Vanavond mocht ik als wethouder Economische Zaken voor de eerste keer in de commissie Werk en Financien optreden. Op de agenda van de commissie stond de behandeling van het strategisch kader bedrijventerreinen, een stuk waar mijn voorganger, Filip van As, het meeste voorwerk voor deed.
Leiden heeft in vergelijking met andere steden buitengewoon weinig bedrijventerrein binnen haar grenzen. Bovendien hebben we de afgelopen jaren veel terrein omgezet in woningbouw. Gevolg daarvan is dat gevestigde bedrijven zodra ze gaan groeien hun heil vaak moeten zoeken buiten de gemeente. Dat gaat weer ten koste van belangrijke werkgelegenheid voor de stad. Daarom willen we de bestaande bedrijventerreinen zo goed mogelijk blijven gebruiken. Bovendien wil het college stoppen met het omzetten van bedrijventerreinen in woonwijken. In het strategisch kader dat vanavond is besproken staat in grote lijnen aangegeven hoe we de verbetering van deze terreinen de komende jaren gaan oppakken.
Het voorstel leverde nog een behoorlijke discussie op. En alhoewel de Oostvlietpolder in het stuk niet aan de orde komt, het voorstel ging immers over bestaande bedrijventerreinen, speelde dit nog te ontwikkelen terrein een grote rol in de discussie. Het is duidelijk dat, ondanks heldere afspraken in het coalitieakkoord, dit onderwerp de politieke gemoederen nog even bezig zal houden. Verder zien een aantal partijen het bedrijventerrein de Waard nog als een mogelijkheid om toch wat extra woningen te bouwen. Hoe dit afloopt zullen we volgende week dinsdag tijdens de behandeling in de gemeenteraad zien.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten