zondag 7 oktober 2007

Leiden kan anders!

Als wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen heb ik dagelijks te maken met tegengestelde belangen. Vaak gaat het daarbij om grote belangen van bewoners, gemeenteraad, projectontwikkelaars en allerlei andere ondernemers, organisaties en maatschappelijke partijen. De kunst is om bij je besluiten zoveel mogelijk rekening te houden met alle belangen, zonder dat het besluit aan effectiviteit verliest. Een balans zoeken tussen daadkracht en draagvlak. Om dat goed te kunnen doen moet je vooral integer en eerlijk zijn. Inwoners van de stad moeten op je integriteit kunnen rekenen. Ze moeten er vertrouwen in hebben dat ik hun belangen zorgvuldig weeg ten opzichte van andere belangen.

Als wethouder moet je er alles aan doen om te voorkomen dat je op dit gebied de schijn tegen krijgt. Daarom heb ik bijvoorbeeld de vaste gewoonte om geen feestelijke uitnodigingen aan te nemen van partijen waarmee ik nog onderhandel. Dat is een van de redenen dat ik bijvoorbeeld geen gehoor geef aan de uitnodiging voor het jaarlijkse Haring en Corenwijngala. Dit gala brengt in de aanloop naar de viering van Leidens Ontzet, de ondernemers van grote bedrijven bij elkaar zodat zij in contact kunnen komen met de vertegenwoordigers van de politiek. Ik begrijp uit de plaatselijke pers dat de organisatoren mijn afwezigheid op dit gala niet zo op prijs stellen. Maar hoe kunnen bijvoorbeeld inwoners van de stad die bezwaren hebben tegen bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen, mij nog serieus nemen als ik met de ontwikkelaars van dezelfde projecten breedlachend en met en glas in de hand in de plaatselijke pers verschijn?
Wat natuurlijk voor mij geldt, geldt in bredere zin ook voor het bestuur van de gemeente. Als partijen op het gebied van integer handelen elkaar niet respecteren en serieus nemen, dan gaat dat ten koste van het vertrouwen dat onze inwoners in het bestuur hebben. Daarbij maken mensen geen onderscheid tussen verschillende partijen. Daar ligt dus een gezamenlijk belang van alle politieke partijen.

Toch denkt in Leiden niet iedereen daar het zelfde over. Zo trof ik onlangs op Sleutelstad.nl de volgende reactie van duoraadslid Joost van Breukelen van de Stadspartij Leiden Ontzet.

'Hoewel ik goed geciteerd ben, ging het wat mijn uitlatingen betreft wel over een ander onderwerp. Namelijk het door een PvdA-wethouder (Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Witteman, vriend van Koning Franssen, u weet wel- goed voor die leuke vaste baantjes voor gehorigen en andere provinciale vazallen) verkwanselen van uniek Leids cultureel-, sociaal-, en zonder enige subsidie draaiend en leuk voor Leidenaren-) vastgoed bij de Burcht'

Een ander voorbeeld kwam gisteravond uit een vergadering van de commissie Ruimte en Bereikbaarheid. Het ging om de behandeling van het bouwplan op het Bracolterrein aan de Rijnkade. Mijn visie op deze zaak kunt u nog teruglezen in mijn bijdrage van zondag 16 september. De fractievoorzitter van het CDA, Jan Jaap de Haan (zie foto) presteerde het al in zijn eerste termijn om mij te beschuldigen van onfrisse praktijken, vluggertjes, verdeel en heers-strategien en nog veel meer zonder dat hij het op basis van de feiten kon waarmaken.

Het afgelopen jaar is er veel gesproken over de bestuurscultuur binnen de Leidse politiek. Ik stel voor dat we de komende tijd de bestuurlijke normen en waarden ook maar weer eens uit de kast halen. Gewoon weer als volwassen mensen met elkaar omgaan in het belang van de stad en haar inwoners. Leiden kan anders!

Tot ziens.

2 opmerkingen:

  1. Kom, kom, Marc. Ik ben het van harte met je eens dat 'waarden en normen' in de politiek ook inhouden dat je niet op de persoon speelt. Ik kies mijn woorden daarom doorgaans ook zorgvuldig en zal je niet van leugens, knettergekke opvattingen, etc, betichten.
    Bovendien wil ik altijd een onderscheid maken tussen de functionaris en de persoon. Teksten als 'witteman is achterbaks' zul je uit mijn mond niet horen.

    Maar je moet ook niet op elke slak zout leggen. Ik zie niet hoe het woord 'vluggertje' nou als een belediging opgevat moet worden. Je had snel met bewoners en Ogron gesproken. Nog voordat de commissie je daartoe kaders had meegegeven. Dat noemde ik een vluggertje.
    Dat je voorstel om het bouwplan een meter op te schuiven aleen gold 'indien bewoners van Rijnkade en Oosterdwarsstraat het daar over eens konden worden', is vooral in de buurt zelf als een 'verdeel en heers'-strategie opgevat en is hen in het verkeerde keelgat geschoten. Wat is er mis mee als ik je daar op wijs?
    Blijft over: die onfrisse praktijken. Het zou kunnen zijn dat ik dat woord heb gebruikt (herinner me dat niet), maar dat heeft inderdaad een negatieve associatie (fraude enzo), die ik er niet in heb willen leggen. Daar heb je dus een punt. 1 uit 3, wat mij betreft.

    Maar als we het nu hebben over beledigingen. Hoe denk je dat het opgevat wordt als buurt en raad je vragen om minimaal 2 woningen te schrappen en jij komt terug met het verschuiven van een dakgoot van 30 cm? Oké, je taalgebruik is dan beschaafd. Maar kan een dergelijk voorstel niet ook als een belediging worden opgevat?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. 1 uit 3 of 3 uit 3, dat maakt me allemaal niet zoveel uit. Mijn punt is dat je door het gebruik van dit soort termen een verkeerde sfeer oproept waardoor je hele verhaal een negatieve associatie krijgt. Dat heb jij zeker niet nodig.

    Doorgaans heb ik veel respect voor je inbreng in het debat, maar deze keer zat je er echt naast.

    BeantwoordenVerwijderen