zondag 31 maart 2013

Platte fusie

Sinds mijn open email aan Ronald Plasterk zijn we weer een week verder in de discussie over de superprovincie. De afgelopen dagen stonden vooral in het teken van een tweetal bijeenkomsten in de provincie waar de minister in gesprek ging met inwoners en bestuurders. Het werd een beetje een herhaling van argumenten. De minister die zijn best doet om uit te leggen dat opschaling vanuit het nationaal perspectief echt beter is en de inwoners die zich, soms bijna wanhopig, afvragen welk probleem de minister nu precies wil oplossen.
Remkes: platte fusie onacceptabel

Twee uitspraken van de minister zijn me wel opgevallen. Op de eerste plaats, zei de minister in Lelystad voor het eerst dat hij nu niet in staat is extra bevoegdheden te geven aan het nieuwe landsdeel. Daarmee lijkt het nog slechts om een 'platte' fusie te gaan. Een opmerkelijke uitspraak, want daarmee loopt hij een risico om draagvlak uit Noord-Holland te verliezen. Het was immers de Noord-Hollandse Commissaris van de Koningin Remkes die eerder dit jaar al liet weten dat een dergelijke platte fusie voor hem onacceptabel was.

De tweede opvallende uitspraak deed de minister donderdagavond in Emmeloord. Daar zei hij dat het besluit van het kabinet in 2007 om de aanleg van de Zuiderzeelijn te staken, wel eens een gevolg zou kunnen zijn geweest van het gebrek aan bestuurskracht van de provincie Flevoland. Daarbij zag hij blijkbaar over het hoofd dat de Zuiderzeelijn destijds niet alleen een Flevolands project was, maar door veel meer provincies werd gedragen. 

Verbeek: pijnlijk en beledigend
Bovendien deed hij de uitspraak in de Noordoostpolder waar dit onderwerp zeer gevoelig ligt. Juist dit gebied verloor door dit kabinetsbesluit een gouden kans op een snelle verbinding met de randstad en ondervindt daar tot de dag van vandaag nadeel van. Commissaris Leen Verbeek heeft deze uitspraken van de minister inmiddels 'pijnlijk' en 'beledigend' genoemd. 

De bijeenkomst in Emmeloord was de laatste bijeenkomst in het kader van de 'open overlegfase'. De minister heeft nu tot 1 mei de tijd om een wetsvoorstel te schrijven en daarvoor steun van het kabinet te krijgen. 

Toeval of niet, de bijeenkomst in Emmeloord was nog maar net afgesloten of de leden van de Tweede Kamer kregen de langverwachte visienota van de minister in de bus. Voor de bijeenkomsten afgelopen week was het natuurlijk handig geweest als de minister deze visie eerder naar buiten had gebracht. De inhoud van deze nota maakt duidelijk met welk dilemma de minister al een tijdje worstelt. 

Hij kan de zeer krappe planning voor de fusie alleen halen als er niet allerlei politieke discussies ontstaan. Om die discussies uit de weg te gaan, stelt hij de fusie voor als een relatief beperkte ingreep. De Eerste Kamer eist echter, via de motie Kox, een duidelijke visie op het einddoel voor men een besluit wil nemen over de fusie tussen Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. 

Met de nu verschenen visienota doet de minister ingewikkelde pogingen om zijn politieke ruimte te zoeken. De eerste reacties uit Den Haag maken het niet makkelijk voor hem. Ook de overige provincies beginnen zich inmiddels zorgen te maken en hebben de visie als volstrekt onvoldoende afgewezen. Achter de Haagse schermen is er veel ongenoegen over de aanpak van minister Plasterk. Wat de gevolgen daarvan zijn, zal duidelijk worden tijdens het kamerdebat over de visienota, dat er nu ongetwijfeld snel zal komen.

De officiële reactie van de provincie Flevoland vindt u hier.

Tot ziens.

zaterdag 23 maart 2013

Beste Ronald


Vanmiddag was partijgenoot Ronald Plasterk (opnieuw) te gast in Flevoland. Nu op uitnodiging van het gewestelijke bestuur van de Partij van de Arbeid in onze provincie. Aan mij de eer om hem toe te spreken. Ik stuurde hem zojuist nog een open mail waarin ik mijn spreektekst nog eens herhaalde. Ik wil u de inhoud niet onthouden.





Beste Ronald,

Vanmiddag waren we in Lelystad bij elkaar om eens goed door te praten over de plannen van het kabinet tot samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. Ik heb daar gesproken over mijn visie op die plannen. In deze open email zet ik de argumenten nog eens op een rijtje.


Laat ik beginnen om je mijn complimenten over te brengen. Het dwingt respect af om te zien hoe vastberaden en vasthoudend je aan het werk bent met de uitvoering van dit onderdeel uit het regeerakkoord. Ik geloof niet dat er eerder een minister is geweest die ik 6 keer in twee weken over een onderwerp mocht ontmoeten. Structuuraanpassingen in de bestuurlijke structuur van Nederland vragen moed en dat laat je zien. Daarvoor krijg je mijn respect.

Normaal gesproken zie je dat partijen in zo een periode van open overleg naar elkaar toegroeien. Je ziet het draagvlak voor plannen toenemen. Dat is, zo constateer ik, nu niet het geval. Als ik eerlijk ben zie ik het tegendeel gebeuren. Daar waar in Flevoland aanvankelijk een bereidheid was om te luisteren naar goede argumenten, merk ik dat deze bereidheid de afgelopen maanden is afgenomen. En Flevoland staat daarin ook allerminst alleen. Afgelopen donderdag hebben we in het IPO bestuur een rondje gemaakt langs de provincies waaruit bleek dat ook daar de weerstand tegen wat men noemt de 'identiteitsloze landsdelen' groot is geworden. Ik merk ook dat de VVD collega's daarbij een aardige duit in het zakje doen. Ze zien hoe in bepaalde provincies het CDA er bij de volgende verkiezingen met de winst vandoor gaat. Voor veel kiezers heeft identiteit veel meer met de provincie te maken dan wij soms denken.

Nu ben ik van nature geen tegenstander van schaalvergroting. Sterker nog, ik was ooit als burgemeester van een herindelingsgemeente fervent voorstander van opschaling. Dat neemt niet weg dat ik ook bij mezelf steeds meer weerstand begin te voelen tegen het plan dat dit kabinet met Flevoland heeft. Ik zal je uitleggen waarom.

Op de eerste plaats zijn dat de argumenten die jij als minister gebruikt om je plannen door te zetten. Ik hoor je vooral een verhaal vertellen over doelmatigheid en efficiëntie. Een verhaal over minder bestuurders en ambtenaren, over kleinere overheid alsof dat synoniem is aan betere overheid. Een verhaal van verregaande schaalvergroting in het openbaar bestuur als oplossing voor alle problemen. Het is een eenzijdig management denken gebaseerd op economische argumentatie, zoals we dat doorgaans vooral horen van rechts Nederland.

Maar het is niet alleen dat. Je gebruikt voor je missie ook een bewuste strategie van negatieve beeldvorming. Je hebt provinciebestuurders de afgelopen tijd weg gezet als een soort meelijwekkende functionarissen, die anoniem en buiten het zicht van de kiezers leiding geven aan een inefficiënte bestuurslaag. Dat doen we terwijl ze in te dure dienstauto's rijden, in te grote provinciehuizen vergaderden en te vaak los van elkaar te dure reizen naar China maken. Met deze karikatuur probeer je de publieke opinie rijp te maken voor een grondige herinrichting van het middenbestuur. Die beeldvorming doet geen enkel recht aan de inzet van duizenden mensen, waaronder heel veel betrokken partijgenoten. Zij lopen elke dag  de benen uit het lijf om hun regio een stukje beter te maken.

Wat ik zo ontzettend mis is het eerlijke verhaal. Een verhaal over wat de provinciale herindeling eigenlijk voor inhoudelijke gevolgen heeft voor mensen, over de menselijke maat, over de nabijheid van bestuur. Een verhaal over identiteit en over betrokkenheid van inwoners bij beslissingen over belangrijke zaken als natuur, infrastructuur, duurzaamheid, ruimte en economie in hun eigen regio. Een verhaal over wat wij als sociaal democratische bestuurders echt moeten doen om die snel veranderende netwerksamenleving bij te houden.

Ik begrijp dat wij in dit kabinet mee moeten werken aan het uitvoeren van een rechtse agenda, maar daarvoor hoeven we belangrijke sociaal democratische principes toch niet de rug toe te keren. Jij lijkt dat wel te doen en maakt daarmee een op zich zinvolle discussie over de herinrichting van het binnenlands bestuur tot een technocratische exercitie. Oud senator en partijgenoot Han Noten zei daarover afgelopen week in Vrij Nederland: "Plasterk heeft geen idee waar hij mee bezig is". Als ik eerlijk ben, begrijp ik wel  waarom hij dat zegt.

Laat ik het punt van de identiteit nog eens als voorbeeld nemen om uit te leggen wat ik bedoel. Zelf verwijs je regelmatig naar je eigen gevoel. Zo heb je jezelf als geboren Hagenaar nooit Zuid-Hollander gevoeld.

Dat begrijp ik. In de 50 jaar dat ik in Zuid-Holland woonde, heb ik mezelf ook nooit op warme gevoelens voor de provincie kunnen betrappen. Wel voelde ik me verbonden met Hillegom, de gemeente waar ik geboren ben. Ik behoorde in die gemeente immers al tot de 5e generatie uit een geslacht van agrariërs. Ik leefde letterlijk in de voetsporen van mijn voorouders. Ik mocht als wethouder ooit een monumentenstatus afgeven voor een kerk waar mijn overgrootvader in het bouwbestuur had gezeten.

Maar Flevoland is anders. In het nieuwe land lagen bij het droogvallen geen voetsporen. De uitverkorenen en pioniers kwamen uit het hele land en verlieten wat ze elders hadden opgebouwd om hier alles, maar dan ook alles, wat we nu hebben met eigen handen te maken. Ook gemeenschappen ontstaan niet vanzelf. Daar hebben de oorspronkelijke bewoners hard voor moeten werken. Dat dit een hele bijzondere band geeft tussen bewoners en hun gebied werd onlangs duidelijk uit een 'EenVandaag' peiling. Hieruit bleek dat Flevoland in de top 4 stond van provincies waar de inwoners het meeste waarde hechten aan hun provincie. Vanuit de sociaal democratische waarde beschouwd, is dat een geweldige prestatie. Vanuit die betrokkenheid wilden de inwoners van het nieuwe land zelf ook invulling geven aan de toekomstige ontwikkeling van het gebied dat ze zelf hadden gemaakt. Dat is waarom ze onder leiding van onze partijgenoot Han Lammers gevochten hebben voor een eigen bestuur. In Flevoland is de provincie daardoor juist wel een drager van identiteit. Deze provincie is niet zoals Zuid Holland in Den Haag bedacht en dat is precies waarom Zuid-Hollanders niet bestaan en Flevolanders wel.

Flevoland heeft een schaal waardoor haar bestuurders, in tegenstelling tot jij vaak zegt, niet anoniem door het leven hoeven te gaan. Uit elk van de 6 gemeenten zitten inwoners in de Flevolandse Staten. Die 39 statenleden hebben allemaal weer hun eigen netwerken in de provincie, waardoor in onze provincie vele honderden mensen actief betrokken zijn bij het eigen bestuur. Over nabijheid van bestuur gesproken, die is in Flevoland zo ongeveer uitgevonden!

Bovendien is mijn provincie door haar opzet een efficiënt werkende provincie met weinig bestuurlijke drukte en geen ondemocratische hulpstructuren behalve wanneer ze van bovenaf zijn opgelegd. En weet je wat, dat willen wij eigenlijk heel graag zo houden. De Flevolanders begrijpen niet waarom deze peperdure reorganisatie van drie provincies nodig is. Wij begrijpen niet voor welk probleem dit een oplossing is.

Een aantal argumenten die je steeds noemt wil ik even met je langs lopen:

1. Bestuurlijke drukte
Ik weet wat bestuurlijke drukte is. Ik heb jarenlang bestuurd in Zuid-Holland. In die tijd hadden we daar 94 gemeenten. De afstand tussen provincie en gemeenten was zo groot, dat je allerlei ondemocratische hulpstructuren nodig had om nog een beetje te kunnen functioneren. Ook onze partijgenoten in Noord-Holland hoorde ik vorige week zaterdag alleen maar praten over bestuurlijke drukte en gebrek aan doorzettingsmacht. Het lijkt wel of bestuurlijke drukte toeneemt naarmate de provincie groter en complexer is. Flevoland heeft in vergelijking met veel grote provincies helemaal geen bestuurlijke drukte.

2. We zijn te klein, de helft van de inwoners woont in Almere
De provincie Zeeland is kleiner en wij zijn hard op weg om de provincie Drenthe in te halen. In Groningen woont ook bijna de helft van de inwoners in de stad Groningen. Ik zie niet in waarom het getal iets zegt over de kwaliteit van het bestuur.

3. De provincie loopt de gemeenten voor de voeten
We hebben met afgelopen kabinetten goede afspraken gemaakt over het profiel, zeg maar takenpakket, van de verschillende overheden. Als de decentralisatie van het sociaal domein afgerond is kunnen we elkaar gewoonweg niet meer voor de voeten lopen. De provincie heeft immers een eigen takenpakket.

4. Het levert een mooie bezuiniging op
Het CPB becijferde een structurele besparing van 15 miljoen voor de fusie van de 3 provincies. Daarvoor moet je wel eerst een hele kostbare reorganisatie doorlopen. Het gaat immers om meer dan 2000 ambtenaren die nu verspreid zitten over drie locaties die meer dan 100 km uit elkaar liggen. Uit ervaringen bij de gemeentelijke herindelingen weten we dat zo een fusie zelden financieel voordeel oplevert. Als je nu als minister 15 miljoen wil korten, dan zijn er veel eenvoudiger methoden te bedenken. Flevoland bezuinigt in deze periode alleen al 20 miljoen en wij zijn maar 10% van het nieuwe landsdeel met een begrotingsomvang van 1,4 miljard.


Ik ga afronden. Zoals ik eerder schreef, ik zie niet voor welk probleem de plannen van dit kabinet een oplossing zijn. Of is Flevoland misschien de oplossing voor een probleem wat elders ligt? Bijvoorbeeld in Noord-Holland. Als dat zo is, zou je dat misschien maar gewoon moeten zeggen. Dan weten we tenminste waar we aan toe zijn.

Zijn we in Flevoland dan helemaal tegen een herinrichting van het binnenlands bestuur? Het antwoord is nee. Ik kan natuurlijk niet voor alle Flevolanders praten, maar met mij valt een zinnig gesprek te voeren over de herinrichting van het middenbestuur naar bijvoorbeeld 5 landsdelen. Maar dan aan de hand van een samenhangende visie, waarbij oog is voor het vraagstuk van identiteit.  Waarin we natuurlijk ook kijken naar de omvang van gemeenten en waarbij de verdeling van taken en bevoegdheden tussen de drie overheden nadrukkelijk aan de orde komt. Het alleen maar opschalen van provincies naar landsdelen in combinatie met het afschaffen van de open huishouding is een volstrekt zinloze exercitie. Of in de woorden van IPO voorzitter Remkes, een platte fusie is ook voor ons onacceptabel.

Als de open overleg fase op 1 april achter de rug is, kun je volgens mij maar tot 1 conclusie komen. Er is in Nederland volstrekt onvoldoende draagvlak om op deze manier uitvoering te geven aan het regeerakkoord. Zo'n beslissing vraagt bestuurlijke moed, maar dat heb je eerder laten zien. Ik wens je veel succes.

Groet,

Marc Witteman

dinsdag 19 maart 2013

Gemeenten aan het roer bij de jeugdzorg.

Vandaag hebben we bekend gemaakt dat wij met de Flevolandse gemeenten hebben afgesproken dat zij als voorbereiding op de overdracht van de jeugdzorg vanaf 2015, alvast het provinciaal uitvoeringsplan voor 2014 gaan uitwerken. Dat is bijzonder omdat we hiermee landelijk gezien voorop lopen als het gaat om de voorbereiding voor de transitie van de Jeugdzorg. Dit natuurlijk in het belang van de cliënten van de jeugdzorg, de Flevolandse kinderen.


Naast deze afspraak laten we in 2013 ook al een klein deel van het aanbod jeugdzorg door gemeenten uitvoeren. De Flevolandse gemeenten maken hiervoor voor de eerste keer zelf afspraken met de aanbieders van jeugdzorg. Zo krijgen gemeenten de kans de jeugdzorg alvast op de door hun gewenste wijze in te richten. Dichter bij het gezin, gecoördineerd met andere hulp die aan het gezin wordt gegeven, en in goede afstemming met de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs.

Ik ben erg tevreden over de afspraken met de gemeenten. We werken samen aan een soepele overgang, waarbij gemeenten al in 2014 binnen de ruimte die de huidige wet daarvoor biedt aan het stuur van de jeugdzorg zitten en het Flevolandse jeugdzorgbeleid ontwikkelen. 

Tot ziens

vrijdag 15 maart 2013

Ongemakkelijke werkelijkheid

Vandaag was Tweede Kamerlid Loes Ypma (PvdA, foto) te gast in Flevoland. Ik ontving haar samen met jeugdzorgaanbieder LSG-Rentray en Bureau Jeugdzorg Flevoland. Bovendien waren ook wethouder Winnie Prins uit Zeewolde en wethouder Jan de Graaf uit Dronten aanwezig bij het werkbezoek.

Beleidsmakers in Den Haag hebben veel aandacht voor verbetering van preventie de jeugdzorg om daarmee te voorkomen dat jongeren in de problemen raken. In veel gevallen helpt dat, maar niet altijd, Voor een bepaalde groep jongeren zal altijd de zwaardere en dus duurdere vormen van jeugdzorg beschikbaar moeten zijn. Er zijn nu eenmaal problemen die je niet met een beetje ondersteuning bij de opvoeding kunt voorkomen.

Tijdens het werkbezoek van vandaag hebben we juist deze groep jongeren belicht. Geen werkbezoek met gezellige verhalen dus, maar met voorbeelden van jonge mensen in de vernieling. Voorbeelden van jongeren die tot hun 18de voor meer dan een miljoen euro aan jeugdzorg nodig hebben, vanwege vreselijke dingen die volwassenen hen aandeden. De ongemakkelijke werkelijkheid noem ik deze groep omdat we vaak niet willen weten dat dit bestaat. Ook de verantwoordelijkheid van deze vorm van jeugdzorg gaat in 2015 over naar de gemeenten.

Bestuurders en medewerkers van LSG-Rentray en Bureau Jeugdzorg hebben verteld over opvang in behandelgroepen en gezinshuizen. Er kwamen een aantal aangrijpende praktijkcasussen aan de orde. Hieruit werd vooral duidelijk dat we met preventie niet alles kunnen voorzien, ook niet achteraf bezien. Als je bijvoorbeeld op zeer jonge leeftijd je beide ouders verliest en er geen omgeving is waar je op kunt terugvallen is de zorg van jeugdzorginstellingen broodnodig.

Opgroeien in een veilige, betrouwbare omgeving is niet voor alle kinderen vanzelfsprekend. In bijna alle gevallen ligt de oorzaak daarvan niet bij de kinderen zelf. Dat is precies de reden waarom die kinderen moeten kunnen rekenen op de overheid.

Tot ziens.

donderdag 14 maart 2013

Werkbezoek aan Dronten

In het kader van mijn portefeuille jeugdzorg bezoek ik met regelmaat de Flevolandse gemeenten om met eigen ogen te zien hoe het jeugdbeleid van de gemeenten aansluit op de provinciale jeugdzorg. Een goede aansluiting en samenwerking is vooral van belang voor de ouders en kinderen in zorg. De overdracht van de jeugdzorg naar gemeenten in 2015 maakt een goede afstemming voor hen nog belangrijker. Daarom sloot ik in oktober 2012 een convenant af met gemeenten (zie foto) om hierover goede afspraken te maken.

Vanmiddag bezocht ik Dronten en had een ontmoeting met wethouder Jan de Graaf (op de foto in het midden).

Het streven van de gemeente Dronten is erop gericht om de ouders en kinderen die ondersteuning nodig hebben op terrein van onderwijs of zorg via één ingang toe te leiden naar deze ondersteuning. Voor het basisonderwijs is dit al aardig gelukt en voor het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs is men flink op weg. Om dit zover te krijgen heeft het samwerkingsverband 'weer samen naar school' gebruik gemaakt van een flinke provinciale subsidie.

Verder heb ik uitgebreid gesproken over de voorbereidingen van de gemeente met het oog op de overdracht in 2015. Er moet nog veel gebeuren, maar in Dronten gebeurt dat met de partners samen en dat is wat mij betreft een voorwaarde voor succes. We waren het met elkaar eens dat de komende maanden in dit opzicht heel belangrijk worden. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar moeten de belangrijkste besluiten genomen zijn.

Ik kijk met veel belangstelling uit naar de verdere invulling van de transitie en transformatie in Dronten en in de andere gemeenten in Flevoland.

woensdag 13 maart 2013

Nog steeds wakker

Was ik twee weken geleden gedurende de nachtelijke uren nog te horen op Radio 1 waar ik de voicemail van Mark Rutte mocht inspreken, afgelopen nacht zat ik in het programma 'Nog steeds wakker'. Opnieuw over het onderwerp van de Superprovincie. 

Omdat ik aanneem dat de meeste lezers van mijn weblog toen nog op een oor lagen hierbij de opname:


Tot ziens.

vrijdag 1 maart 2013

Lagerhuis

Vanmorgen mocht ik in de grote vergaderzaal van het provinciehuis de opening verzorgen van de Flevolandse voorronde van 'Op weg naar het Lagerhuis'. In mijn openingswoordje kon ik de deelnemers uitleggen waarom het alles behalve vanzelfsprekend was dat deze ronde ook dit jaar weer in Flevoland gehouden werd.  De tekst van mijn toespraak kunt u beluisteren via de link onder dit stukje.

Het Oostvaarders College uit Almere (foto) is er in geslaagd om de finale te winnen van het ISG-Arcus uit Lelystad. De derde prijs plaats was voor De Rietlanden uit Lelystad.

Tijdens de bijeenkomst werd ook een schaduwverkiezing gehouden voor Provinciale Staten. De uitkomst van deze verkiezing stemde wat mij betreft tot tevredenheid:

1. PvdA 22 %
1. D66 22 %
3. VVD 18 %
4. Partij voor de Dieren 9%
4. SP 9 %
6. 50+ 6 %
7. CDA 3 %
7. Groenlinks 2 %
Blanco 9%

De hele dag zijn er door de VARA opnames gemaakt. Op zondagavond 10 maart wordt om 18:13, 19:13, 20:13, 21:13, 22:13 en 23:13 uur op Omroep Flevoland een compilatie van de dag uitgezonden. Hierna wordt het programma ook op Youtube getoond op het Op weg naar Het Lagerhuis kanaal.

Tot ziens.