vrijdag 25 september 2009

Starters

Vanmiddag heb ik in het Stadbouwhuis samen met de directeur Microfinanciering van het Ministerie van Economische Zaken, Annette Jonk, een loket geopend waar (startende) ondernemers in Leiden terecht kunnen voor informatie over en ondersteuning bij het aanvragen van microfinanciering. Dit zogenaamde MF-ondernemersloket is onderdeel van het Landelijk Netwerk Microfinanciering, gefinancierd vanuit het ministerie van Economische Zaken. Via dit loket verstrekken we leningen aan ondernemers die via een gewone bank niet meer aan een lening kunnen komen. Voorwaarde daarbij is wel dat de betreffende ondernemers zich bij laten staan door een professionele coach.

Naast dit zogenaamde MF-ondernemersloket hebben we vanmiddag ook het nieuwe Starterspakket voor startende ondernemers gelanceerd. Daarvoor tekende ik samen met de Kamer van Koophandel en de Stichting Werk en Onderneming een convenant. Het Starterspakket wordt door de gemeente Leiden aangeboden vanuit de Kamer van Koophandel (KvK) en biedt beginnende ondernemers in Leiden begeleiding en coaching. Het starterspakket bestaat uit twee onderdelen: de KvK-Starterstrajecten en de KvK-coachpool.

Het MF-ondernemersloket, het KvK-Starterstraject en de KvK-Coachpool zijn actiepunten uit het Leids actieplan stedelijke economie en arbeidsmarkt dat dit voorjaar is vastgesteld. Een van de doelen van het actieplan is het stimuleren van startende ondernemers, onder meer door het extra begeleiden van starters en het aanbieden van coaching. Het is mooi om zo snel na het opstellen van een plan te zien dat dit kan worden omgezet in concrete regelingen waar ondernemers ook werkelijk iets aan hebben. Al voor de opening hadden zich een flink aantal ondernemers aangemeld voor deze regeling.

Tot ziens.

maandag 21 september 2009

Brill

Vanmiddag was ik voor een werkbezoek bij een van de oudste bedrijven die Leiden rijk is: De Koninklijke Uitgeverij Brill NV. Sinds 1683 proberen de mensen van Brill handel en wetenschap met elkaar te verbinden door het op commerciele basis uitgeven van wetenschappelijke boeken. De Koninklijke Brill is al meer dan 100 jaar een aan de beurs genoteerde onderneming. Het hoofdkantoor van dit bedrijf bevindt zich in een modern en ruim opgezet pand aan de Plantijnstraat in Leiden. Hier werken zo'n 115 mensen. Daarnaast heeft men een kantoor in Boston (USA) waar nog zo'n 15 medewerkers in dienst zijn.

Het zijn voornamelijk universiteitsbibliotheken over de hele wereld die Brill tot zijn klantenkring mag rekenen. Brill is vooral sterk op de onderwerpen sociale wetenschappen, talen, geloof, Midden en Verre Oosten en internationaal recht. Het is niet toevallig dat dit onderwerpen zijn waar ook de Leidse Universiteit sterk in is. Brill en de universiteit zijn in al die jaren een beetje samen opgegroeid in Leiden en vertonen daardoor de nodige overeenkomsten. Toch is het percentage van de omzet die in Nederland blijft minder dan 10%. Brill is in alle opzichten een multinational, al is het wel een kleine.
Ik werd vanmiddag ontvangen door de CEO van het bedrijf Herman Pabbruwe (foto) en marketing manager Anja van Hoek die met buitengewoon veel enthousiasme hebben verteld over hun bedrijf.
De Koninklijke Brill is een echt Leids bedrijf. Niet alleen omdat het al 325 jaar in onze stad is gevestigd, maar ook omdat het een bedrijf is uit onze veel belovende creatieve sector. Bovendien heeft men van alles te maken met de kenniseconomie. Het was de moeite waard om hier eens een kijkje te mogen nemen.

Tot ziens.

Samenwerking

zondag 20 september 2009

Filmpje

KL862 is zojuist vertrokken vanaf luchthaven Nairita bij Tokyo. Als gevolg van het tijdverschil met Nederland is mijn zondag vandaag 7 uur langer dan normaal, wat me de tijd geeft om nog wat te schrijven op mijn weblog. Dat heb ik de afgelopen dagen gedaan, waarbij ik de teksten afwisselde met korte filmpjes. Uit mijn dagelijkse ‘kijkcijfers’ heb ik inmiddels kunnen opmaken dat mijn reis naar Japan voor een groter aantal mensen dan normaal aanleiding was om mijn weblog te bezoeken. Jammer dat het, zoals bij de echter kijkcijfers het geval is, niet lukt om ook uw waardering te meten van deze vorm van verslaglegging.

Leidse bestuurders die voor hun werk het buitenland bezoeken worden geacht verslag te doen van hun reis aan de achtergebleven collegeleden en de gemeenteraad. Dit soort verslagen bereiken doorgaans niet de gemiddelde inwoners van de stad. Omdat die gemiddelde inwoner doorgaans wel een mening heeft over stadsbestuurders die op rekening van de belastingbetaler naar het buitenland gaan, heb ik ervoor gekozen om een manier te kiezen die dichter bij de mensen komt. Gebruikelijk is dat niet en ook bij de collega bestuurders uit Den Haag, Westland en Utrecht die ik tijdens deze trip heb ontmoet, heb ik weinig behoefte gezien om zich op deze manier te verantwoorden voor hun werkzaamheden over zee.

Ik besef me overigens dat ik me op deze manier kwetsbaar maak. Als ik, net als mijn collega bestuurders op deze reis, ervoor zou kiezen om op deze manier geen verslag te maken, geef ik ook minder aanleiding voor kritiek. Zeker door de publicatie via dit kanaal weet ik natuurlijk dat de bekende Leidse ‘reageurders’ klaar staan om hun negatieve reactie te spuien. Het zij zo. Voor mij is dat geen aanleiding om af te zien van deze manier van verantwoording afleggen.

Blijft natuurlijk wel de vraag hoe nuttig deze reis is geweest voor de stad Leiden. Lees mijn verslagen, bekijk mijn filmpjes en oordeel vooral zelf zou ik zeggen. Als u mijn mening wilt weten dan zult u nog een tijdje moeten wachten. Ik ben immers niet naar Japan vertrokken met de concept overeenkomsten in mijn koffer. Ik ben vooral gegaan om het voorwerk te doen voor toekomstige successen. De komende maanden zal moeten blijken of dat positieve gevolgen krijgt voor Leiden. Ik zal u zeker op de hoogte houden. Een ding is voor mij wel zeker. Ik heb in Japan gezien en geleerd hoeveel waarde men hier hecht aan duurzame relaties. Het feit dat ik als wethouder persoonlijk hier geweest ben om het belang van een goede relatie te onderstrepen heeft veel waardering gekregen. Wanneer bedrijven waar ik geweest ben in de komende tijd een belangrijke beslissing moeten nemen, zullen ze dat zeker niet vergeten zijn. Dat er belangrijke beslissingen gaan komen, weet ik zeker want ondanks alle behoedzaamheid waarmee de Japanners zich uit weten te drukken, heb ik toch een paar concrete uitspraken mogen noteren. In die gevallen weet je ook wat je daaraan hebt, want een Japanner komt zijn afspraken altijd na. Daar kunnen we in Nederland nog iets van leren.

Tenslotte wil ik dit verhaal afsluiten met iets leuks. Het is een filmpje dat ik afgelopen week voor u heb gemaakt met mijn pocketcamera. In het vliegtuig naar Nederland heb ik het gemonteerd. Ik maakt dit filmpje in een Sushirestaurant in Tokyo waar de verschillende gerechten via een lopende band door het hele restaurant gingen en de klanten naar keuze een gerecht konden pakken. Ik wilde wel eens zien wat er gebeurde wanneer ik de camera op de band plaatste. Een filmpje met misschien wel potentie op Youtube. Kijkt en oordeel zelf.



Tot ziens.

vrijdag 18 september 2009

Hamamatsu

Vanmorgen werd ik wakker in mijn kamer op de 44 etage van het Okurahotel in Hamamatsu. Het uitzicht uit mijn raam wil ik u niet onthouden.Dat ik niet alleen naar Japan ben gegaan voor zakelijke gesprekken bleek vandaag. Ik was aanwezig bij de opening van een bijzondere agrarische tentoonstelling, de Hamamatsu International Mosaiculture 2009. Deze expositie die elke 3 jaar plaats vindt was eerder in Montreal en Sjanghai. De expositie omvat een groot gebied waar men kunstwerken heeft gemaakt van natuurlijke materialen, planten en bloemen.

Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en de provincie Utrecht hadden in het kader van de 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en Japan, een eigen paviljoen opgezet op deze expositie. Aan dit paviljoen deden we als Leiden niet mee, aangezien wij niet het gevoel hadden dat hier voor ons een meerwaarde in zat. Aangezien bestuurders uit deze steden deel uitmaakte van dezelfde delegatie waar ik ook in meegekomen was ben ik ook mee geweest.
De expositie werd vandaag geopend door de japanse Prins Akishino en zijn prinses Kiko. Dat was een beetje toevallig omdat ik het paar vorige maand in Leiden ook al had ontmoet. Wat toen niet lukte, is nu wel gelukt, een foto. Bij deze. Deze keer heb ik ook eens kunnen zien hoe de Japanners reageren op de aanwezigheid van het prinselijk paar. Dat is een enorm verschil met Nederland. De afstand tussen de Japanners en dit prinselijk paar was vooral erg groot. Even kreeg ik de indruk dat het paar daardoor meer met de nederlandse delegatie in gesprek was dan met de Japanners in ze zaal.

Vanavond hebben we de trein naar Tokyo genomen om komende nacht weer daar te slapen. Morgen mijn eerste dagje vrij voor ik zondag weer naar huis verstrek.

Tot ziens.

donderdag 17 september 2009

NFIA

Anders dan grote steden als Amsterdam of Rotterdam beschikt onze stad niet over een grote staf om internationale contacten te onderhouden. Om op het internationale vlak toch actief te kunnen zijn werken wij samen met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). De NFIA is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken en heeft mensen op bijna alle grote ambassades in de wereld. In Tokyo werkt de NFIA met 7 mensen die er hun dagelijks werk van hebben gemaakt om te zoeken naar bedrijven die interesse hebben om zaken te doen met Nederland. De NFIA speelde ook een belangrijke rol bij de voorbereiding van mijn reis naar Japan. Ze deden dat in goede samenwerking met de vanuit Nederland opererende West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) waarover ik eerder op mijn site schreef.

De medewerkers van de NFIA zijn in Japan in feite de ambassadeurs voor Leiden. Zij moeten de eerste contacten leggen die wij vanuit Leiden vervolgens kunnen opvolgen. Daarbij is het van belang dat deze mensen goed begrijpen wat wij als stad te bieden hebben op het gebied van bio science. Vandaag hadden we een uitgebreide bespreking met de mensen van de NFIA om hen bij te praten over de laatste ontwikkelingen in Leiden die in dat opzicht van belang zijn. Bovendien hebben we afspraken gemaakt over de samenwerking tussen NFIA, WFIA en de gemeente. Aanstaande zondag ga ik weer naar Leiden. Het is een goed gevoel dat de medewerkers van de NFIA in Japan achterblijven om de belangen van onze stad te behartigen, elke dag opnieuw.

Vanavond was ik met de andere leden van de delegatie aanwezig bij een Holland Promotion Dinner in het kader van de 400 jarige handelsrelaties met Japan.

Tenslotte zijn we met de supersnelle trein vertrokken naar Hamamatsu waar we morgen aanwezig zullen zijn bij de opening van het Nederlandse Paviljoen op de Hamamatsu International Mosaiculture 2009 (foto)

Tot ziens.

woensdag 16 september 2009

3D

Vanmiddag brachten we een courtesy visit aan Victor company of Japan, bij ons beter bekend als JVC. Het Benelux hoofdkantoor en het bijbehorende logistiek centrum zit in Leiden. Aangezien ik niet alleen naar Japan ben gegaan om nieuwe bedrijven te interesseren, maar ook om bestaande relaties te bestendigen hebben wij deze afspraak gemaakt.

Het is geen geheim dat het momenteel niet goed gaat in de consumenten electronica, ook JVC heeft daar last van. Dat is ook de reden dat dit bedrijf vooral inzet op de ontwikkelingen van nieuwe innovatieve technieken op het gebied van bijvoorbeeld 3D, super high definition en super platte beeldschermen. In de JVC showroom kregen we een hele fraaie demonstratie van dat soort toekomstige producten. Vooral de nieuwe 3D televisie die ik daar heb gezien was heel bijzonder.

JVC wil zich met dit soort producten ook meer gaan richten op de professionele markt, bijvoorbeeld de gezondheidszorg. We hebben hen gewezen op de mogelijkheden tot samenwerking met bijvoorbeeld onze Medical Delta. Ik denk dat ze daar iets mee gaan doen.

Tot ziens.

Changing tomorrow

Terug in de stad Tokyo werden we ontvangen in het hoofdkantoor van Astellas voor een gesprek met de CEO en President van deze pharma wereldspeler, Mr. Masafumi Nogimori. Hij moet een man zijn met een overvolle agenda, maar maakte desondanks zijn agenda vrij om ons te ontvangen. Hij begon het gesprek om juist ons te bedanken dat wij ons drukke schema voor hem wilden onderbreken. Dat tekent de manier waarop men hier met gasten omgaat. Hij maakte een buitengewoon ontspannen en vriendelijke indruk.

We hebben gesproken over zijn visie op de ontwikkeling van Bio Science in het algemeen en de rol van de overheid daarbij. Ook hebben we gesproken over de toekomst van de Astellas vestiging in onze regio. Het was een interessant en leerzaam bezoek.

Nadat we samen op de foto zijn geweest nam hij tot mijn verbazing de tijd om ons tot de voordeur te begeleiden. Ik heb een bijzondere en inspirerende man ontmoet vanmiddag, volgende maand luncht hij met Jan-Peter Balkenende.
De slogan van dit bedrijf is kort maar krachtig: Changing tomorrow. Het zou de titel van een verkiezingsprogramma kunnen zijn.




Tot ziens.

Tsukuba Research Centre

Mijn bezoek aan Japan was niet compleet geweest zonder bezoek aan Astellas. Een van de grote spelers in de wereld op het gebied van Pharma en Bio Science. Vandaag was het Astellas dag. Dat begon met een bezoek aan de Tsukuba Research Centre. Op speciaal verzoek van het bedrijf zelf bezochten we juist deze plek. Met de Tsukuba super expres, een soort lightrail reden we zo’n 50 kilometer naar het noorden. Daar heeft Astellas in 2007 een compleet nieuw complex neergezet in een overweldigende parkachtige omgeving. Dit aardbevingbestendige complex met 85000 m2 vloeroppervlakte biedt vooral heel veel ruimte aan ongeveer 1300 wetenschappelijke en administratieve medewerkers.

Alles in dit gebouw en de omgeving is gericht op het bevorderen van creativiteit en actieve communicatie tussen de medewerkers. Binnen de filosofie van het bedrijf ziet men dit als de manier om het innovatieve vermogen van de onderneming te vergroten.

Het stimuleren van creativiteit en innovatie door het bieden van een inspirerende werkomgeving waar de mens centraal staat. Dat is wat wij in Leiden Bio Science Park ook voor ogen hebben. Een inspirerende plek voor mensen en bedrijven waar ruimte is voor creativiteit en innovatie, een omgeving die mensen in staat stelt tot grote prestaties. Wat ik hier heb gezien, bevestigt nog eens dat we in Leiden op de goede weg zijn.

Voor Astellas is dit de manier om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen, en dat doen ze heel succesvol. Met een jaaromzet van meer dan 10 miljard US dollar, besteedt men jaarlijks zo’n 1,3 miljard US dollar aan onderzoek en ontwikkeling. Dat is bijna twee keer de gemeentebegroting van Leiden.



Tot ziens.

dinsdag 15 september 2009

Mondkapje

Prinsjesdag ging vandaag volledig aan mij voorbij. Het was alweer mijn tweede dag in Tokyo. De afgelopen nacht heb ik lekker geslapen waardoor ik inmiddels wel gewend ben aan het tijdsverschil met Leiden. Lastiger is het om te wennen aan de hotelmedewerkers die ik onderweg naar het ontbijt tegenkom en die zo diep voor je buigen dat ze met de neus bijna hun knieën raken.

Vandaag hebben we een aantal bedrijven bezocht. Allemaal met interesse voor Nederland en Leiden, maar nog niet allemaal even concreet. Toch merken we hier hoeveel waardering men heeft voor het feit dat wij de moeite nemen om helemaal naar Japan te komen om te praten over Leiden en onze regio. Het zal mij helemaal niets verbazen wanneer we hier nog iets van horen.

In het dagelijkse straatbeeld zijn mensen met een mondkapje hier blijkbaar een vertrouwd verschijnsel geworden. Bovendien zie je op heel veel plaatsen desinfectievloeistof staan om je handen mee te reinigen. En dat terwijl het hier op het eerste gezicht allemaal toch veel schoner en beter georganiseerd is dan bij ons in Nederland. Hygiene en gezondheid is hier blijkbaar heel belangrijk. Dat er aan deze manier van leven juist voor de bio science nadelen blijken te kleven hoorden we vanavond. Tijdens het diner hadden we een gesprek met de uitgever van het nieuwsmagazine 'Japan Pharma'. Ik kende hem nog van een bezoek dat hij eerder dit jaar bracht aan Leiden. Hij vertelde ons dat de Japanner om dezelfde reden niet enthousiast is over medicijnen die worden ontwikkeld vanuit levende organismen. Japan heeft daardoor een achterstand ten opzichte van veel andere landen.

Overigens kregen we van deze man veel meer waardevolle informatie. Hij kent vanuit zijn deskundigheid de sector als geen ander en wil ons graag verder helpen. We hebben een concrete lead gehad en proberen die deze week nog op te volgen. Verder staat hij open voor de publicatie van artikelen over Bio Science en Leiden in zijn nieuwsbrief.

Tot ziens.

NFIA

maandag 14 september 2009

Tokyo

Toen de Boeing 777 van KLM vanmorgen rond half tien zijn wielen aan de grond zette op Nairita Airport bij Tokyo lag heel Nederland nog op een oor. Met een tijdsverschil van 8 uur en slechts een paar uurtjes slaap in het vliegtuig zou het nog een opgave worden om de dag goed door te komen.
De rit van anderhalf uur van de luchthaven naar Tokyo was lang genoeg om alvast uit te rekenen dat deze stad ongeveer 100 keer zo groot is als Leiden.

Ruim 12 miljoen inwoners wonen hier met een dichtheid van 5600 inwoners per km2. In vergelijking met Leiden wonen de mensen hier dichter op elkaar. Naarmate we dichter bij het hotel kwamen was dat beter te zien. Tokyo is echt een overweldigende stad. Alle functies zijn hier letterlijk op elkaar gestapeld. Het is zo groot dat even de stad ontvluchten hier niet werkt. Mensen wonen, werken en recreëren hier in de stad. Het platteland van Japan vergrijst en ontvolkt en is zeker geen plek voor een buitenhuis voor de stedeling.


Vanmiddag ben ik om 1600 uur vertrokken naar de Nederlandse ambassade. Daar kregen we een briefing over Japan. Ik neem veel informatie op die ik kan gebruiken voor de gesprekken die ik in de rest van de week ga voeren. Tokyo heeft overigens een van de grotere Nederlandse ambassades, er werken 50 mensen.


Vanavond met de andere bestuurders van onze missie gegeten in de statige residentie van de Nederlandse ambassadeur, Flip de Heer (foto). We hebben elkaar eerder in Leiden een aantal keer ontmoet. Goed om hem hier weer terug te zien. Tijdens het eten wisselen we vooral veel informatie uit die de rest van de week goed van pas kan komen. Verder maak ik gebruik van de gelegenheid om de aanwezige medewerkers bij te praten over Leiden Bio Science Park. Deze mensen komen met regelmaat in contact met Japanse ondernemers uit de Bio Science en zijn daarbij letterlijk een soort ‘ambassadeurs’ voor Leiden.


In de werkkamer van de ambassadeur neemt Leiden een prominente plaats in. Een foto met uitzicht op de Pieterskerk herinnert hem aan de tijd dat hij in Leiden studeerde. Maar er is meer Leiden. Op deze ambassade eten ze op 2 october hutspot, bereidt door een Franse kok die nog studeert op de juiste verhouding aardappel, peen en ui.


Vanavond lekker op tijd naar bed.


Tot ziens.

zondag 13 september 2009

KL861

Aan boord van de KL861 ben ik vandaag naar Japan vertrokken. Gedurende de 12 uur vliegtijd ben ik in de gelegenheid om u alvast iets meer te vertellen over wat ik daar de komende week ga doen. Een wethouder Economische Zaken van Leiden die voor zijn werk naar Japan gaat, roept vragen op bij de inwoners van de stad. Dat is begrijpelijk en juist daarom zal ik de komende week ook verslag doen van mijn activiteiten. Op die manier bent u in staat om zelf een oordeel te vellen over de vraag of dit nuttig is voor de stad. Mijn open berichtgeving heeft de komende week overigens nog wel enige beperkingen. Reken er maar op dat ik de nodige terughoudendheid zal betrachten in het noemen van namen en/of bedrijven. Bedrijven die ik wil interesseren voor een vestiging in Leiden hebben die keuze nog niet gemaakt. Het zou niet verstandig zijn als ik via mijn weblog ook andere aanbieders op een idee breng om het vliegtuig naar Japan te nemen.

Ik ga overigens niet alleen naar Japan. Ik zit met een groot aantal bestuurders en ambtenaren uit de Randstad en van de ministeries van EZ en LNV in het vliegtuig. Voor een deel hebben we een gezamenlijk programma, maar voor het belangrijkste deel heb ik de komende week een eigen bio science programma. Tijdens dat programma zal ik vooral bedrijven bezoeken die geïnteresseerd zijn in vestiging in Leiden of in de randstad. Deze bedrijven zijn de afgelopen periode geselecteerd door de NFIA en/of de WFIA en in veel gevallen hebben er ook al gesprekken plaatsgevonden met deze bedrijven. De bezoeken die ik de komende week ga afleggen zijn dus grondig voorbereid en voorgesproken. In mijn koffer zit alles wat ik moet weten om de komende week tot resultaten te komen. In diezelfde koffer zitten overigens ook veel typisch Hollandse cadeautjes, want zonder dat kom je in Japan niet veel verder.

Ik vlieg verder en ga proberen wat te slapen. Morgenochtend om 09.40 komen we aan in Tokyo en het tijdsverschil maakt de nacht wel erg kort.


Tot ziens.

vrijdag 11 september 2009

Handtekening

Vanmiddag mocht ik als verantwoordelijk wethouder voor gemeentelijke gebouwen mijn handtekening zetten onder de huurovereenkomst voor het Stedelijk Concertgebouw. Mijn medeondertekenaar was Bart van Mossel die als directeur/bestuurder zijn goedkeuring gaf.

Over de verbouwing en uitbreiding van het Stedelijk Concertgebouw is in de Leidse politiek veel te doen geweest. Het waren niet alleen complimenten die ik daarbij kreeg, schrijf ik met enig gevoel voor understatement. Ik geef toe dat er een aantal dingen fout zijn gelopen, maar dat dit in de beeldvorming zo nu en dan flink is overdreven, is net zo waar. Tijdens de rondleiding die ik na de ondertekening kreeg heb ik met eigen ogen kunnen zien wat voor geweldige culturele accommodatie we erbij hebben gekregen. Ook buiten ben ik nog even stil blijven staan bij het resultaat van dit geslaagde onderdeel van het Aalmarkplan.

Tot ziens.

woensdag 9 september 2009

Confrontatie

Na mijn Haagse ontbijt en een bijeenkomst met de EZ wethouders van de G27 heb ik de trein naar Brussel genomen. Daar was ik vandaag op uitnodiging van Gedeputeerde Dwarshuis van de provincie Zuid-Holland voor een 09-09-09 special event. De bijeenkomst was georganiseerd door de Randstadprovincies en de G-4 (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) in het prestigieuze Concert Noble (zie foto). Partijen hadden zich tot doel gesteld de Randstad te presenteren aan Europese bestuurders en ambtenaren. Door nu indruk te maken op de beleidsmakers en beslissers in Brussel, hopen we in de toekomst meer (financiele) steun te krijgen voor onze projecten. Het feit dat de Leidse economie in toenemende mate afhankelijk is van geld uit Brussel was voor mij reden om deze wereld eens beter te verkennen. Het werd echter een middag waar werkelijk alles fout ging wat fout kon gaan.

Wat een flitsende randstadpresentatie had moeten worden aan de vooravond van 'a new EU era with a new EU mandate and a new EU partnership' werd een logistieke nachtmerrie. En uiteindelijk voor ons als publiek een soort comedy capers.

De voortdurend wisselende namen op de programma's (van de oorspronkelijke uitnodiging, de tussenzending en het in de zaal uitgereikte exemplaar) beloofden al niet veel goeds. Uiteindelijk bleken alle vier onze burgemeesters om uiteenlopende redenen verhinderd. Ook Jeremy Rifkin, de key-note speaker, bleek op het allerlaatste moment fysiek niet aanwezig te kunnen zijn. De gekozen oplossing, een videoverbinding met de VS, maakte het alleen maar erger. Door de slechte geluidskwaliteit was hij compleet onverstaanbaar en het gehannes om die boodschap over te brengen naar de andere kant van de oceaan was voor ons als publiek een slapstick in zichzelf. De versnelde overgang naar het panel maakte het niet beter. De uitgenodigde euro-parlementariers - druk bezig met het nieren proeven van de voorgestelde EU commissievoorzittter Barroso - kwamen pas op het oorspronkelijk afgesproken tijdstip binnen en zetten de Barrosodiscussie daar nog even voort. Van de overige bijdragen is me niet veel bijgebleven. Het afsluitende woord van wethouder Bolsius uit Rotterdam liet zien dat Rotterdam natuurlijk wel deel uitmaakt van de Randstadregio en de G4 maar vooral ook Rotterdam is.

Zie hier mijn eerste confrontatie met de Europese politiek. Ik hoop maar dat de manier waarop wij ons vandaag als Randstad presenteerde niet al te veel afbreuk heeft gedaan aan de manier waarop men in Brussel tegen de Randstad aankijkt. Dat zou niet best zijn want zoals ik al schreef, de Leidse economie is in toenemende mate afhankelijk van steun uit Europa. Met name in de Bio Science gaat het om vele miljoenen.

Tijdens de 2,5 uur durende terugreis (ook de trein had een half uur vertraging, volgens de stationsspeaker, wegens 'unexpexted absence of the traindriver') heb ik natuurlijk nagedacht over nut en noodzaak van dit soort evenementen. Uit gesprekken die ik vandaag in Brussel mocht voeren is mij in ieder geval duidelijk geworden dat de regio daar de kleinste schaal is. Als individuele gemeente hoef je in Brussel nergens aan te kloppen. Wanneer je als regio zaken wilt doen, dan werkt dat alleen als je een stevige regionale lobby hebt waardoor de belangrijkste Europese beslissers steeds goed op de hoogte zijn van de grote projecten in onze regio. De Brusselse lobby is dus een must, ook voor Leiden. Ik hoop wel dat een volgende bijeenkomst beter georganiseerd wordt.

Tot ziens.

Lobby

Vanmorgen zat ik voor mijn ontbijt wel op een hele bijzondere locatie. Samen met een flink aantal collega wethouders uit de 32 grote steden (G32) was ik vanmorgen in een grote tent midden op het Binnenhof in Den Haag. Een week voor Prinsjesdag hadden we daar als grote steden samen een ontbijtbijeenkomst georganiseerd voor 2e kamerleden en bewindslieden. Die bewindslieden heb ik overigens niet gezien, maar zo’n 10 tot 15 kamerleden hadden wel gehoor gegeven aan de uitnodiging. Blijkbaar helpt het als je dit soort dingen letterlijk voor de ingang van het 2e Kamergebouw organiseert.

Deze bijeenkomst was georganiseerd om de kamerleden een week voor Prinsjesdag nog eens te wijzen op de wensen van de grote steden met betrekking tot de rijksbegroting. We hebben gesproken over welke maatregelen het kabinet wel of juist niet zou moeten nemen om de problemen met betrekking tot onderwerpen als veiligheid, stijgende werkeloosheid en teruglopende economie het hoofd te bieden. Dat we daar dan ook wel de middelen voor moeten hebben moge duidelijk zijn. De huidige verwachtingen voor de komende jaren zijn in dat opzicht niet best.

Het was dus een onvervalste lobbyochtend. Of het geholpen heeft, weet ik niet. Eerst Prinsjesdag maar even afwachten.

Tot ziens.

maandag 7 september 2009

Uitzending

Vanmiddag was ik dus aanwezig bij een gesprek in de studio van BNR Nieuwsradio in Amsterdam. Klik hier om de uitzending terug te luisteren.

Tot ziens.

vrijdag 4 september 2009

BNR Nieuwsradio

Vanmiddag kreeg ik een uitnodiging van BNR Nieuwsradio voor een uitzending van het programma BNR in Business. Maandag 7 september te horen van 14.30 tot 15.30 uur over het onderwerp ondernemers en de gemeente. Luisteren dus.

Tot ziens.

Impulsus

'Veel mensen die werken in een kantooromgeving hebben te maken met een te hoge werkdruk, grote hoeveelheden (elektronische) informatie, chronisch tijdgebrek en stress. Graag zou men resultaten realiseren, het overzicht op en de regie over het werk willen houden om zo hun werk op een hoger peil te brengen om met meer plezier en voldoening te functioneren.'

Zo begint de tekst op de internetsite van Impulsus, een in 1992 opgericht Leids bedrijf, waar ik vanmiddag was voor een werkbezoek. Impulsus is gevestigd in een prachtig gerenoveerd voormalig bankgebouw van de Leidsche Spaarbank aan de Doezastraat. Ik werd daar ontvangen door de eigenaren van het bedrijf Gery Groen en Cees Ashmann.

De mensen van Impulsus zetten zich in om resultaatgericht werken blijvend te koppelen aan een positieve werkbeleving. Op de website van het bedrijf is daarover van alles terug te vinden, dus dat zal ik hier niet herhalen. Het heeft alles te maken met een visie op mensen en organisaties die Gery Groen als oprichter van Impulsus heeft ontwikkeld en steeds weer verder verbeterd. Ze kan er met veel enthousiasme over vertellen. Ook de resultaten die ik vandaag mocht zien liegen er niet om. Zowel bedrijven als individuele medewerkers die met de trainers van Impulsus gewerkt hebben zijn enthousiast over de positieve gevolgen binnen hun eigen werkomgeving.

Impulsus wijkt in een opzicht af van andere aanbieders in de markt. De 55 trainer/coaches zijn namelijk niet in dienst bij het bedrijf, maar werken als franchisenemers die op allerlei manieren ondersteuning krijgen vanuit de vestiging in Leiden. Feitelijk werken er dus 55 ondernemers bij dit bedrijf en dat is bijzonder. Hierdoor werkt Impulsus met gemotiveerde mensen die maximaal in staat zijn hun eigen werksituatie te beinvloeden. De relatie tussen het bedrijf en de fanchisenemers is een zakelijke, overigens zonder de menselijke aspecten uit het oog te verliezen.

Op het gebouw wil ik nog even terug komen. Je kunt hier echt zien dat dit met veel zorg in de huidige staat is gebracht. Volgens Cees Ashmann is het een monument van de toekomst. Op het terrein achter het pand tref ik een muurschildering aan die mij bekend voorkomt. Op 18 december 2007 schreef ik er al over op deze plaats.

Tot ziens.

Nominatie

Nog meer goed nieuws voor het Leiden Bio Science Park deze week. Ons bedrijventerrein is genomineerd voor de Award ‘Beste bedrijventerrein 2009’ van Nederland in de categorie bestaand. Het blad bedrijventerrein organiseert deze competitie. De andere genomineerden zijn het industrieterrein Moerdijk en bedrijvenpark Borgchwerf te Roosendaal.

De uitslag wordt bekend gemaakt tijdens het jaarlijkse nationale bedrijventerreincongres, op 8 oktober a.s. in Venlo. Dus nog even in de wachtkamer. Voorlopig is Leiden Bio Science een van de drie beste bedrijventerreinen van Nederland en daar kan ik goed mee leven.

Meer info is te vinden op www.bedrijventerrein.biz.

Tot ziens.

woensdag 2 september 2009

Feestje

Het was vandaag een beetje feest in het Leidse Bio Science Park. Minister Van der Hoeven van Economische Zaken was naar Leiden gekomen om de eerste paal te slaan van de Bio Partner Accelerator. De hoofddoelstelling van dit project is om ervoor te zorgen dat jonge bedrijven niet na de startersfase verdwijnen, maar zich verder kunnen ontwikkelen in Leiden en uiteindelijk in de markt kunnen concurreren. Gebleken is dat starters in de sector Life Science ongeveer 10 jaar nodig hebben om tot volle wasdom te komen. Zij moeten daarom, alvorens naar de commerciële vastgoedmarkt door te stromen, nog een additionele 5 jaar worden ondersteund en dat gebeurt in een bedrijfsverzamelgebouw de BioPartner Accelerator.

In haar toespraak gaf de minister nog eens aan hoe belangrijk Leiden Bio Science Park voor Nederland is. Ik heb vandaag ook nog eens persoonlijk mogen constateren hoeveel belangstelling de minister heeft voor het Bio Science Park en dat ze heel goed op de hoogte is van de ontwikkelingen. Leiden Bio Science is sinds de oprichting, ruim 25 jaar geleden, echt een icoon voor de Nederlandse kenniseconomie geworden. En daar mogen we best trots op zijn.

Ook bijzonder was een toespraakje van de bouwer Dura Vermeer. Hij complimenteerde de gemeente vanwege de grote snelheid waarmee de vergunningen voor dit gebouw waren afgegeven. Een groot compliment voor de betrokken ambtenaren.

Tot ziens.