donderdag 29 maart 2012

Vertrouwen

Gisteravond waren de Provinciale Staten van Flevoland in vergadering bijeen. De fractie van de PVV diende op grond van de ontwikkelingen met betrekking tot het Oostvaarderswold een motie van wantrouwen tegen me in. De tekst van mijn reactie wil ik u natuurlijk niet onthouden.

Voorzitter,

Afgelopen zondag had ik voor het eerst in een lange periode het twijfelachtig genoegen om via de pers te vernemen dat de PVV voornemens was een motie van wantrouwen tegen mij in te dienen. Een bijzonder moment, ik weet niet of het klopt, maar ik heb vernomen dat ik daarmee de eerste gedeputeerde in de geschiedenis van deze provincie ben die een dergelijke motie 'aan de broek' krijgt. In eerste instantie maakte ik wat grapjes over dit feit, maar die jolige bui was eigenlijk snel voorbij. Als bestuurder die hecht aan een goede relatie met de staten kun je niet anders dan zo'n motie buitengewoon serieus nemen. Dat doe ik dus ook.  De motie van wantrouwen is immers een buitengewoon serieus instrument uit de bestuurlijke gereedschapskist van de Staten. Een instrument ook dat je bewaart voor situaties die bestuurlijk gezien zeer ernstig zijn en waarbij de kans dat een dergelijke motie een meerderheid krijgt reëel is. Natuurlijk is de kracht van het instrument uiteindelijk afhankelijk van de vraag of de motie draagvlak heeft in uw Staten. Komt dat draagvlak er niet, dan is de motie in feite zonder waarde, of toch niet?

Voorzitter,
Ik heb de afgelopen dagen aan de lijve ondervonden welke schaduw het indienen vaneen motie van wantrouwen vooruit werpt. Zondag werd het nieuws breed uitgedragen in de regionale media, maandag ging het nieuws landelijk. Ik merk daarbij dat de aankondiging van zo'n motie alleen al kan leiden tot beschadiging en daardoor invloed heeft op mijn functioneren. Als straks blijkt dat deze motie een breed draagvlak krijgt is dat natuurlijk geen enkel probleem. Maar in geval dat draagvlak er niet blijkt te zijn, dan is deze uitwerking volkomen ten onrecht. Dat legt een zware verantwoordelijkheid op de schouders van de indieners, maar zeker ook op de schouders van die partijen die deze indiening mogelijk maakten. Vanzelfsprekend heeft uw college zich afgelopen dinsdag gebogen over de inhoud van deze motie. We hebben kennis genomen van het feit dat niet alleen ondergetekende, maar het hele college wordt aangesproken op de manier waarop wij in dit proces onze rol hebben gespeeld. Op grond hiervan hebben wij de conclusie getrokken dat deze motie gezien mag worden als een motie van wantrouwen tegen het hele college.

Voorzitter,
Als straks blijkt dat deze motie een meerderheid krijgt neemt het college haar verantwoordelijkheid, laat daar geen misverstand over bestaan.

Uiteindelijk werd de motie door alle andere fracties met uitzondering van de PVV verworpen.

Tot ziens.

dinsdag 27 maart 2012

Vrijheid geef je door

Het nationaal comité 4 en 5 mei bestaat vandaag 25 jaar en dat werd vanavond gevierd in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam. Onder de genodigden waren delegaties uit de twaalf provincies en mij viel de eer te beurt om de Flevolandse delegatie te leiden. Voor deze gelegenheid had ik de burgemeester van Dronten, de voorzitter stichting 4 mei uit die gemeente en twee docenten van groep 7 uitgenodigd om mee te gaan. Het was een bijzondere avond. Onder leiding van Maartje van Weegen en in het bijzijn van o.a. de Koningin en de Minister President hebben we genoten van een prachtig programma waarin de Nederlandse traditie van herdenken en vieren centraal stond. De komende herdenking heeft als thema: 'Vrijheid geef je door'. Het gaat uit van de gedachte dat het goed is het verhaal over de verschrikkingen van de oorlog vooral te blijven doorvertellen. Generatie op generatie, met als doel mensen te laten zien hoe belangrijk onze vrijheid is. Het symbool dat daarbij hoort is het doorgeven van het vrijheidsvuur.

Ook 5 mei aanstaande zal het bevrijdingsvuur weer door het land gaan. Ik heb inmiddels mezelf aangemeld om in de nacht van 4 op 5 mei mee te lopen met de bevrijdingsvuurestafette van Wageningen naar mijn woonplaats Lelystad.

Tot ziens.



Emotie

Afgelopen donderdag deed de bestuursrechter in Zwolle uitspraak over het beroep dat de provincie aantekende tegen de toegekende rijksbijdrage voor het project Oostvaarderswold. De zaak bij deze rechter was door ons aangespannen om het rijk te houden aan bestuurlijke afspraken met betrekking tot de financiering van het project. De eis van de provincie werd afgewezen.

Het was de tweede grote tegenvaller in een maand tijd met betrekking tot dit project. Na de vernietiging van het inpassingsplan door de Raad van State bepaalde de bestuursrechter nu ook nog eens dat het rijk zich niet hoeft te houden aan de financiële afspraken die rondom dit project zijn gemaakt.



Wat de gevolgen van beide uitspraken precies zullen zijn, valt nu nog niet te zeggen. Zoals ik eerder schreef, werken we hard aan een voorstel dat op 10 april klaar moet zijn. 


Om een goed beeld te krijgen van de mening van diverse partijen in het gebied heb ik de afgelopen tijd gesprekken gevoerd met o.a. LTO-Noord, Het Flevolandschap en Staatsbosbeheer. Vanzelfsprekend hebben alle partijen hun eigen opvattingen over dit onderwerp, maar wat opvalt tot nu toe is dat er door iedereen zeer constructief wordt meegedacht met de provincie en dat iedereen begrijpt hoe complex de situatie voor Flevoland is.

Een uitzondering hierop vormde het gesprek met een aantal boeren in het gebied, dat gisteravond plaatsvond. Het was een zwaar gesprek, met veel emoties. In dit gesprek bleek dat de boeren aan tafel buitengewoon weinig vertrouwen hebben in de provincie en de uitkomst van het proces dat we nu doorlopen. 

De discussie op Linkedin trekt veel belangstelling. Dagelijks komen er nog nieuwe deelnemers bij. Vanmorgen zijn we de grens van 200 deelnemers gepasseerd.  Hoewel de Linkedin discussie niet representatief is, blijkt wel dat veel mensen zich bij het onderwerp betrokken voelen en constructief meedenken over de ontstane situatie en hoe daar het beste mee kan worden omgegaan.


Tenslotte werd afgelopen weekend duidelijk dat de Statenfractie van de PVV van plan is een motie van wantrouwen tegen me in te dienen. Een bijzonder moment, het is in de 14 jaar van mijn bestuurlijke loopbaan de tweede keer dat ik zoiets meemaak. Het oordeel laat ik zoals het hoort over aan Provinciale Staten, maar los van de uitkomsten van dat proces merk ik dat alleen al de aankondiging van het  indienen van zo'n motie bepaalde emoties bij me oproept. Het feit dat landelijke en regionale media volop en vaak kritiekloos berichten over de nog in te dienen motie. Er zelfs peilingen op internet verschijnen, waar mensen me weg kunnen stemmen. Dit alles zonder dat ik er iets tegen in kan brengen, geeft me een ongemakkelijk gevoel. Ik zal blij zijn als ik woensdagavond mijn weerwoord mag geven.



Tot ziens.

maandag 19 maart 2012



Vorige week schreef ik dat ik nog nadacht over een goede manier om meningen te horen en ideeën te verzamelen over de toekomst van Oostvaarderswold. Nu kan ik melden dat die gelegenheid er is: iedereen die wil meedenken en meepraten kan deelnemen aan de discussiegroep op LinkedIn.

De titel van de discussiegroep is 'Toekomst Oostvaarderswold'. Het is een openbare groep, ieder kan de gesprekken die er plaatsvinden volgen. Ieder die lid wordt van de groep kan meedoen aan de discussie of een nieuwe vraag deponeren. Vragen die aan mij worden gesteld zal ik zoveel mogelijk beantwoorden.

Om het gesprek op gang te brengen heb ik inmiddels een drietal vragen gesteld. Doe ermee wat u wilt. Ik hoop op veel deelnemers, een levendige discussie en veel waardevolle suggesties.

Tot ziens.

zaterdag 17 maart 2012

NL-Doet

Gisteren en vandaag organiseerde het Oranje Fonds weer de jaarlijkse vrijwilligersactie NL DOET. Door deze activiteit zet dit fonds de vrijwillige inzet in de schijnwerpers. Het activeert zoveel mogelijk Nederlanders om een dag(deel) de handen uit de mouwen te steken daar waar dat nodig is. Dit jaar is de campagne vooral gericht op bestaande groepen zoals schoolklassen, families, collega's, (sport)teams en serviceclubs als Rotary en Lions.

En zo stapte ik vanmorgen op de fiets om samen met de PvdA Statenfractie uit Flevoland een dag de handen uit de mouwen te steken bij de Stichting Prehistorische Nederzetting Flevoland. De mensen van deze stichting maakten van de gelegenheid gebruik om eens flink te gaan snoeien op het terrein. Zo kon ik mijn overtollige energie kwijt met een kloofbijl en een hakblok.

Toen we aan het einde van de middag vertrokken, zag het terrein er weer piekfijn uit. We hebben een leuke dag gehad.

Tot ziens.





donderdag 15 maart 2012

Oostvaarderswold, het vervolg

De uitspraak van de Raad van State over het inpassingsplan Oostvaarderswold ligt alweer een week achter me. Ik heb een paar dagen nodig gehad om de gebeurtenissen een beetje te verwerken. Het feit dat de Raad van State heeft toegestaan dat het rijk eenzijdig een overeenkomst naast zich neer kan leggen, blijft me bezig houden. Wat betekent dat voor al die andere afspraken die wij als provincie maken met het rijk? Moeten we vanaf nu rekening gaan houden dat we ook bij andere overeenkomsten met het rijk eenzelfde risico lopen? Dat zou wel wat veranderen in de manier waarop ik mijn werk doe. Wellicht dat er binnenkort nog iemand opstaat die daar met gezag iets zinnigs over kan zeggen. Zelf heb ik in ieder geval nu geen tijd om hier lang bij stil te staan.

De Provinciale Staten hebben het college vorige week een maand de tijd gegeven om te komen met een plan voor de toekomst van dit gebied. Die periode loopt af op 10 april en zoals het er nu uit ziet, heb ik samen met de ambtenaren elke minuut nodig om een goed voorstel in elkaar te zetten. Daarvoor hebben we inmiddels een planning uitgewerkt. Naast het maken van een heldere analyse van de feitelijke situatie op dit moment, zijn we inmiddels gestart met het opstellen van een drietal scenario's voor de toekomst van het gebied. Drie manieren dus om tegemoet te komen aan de verschillende wensen die binnen Provinciale Staten en de provincie leven. Daarbij is de uitspraak van de Raad van State natuurlijk het uitgangspunt. Het plan voor Oostvaarderswold zoals het was, zal er niet meer komen.

Daarnaast ga ik de komende week in gesprek met allerlei belanghebbenden om van hen te vernemen hoe zij de toekomst van het gebied zien. Partijen als de boeren in het gebied, grondeigenaren, Flevolandschap, Staatsbosbeheer, de gemeenten, het waterschap, natuurorganisaties etc. Ik wil zoveel mogelijk in gesprek komen met mensen die een idee hebben over de toekomst van het gebied. Daarnaast denk ik nog na over een manier waarop we iedereen met wie we niet persoonlijk in gesprek kunnen gaan, een platform kunnen bieden om toch een mening te geven of een discussie te starten.

Ik zal u de komende tijd uitgebreid blijven informeren over de stand van zaken.

Tot ziens.

dinsdag 13 maart 2012

Rekenkamer slaat plank mis

Sinds 2005 kennen de provincies eigen rekenkamers. Deze werden destijds ingesteld als direct gevolg van de Wet dualisering provinciebestuur. De rekenkamers zijn onafhankelijk. Ze versterken de controlerende taak van Provinciale Staten en vergroten de publieke verantwoording. De rekenkamers hebben dus een belangrijke functie in het democratische bestel. Flevoland is samen met Noord- en Zuid Holland en Utrecht aangesloten bij de Randstedelijke Rekenkamer. Doorgaans worden de adviezen van de rekenkamer zeer serieus genomen door zowel de volksvertegenwoordiging als de bestuurders in de aangesloten provincies. 

Dat het in de praktijk ook anders kan gaan bleek vanmorgen toen de Randstedelijke Rekenkamer een nieuw onderzoek publiceerde naar aanleiding van het onderwerp 'onverantwoord wachten in de jeugdzorg'. 

De jeugdzorg is volop in beweging. Op 1 januari 2015 gaat de uitvoering van de gehele jeugdzorg in Nederland over naar de gemeenten. De gemeenten zijn nu al druk met de voorbereidingen van deze overdracht waarbij, mede onder druk van extra bezuinigingen, de hele uitvoering opnieuw wordt ingericht. Uitgangspunt daarbij is onder andere minder bureaucratie en meer vertrouwen in de professionals. Dat sluit goed aan bij het algemene idee dat het geld in de jeugdzorg vooral naar de zorg voor kinderen moet en vooral niet bedoeld is om een enorme bureaucratie in stand te houden.

Tegen deze achtergrond komt de Rekenkamer met een rapport waarin men in de eerste plaats op geen enkele wijze rekening houdt met het feit dat hun aanbevelingen onuitvoerbaar zijn omdat de jeugdzorg op korte termijn naar de gemeenten gaat, maar waarin men bovendien pleit voor verdere uitbreiding van de bureaucratie en minder vertrouwen in de professionals. Volgens de rekenkamer mogen we niet zomaar vertrouwen op het oordeel van onze professionals van het bureau Jeugdzorg. In plaats daarvan stellen ze voor om deze werkers op te zadelen met nog meer administratieve lasten. Het is jammer dat de rekenkamer, juist bij zo'n gevoelig onderwerp als wachtlijsten in de jeugdzorg, volstrekt voorbij gaat aan de realiteit van vandaag. Ze doet daarmee geen recht aan de grote inzet van de werkers in de zorg.

Begrijpelijk dat de kop boven de reactie van het Interprovinciaal Overleg (IPO)  vanmorgen luidde: 'Rekenkamer slaat plank mis'. Wat mij betreft moet het toch al zo schaarse geld in de jeugdzorg vooral naar de zorg voor kinderen gaan. Dit kan alleen wanneer we professionals in de zorg vertrouwen dat ze hun werk serieus nemen.  Ik kijk daarom met vertrouwen uit naar de discussie met Provinciale Staten over deze rapportage van de Rekenkamer



Tot ziens.

woensdag 7 maart 2012

Oostvaarderwold vernietigd

Niet eerder heb ik zo uitgekeken naar een uitspraak van de Raad van State. Vandaag deed dit hoogste rechtscollege uitspraak over het inpassingsplan voor de gebiedsontwikkeling Oostvaarderswold. Om kwart over tien zat ik vol spanning achter mijn PC op deze voor Flevoland zo belangrijke uitspraak te wachten.

Toen ik de uitspraak uiteindelijk op mijn scherm zag verschijnen viel ik van verbijstering even stil. De Raad van State heeft het inpassingsplan Oostvaarderswold vernietigd. 1800 hectare toekomstig natuurgebied heeft daarmee weer een agrarische teruggekregen. Bijna 7 jaar hard werken door de provinciale organisatie lijkt voor niets te zijn geweest. Het komt niet zo vaak voor dat een uitspraak van Raad van State uitspraak zulke verstrekkende gevolgen heeft. Nu maak ik het van dichtbij mee.

Het voelt als een zwaar politiek verlies, realisatie van dit plan is niet alleen een belangrijk onderdeel van ons coalitieakkoord, het is ook een van de belangrijkste kroonjuwelen in het verkiezingsprogramma van mijn partij, de Partij van de Arbeid. Het zal nog wel de nodige tijd en moeite kosten om dit verlies te verwerken.

Op verzoek van opeenvolgende kabinetten heeft de provincie veel energie en geld gestoken in deze ontwikkeling. Bovendien is 60% van de grond in het betreffende gebied inmiddels aangekocht van de betreffende boeren met het doel om natuur te ontwikkelen. Dat allemaal terugdraaien kan voor de provincie verstrekkende gevolgen hebben. Daar heb ik de komende tijd mijn handen meer dan vol aan. Provinciale Staten hebben mij vanmiddag een maand de tijd gegeven om samen met het college met een plan te komen

Raad van State of niet, ik denk dat het Oostvaarderswold voorlopig nog wel een belangrijk onderdeel van mijn portefeuille blijft.

Tot ziens.



donderdag 1 maart 2012

Bestuurder2.0

Toen ik in 1998 mijn bestuurlijke loopbaan als wethouder in de gemeente Hillegom begon, trof ik op mijn eerste werkdag een houten bureau met daarop een telefoon en twee postbakjes, een met de tekst 'IN' en een met de tekst 'UIT'. Voor de contacten met de samenleving waren dat destiijds de belangrijkste instrumenten. Als ik meer wilde, moest ik het stadhuis uit, de straat op om in gesprek te gaan met mijn achterban, de inwoners van de gemeente waar ik wethouder was.

Davied
De postbakjes zijn inmiddels verdwenen van mijn bureau en zelf denk ik dat de ouderwetse vaste telefoon ook zijn langste wel gehad heeft op mijn bureau. In plaats daarvan zijn het mijn iPad en iPhone die in goed onderling overleg via 'the cloud' de toegang tot de buitenwereld voor me regelen. Daarnaast werk ik samen met een groeiende groep ambtenaren die zich weet te bedienen van de zegeningen van de moderne communicatiemiddelen. De beleidsambtenaar van de toekomst schrijft zelf geen nota's meer, maar laat dit doen door burgers die actief zijn op online communities en die samen veel meer kennis over een bepaald onderwerp bijeen brengen dan de ambtenaar alleen ooit voor elkaar kan krijgen. Deze ambtenaren hebben zich verenigd onder de werknaam Ambtenaar 2.0.

Een van de ambtenaren 2.0 van het eerste uur en voorvechter van het gebruik van sociale media in het openbaar bestuur is Davied, een goede kennis van me uit Leiden. In zijn zoektocht naar de toekomst van het gebruik van nieuwe technieken in het openbaar bestuur was hij vorige week bij me voor een interview. Mijn stelling was: 'De ambtenaar 2.0 kan niet zonder de bestuurder 2.0'.


Interview met Marc Witteman over de bestuurder 2.0 from Davied on Vimeo.

Overigens is niet alles veranderd sinds 1998. Alle nieuwe technieken ten spijt ga ik nog steeds met enige regelmaat de stad in, de straat op, op zoek naar mensen met een mening, op zoek naar inspiratie. Het zijn juist de leuke momenten in mijn werk. Wat mij betreft blijft dat gewoon zoals het was.

Tot ziens.