Van huis uit ben ik geen jurist, maar de jaren als wethouder hebben me veel geleerd over hoe de wetgeving in Nederland in elkaar zit. In tegenstelling tot wat veel mensen vaak denken zijn de wettelijke bevoegdheden van een gemeente ook maar betrekkelijk. Zeker wanneer het om eigendom van private partijen gaat kan een overheid daar maar heel beperkt op ingrijpen. Het duidelijkste voorbeeld is wel de bouwlocatie tegenover het station Leiden Centraal, in de volksmond ook wel het gat van Van der Putte genoemd. Hoe hard de gemeente zich ook inzet om iets moois te ontwikkelen op deze locatie, zolang de eigenaar niet meewerkt blijft dat buitengewoon moeilijk. Momenteel loopt er voor deze locatie een onteigeningsprocedure die aan die situatie een einde zou moeten maken. Ik durf me niet te wagen aan uitspraken over hoe lang dit nog gaat duren. Voorlopig blijft deze locatie het werkterrein voor veel juristen in plaats van bouwvakkers. Ondertussen noemen de meeste inwoners deze locatie als de plek in de stad die het eerst moet worden aangepakt, en gelijk hebben ze.
Inmiddels ligt de betreffende locatie er verlaten bij. Dat dachten ik tenminste totdat ik vandaag deze foto kreeg die een ander kijkje gaf op deze A1 locatie. Achter de bouwschuttingen waar dagelijk vele tienduizenden mensen van en naar het station lopen, blijkt op dit particulier terrein een heel nieuw stadsmilieu te zijn ontstaan. Daarmee hebben de juristen er weer een nieuwe uitdaging bij gekregen.
We blijven ons best doen om op deze locatie een mooie invulling te maken, deze prominente plek tegenover het 5e station van Nederland verdient veel beter. Daar wil ik me, ondanks alle tegenslagen, sterk voor blijven maken. De medewerking van de eigenaar zou daarbij wel erg helpen.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten