woensdag 4 maart 2009

Verantwoording (2)

Verantwoording afleggen voor de dingen die je doet. Dat is een belangrijk uitgangspunt waar ik van jongs af aan mee opgegroeid ben. Dat is van toepassing op mijn politieke activiteiten maar ook de activiteiten die ik daar buiten doe. In de politiek kent dit uitgangspunt wel een beperking. In de politiek stopt je verantwoordingsplicht bij overdracht van een portefeuille aan een opvolger, meestal is dat bij vertrek vanuit een bestuurlijke positie. Na zo'n moment is het je opvolger die zich moet verantwoorden, ook wanneer het gaat om beslissingen die je zelf ooit hebt genomen. Het is bovendien zelfs ongewenst om daarna nog in het openbaar verantwoording af te leggen omdat je daarmee je opvolger in een ongemakkelijke positie zou kunnen brengen.

Dit was de tekst die ik op 14 oktober van het afgelopen jaar op deze plaats schreef. Ik beschreef toen twee situaties waarin ik ooit beslissingen had genomen terwijl mijn opvolgers daar later verantwoording voor moesten afleggen. Ik beschreef de spanning tussen enerzijds de wil om je te verantwoorden en anderzijds het belang om de verantwoordelijke collega niet voor de voeten te lopen.

Sinds vandaag heb ik er een nieuw onderwerp bij. Er is discussie ontstaan over beslissingen waarbij ik betrokken ben geweest tijdens de aanbesteding van bouwwerkzaamheden aan de Stadsgehoorzaal. Op de site van het Leidsch Dagblad wijzen de vingers in mijn richting als het gaat om de schuldvraag. In reactie daarop hebben de inmiddels bekende reaguurders ook veroordelingen in mijn richting al klaar liggen.

Een traceerbare politieke verantwoordelijkheid is essentieel in een democratie. We kunnen eigenlijk niet zonder. Die verantwoordelijkheid ligt nu bij mijn opvolger en dus zal ik voorlopig niet reageren. Ik ben als het ware toeschouwer bij de voorstelling waar ik zelf een rol in speel. Ik had het graag even anders gezien.

Tot ziens.

4 opmerkingen:

  1. Wij hadden het graag ook heel anders gezien Marc. Heel anders. De persconferentie gisteren in de Stadsgehoorzaal was, laten we zeggen, ontluisterend.
    Joost van Breukelen (SLO)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "In de politiek stopt je verantwoordingsplicht bij overdracht van een portefeuille aan een opvolger, meestal is dat bij vertrek vanuit een bestuurlijke positie."(...)

    Als heer Witteman het mij toestaat om deze conclusie van hem even volledig uit z´n verband te rukken en te transponeren naar de landelijke politiek: hoe verklaart hij politieke mores en gewoonten tengevolge waarvan een niet (meer) bestuurlijk verantwoordelijk minister van defensie in het openbaar verantwoording aflegt over een onderwerp dat hij in een vorig kabinet Lubbers als staatssecretaris van buitenlandse zaken onder zich had en waarvoor hij politieke verantwoording op zich neemt en alsnog aftreedt?(ik verwijs naar dhr. Van Eekelen tijdens de Paspoortaffairein 1988) Kortom, in de politiek is niets zeker, hooguit wachtgeldregelingen...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed punt. Het optreden van Van Eekelen kan worden aangemerkt als een toepassing van de vertrouwensregel. Die is zeer wel te onderscheiden van de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid, valt in dit geval er niet mee samen.

    Hoe verklaart de heer Dentener op zijn beurt het feit dat minister Netelenbos deelnam aan het debat over de enquete n.a.v. Bijlmervliegramp terwijl de destijds verantwoordelijke minister op dat moment minister van Economisch Zaken was, tegen het licht van de door hem geponeerde politieke mores en gewoonten?

    Binnenkort meer hierover op www.publiekrecht.blogspot.com

    BeantwoordenVerwijderen
  4. nawoord bij de afgelopen raadsvergadering van 10 maart j.l.:

    Ik lees nu in het commentaar van het Leidsch Dagblad bij de ´Stadsgehoorzaalaffaire´ dat PvdA-wethouder Van den Berg uit solidariteit gedreigd zou hebben met opstappen als haar partijgenoot Witteman had moeten vertrekken? En dat GroenLinks uit het college van B&W zou zijn gegooid als zij motie 1 van D66 en de SP hadden gesteund? Hoe is het toch mogelijk? Tsja, dan konden de VVD, het CDA en GL denk ik inderdaad niet anders dan ze nu in hun stemgedrag tot uitdruk hebben gebracht. Bij de PvdA heeft men echter kennelijk ieder politiek fatsoen en gevoel voor politieke verhoudingen verloren. Je kunt veel zeggen wat je wil van de VVD, maar zij hebben in dit soort gevallen altijd hun fatsoen weten te bewaren en daar ook naar gehandeld.

    In dat kader moest ik de laatste dagen weer eens denken aan wat in de Leidse politiek de geschiedenis inging als de ´Schouwburgaffaire´ uit 1989*. Die vertoont namelijk wel wat overeenkomsten met de situatie rond heer Witteman. Bij de Stadsschouwburg ontstond een exploitatietekort dat niet kon worden verklaard uit de opbrengsten van de recettes. Na onderzoek door VB accountants en de directie financiën van de gemeente bleek er sprake van diefstal door de directie van de Schouwburg. De toenmalig VVD-wethouder van cultuur Fred Kuijers heeft hiervoor uiteindelijk de volledige politieke verantwoordelijkheid op zich genomen en is afgetreden, hoewel hij niet op de hoogte was van de situatie bij de schouwburg. Kijk eens heer Witteman, dat is nu wat politieke verantwoordelijkheid inhoudt alsmede politiek fatsoen. Saillant détail in de Schaouwburgaffaire was trouwens dat de toenmalig PvdA-wethouder van financiën Paul Bordewijk ook nog even onder vuur kwam te liggen vanwege de verantwoordelijkheid voor de administratieve organisatie m.b.t. de affaire. Je zou nu die parallel door kunnen trekken naar wethouder Van den Berg van financiën, die in al haar collegialiteit faalt in het wijzen op de afwezige financiële en administratieve verslaglegging door collega Witteman en diens handelen in de Stadsgehoorzaalaffaire.

    * zie pag.´s 379v. van ´Wat geeft die comedie toch een bemoeijing - de Leidse schouwburg 1705-2005´ van Coby Bordewijk (de vrouw van)/Juliette Roding/Vic Veldheer, uitgegeven bij Boon.

    BeantwoordenVerwijderen