Het vaststellen van een bestemmingsplan is een tijdrovende klus. Na een lange periode van voorbereiding en inspraak stelt een gemeenteraad zo'n plan vast. Voor dat het plan echter in werking treedt was tot voor kort ook goedkeuring van Gedeputeerde Staten noodzakelijk. Als er daarna nog bezwaren zijn dan kan nog een beroepsprocedure via de Raad van State volgen. Hoe lang dat hele proces kan duren bleek onlangs wel toen de Raad van State zich uitsprak over het bestemmingsplan Oostvlietpolder. Het oordeel van dit hoogste rechtscollege kwam zo'n 10 jaar na de start van de eerste discussie over dit plan. Bestemmingsplannen zijn hierdoor bij uitstek een instrument van de lange termijn. Daarbij is het van belang dat het bestuur ook een lange termijnvisie heeft op ontwikkelingen in een bepaald gebied. Een gemeente die elke 4 jaar anders denkt over de toekomst krijgt geen bestemmingsplan meer rond.
Als zo'n bestemmingsplan uiteindelijk onherroepelijk is geworden dan is dat normaal gesproken reden voor algemene tevredenheid binnen een gemeenteraad. Bij het bestemmingsplan Oostvlietpolder bleek dat echter niet het geval.
Vanavond vergaderde de gemeenteraad van Leiden. Op verzoek van de fractie van D66 hielden we een interpellatiedebat over de Oostvlietpolder. Tijdens dit debat kwam deze partij met een motie om de bedrijvenbestemming in het net in werking getreden bestemmingsplan te heroverwegen. In bestuurlijk opzicht een ongebruikelijk verzoek. Het voorstel staat immers op gespannen voet met het feit dat de vaststelling van het bestemmingsplan nog maar 4 jaar geleden door een meerderheid van de Leidse gemeenteraad is genomen. D66 doorbrak daarmee de lange termijnvisie die de gemeenteraad ooit vaststelde voor dit gebied.
Naast het bestemmingsplan zijn er destijds met betrekking tot dit gebied meer besluiten genomen. Zo heeft de gemeente binnen dezelfde lange termijnvisie ook omvangrijke grondaankopen gedaan ten behoeve van het toekomstige bedrijventerrein. Inclusief rente is daar tot nu toe ongeveer 13 miljoen euro aan uitgegeven. Wanneer we het bedrijventerrein niet tot ontwikkeling brengen zijn we dit geld dus kwijt. En dat is wel 13 miljoen gemeenschapsgeld.
Een stad als Leiden heeft per jaar ongeveer drie hectare ruimte nodig om een normale groei van de lokale economie op te vangen. In werkelijkheid was die groei voor Leiden de afgelopen 10 jaar slechts 0,8 hectare per jaar. Leiden heeft daarmee de kleinste oppervlakte bedrijventerrein van de 31 grote steden. Tijdens mijn bedrijfsbezoeken heb ik het afgelopen jaar kunnen zien wat de ongewenste gevolgen daarvan zijn voor het Leidse bedrijfsleven.
De motie van D66 werd vanavond door een meerderheid van de gemeenteraad verworpen. Daarmee kunnen we definitief een begin maken met de ontwikkeling van de Oostvlietpolder zodat in 2010 de eerste bedrijven een plaatsje kunnen verwerven.
Tot ziens.
Opnieuw een onjuiste weergave van het verzoek van D66; geen heroverweging maar een onderzoek naar de argumenten die 10 jaar geleden golden als argumenten voor bebouwing. Voorwaar geen vreemd verzoek, lijkt me. Maar nee, van die reflectie kon geen sprake zijn: de coalitie gaat onverkort voor bebouwing. Daarmee bewust het risico nemend dat een onherstelbare fout wordt gemaakt.
BeantwoordenVerwijderenWat jammer dat de heer Witteman alleen de zogenaamde behoefte aan bedrijfsterrein bij zijn afwegingen noemt en Leiden vergelijkt met 31 grote steden.
BeantwoordenVerwijderenNu we toch gaan vergelijken... Als het gaat om dat nabijheid van groen staat Leiden van 50 grote steden op de 44e plaats!! Wat dat betreft scoort Leiden op dit punt slechter dan steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag (bron: Atlas voor gemeenten, 2006). Maar blijkbaar wil de wethouder dat liever even niet horen.
En ook het feit dat er in Leiden overduidelijk geen maatschappelijk draagvlak bestaat voor de bebouwing van de Oostvlietpolder, daaraan heeft de heer Witteman (lees: de PvdA) blijkbaar geen boodschap.
Maar goed, het is ons (de Vereniging Vrienden Oostvlietpolder, VVO) reeds meer dan tien jaar duidelijk dat de PvdA op dit punt van geen wijken wil weten ondanks dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om de Oostvlietpolder groen te houden en tegelijkertijd de belangen van de lokale economie veilig te stellen.
Daar moet echter wel een WIL voor zijn en die WIL ontbreekt gewoon bij de PvdA. De partij mag wat ons betreft dan ook in het vervolg zijn mond houden als het gaat over het GROEN in Leiden.
De VVO zal bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 de kiezers oproepen om (als het gaat om de Oostvlietpolder) NIET op de PvdA te stemmen!
Zegt het voort!