Vorig jaar en het jaar daarvoor schreef ik rond deze tijd over de NK veldloop voor gemeenteambtenaren. Een jaarlijkse happening waar zo'n 5000 gemeenteambtenaren aan meedoen. Voor mezelf begint het een vaste gewoonte te worden om hiervoor een dagje vrij te nemen. Het is een aardige kans om een aantal van onze medewerkers eens op een heel andere manier mee te maken. Dit jaar ben ik dus met een Leidse delegatie aan de start verschenen. Ik liep de 9 kilometer schouder aan schouder met collega wethouder Paul Jonas. Alhoewel ik moet bekennen dat ik hem met moeite kon bijhouden, hebben we de 9 kilometer beide kunnen lopen in een tijd van 45 minuten en 14 seconden.
Voor u in mijn dagboek gaat terugbladeren naar de vorige jaren zal ik u helpen. Dezelfde afstand liep ik in 2006 in 46 minuten en 17 seconden en in 2005 in 51 minuten en 34 seconden. Ik ga alvast weer oefenen voor volgend jaar.
Tot ziens.
woensdag 28 maart 2007
dinsdag 27 maart 2007
Oude Cultuur
Vanavond vergaderde de gemeenteraad. Aan het begin van elke vergadering krijgen de verschillende partijen de gelegenheid om korte vragen te stellen over een actueel onderwerp. Van deze mogelijkheid maakte het CDA gebruik om in mijn richting een aantal vragen te stellen over het feit dat Leiden niet voor komt op het lijstje met de 40 wijken van minister Vogelaar. Ik schreef daarover eerder in mijn dagboek.
In mijn beantwoording gaf ik aan dat ik tot op zekere hoogte begrip op kon brengen voor de manier waarop de minister uiteindelijk gekomen is tot haar keuze voor de betreffende 40 wijken. De minister doet dat op grond van opjectieve criteria en kiest ervoor om het beschikbare geld alleen te besteden in de wijken met de grootste problemen. Ze kiest dus niet voor een verdelende rechtvaardigheid, waarbij het beschikbare geld op zo'n manier versnippert dat de grootste probleemwijken daar niets meer aan hebben. Kortom goede aanpak van deze minister, het gaat tenslotte over veel gemeenschapsgeld. E.e.a. betekent overigens niet dat wij helemaal niets meer krijgen. Er blijft ook wel rijksgeld naar Leiden komen voor onze aandachtswijken, maar dat zal iets minder zijn dan bijvoorbeeld de Utrechtse wijk Ondiep.
In reactie op mijn antwoord liet de fractievoorzitter van het CDA, Jan-Jaap de Haan (foto) weten dat hij daar geen boodschap aan had. Als wethouder van Leiden moet ik volgens hem maar 1 ding doen en dat is veel rijksgeld voor de stad binnenhalen, ongeacht of andere steden dat geld harder nodig hebben. Voor hem was het blijkbaar niet van belang dat de problemen in onze stad nu eenmaal een stuk kleiner zijn dan de 40 probleemwijken die wel op het lijstje van de minister voorkomen.
Van een van de leden begreep ik later dat dit een schoolvoorbeeld was van oude bestuurscultuur. In die oude cultuur worden wethouders in Leiden slechts afgerekend op de hoeveelheid rijksgeld die zij voor de stad hebben binnengehaald. Dat staat dus los van het feit of de problemen in een andere gemeente zoveel groter zijn, dat het geld daar veel beter kan worden gebruikt.
Ik blijf leren, tot ziens.
In mijn beantwoording gaf ik aan dat ik tot op zekere hoogte begrip op kon brengen voor de manier waarop de minister uiteindelijk gekomen is tot haar keuze voor de betreffende 40 wijken. De minister doet dat op grond van opjectieve criteria en kiest ervoor om het beschikbare geld alleen te besteden in de wijken met de grootste problemen. Ze kiest dus niet voor een verdelende rechtvaardigheid, waarbij het beschikbare geld op zo'n manier versnippert dat de grootste probleemwijken daar niets meer aan hebben. Kortom goede aanpak van deze minister, het gaat tenslotte over veel gemeenschapsgeld. E.e.a. betekent overigens niet dat wij helemaal niets meer krijgen. Er blijft ook wel rijksgeld naar Leiden komen voor onze aandachtswijken, maar dat zal iets minder zijn dan bijvoorbeeld de Utrechtse wijk Ondiep.
In reactie op mijn antwoord liet de fractievoorzitter van het CDA, Jan-Jaap de Haan (foto) weten dat hij daar geen boodschap aan had. Als wethouder van Leiden moet ik volgens hem maar 1 ding doen en dat is veel rijksgeld voor de stad binnenhalen, ongeacht of andere steden dat geld harder nodig hebben. Voor hem was het blijkbaar niet van belang dat de problemen in onze stad nu eenmaal een stuk kleiner zijn dan de 40 probleemwijken die wel op het lijstje van de minister voorkomen.
Van een van de leden begreep ik later dat dit een schoolvoorbeeld was van oude bestuurscultuur. In die oude cultuur worden wethouders in Leiden slechts afgerekend op de hoeveelheid rijksgeld die zij voor de stad hebben binnengehaald. Dat staat dus los van het feit of de problemen in een andere gemeente zoveel groter zijn, dat het geld daar veel beter kan worden gebruikt.
Ik blijf leren, tot ziens.
donderdag 22 maart 2007
40 wijken
Minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken, Integratie, PvdA) heeft vandaag 40 probleemwijken in 18 gemeenten aangewezen, waarin de komende jaren extra zal worden geïnvesteerd om achterstanden zoveel mogelijk weg te werken. Het gaat hier om wijken die op alle verkeerde lijstjes staan. Wijken met hoge werkeloosheid, hoge criminaliteit, lage inkomens, slechte woningen etc. Het zijn wijken waar mensen wegtrekken als het iets beter met ze gaat.
Ooit behoorde Leiden-Noord en Leiden-Zuidwest ook tot deze groep. Met het geld dat we toen uit Den Haag ontvingen, hebben we veel plannen gemaakt om deze wijken er weer bovenop te krijgen. Op de nieuwe lijst van minister Vogelaar zijn deze Leidse wijken nu niet meer terug te vinden. Op zich is dat goed nieuws, want in vergelijking met de wijken in een groot aantal andere steden doen we het in Leiden dus gewoon beter. Maar dat wil niet zeggen dat de problemen in Noord en Zuidwest nu zijn opgelost.
Omdat onze wijken niet meer op de betreffende lijst voorkomen, zullen we de komende jaren minde rijksgeld ontvangen. Maar dat wil niet zeggen, dat wij zullen stoppen met de wijkontwikkelingsplannen. Daarvoor hebben we de afgelopen jaren veel te veel verwachtingen gewekt en plannen gemaakt met de inwoners. De komende tijd gaan wij ons inzetten om ook zonder al dat rijksgeld prachtwijken te maken in Leiden. Ik zal me daar in ieder geval sterk voor blijven maken.
Tot ziens.
woensdag 21 maart 2007
Winkel in de buurt
'Buurtwinkels hebben een belangrijke sociale functie en moeten zoveel mogelijk behouden worden voor de buurt.' Die tekst staat te lezen in ons collegeprogramma. Vanmiddag was ik bij de firma Verboon in het Haagwegkwartier. Een echte buurtwinkel zoals je er tegenwoordig niet veel meer tegenkomt. Al bijna 100 jaar zit dit bedrijfje al in deze echte volksbuurt. Naast de vaste winkel aan de Da Costastraat heeft de firma twee rijdende winkels die elke dag in de straten rondom de winkel zijn terug te vinden.
Tot ziens
De met name oudere bewoners van de wijk maken graag gebruik van de 'ouderwetse service' van de firma Verboon. En die service gaat ver. Ik heb vanmiddag weer eens gezien dat de melkboer van welleer inmiddels bijna de buurtmaatschappelijk werker is geworden. Dankzij de actieve rol van de wijkwinkel kunnen de oudere inwoners van de wijk heel lang zelfstandig blijven wonen in hun eigen wijk.
De firma Verboon is onlangs een samenwerkingsverband aangegaan met Libertas Leiden. Feitelijk vormt de firma de vooruitgeschoven post in de wijk en doet daar namens Libertas veel goed werk. Ze houden een oogje in het zeil wanneer dat nodig is en signaleren vroegtijdig wanneer iemand zorg tekort komt.
Toch blijft de buurtwinkel in financieel opzicht kwetsbaar. De leden van de familie Verboon werken 70 uur per week en weten daarmee net rond te komen. Doordat de corporaties zijn begonnen met grootschalige sloop/nieuwbouwplannen in de buurt ziet men echter het aantal klanten de laatste tijd flink teruglopen. Voor een deel is dat tijdelijk, zodra de nieuwbouw over een paar jaar klaar is, komen daar weer nieuwe bewoners voor terug. Die tijdelijke periode kan voor de firma Verboon echter net te lang gaan duren. Daar moeten we toch iets aan kunnen doen.
Voordat ik na het gesprek van vanmiddag de winkel uitliep heb ik afgesproken om te gaan zoeken naar een oplossing voor dit probleem. Je moet er niet aan denken dat het Haagwegkwartier geen buurtwinkel meer heeft.
Tot ziens
zondag 18 maart 2007
Vervroegde verkiezingen?
Wekelijks krijg ik enige kilo's papier door de brievenbus geworpen, waar ik zelf niet om heb gevraagd. Het zijn vooral reclame folders, lokale krantjes en andersoortig geadresseerd en ongeadresseerd drukwerk. Natuurlijk zou ik dat kunnen veranderen door eenvoudig een nee/nee sticker aan te schaffen, bijvoorbeeld via de gemeente of de site van Milieudefensie. Toch heb ik dat nooit gedaan, waarschijnlijk omdat ik vooral niets wil missen. Je weet tenslotte maar nooit of er tussen al dat papier zo nu en dan iets belangwekkends te lezen is. In de meeste gevallen belandt al dat drukwerk echter regelrecht in de gemeentelijke papiercontainer.
Het is de journalist blijkbaar ontgaan dat de kieswet in ons land de mogelijkheid van tussentijdse verkiezingen voor deze situatie helemaal niet kent, dus ook niet na een eventuele collegecrisis. Nog interessanter is het feit dat er bronnen zijn die verklaringen afleggen over de sfeer binnen de collegevergaderingen. Wie zouden die bronnen kunnen zijn? Tijdens deze vergaderingen zijn alleen de wethouders, de burgemeester en de secretaris aanwezig. En bovendien durf ik hier wel te verklaren dat de onderlinge verhoudingen tot nu toe uitstekend zijn. Inhoudelijke verschillen zijn er wel, maar die leiden op geen enkele manier tot grote spanningen. Op een zeer collegiale manier werken we samen aan de belangen van de stad.
Zo verging dat tot voor kort ook met het zondagskrantje onder de titel 'Het op Zondag'. Het uiterlijk van dit krantje wekte bij mij niet de behoefte tot lezen. Totdat iemand me zei dat ik als Leidse wethouder toch echt de laatste roddels moest gaan bijhouden. Sinds die tijd blader ik ook dit blad elke week even door. Daarbij viel mijn oog vandaag vooral op de pagina 'Het nieuws van Leiden', waar de kop 'spoedig gemeenteraadsverkiezingen?' mijn aandacht vroeg.
Volgens de schrijver van dit stuk is het Leidse college van Burgemeester & Wethouders dik in de problemen gekomen door de uitkomst van het RGL-referendum. Tot grote woede van de SP wethouders zouden de wethouders van GroenLinks en PvdA zich niet aan de uitkomst van het referendum willen houden. Vervolgens schrijft de journalist dat volgens andere bronnen de zeeën hoog gaan tijdens de wekelijkse vergaderingen van het college van B&W. Daar zouden het vooral de SP wethouders zijn, die het mikpunt vormen voor de overige leden. Uit de mond van de fractievoorzitter van de oppositiepartij D'66 heeft men opgetekend dat het college nog voor deze zomer gaat vallen. Tenslotte trekt de journalist hieruit de conclusie dat de burgers van Leiden dan weer naar de stembus moeten.
Het is de journalist blijkbaar ontgaan dat de kieswet in ons land de mogelijkheid van tussentijdse verkiezingen voor deze situatie helemaal niet kent, dus ook niet na een eventuele collegecrisis. Nog interessanter is het feit dat er bronnen zijn die verklaringen afleggen over de sfeer binnen de collegevergaderingen. Wie zouden die bronnen kunnen zijn? Tijdens deze vergaderingen zijn alleen de wethouders, de burgemeester en de secretaris aanwezig. En bovendien durf ik hier wel te verklaren dat de onderlinge verhoudingen tot nu toe uitstekend zijn. Inhoudelijke verschillen zijn er wel, maar die leiden op geen enkele manier tot grote spanningen. Op een zeer collegiale manier werken we samen aan de belangen van de stad.
Natuurlijk hadden we verschil van mening over de RGL, dat was immers bij iedereen bekend. Maar dankzij de geniale vondst van de onderhandelaars na de verkiezingen van vorig jaar, heeft dit verschil van mening geen enkel probleem opgeleverd. Agree to disagree, noemen ze dat in het Engels. De komende periode hebben we nog zo'n openlijk geschil, namelijk het al of niet bebouwen van de Oostvlietpolder. Ook daarover zijn we het niet eens. Ik voorspel dat ook daarover dit college niet zal vallen.
Ik kan me vreselijk opwinden over dergelijke journalistiek. Misschien dat ik toch maar een nee/nee sticker gaan bestellen.
Tot ziens.
donderdag 15 maart 2007
Welstand
Vanavond was ik aanwezig bij een door de gemeenteraad georganiseerde hoorzitting over het onderwerp welstand.
Volgens de wet moeten bouwplannen van onze inwoners voldoen aan wat die wet noemt 'redelijke eisen van welstand'. Om dat te beoordelen hebben wij een onafhankelijke commissie. De zogenaamde Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Over het welstandstoezicht is in de stad de afgelopen periode veel discussie. Sommige mensen vinden dat we teveel betuttelen, anderen vinden dat we veel strenger moeten zijn. Voor ons is dit aanleiding om eens grondig te kijken naar een herziening van de procedure.
Een groot aantal mensen die bij dit onderwerp betrokken zijn kwamen vanavond hun mening geven over het welstandstoezicht in Leiden. Het werd een geanimeerde avond met een stroom aan suggesties om het allemaal beter, of in ieder geval anders, te doen. Een aardige suggestie kwam van een spreker uit de Merenwijk. Hij stelde voor om bij kleine plannen de buren van de indiener te laten beoordelen of een bouwplan voldoende kwaliteit heeft. Leuke suggestie, behalve natuurlijk voor die mensen die niet met hun buren door 1 deur kunnen...
Ik ben benieuwd welke conclusies de gemeenteraad gaat trekken uit alle ideeen die vanavond voor het voetlicht kwamen. Aan de hand van die conclusies kan ik dan vervolgens aan de slag om samen met onze ambtenaren voorstellen voor een nieuwe aanpak te gaan maken.
Tot ziens
Volgens de wet moeten bouwplannen van onze inwoners voldoen aan wat die wet noemt 'redelijke eisen van welstand'. Om dat te beoordelen hebben wij een onafhankelijke commissie. De zogenaamde Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. Over het welstandstoezicht is in de stad de afgelopen periode veel discussie. Sommige mensen vinden dat we teveel betuttelen, anderen vinden dat we veel strenger moeten zijn. Voor ons is dit aanleiding om eens grondig te kijken naar een herziening van de procedure.
Een groot aantal mensen die bij dit onderwerp betrokken zijn kwamen vanavond hun mening geven over het welstandstoezicht in Leiden. Het werd een geanimeerde avond met een stroom aan suggesties om het allemaal beter, of in ieder geval anders, te doen. Een aardige suggestie kwam van een spreker uit de Merenwijk. Hij stelde voor om bij kleine plannen de buren van de indiener te laten beoordelen of een bouwplan voldoende kwaliteit heeft. Leuke suggestie, behalve natuurlijk voor die mensen die niet met hun buren door 1 deur kunnen...
Ik ben benieuwd welke conclusies de gemeenteraad gaat trekken uit alle ideeen die vanavond voor het voetlicht kwamen. Aan de hand van die conclusies kan ik dan vervolgens aan de slag om samen met onze ambtenaren voorstellen voor een nieuwe aanpak te gaan maken.
Tot ziens
woensdag 7 maart 2007
Buikpijn
Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn laatste bijdrage in dit dagboek publiceerde. Wees gerust, het feit dat ik een tijdje afwezig was op deze plaats was geen stil protest tegen het feit dat ik me als lid van het Leidse college van B&W niet inhoudelijk mocht mengen in het debat rondom het RijnGouwelijn referendum. Dat het college in deze discussie buiten spel zou staan wist ik immers toen ik bijna een jaar geleden positief reageerde op de vraag of ik in Leiden wethouder wilde worden. Mijn afwezigheid had meer te maken met de nasleep van mijn verhuizing naar Leiden.
Aan de andere kant wil ik wel bekennen dat het voor mij zo nu en dan knap moeilijk was om mijn mond te houden over een onderwerp wat me zo na aan het hart ligt als juist die RijnGouwelijn. Gelukkig kon ik nog wat troost vinden in het feit dat trouwe lezers van mijn dagboek zo af en toe nog eens terug konden bladeren naar de periode voor mijn wethouderschap toen ik als regionaal portefeuillehouder Verkeer & Vervoer nog vrijuit mijn mening kon schrijven over deze lijn. Het voelde dan ook als een bevrijding toen ik gisterenavond, even na negen uur, voor de microfoon van Radio West weer eens mijn mening kon geven over dit onderwerp.
Sinds vanavond weten we dat bijna 70% de inwoners van Leiden deze RijnGouwelijn niet door de historische binnenstad wil hebben. Wat zal ik er van zeggen. Het is een uitspraak van het allerhoogste orgaan binnen onze democratie; de kiezers zelf. Mij past vooral respect voor die uitspraak en de komende tijd zullen we met deze nieuwe werkelijkheid aan de slag moeten. Ons college zal nu aan de slag moeten om het vraagstuk van de mobiliteit binnen onze stad op een andere manier op te lossen. De meest voor de hand liggende oplossing is niet meer beschikbaar. Binnen het college hebben we afgesproken dat we er wel van mogen balen, maar buikpijn krijgen we er niet van. Daar laat ik het dus maar bij.
Tot ziens
Aan de andere kant wil ik wel bekennen dat het voor mij zo nu en dan knap moeilijk was om mijn mond te houden over een onderwerp wat me zo na aan het hart ligt als juist die RijnGouwelijn. Gelukkig kon ik nog wat troost vinden in het feit dat trouwe lezers van mijn dagboek zo af en toe nog eens terug konden bladeren naar de periode voor mijn wethouderschap toen ik als regionaal portefeuillehouder Verkeer & Vervoer nog vrijuit mijn mening kon schrijven over deze lijn. Het voelde dan ook als een bevrijding toen ik gisterenavond, even na negen uur, voor de microfoon van Radio West weer eens mijn mening kon geven over dit onderwerp.
Sinds vanavond weten we dat bijna 70% de inwoners van Leiden deze RijnGouwelijn niet door de historische binnenstad wil hebben. Wat zal ik er van zeggen. Het is een uitspraak van het allerhoogste orgaan binnen onze democratie; de kiezers zelf. Mij past vooral respect voor die uitspraak en de komende tijd zullen we met deze nieuwe werkelijkheid aan de slag moeten. Ons college zal nu aan de slag moeten om het vraagstuk van de mobiliteit binnen onze stad op een andere manier op te lossen. De meest voor de hand liggende oplossing is niet meer beschikbaar. Binnen het college hebben we afgesproken dat we er wel van mogen balen, maar buikpijn krijgen we er niet van. Daar laat ik het dus maar bij.
Tot ziens
Abonneren op:
Posts (Atom)