woensdag 30 november 2011

Geen cent meer naar Oostvaarderswold

'Geen cent rijksgeld meer naar het Oostvaarderswold', die uitspraak kwam ik de afgelopen dagen met enige regelmaat tegen in de pers. Meestal werd deze uitspraak opgetekend uit de monden van landelijke politici, maar ook binnen onze Provinciale Staten hoorde ik deze geluiden. Het zijn uitspraken die in sommige politieke kringen blijkbaar goed vallen, maar in feite leggen deze politici een enorme rekening bij de inwoners van Flevoland.

Ik zal uitleggen waarom, maar eerst nog even terug naar de vraag waarom we het OostvaardersWold willen realiseren. Het OostvaardersWold creëert ruimte voor nieuwe economische ontwikkeling. Niet alleen in het gebied zelf, maar ook door compensatieruimte te bieden voor natuur die elders in de provincie verdwijnt op plekken waar nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en infrastructuur komen. Zonder OostvaardersWold gaat Flevoland op slot; nieuwe bouwprojecten zullen stagneren, er wordt niets gedaan aan de wateroverlast die op ons afkomt en onze toekomstige inwoners zullen niet de kwaliteit leefomgeving krijgen die we ze nu voorspiegelen. Bovendien lopen we de kans op duizenden nieuwe banen mis.

Voor het Rijk was altijd belangrijk dat de natuur deze oppepper kreeg. Op zich mag het Rijk natuurlijk van mening veranderen, maar dan niet over de rug van de inwoners van Flevoland. Als OostvaardersWold niet doorgaat, dan zijn we met elkaar desondanks 140 miljoen euro kwijt. Dat is geld dat we tot nu toe hebben uitgegeven aan planontwikkeling en grondaankopen, of dat we de komende tijd nog moeten betalen als schadevergoeding aan boeren. Allemaal kosten die we hebben gemaakt nadat we met het rijk harde afspraken hadden dat zij een deel van deze kosten zouden dragen. Het enige met tegenwaarde wat wij nog overhouden is de grond, maar die hebben we in opdracht van het Rijk inmiddels doorgeleverd het Flevo-landschap. Bovendien is de waarde van die grond inmiddels gedaald omdat het een natuurbestemming heeft gekregen. Dat zou dus een enorme kapitaalvernietiging zijn.
De hamvraag is natuurlijk: wie gaat die 140 miljoen euro betalen? Het lijkt mij logisch dat de partij die opdracht gaf tot de realisatie van het OostvaardersWold, ook de rekening betaalt.

Ik vergelijk het maar met een situatie waarin ik opdracht geef om een huis te bouwen. De architect heeft een mooi plan gemaakt, de vergunningen zijn verleend, de grond is gekocht en een aannemer is hard aan het werk gegaan. Hij is inmiddels zover dat het dak er bijna op zit. Als ik op dat moment de aannemer zou vertellen dat ik me heb bedacht en dat ik bovendien de laatste rekening niet meer kan betalen, is de kans groot dat deze dat niet accepteert. Sterker nog: als ik de woning niet wil afnemen, vindt de aannemer met succes de rechter aan zijn zijde.

Met het OostvaarderWold is het niet anders. Het Rijk gaf de opdracht, spoorde ons daarna nog eens aan of het sneller kon; er liggen harde afspraken dat het rijk de kosten voor haar rekening zou nemen. Alleen, omdat het sneller moest, vroeg het rijk ons geld voor te schieten. Ook dat ligt vast op papier.
Flevoland is met deze rijksopdrachten loyaal aan de slag gegaan. We hebben veel gronden gekocht, plannen uitgewerkt, samenwerking gezocht met andere partijen. We hebben veel overeenkomsten met derden gesloten. Allemaal precies volgens de afspraken die we met het rijk hebben gemaakt.

Een kabinet dat in zo’n laat stadium besluit niet meer mee te willen werken met een project als het OostvaardersWold, moet toch begrijpen dat de kosten die inmiddels zijn gemaakt gewoon betaald moeten worden.

Voor de provincie Flevoland werkt het niet anders dan bij de aannemer die bijna klaar is met het huis. Op grond van harde afspraken moeten deze kosten door het Rijk worden betaald.

Iedereen die roept dat er geen cent rijksgeld meer naar het Oostvaarderwold mag, zegt dus in feite dat het Rijk haar afspraken niet moet nakomen en vindt dus blijkbaar dat Flevoland de gemaakte kosten maar voor haar eigen rekening moet nemen. Daarmee krijgen de inwoners van Flevoland een enorme rekening gepresenteerd. Dat is een bedrag van maar liefst € 350 voor elke inwoner van onze mooie provincie. Dat bedrag is zo hoog, dat we het niet eens via onze eigen belasting (de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting) aan onze inwoners kunnen opleggen. Want om inwoners te beschermen tegen exorbitante tegenvallers, zit er een maximum aan het verhogen van deze belasting.
Ik denk dat het goed is dat we investeren in onze provincie. OostvaardersWold is een investering in nieuwe banen, in het voorkomen van wateroverlast, in het bieden van nieuwe recreatieruimte en ruimte om te groeien. Maar zelfs als je een grote tegenstander bent van deze ontwikkeling, dan nog zou je niet moeten willen dat onze inwoners de rekening van rijksbeleid moeten betalen. En dus kan het provinciebestuur van Flevoland niet anders dan het Rijk houden aan haar afspraken.

Tot ziens.

Passende zorg

Het was druk in het provinciehuis vanmiddag. Zo'n 200 mensen die werkzaam zijn in het onderwijs, jeugdzorg, welzijn of bij de gemeenten in Flevoland, kwamen bij elkaar rond het thema passend onderwijs en jeugdzorg op de jaarlijkse GAAF conferentie.

Voor regelmatige lezers van mijn weblog is GAAF inmiddels een bekende term. Onder de noemer GAAF (Gemeenschappelijke Actieprogramma Aansluiting Flevoland) zijn we in Flevoland al jaren bezig om de provinciale jeugdzorg goed aan te laten sluiten op andere vormen van zorg voor jeugdigen. Met GAAF willen we bereiken dat als een kind zorg nodig heeft, er maar één hulpplan bestaat, waar alle hulpverleners zich aan houden. Dus: nauwer samenwerken, minder rompslomp en kortere lijnen die het mogelijk maken om snel in te grijpen bij problemen. 'Passend onderwijs' was door de werkers in de jeugdzorg als thema van deze GAAF conferentie aangedragen. Met een goede reden: het blijkt dat een aanzienlijk aantal van de jongeren in de jeugdzorg - de inschatting is rond de 30% - ook ondersteuning krijgen op school.

Onvermijdelijk waren ook alle komende veranderingen in de jeugdzorg op deze conferentie onderwerp van gesprek. Staatsecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten schreef onlangs aan de kamer dat de zorg voor een jeugdige in de toekomst moet zijn afgestemd met wat er op school aan ondersteuning wordt geboden. Uit de presentatie van hoofdgast Léon Wever, directeur jeugdzorg van het Ministerie van VWS, bleek dat er op dit gebied nog heel veel vragen onbeantwoord zijn.

Gelukkig komen de werkers ondanks die onduidelijkheid met veelbelovende initiatieven. Een groot aantal van deze initiatieven was tijdens de conferentie te zien in de vorm van flitspresentaties. Dat leverde veel goede voorbeelden van samenwerking tussen zorg en onderwijs op. Steeds vaker kan gespecialiseerde ondersteuning snel op school of thuis snel ingezet vanuit de zorg.

Volgens traditie mocht ik aan het einde van de conferentie de GAAF stimuleringsprijs uitreiken. Er waren dit jaar maar liefst 13 inzendingen, een record. De winnaar was het project Sterk in de klas, een samenwerkingsproject waarin Triade gespecialiseerde hulp biedt aan basisschoolkinderen die grote kans maken uit te vallen uit het onderwijs. De GAAF stimuleringsprijs, een geldbedrag van €10.000, mag Triade besteden aan deskundigheidsbevordering van medewerkers of aan zaken die een relatie hebben met het initiatief, bijvoorbeeld (les)materialen voor versterking van het schoolklimaat.

De jaarlijkse GAAF conferentie is belangrijk voor iedereen die zich in de provincie bezig houdt met Jeugdzorg. Er werden vandaag weer veel nieuwe contacten gelegd en ideeën uitgewisseld. Wat mij betreft moeten we deze jaarlijkse traditie in stand houden, ook wanneer de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in onze provincie over gaat naar de gemeenten.

Tot ziens.

maandag 28 november 2011

Artikel 35b Provinciewet

Volgens artikel 35b van de Provinciewet moet een gedeputeerde woonachtig zijn in de provincie waar hij of zij werkt. Provinciale Staten kan in bepaalde gevallen vrijstelling van deze verplichting verlenen voor de periode van 1 jaar. Omdat ik bij de installatie van het huidige college op 18 mei van dit jaar buiten de provincie woonde heb ik deze vrijstelling gekregen. Ik heb bij die gelegenheid met de Staten afgesproken dat ik die vrijstelling slechts 1 keer zou vragen.

Vandaag tekende ik de koopovereenkomst voor een nieuwe woning in Lelystad. Als het allemaal een beetje mee zit kan ik me in januari melden bij de gemeente Lelystad om me in te schrijven als inwoner. Daardoor voldoe ik vanaf dat moment helemaal aan de eisen in de Provinciewet en dat is natuurlijk wel zo prettig.

Tot ziens.



Location:Lelystad

vrijdag 25 november 2011

Gaaf on Tour

In onze provincie is het al jarenlang ‘goed gebruik’ dat de gedeputeerde jeugdzorg met enige regelmaat bij gemeenten langs gaat om te praten over de manier waarop de provinciale jeugdzorg aansluit op het gemeentelijke jeugdbeleid. Beide vormen van Jeugdzorg zijn eigenlijke communicerende vaten. Als de gemeente minder inzet op preventie komen meer kinderen de zwaardere (en dus ook duurdere) provinciale jeugdzorg. Andersom kan het dus ook, meer geld van de gemeente voor preventie leidt tot minder beroep op duurdere provinciale zorg. Om dat te bereiken werken provincie en gemeenten in Flevoland samen. Deze samenwerking is vastgelegd in het ‘Gemeenschappelijk Actieprogramma Aansluiting Flevoland’, kortweg GAAF.

Vanmorgen zat ik in Lelystad om de tafel met de Stuurgroep Zorg en Veiligheid, onder voorzitterschap van wethouder Meta Jacobs (foto). We hebben daar onder andere gesproken over de overdracht van de provinciale jeugdzorg naar de gemeente waar het kabinet toe heeft besloten. Die overdracht gaat werkelijk een megaoperatie worden. De bestaande samenwerking GAAF geeft ons een voorsprong voor de overdracht van de jeugdzorg in Flevoland.

Zoals u weet, ben ik voorstander van de overdracht van de jeugdzorg naar de gemeenten. Met namen omdat de gemeente het dichtst bij de eigen inwoners staat. Als het gaat om ondersteuning aan kinderen en gezinnen is de gemeente echt de spin in het web van allerlei partijen die een rol hebben in de jeugdzorg. Voordat we samen met die overdracht aan de slag kunnen gaan, is meer duidelijkheid vanuit het Rijk nodig. Ik maak me daarover nog steeds zorgen. Nog steeds biedt het kabinet te weinig helderheid over het proces. Bovendien gaat het Rijk bezuinigen in een periode waarin naar mijn mening juist extra geïnvesteerd moet worden in preventie. Dat maakt het allemaal heel ingewikkeld.

Voor Lelystad ligt er een extra probleem. In Lelystad maken veel meer kinderen en jongeren gebruik van de jeugdzorg dan gemiddeld in Nederland en Flevoland. De stuurgroepleden vanuit het onderwijs gaven aan dat voor het gebruik van het speciaal (basis)onderwijs hetzelfde geldt.

Meta Jacobs en de leden van de stuurgroep delen mijn zorgen maar laten gelukkig de schouders niet hangen. De wil is aanwezig om de politieke discussie over meer preventief aanbod aan te gaan vanuit de overtuiging dat dit zich zal terugverdienen.
Dit extra aanbod is volgens de stuurgroep vooral nodig voor de groep 18 tot 23 jarigen. De gemeente heeft aandacht voor specifieke problemen in deze leeftijdsgroep, zoals beperkte huisvestingsmogelijkheden (o.a. begeleid wonen). Voor een aanbod voor zwerfjongeren heeft de gemeente al budget vrijgemaakt.

We voerden vanmorgen een prettig en open gesprek. En daarbij begint het als we een succes van de transitie willen maken, want we kunnen het niet alleen!

Tot ziens.

woensdag 23 november 2011

Rondetafelgesprek

Vandaag was ik in de statige zaal van de oude tweede kamer aan het Binnenhof in Den Haag. Daar organiseerde de vaste commissie voor Binnelandse Zaken een rondetafelgesprek over de plannen van het kabinet voor de Randstad. Ze hadden daarvoor o.a. gemeente- en provinciebestuurders uit de Randstad uitgenodigd.

Namens Flevoland heb ik laten weten dat wij geen principieel tegenstander zijn van fusie, maar dat dit dan wel een gevolg moet zijn van een keuze die door inwoners en provinciebestuur samen wordt gemaakt. Bovendien moet zo'n keuze ondersteund worden door de uitkomsten van een onderzoek waaruit blijkt dat zo'n fusie ook werkelijk voordelen heeft voor onze inwoners en bedrijven.


Vervolgens heb ik aangegeven dat het de Tweede Kamer zelf is geweest die ruim 25 jaar geleden heeft besloten tot de instelling van de provincie Flevoland. Daar waren destijds goede redenen voor en die gelden wat ons betreft nog steeds In die 25 jaar is een inmiddels een cultuur ontstaan van doorpakken, korte lijnen en samenwerken. De schaal van de provincie past goed bij de opgaven waarvoor we onszelf gesteld zien. Ik heb daarbij onderstreept dat wij een goed voorbeeld zijn van een provincie nieuwe stijl, die snel kan handelen wanneer dat nodig is. Tenslotte heb ik aan de hand van een aantal grote projecten binnen onze provincie laten zien dat onze, op samenwerking gerichte cultuur echt effectief is en dat daarvoor geen fusie nodig is.

Nadat alle sprekers hun verhaal hadden gehouden kregen de commissieleden de gelegenheid om vragen te stellen. Het werd een boeiende uitwisseling van argumenten. De komende tijd zal duidelijk moeten worden in hoeverre al deze informatie van invloed is geweest op de standpunten van de diverse partijen.

Tot ziens.

zondag 20 november 2011

Zevenheuvels

Het leek alsof heel Nederland vanmorgen bedekt ging onder een dik pak mist, maar toen ik vanmorgen rond 12:00 uur in Nijmegen uit de trein stapte brak daar de zon door. Vandaag kwamen daar bijna 30.000 lopers bij elkaar voor wat wel het grootste loopevenment van Nederland wordt genoemd: De Zevenheuvelenloop. Met een groot PvdA-businessteam (foto) liep ik daar de 15 kilometer door de zonnige bossen rond Nijmegen. Na 1 uur en ruim 24 minuten kwam ik over de finisch. Voor verdere details kunt u hier klikken.





Tot ziens.

vrijdag 18 november 2011

Oostvaarderswold

Vandaag is het precies een half jaar geleden dat het huidige college van VVD, PvdA, CDA en ChristenUnie werd geïnstalleerd. Zo'n half jaar is niet bepaald een mijlpaal die uitgebreid gevierd moet worden, maar deze keer markeerde deze periode voor mij persoonlijk wel een heel belangrijk doel. Bij het aantreden van het college kreeg ik als portefeuillehouder Oostvaarderswold immers de opdracht mee om binnen een half jaar met een voorstel te komen om de realisatie van het natuur- en recreatiegebied OostvaardersWold over te dragen aan een consortium van maatschappelijke organisaties. Het afgelopen half jaar heb ik samen met onze ambtenaren en de mensen van het Wereld Natuur Fonds, Het Flevo-landschap en Staatsbosbeheer keihard gewerkt om aan onze opdracht te voldoen. Ik kan u melden dat wij in onze opdracht geslaagd zijn. Afgelopen dinsdag heb ik de uiteindelijke plannen besproken met mijn collega's in het college van GS. Daar werden de plannen goed ontvangen, waarna we hebben besloten om e.e.a. voor te leggen aan de Provinciale Staten.

Wereld Natuur Fonds, Flevo-landschap en Staatsbosbeheer willen begin volgend jaar de stichting ter Ontwikkeling en Realisatie van het Oostvaarderswold oprichten. Deze stichting heeft als taak in 10 jaar de gebiedsontwikkeling te realiseren waarmee de provincie in 2005 is begonnen.

Het voorstel van de drie samenwerkende organisaties is een uitwerking van de intentieverklaring die ik namens de provincie in juni van dit jaar ondertekende met Wereld Natuur Fonds en Flevo-landschap. Staatsbosbeheer sloot zich daar later bij aan.

Het college van Gedeputeerde Staten is blij met het voorstel van de drie organisaties, omdat daarmee inhoud wordt gegeven aan het coalitieakkoord. Wij hebben gezocht naar een manier waarop de realisatie van het OostvaardersWold past in het nieuwe kabinetsbeleid. Natuur voor mensen, natuur met een belangrijke bijdrage aan de economie en natuur die niet alleen drijft op heel veel gemeenschapsgeld. Dit voorstel van Wereld Natuur Fonds, Flevo-landschap en Staatsbosbeheer sluit daar goed bij aan. Nu is het woord aan Provinciale Staten.

Besluitvorming door Provinciale Staten vindt de komende maanden plaats. Als zij akkoord gaan, zal de provincie komend voorjaar een realisatieovereenkomst sluiten met de drie maatschappelijke partners.

Tot ziens.

donderdag 17 november 2011

Theater

Als vader van drie kinderen weet ik hoe ingewikkeld de rol van opvoeder soms kan zijn. Daar komt bij dat wij in een cultuur leven waarin het niet direct vanzelfsprekend is om hulp te vragen wanneer je als ouder met problemen geconfronteerd wordt. Het voelt voor veel ouders toch een beetje als falen wanneer je hulp van buiten gaat inroepen. Tijdens mij zomerstages in de jeugdzorg heb ik zelf kunnen zien hoe belangrijk het is dat ouders die dat nodig hebben tijdig hulp krijgen. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we de drempel naar de hulp zo laag mogelijk maken. Als provincie zijn we samen met de gemeenten voortdurend op zoek naar nieuwe methoden.

Vanavond was ik in een tot theaterzaal omgebouwde
Statenzaal in het provinciehuis om een try-out bij te wonen van een stuk van theatergroep Thot met de titel: 'Buurvrouw, voed je kind eens op'. De zaal was gevuld met professionals uit het onderwijs en de jeugdzorg. De theatergroep heeft speciaal voor ouders een programma gemaakt waarin ze, aan de hand van gespeelde situaties in een gezin, in discussie gaan met het publiek over de dilemma's van een opvoeder. Ze deden dat vanavond met zoveel gedrevenheid, enthousiasme en humor dat de mensen in de zaal echt gegrepen werden door het programma.

In opdracht van de provincie gaat de theatergroep dit programma de komende tijd nog 8 keer uitvoeren op scholen in onze provincie. Als deze uitvoeringen succesvol zijn kunnen gemeenten besluiten deze vorm van preventie over te nemen.

Theatergroep Thot met 'Buurvrouw, voed je kind eens op'. Wat mij betreft een aanrader voor iedereen die net als ik vind dat kinderen opvoeden best wel ingewikkeld kan zijn.

De site van de theatergroep is te vinden via www.thot.nl

Tot ziens.

Location:Lelystad

woensdag 16 november 2011

Begroting

Ruim 12 uur vergaderen was er voor nodig. Meer dan 50 moties en 6 wijzigingsvoorstellen werden ingediend, maar rond de klok van half elf vanavond stemde de Provinciale Staten in met een sluitende begroting voor het jaar 2012 en dat was precies het doel dat ik mezelf had gesteld toen we voor de zomer begonnen met het opstellen van die begroting.

Het vaststellen van de begroting is een van de belangrijkste besluiten die een volksvertegenwoordiging neemt. Door middel van dit besluit geeft men de ruimte aan het dagelijks bestuur om ook volgend jaar weer de provincie te besturen. In de begroting ligt precies vast hoeveel geld er voor de taken beschikbaar is en welke doelen het college met dat geld moet nastreven. Het vaststellen van de begroting is daardoor ook soort een signaal dat men voldoende vertrouwen heeft in het dagelijks bestuur om ons deze opdracht te geven.

Dat vertrouwen kregen we gisteren niet van alle partijen. De Statenleden van SP en PVV stemden tegen de begroting. Zij deden dat zonder aan te geven wat het college aan de begroting zou kunnen veranderen om wel steun te krijgen. Sterker nog, ook wijzigingsvoorstellen die ze eerder zelf hadden ingebracht of waaraan ze steun hadden gegeven, werden bij de vaststelling door beide partijen weer weggestemd. In feite hadden ze vooraf bepaald dat ze tegen zouden stemmen. Ik begrijp dat nooit zo goed want ze bereiken daarmee in ieder geval dat het college ook weinig moeite zal doen om voor hen nog veranderingen in de begroting aan te brengen. Met deze houding veroordeelden SP en PVV zichzelf vandaag dus tot de minst invloedrijke fracties in de Staten.

Niet alles liep zoals verwacht. Dat gebeurde bijvoorbeeld als gevolg van een door het CDA ingediend wijzigingsvoorstel, dat betrekking had op ons investeringsplan. Na de laatste verkiezingen hadden de coalitiepartijen bepaald voor welke noodzakelijke investeringen het college zich moest gaan inzetten. In deze begroting hebben wij voor de eerste keer inzichtelijk gemaakt hoeveel geld er nodig is om deze investeringen werkelijk uit te voeren. Dat leverde een prijskaartje op waarvan de coalitiepartijen nogal geschrokken waren. Door het CDA-voorstel waarin men bepaalde dat het college nog niet mag gaan sparen voor deze investeringen, haalde de Staten als het ware de basis onder ons investeringsprogramma weg. De komende tijd zullen de partijen eerst moeten kijken welke investeringen men nu wil gaan schrappen om het programma wel acceptabel te maken. Gezien het feit dat het investeringsprogramma vol zit met zaken die uit de verkiezingsprogramma's van de verschillende partijen komen, zal dat nog een hele klus worden.

Tot ziens.

woensdag 2 november 2011

Jeugd in debat

Vandaag werd er in het provinciehuis stevig gedebatteerd. 55 jongeren deden mee aan de provinciale voorrondes van het Nationaal Jeugddebat. Zij gingen voor een plekje in de eindstrijd, waarin zo’n 120 scholieren een debattraining krijgen en daarna een dag lang in debat gaan met ministers, kamerleden en staatssecretarissen over hun voorstellen.

Doel van het debat is om de kloof tussen politiek en jongeren te verkleinen. Het biedt jongeren de kans om politici te laten weten wat zij belangrijk vinden. Die kans lieten deze scholieren zich vanmiddag niet ontglippen.

De diverse onderwerpen werden vanochtend voorbereid. Vervolgens gingen de jongeren vanmiddag het debat aan met elkaar en provinciale politici: de heren Jeroen Kok, Arie Stuivenberg, Erik Kunst en Erik Sloot. Mooi om te zien hoe deze jongeren een gloedvol betoog hielden over onderwerpen zoals de achterstand in het voorzieningenniveau in Flevoland. Daarbij werd af en toe goed zichtbaar hoe ver de werelden van jonge mensen en wat 'oudere' bestuurders uit elkaar kunnen liggen.



Jongeren en politici vonden elkaar uiteindelijk op het belang dat een jongerenraad kan hebben voor de provincie. Jeroen Kok en Arie Stuivenberg deden daarbij zelfs de toezegging dat ze tijdens de begrotingsbehandeling in de staten met een motie zullen komen over dit onderwerp. Ze kregen daarvoor direct de steun van de andere politici toegezegd. Ik heb in mijn conclusie de jongeren geadviseerd om de politici voorlopig goed te volgen.


Tijdens de bijeenkomst maakten de jongeren ook duidelijk dat de beste manier om hen te bereiken tegenwoordig via Twitter is. Van alle sociale media was dit vanmiddag de meest gebruikte weg. Voorlopig ga ik daar dus gewoon mee door. Voor het geval u mij nog niet volgt, mijn twitteraccount is @mwitteman.



Tot ziens.

dinsdag 1 november 2011

Papageno

Met het hele college van Gedeputeerde Staten waren we vandaag bij Papageno, een dagbehandelingscentrum in Almere voor kinderen met een jeugdzorgindicatie. We hebben daar gesproken met ouders en medewerkers en hebben een kijkje genomen bij de groepen.

De komende periode draagt de provincie de jeugdzorg over aan de gemeenten. Voor het zover is zullen we als college van GS nog een aantal belangrijke besluiten moeten nemen. Daarom is het van groot belang dat we goed op de hoogte zijn van welke vragen er bij kinderen en gezinnen spelen en welke expertise nodig is. Daarnaast helpt het om ook eens te zien wat er allemaal achter de schriftelijke notities schuil gaat. Er is volgens mij geen enkel beleidsterrein waar het belang om af en toe eens in de praktijk te kijken zo groot is. Alleen dan zie je de gezichten en hoor je de verhalen die achter de dossiers zitten.

Daarom was ik enthousiast dat mijn collega's vandaag tijd vrij wilden maken voor dit werkbezoek. Met de ervaring van deze middag in onze achterzak kunnen we de komende periode betere beslissingen nemen.

Triade heeft 2000 cliënten van alle leeftijden. Ze helpen hen thuis of dichtbij huis vanuit 150 locaties in de provincie Flevoland. Triade is goed in het versterken van eigen kracht van cliënten en hun eigen netwerk. Bij Triade krijg je -ondanks je beperking, ziekte of problemen- weer regie op je eigen leven. Je krijgt iets om trots op te zijn.

Tot ziens