die naam alleen al was voor mij reden genoeg om de reis naar Bussum te ondernemen. Het geeft immers goed weer waar ik dagelijks mee te maken heb. Tegenwoordig kun je bijna geen beslissing meer nemen zonder een gedegen risicoanalyse. Het aantal ambtenaren dat nodig is om deze analyses te maken, neemt nog steeds toe. Steeds vaker zie ik dat mooie plannen uiteindelijk de eindstreep niet halen vanwege het risico dat het fout kan gaan.

Vanmiddag werd nog eens duidelijk gemaakt dat Nederland het veiligste land ter wereld is. Nederlanders zijn ook nog eens het best verzekerde volkje ter wereld. Risicomanagement zit bij ons blijkbaar in de genen. Bij elk incident dat ons overkomt, treffen wij als een soort reflex maatregelen om herhaling te voorkomen. Zelfs wanneer die maatregelen op zichzelf schadelijker zijn, dan het onheil waardoor ze veroorzaakt werden. Bovendien is daardoor een beeld ontstaan dat de overheid zich werkelijk overal verantwoordelijk voor voelt.

En dat is waar bestuurders in beeld komen. De commissaris van de Koningin in Noord Holland, hield ons voor dat politici op dit vlak de afgelopen jaren veel meer hebben beloofd dan ze waar kunnen maken. Daarmee hebben ze de basis gelegd voor een falende overheid. Maar, zo vervolgde hij, wie bungy-jumpt loopt nu eenmaal meer risico, die moet niet direct naar de overheid kijken.

De vraag is hoe we aan die situatie een einde kunnen maken. Hoe voorkomen we dat elk incident in de toekomst opnieuw aanleiding is voor nieuwe regels? Hoe voorkomen we dat inwoners voor alles wat fout gaat de overheid aansprakelijk houden.

Duidelijk is dat er een rol ligt bij bestuurders om op zoek te gaan naar een nieuwe balans. We moeten af van de ' Risico-regelreflex' en op zoek naar wat ik maar noem een 'Realistische Risicoreductie'. Daarvoor zullen we meer moeten accepteren dat risico's nu eenmaal bestaan. We moeten niet voor elk probleem een oplossing willen zoeken. Daarbij hoort wel dat we helder communiceren over deze risico's en doortastend optreden als het een keer fout gaat. Lessen uit het verleden leren immers dat wanneer communicatie faalt na een calamiteit, de roep om nieuwe regels veel luider is.

Tot ziens.

dinsdag 17 april 2012

Breuk


Dat het niet altijd mee kan zitten in het leven merkte ik afgelopen zondag. Tijdens een wandeling in Almere Stad verzwikte ik mijn enkel op een hoogteverschil van een centimeter of 15 in de openbare ruimte van het Forum. Althans, ik dacht dat mijn enkel verzwikt was. Vanmorgen in het ziekenhuis bleek dat er toch een stukje bot gebroken was. Als u mij de komende weken ziet stuntelen met krukken en gips om m'n been, dan weet u nu waarom.


Tot ziens.

zaterdag 14 april 2012

Urk (2)

Op 11 december 2011 deed ik hier verslag van mijn ervaringen tijdens een zaterdagavond tussen de jongeren in het oude dorp op Urk. Die blog was voor veel lezers aanleiding om te reageren. Positieve reacties kwamen van mensen die blij waren dat ik het onderwerp aan de orde stelde. Er waren ook mensen die vonden dat ik een veel te negatief beeld schetste van de jongeren op Urk.

In een uitzending van Urk FM, waarin ook aandacht werd besteed aan mijn weblog, kreeg ik de uitnodiging van het gemeentebestuur van Urk om nog eens op een zaterdag terug te komen om, wat zij noemde, de andere kant van Urk te zien. Vanmiddag was het zover. Ik werd om vier uur ontvangen in het verder verlaten gemeentehuis. In de auto van wethouder Geert Post reden we daarna naar eetcafé Sju Sju in het centrum van het oude dorp voor een ontvangst met koffie en appeltaart. Het was prachtig weer, dus zaten we op het terras. Daar schoven direct een aantal jongeren aan die hadden gehoord wie ik was en die mij wel eens wilden vertellen wat er allemaal niet goed was. De kloof tussen het bestuur en de jongeren is sinds mijn laatste bezoek niet minder geworden, zoveel is me wel duidelijk. Het ging vooral over het horecabeleid van de gemeente.

Maar ik was dit keer gekomen voor de andere kant van Urk, dus gingen we snel door naar een  training van Hapkido vereniging Chongmukwam. Hapkido is een jonge Koreaanse zelfverdedigingskunst die op Urk om een of andere reden populair geworden is. Bijna 200 leden en een wachtlijst. Veel jonge leden ook, die hier een nobele sport bedrijven en respect, discipline en zelfvertrouwen bijgebracht krijgen. En inderdaad, dit zijn bepaald niet de jongeren die ik op zaterdagavond op de scooters in het dorp tegenkwam. De mensen van Chongmukwam doen goed werk op Urk en dat zonder een cent subsidie van de gemeente.

Daarna door naar Dartvereniging '208' die aan de Vormtweg, dankzij heel veel hardwerkende leden, een werkelijk prachtig onderkomen heeft gevonden. En ook al zonder subsidie van de gemeente. 17 jongeren brengen de zaterdagmiddag door achter het dartbord. "Jongeren die hier komen worden beter in rekenen op school", zo laat de trotse voorzitter me weten. Zo had ik het nog niet bekeken.

Vervolgens snel door naar de kantine van SV-Urk, de voetbalvereniging met 1100 leden. Het is niet zomaar een voetbalvereniging zo verzekert een van de vrijwilligers mij. SV-Urk is een hele sociale vereniging. De mensen kennen elkaar en helpen elkaar wanneer dat nodig is. In de kantine geldt een strikt alcoholbeleid, onder de 18, dan geen drank zo is hier de regel.

Na een hapje eten bij kwalitaria De Bolder in het oude dorp gaan we weer terug naar de Vormtweg. Nu naar het onderkomen van het Christelijk Mannenkoor 'Het Eiland Urk' die hun wekelijkse oefenavond op zaterdagavond hebben. In de wat kleine zaal zingen meer dan 50 mannen onder begeleiding van orgel en piano christelijke liederen. Dit is toch een beetje wat je verwacht op Urk en, eerlijk is eerlijk, de zangkunsten van de heren waren niet onverdienstelijk. Wat opvalt, is dat het koor niet alleen uit oudere heren bestaat, er staat ook een aantal jongere zangers tussen de groep. Net als op veel andere plaatsen in het dorp praat men hier in het Urker dialect, maar dit keer zo plat, dat ik het voor de eerste keer niet versta.

Mijn bezoek aan Urk eindigde in sporthal de Vlechttuinen. Daar was een disco voor 12 t/m 16 jaar onder de naam 'De Struuners van zodrekt'. Een initiatief van een aantal vrijwilligers om de hele jonge jeugd een beetje te leren hoe ze moeten uitgaan. Dan is de overgang niet zo groot als ze straks de vrijheid krijgen om zelf te gaan stappen. Hier leren ze dat je ook een leuke avond kunt hebben zonder alcohol. Hoe het ook zij, het was bomvol in de sporthal.

Het was leuk om ook deze kant van de gemeente vandaag eens te zien. Opnieuw werd me duidelijk dat de gemeente Urk, waar bijna 50% van de bevolking jonger is dan 25 jaar, mede daardoor een hele bijzondere gemeente is. Het aantal jongeren is twee keer zo groot als in de rest van Nederland. Dat vraagt dus heel veel extra inspanning van de vele organisaties, de vrijwilligers en de gemeente. Allemaal mensen die trots zijn op hun gemeente en die graag een bijdrage leveren. Maar gemeente zijn met de allerlaagste gemiddelde leeftijd van heel  Nederland, in combinatie met de sterke invloed van het christelijke geloof, plaatst de gemeenschap ook wel voor ingewikkelde vraagstukken, daarover heb ik de vorige keer geschreven. Mijn zorgen zijn na dit tweede bezoek niet minder geworden.

Als je het aan de jongeren vraagt dan weten ze het wel. De politiek kiest ervoor om horeca in het oude dorp terug te dringen. Jongeren zijn daardoor min of meer gedwongen hun vermaak te organiseren in illegale barretjes buiten het centrum waar dingen gebeuren die je niet wilt en waar geen toezicht is. Dezelfde politiek sluit de ogen voor de gevolgen van dat beleid. Aan die situatie zou een einde moeten komen door een goed aanbod legale horeca toe te staan en de illegale situaties niet langer te gedogen. Ik denk dat ze gelijk hebben. Hier ligt een bijzondere opdracht voor de politiek op Urk.

Het was een bijzondere zaterdag. Ik heb met veel plezier kennis gemaakt met de andere kant van Urk. Met dank aan het gemeentebestuur.

Tot ziens.

woensdag 11 april 2012

Procesvoorstel



Na de uitspraak van de Raad van State kreeg ik van Provinciale Staten een maand de tijd om te komen met een procesvoorstel voor de toekomst van het project Oostvaarderswold. Vandaag kan ik melden dat het is gelukt om binnen de afgesproken termijn met een voorstel te komen. Dat ging niet vanzelf. Er is werkelijk keihard gewerkt door alle betrokken ambtenaren en ook in m'n eigen agenda draaide bijna alles om de toekomst van dit project. Wekelijks stond het onderwerp op de collegeagenda en Provinciale Staten zijn regelmatig geïnformeerd over de voortgang door middel van een nieuwsbrief.

Vanmorgen heeft het college van Gedeputeerde Staten de uitkomst van een uitgebreide analyse en drie mogelijke toekomstscenario's vastgesteld. Daarnaast hebben we een voorkeur uitgesproken voor twee varianten binnen deze scenario’s die wat ons betreft nu verder uitgewerkt kunnen worden zodat we dit najaar een definitief besluit kunnen nemen over het vervolg van het project.

Bij ons besluit hebben we natuurlijk vooral gekeken naar de kosten voor de inwoners van Flevoland. Die mochten immers niet hoger uitvallen dan de collegepartijen hadden afgesproken in het coalitieakkoord. Bovendien hebben we uitgebreid gesproken met de mensen van Staatsbosbeheer en Flevo-landschap. Als grondeigenaar van een groot deel van dit gebied hebben zij een belangrijke stem in de toekomstige ontwikkelingen. De twee varianten die nu de voorkeur van het college krijgen gaan beide uit van een beperkte natuurontwikkeling in het gebied, veel minder dan in het oorspronkelijke plan, maar nog voldoende betekenisvol. Bovendien moet het mogelijk zijn om bij de uitwerking binnen de financiële randvoorwaarden te blijven. Op basis van deze overwegingen verwacht het college dat twee varianten binnen de drie hoofdscenario’s op voldoende politiek en maatschappelijk draagvlak mogen rekenen.

Bij de drie hoofdscenario’s is ook uitgewerkt of het mogelijk is om het project te ontmantelen en alle grond terug te verkopen aan de landbouw. Dat scenario leidt tot een groot financieel tekort voor de provincie van 72,1 miljoen euro.

De twee scenario’s maken deel uit van een uitgebreide toelichting op het procesvoorstel aan Provinciale Staten. De toelichting bestaat uit vier onderdelen: een overzicht van gebeurtenissen in het planproces Oostvaarderswold vanaf de start in 2004 tot nu toe, een analyse van de juridische positie van de provincie, drie hoofdscenario’s met deelvarianten en een omgevingsanalyse op basis van gesprekken met belanghebbenden en een online dialoog op het netwerk LinkedIn.

Helaas leidt de uitspraak van de Raad van State tot vertraging. Maar uit de gesprekken die ik de afgelopen weken heb gevoerd komt één conclusie unaniem naar voren: iedereen wil weten waar hij of zij aan toe is. Daarom willen we de nadere uitwerking al in oktober aan Provinciale Staten voorleggen. Maar eerst is het nu aan Provinciale Staten om richting te geven aan het proces.

Het procesvoorstel en de toelichting daarop zijn vanaf woensdagmiddag 11 april voor iedereen beschikbaar op de website www.flevoland.nl/oostvaarderswold.

Tot ziens.

dinsdag 3 april 2012

7,1 miljoen


Vanmorgen hebben we in het college het financieel jaarverslag over het jaar 2011 vastgesteld. Als portefeuillehouder financiën was het 'mijn' eerste jaarrekening. Het goede nieuws is dat we het jaar konden afsluiten met een positief saldo van 7,1 miljoen euro. De verklaring voor dit overschot is het feit dat een aantal bezuiningsmaatregelen voor 2012 al in 2011 effect hebben gehad en doordat we efficiënter zijn gaan werken en inkopen.

Minder positief was de vertraging in een aantal meerjarenprogramma’s waardoor er geld overbleef. In veel gevallen zullen we die vertraging in 2012 weer moeten inhalen.

Vanwege de noodzakelijke krimp van de organisatie is in 2011 zeer terughoudend omgegaan met het inhuren van tijdelijk personeel en het vervullen van vacatures. Ondanks de druk op de personele bezetting zijn onze ambtenaren erin geslaagd om de doelen die we hadden afgesproken te halen. Daarmee is naar mijn mening een prestatie van formaat geleverd. Dit geeft vertrouwen voor de komende jaren waarin we nog flinke bezuinigingen moeten realiseren.

Tenslotte kregen we van de accountant een mooi compliment met betrekking tot de manier waarop we de afgelopen periode verbeteringen in onze organisatie hebben gerealiseerd.

De komende tijd voer ik het gesprek met de politiek over de jaarrekening. Ik ben benieuwd naar de reacties.

Tot ziens.