woensdag 6 september 2006

Het einde nabij?

Zoals te verwachten was, stond vanmorgen de krant vol met grote koppen over de mededelingen die mijn collega John Steegh gisteren heeft gedaan in verband met de RijnGouwelijn. Volgens een van die koppen was nu werkelijk het einde nabij. In deze kop citeerde de krant een van de raadsleden tijdens het debat van gisterenavond. Het betreffende raadslid doelde met deze opmerking niet op het einde van de RijnGouwelijn, maar op het einde van het college. Grote onzin wat mij betreft.

Ik constateerde op deze plaats al eerder dat sommige leden van de gemeenteraad moeite hebben met de nieuwe bestuursstijl van het Leidse college. In die nieuwe stijl past niet meer dat collegepartijen kritiekloos achter het college aanlopen. Wanneer dat nodig is hebben deze partijen juist de ruimte om afwijkende standpunten in te nemen. Dankzij de nieuwe bestuursstijl kan dat ook gewoon.

Maar de stad moet natuurlijk wel bestuurd worden, daar staat dit college ook voor. Wij kennen onze verantwoordelijkheid. Daarom hebben wij na de verkiezingen slimme afspraken gemaakt. Door die afspraken kan het college krachtig doorbesturen en kunnen de collegefracties doen wat de kiezers van hen verwachten. Prima opgelost zou ik zo zeggen.

Wat ons betreft is het einde dus allerminst nabij. Dankzij de nieuwe bestuursstijl is dit college alleen maar sterker geworden. Met die bestuurskracht gaan we nu eendrachtig het ja/nee referendum organiseren.

Tot ziens.

3 opmerkingen:

  1. Beste Marc,

    Het is mijn stellige indruk dat je geen juist beeld hebt van de vorige periode. Daarin waren het juist de collegepartijen die het collegebeleid het sterkst bijstelden. Vraag maar eens na hoe het met de fietsenkelder, de Taken-en efficiency-operatie en de daklozenopvang gegaan is. De oppositie zat er bleekjes bij. Ik vertel je er graag meer over, maar je kunt het Conny Broeijer bijvoorbeeld ook eens vragen.

    Jij stelt dat in de nieuwe bestuursstijl niet meer past dat de collegepartijen kritiekloos achter het college aanlopen. Dat was in de vorige periode geheel niet het geval, maar nu is dat om een andere reden zo. Het huidige college is op een aantal punten zo verdeeld dat het nergens heenloopt: zie de Oostvlietpolder en de RGL (procesbewaker!, dat is geen richting kiezen). Het handige daarvan is natuurlijk wel dat de collegepartijen elk hun eigen richting op kunnen blijven lopen. Er is immers geen richting vanuit het college die om navolging vraagt.

    Benieuwd naar je reactie.
    Groet

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Paul,

    Wanneer het gaat om het beeld van de vorige collegeperiode, dan moet ik in jou natuurlijk direct mijn meerdere erkennen. Ik zat in de periode immers nog in Warmond. Mijn waarnemingen baseer ik dus wat ik nu zie en hoor en zonder kennis van het verleden.

    Ik constateer dat de collegeonderhandelaars een knappe oplossing hebben bedacht voor vier partijen die op deze twee dossiers van elkaar verschillen, maar op belangrijke andere dossiers te veel met elkaar gemeen hebben om dit college niet te vormen.

    Ik ben politicus genoeg om te begrijpen dat niet iedereen daar blij mee is.

    Groet,
    Marc Witteman

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Marc,

    Dat is helder.
    Wat voor mij nog niet helder is, is waaruit de nieuwe bestuursstijl dan echt bestaat. Het enige verschil dat opvalt is het verschil in stijl tussen jou en je voorganger. Ik heb ook sterk het idee dat het hele beeld van de bestuurstijl aan dat ene verschil is opgehangen. Ook onder de vorige collegeleden waren zeer open en duaal denkende mensen, zoals bijv. Hans Buijing, Alexander Geertsema, Rogier van der Sande en ook Ruud Hessing. Ron was zo sterk een man van de inhoud en de drive dat hij in zijn enthousiasme de burgers wel eens vergat. Hij speelde het spel hard en vooral in de raadszaal, soms tot diep in de nacht en zonodig achter gesloten deuren.

    Tot nu klinken de woorden bestuursstijl en bestuurskracht mij nog iets te vaak en ook te veel als een soort bezweringsformule. Stijl en kracht moet je doen, dat moet uit je daden blijken. Ik zie tot op heden slechts verbondenheid binnen het college. Dat is goed en belangrijk, maar echt iets anders dan een vertoon van een nieuwe stijl of kracht. Daarvoor is echt veel meer nodig.

    Alle goeds.
    Paul

    BeantwoordenVerwijderen