Na een lang weekend, vanmorgen weer aan de slag gegaan. Een prettig kennismakingsgesprek gehad met mijn nieuwe collega wethouder uit de buurgemeente Oegstgeest. Er spelen nogal wat zaken tussen beide gemeenten die de komende tijd onze aandacht vragen.
Verder had ik, zoals elke maandag, mijn vaste overleg met de ambtelijke organisatie en het wekelijkse spreekuur, dat deze keer helemaal volgeboekt was.
Tijdens dat spreekuur kwam er iemand langs die met me wilde praten over het nieuwe woonruimte verdeelsysteem. In dit systeem (www.woonzicht.nl) worden de beschikbare woningen niet meer via de huis aan huis bladen gepubliceerd, maar via internet. Deze inwoner maakte zich zorgen over het feit dat inwoners die geen toegang tot internet hebben daardoor in het nadeel zijn.
Op zich had hij daar natuurlijk wel een punt. De digitale tweedeling is een feit waar we rekening mee moeten houden. Als gemeente zullen we ons bij elke verbetering van de dienstverlening via internet moeten afvragen hoe we dezelfde service ook kunnen bieden aan mensen die de toegang tot het net (nog) ontberen. Dat is lastig, omdat de techniek van het internet nu eenmaal veel meer mogelijk maakt dan je met de ouderwetse dienstverlening kunt bereiken. Daardoor kom je vroeg of laat voor de vraag te staan of je een mogelijke verbetering van de gemeentelijke dienstverlening via internet, achterwege moet laten wanneer de mensen die de gemeente nog niet via internet weten te vinden daar niet van kunnen profiteren. Persoonlijk denk ik dat dienstverlening voor iedereen goed moet zijn. Daarnaast moet er ruimte zijn om daarnaast wat extra kwaliteit te bieden via bijvoorbeeld internet.
Overigens hebben we met de woningcorporaties goede afspraken gemaakt over de manier waarop zij de dienstverlening met betrekking tot de woonruimteverdeling gaan organiseren. Mensen die niet beschikken over internet kunnen straks gewoon terecht aan de balie van de woningcorporatie en krijgen daar ouderwetse service.
Tot de volgende keer.
Geachte heer Witteman.
BeantwoordenVerwijderenDe woonruimte verdeling staat momenteel weer hoog op de agenda, vooral omdat binnenkort een evaluatie moet worden gemaakt.
Mijn zorg is dat deze evaluatie vooral gaat over hoe de woningen worden verdeeld en niet over hoe de tekorten op de woningmarkt kunnen worden opgevuld.
Mijn zoon & dochter staan nu al 5 & 7 jaar op een wachtlijst voor een woning. Reageren op de gepubliceerde woningen heeft geen zin : via internet kan je direct al zien dat er zeer veel mensen gereageerd hebben op deze woningen met een veel hogere inschrijfwaarde : er volgt geen aanmelding.
Bij een evaluatie van het woonruimte verdeelsysteem komen de mensen die niet hebben gereageerd ook niet in beeld.
Als de politiek vervolgens wacht op de bevindingen van Woonzicht in de vorm van een evaluatie rapport, dan komen er nooit extra woningen voor starters.
Het woning probleem wordt ten onrechte als een woning verdeel probleem gezien. Het probleem is vooral dat er te weinig woningen zijn om te verdelen.
Bij de huidige woningprijzen en hypotheek rentes is het kopen van een woning vervolgens ook uitgesloten, kortom : de jongeren komen steeds verder in een situatie, waar ze zelf niet meer uit komen. Hulp vanuit de gemeente is daarom geboden.
Omdat het voor woningbouw verengingen blijkbaar ook ondoenlijk is om nieuwe starters woningen te bouwen, wil ik voorstellen om dit door een nieuwe gemeentelijk woningbouw corporatie te laten gebeuren. Daarmee wordt politiek ook duidelijk dat er geld en middelen (grond en organisatie) moet worden vrijgemaakt om dit probleem echt op te lossen.
Groetjes