Het afgelopen jaar heb ik me wel eens afgevraagd hoe het zou zijn wanneer ik ooit weer eens 'gewoon werk' zou moeten doen. Een baan als burgemeester is zo anders dan heel veel ander werk. Ik wist dus dat een eventuele overstap in de toekomst groot zou worden. Gelukkig was ik daar dus wel op voorbereid en dat is maar goed ook. De stap ‘terug in de maatschappij’ is groot. Aan de andere kant merk ik wel dat het goed voor me is om een tijdje bezig te zijn met een vraagstuk dat weer helemaal nieuw voor me is.
Door het werk wat ik nu in Leiden doe, kom ik in aanraking met de bestuurlijk kant van de opvang van dak- en thuislozen. Ik heb het hier over lieden die je in de kleinere gemeenten niet zo snel zult tegenkomen. Het is een groep mensen met grote problemen op het gebied van harddrugsverslaving, vaak in combinatie met psychiatrische stoornissen en een heel scala van andere gezondheidsklachten, materiele en sociale problemen. Vaak is er sprake van uitstoting uit de samenleving. Ik maak nu kennis met (de problemen van) mensen die aan de bodem van het bestaan zitten en die ook niet meer in staat zijn zichzelf er weer bovenop te brengen. Soms willen ze zelfs niet meer geholpen worden. Zo kon ik de afgelopen week het nieuwe begrip ‘zorgwekkende zorgmijders’ aan mijn woordenschat toevoegen.
Net zoals in veel andere grotere steden is deze groep heel zichtbaar op straat aanwezig. Ze zijn vaak herkenbaar door persoonlijke vervuiling en verwarring maar soms ook door agressie en andere vormen van overlast. Wat mij betreft ligt er bij deze groep een belangrijke verantwoordelijkheid voor de overheid. Op de eerste plaats omdat deze mensen ook deel van onze samenleving uitmaken en dus een menswaardig bestaan moeten kunnen hebben. En op de tweede plaats omdat dezelfde overheid verantwoordelijk is voor de veiligheid van alle burgers. Ik zie nu hoe deze verantwoordelijkheid binnen een gemeente als Leiden wordt opgepakt. Als centrumgemeente doet men dat ten behoeve van de hele regio. De gemeente is bereid te investeren in voorzieningen voor de opvang van deze groep. Niet alleen omdat ze dan van de straat zijn en geen overlast veroorzaken, maar ook om deze mensen een kans te geven weer terug te keren in de samenleving. En soms lukt dat ook.
Dat geldt overigens niet alleen voor de gemeente. Na heel veel discussie heeft het gemeentebestuur onlangs een locatie aangewezen voor de vestiging van een grootschalige opvangvoorziening voor deze groep. Een voorziening die weinig mensen graag in hun buurt zien verschijnen en ook dit besluit is in de buurt weinig enthousiast ontvangen. Toch is er een groep uit de buurt ontstaan die het belang voor opvang wel zag en ook begrijpt dat het ergens moet gebeuren. Ze hebben zich bereid getoond om ruimte te maken voor de opvang van dak- en thuislozen in hun eigen wijk, wanneer er met de gemeente goede afspraken gemaakt konden worden over een pakket van maatregelen om de leefbaarheid van de wijk te gaan verbeteren. Mooi toch, dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Ik herinner me nog hoe omwonenden bij de aanleg van een woonwagenkampje in Hillegom 6 jaar lang de hakken in het zand hebben gezet en ook niet bereid waren mee te denken over een plan voor de wijk. Het kampje is er met veel bestuurlijke druk uiteindelijk gewoon gekomen, alleen heeft de buurt een geweldige kans laten liggen om door de komst van het kampje de leefbaarheid in de wijk juist te verbeteren. Het kan dus ook anders, gelukkig maar.
Afgelopen week was ik in mijn rol als projectleider aanwezig bij de vergadering van de raadscommissie waar de vestiging van de opvanglocatie werd besproken. Een meerderheid van de commissie steunt het voorstel van het college. Er was terecht veel bewondering voor de rol van de betreffende buurt. Toen ik laat op de avond terugging naar het station voor mijn trein naar Hillegom kwam ik onderweg iemand tegen die vroeg of ik nog iets over had voor een dakloze. Ik had geen kleingeld bij me……..
Tot volgende week
vrijdag 27 januari 2006
vrijdag 20 januari 2006
Adviseur
Alweer de derde week nadat ik in Warmond afscheid nam. In Leiden voel ik me zo langzamerhand aardig thuis en binnen 'mijn' project kan ik nu heel behoorlijk de weg vinden.
Zoals ik eerder vertelde, werk ik momenteel aan de ontwikkeling van een locatie voor de opvang van daklozen en verslaafden. Het was een belangrijke week voor dit project. De afgelopen week nam het college van Burgemeester en Wethouders in Leiden namelijk een belangrijk besluit t.a.v. dit onderwerp. In mijn rol van 'adviseur' was ik in de gelegenheid om de collegevergadering voor dit agendapunt bij te wonen. Voor mij een mooie kans om eens te ervaren hoe zo'n collegevergadering in een grote gemeente gaat. Het feit dat er behalve de secretaris ook nog andere ambtenaren bij de collegevergadering aanwezig waren, was voor mij wel wat vreemd. Volgens mij is dat in de kleinere gemeenten alleen bij hele hoge uitzondering het geval.
Nu het college heeft besloten dat we doorgaan met de Nuonlocatie aan de Langegracht, kan de gemeenteraad zich de komende twee weken buigen over dit onderwerp om ook een standpunt in te nemen.
Als u meer wilt weten over het project waar ik aan werk, kijk dan maar eens op de site van de gemeente Leiden. Onder Projecten kunt u doorklikken naar het project zorglocaties.
Het afgelopen jaar heb ik geschreven over een aantal bijeenkomsten/trainingen van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters die ik volgde. Sommige dingen lopen dit jaar nog door en zodoende zat ik afgelopen donderdag met een tiental 'oud' collega's de hele dag in Zeist. We hebben uitgebreid gesproken over de rolverdeling tussen de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad en de griffier. Een functie die bij de diverse gemeenten nogal verschillend wordt ingevuld. We hebben uitgebreid gesproken over de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. Daarnaast hadden we een griffier van een grotere gemeente uitgenodigd om zijn ervaringen met ons te delen. Het was een leerzame dag.
Tenslotte had ik de afgelopen week nog een paar afspraken om me verder te orienteren op de toekomst. Daar kom ik natuurlijk nog een keer op terug.
Prettig weekend.
Zoals ik eerder vertelde, werk ik momenteel aan de ontwikkeling van een locatie voor de opvang van daklozen en verslaafden. Het was een belangrijke week voor dit project. De afgelopen week nam het college van Burgemeester en Wethouders in Leiden namelijk een belangrijk besluit t.a.v. dit onderwerp. In mijn rol van 'adviseur' was ik in de gelegenheid om de collegevergadering voor dit agendapunt bij te wonen. Voor mij een mooie kans om eens te ervaren hoe zo'n collegevergadering in een grote gemeente gaat. Het feit dat er behalve de secretaris ook nog andere ambtenaren bij de collegevergadering aanwezig waren, was voor mij wel wat vreemd. Volgens mij is dat in de kleinere gemeenten alleen bij hele hoge uitzondering het geval.
Nu het college heeft besloten dat we doorgaan met de Nuonlocatie aan de Langegracht, kan de gemeenteraad zich de komende twee weken buigen over dit onderwerp om ook een standpunt in te nemen.
Als u meer wilt weten over het project waar ik aan werk, kijk dan maar eens op de site van de gemeente Leiden. Onder Projecten kunt u doorklikken naar het project zorglocaties.
Het afgelopen jaar heb ik geschreven over een aantal bijeenkomsten/trainingen van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters die ik volgde. Sommige dingen lopen dit jaar nog door en zodoende zat ik afgelopen donderdag met een tiental 'oud' collega's de hele dag in Zeist. We hebben uitgebreid gesproken over de rolverdeling tussen de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad en de griffier. Een functie die bij de diverse gemeenten nogal verschillend wordt ingevuld. We hebben uitgebreid gesproken over de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden. Daarnaast hadden we een griffier van een grotere gemeente uitgenodigd om zijn ervaringen met ons te delen. Het was een leerzame dag.
Tenslotte had ik de afgelopen week nog een paar afspraken om me verder te orienteren op de toekomst. Daar kom ik natuurlijk nog een keer op terug.
Prettig weekend.
vrijdag 13 januari 2006
Geen commentaar
Alweer 10 dagen aan het werk in mij nieuwe functie bij de gemeente Leiden. De eerste dagen was het echt wennen aan mijn nieuwe 'status'. Wat dat betreft lijkt natuurlijk geen enkele functie op die van burgemeester. Inmiddels heb ik me grondig ingelezen en heb ik gesproken met de meeste mensen die iets te maken hebben met mijn nieuwe project. Ik begin dus wat grip te krijgen en dat voelt goed.
Vorige week schreef ik u hoe anders het is om nu als ambtenaar te werken. Moest ik me vroeger als bestuurder zelf kunnen verantwoorden voor mijn daden, nu zijn er Leidse bestuurders die politiek verantwoordelijk zijn voor wat ik allemaal doe, en dat voelt heel anders. Dat bleek afgelopen donderdagavond weer eens tijdens een commissievergadering in het Leidse stadhuis. Enkele commissieleden hadden in de krant gelezen dat ik in dienst van de gemeente Leiden was getreden als projectleider zorglocaties. Nu gebeurt het natuurlijk wel vaker dat er in Leiden nieuw personeel in dienst komt, maar doorgaans komt daarover niets in de krant. Nu dus wel en dat was voor enkele leden reden tot verontwaardiging. Raadsleden horen het nieuws immers graag voor het in de krant komt en dus stelde men kritische vragen aan het Leidse college. De burgemeester zelf nam de beantwoording voor zijn rekening en verzekerde de aanwezigen dat het college niet actief de krant had gezocht en dat het college hier dus niet op aangesproken moest worden.
Ik was het gewoon zelf geweest. Na een vraag van een journalist van het Leidsch Dagblad had ik een paar dagen eerder gewoon verteld wat ik in Leiden ging doen. Daar moet ik nu dus een beetje voorzichtig mee zijn.
Vandaag kreeg ik ook nog met een ander gevoelig punt te maken. Ik begreep dat er inmiddels een concept profielschets is opgesteld voor de toekomstige burgemeester van Teylingen. Ik heb de tekst nog niet gelezen, maar toch hing vandaag Radio West aan de lijn met de vraag of ik ga solliciteren.
Procedures rondom de benoeming van nieuwe burgemeesters zijn altijd met bijzonder veel vertrouwelijkheid omgeven. Dat heeft iets te maken met het feit dat zulke procedures zorgvuldig moeten verlopen, alle kandidaten een eerlijke kans moeten krijgen en bovenal dat kandidaten niet 'beschadigd' mogen raken. Kandidaten die met zo'n procedure mee gaan doen, moeten zich dus hullen in stilzwijgen. Na alle openheid die ik het afgelopen jaar in mijn dagboek betracht heb, is dat een lastig onderwerp. Daarom is het goed dat ik over dit onderwerp het volgende met u afspreek.
Zodra de gemeenteraad de profielschets definitief heeft vastgesteld zal ik hem zorgvuldig doorlezen. Daarna zal ik diep nadenken over wat ik ga doen en verder geef ik de komende maanden 'geen commentaar'. Trek daar dus vooral geen conclusies uit. Ik weet het, het is niet helemaal hoe u het van mij gewend bent, maar het moet even.
Tot volgende week.
Vorige week schreef ik u hoe anders het is om nu als ambtenaar te werken. Moest ik me vroeger als bestuurder zelf kunnen verantwoorden voor mijn daden, nu zijn er Leidse bestuurders die politiek verantwoordelijk zijn voor wat ik allemaal doe, en dat voelt heel anders. Dat bleek afgelopen donderdagavond weer eens tijdens een commissievergadering in het Leidse stadhuis. Enkele commissieleden hadden in de krant gelezen dat ik in dienst van de gemeente Leiden was getreden als projectleider zorglocaties. Nu gebeurt het natuurlijk wel vaker dat er in Leiden nieuw personeel in dienst komt, maar doorgaans komt daarover niets in de krant. Nu dus wel en dat was voor enkele leden reden tot verontwaardiging. Raadsleden horen het nieuws immers graag voor het in de krant komt en dus stelde men kritische vragen aan het Leidse college. De burgemeester zelf nam de beantwoording voor zijn rekening en verzekerde de aanwezigen dat het college niet actief de krant had gezocht en dat het college hier dus niet op aangesproken moest worden.
Ik was het gewoon zelf geweest. Na een vraag van een journalist van het Leidsch Dagblad had ik een paar dagen eerder gewoon verteld wat ik in Leiden ging doen. Daar moet ik nu dus een beetje voorzichtig mee zijn.
Vandaag kreeg ik ook nog met een ander gevoelig punt te maken. Ik begreep dat er inmiddels een concept profielschets is opgesteld voor de toekomstige burgemeester van Teylingen. Ik heb de tekst nog niet gelezen, maar toch hing vandaag Radio West aan de lijn met de vraag of ik ga solliciteren.
Procedures rondom de benoeming van nieuwe burgemeesters zijn altijd met bijzonder veel vertrouwelijkheid omgeven. Dat heeft iets te maken met het feit dat zulke procedures zorgvuldig moeten verlopen, alle kandidaten een eerlijke kans moeten krijgen en bovenal dat kandidaten niet 'beschadigd' mogen raken. Kandidaten die met zo'n procedure mee gaan doen, moeten zich dus hullen in stilzwijgen. Na alle openheid die ik het afgelopen jaar in mijn dagboek betracht heb, is dat een lastig onderwerp. Daarom is het goed dat ik over dit onderwerp het volgende met u afspreek.
Zodra de gemeenteraad de profielschets definitief heeft vastgesteld zal ik hem zorgvuldig doorlezen. Daarna zal ik diep nadenken over wat ik ga doen en verder geef ik de komende maanden 'geen commentaar'. Trek daar dus vooral geen conclusies uit. Ik weet het, het is niet helemaal hoe u het van mij gewend bent, maar het moet even.
Tot volgende week.
vrijdag 6 januari 2006
Wel even wennen
Zoals afgesproken nog een keer per week een stukje in mijn dagboek schrijven. Maar voor ik dat doe wil ik iedereen bedanken voor alle leuke reacties in verband met mijn afscheid. Vooral de twee reacties die u kunt vinden onder mijn bijdrage van 30 december vond ik bijzonder.
Stoppen met een functie in het openbaar bestuur gaat nooit geleidelijk. Naast het burgemeesterschap vervulde ik tot 31 december ook nog een groot aantal nevenfuncties (zie mijn CV) die een gevolg waren van het burgemeesterschap. Met mijn vertrek uit Warmond zijn ook die taken komen te vervallen en zo kon het dus gebeuren dat ik vanaf 1 januari een zee van vrije tijd tot mijn beschikking kreeg. Voor een ieder die het afgelopen jaar mijn dagboek heeft gevolgd, zal het duidelijk zijn dat dit niet een situatie is waar ik me prettig bij voel. Daarom was ik half december al wat gaan rondbellen om ergens een tijdelijke functie te vinden en dat is gelukt.
Met ingang van 3 januari jl. ben ik in dienst getreden bij de gemeente Leiden als projectleider zorglocaties. Concreet betekent dit dat ik me de komende maanden bezig ga houden met de vestiging van een groot aantal voorzieningen voor daklozen en verslaafden op een centrale locatie aan de Langegracht in Leiden. Een dossier wat je politiek en bestuurlijk gevoelig zou kunnen noemen, maar wat dringend vraagt om daadkrachtige aanpak. Dit project is in een stadium gekomen waarin ik met mijn bestuurlijke ervaring wellicht een meerwaarde kan bieden. Daar kan ik dus de komende tijd mijn tanden in gaan zetten. Daar komt bij dat het voor mij interessant is om me eens een keer bezig te houden met een probleem van de grote stad.
Over dat laatste kun je overigens flink van mening verschillen. Dakloosheid ben ik in een gemeente als Warmond of Hillegom nooit echt tegengekomen. Toch heb ik de afgelopen week met eigen ogen kunnen constateren dat een belangrijk deel van de daklozen en verslaafden in Leiden afkomstig is uit de regio. Mensen die te maken krijgen met ernstige verslaving of op straat komen te staan, trekken nu eenmaal eerder naar een stedelijke omgeving om daar te overleven. Ik werk nu dus in Leiden, maar voor mijn gevoel ben ik weer voor de regio aan de slag.
Overigens vervul ik hiermee wel voor het eerst in mijn leven een ambtelijke functie. Opeens moet ik er rekening mee houden dat er een gemeentebestuur is dat politieke verantwoordelijkheid draagt voor wat ik zeg en doe. Dat is een hele andere rol dan ik gewend was. Ook bij het schrijven van een dagboek moet ik daar nu dus rekening mee gaan houden.
De afgelopen week was het vooral inlezen en luisteren naar allerlei betrokken partijen. Daarnaast ben ik ook de straat op geweest om wat rond te kijken bij allerlei voorzieningen die momenteel in de stad te vinden zijn voor deze doelgroep.
Het was even wennen, maar ik moet zeggen ik begin er alweer zin in te krijgen om dit project de komende vier maanden een eind verder te helpen. Wat ik daarna ga doen? Ik weet het nog niet, maar u mag gerust aannemen dat ik ergens op broed. Voorlopig is het nog veel te vroeg om daarover iets te zeggen.
Prettig weekend.
Stoppen met een functie in het openbaar bestuur gaat nooit geleidelijk. Naast het burgemeesterschap vervulde ik tot 31 december ook nog een groot aantal nevenfuncties (zie mijn CV) die een gevolg waren van het burgemeesterschap. Met mijn vertrek uit Warmond zijn ook die taken komen te vervallen en zo kon het dus gebeuren dat ik vanaf 1 januari een zee van vrije tijd tot mijn beschikking kreeg. Voor een ieder die het afgelopen jaar mijn dagboek heeft gevolgd, zal het duidelijk zijn dat dit niet een situatie is waar ik me prettig bij voel. Daarom was ik half december al wat gaan rondbellen om ergens een tijdelijke functie te vinden en dat is gelukt.
Met ingang van 3 januari jl. ben ik in dienst getreden bij de gemeente Leiden als projectleider zorglocaties. Concreet betekent dit dat ik me de komende maanden bezig ga houden met de vestiging van een groot aantal voorzieningen voor daklozen en verslaafden op een centrale locatie aan de Langegracht in Leiden. Een dossier wat je politiek en bestuurlijk gevoelig zou kunnen noemen, maar wat dringend vraagt om daadkrachtige aanpak. Dit project is in een stadium gekomen waarin ik met mijn bestuurlijke ervaring wellicht een meerwaarde kan bieden. Daar kan ik dus de komende tijd mijn tanden in gaan zetten. Daar komt bij dat het voor mij interessant is om me eens een keer bezig te houden met een probleem van de grote stad.
Over dat laatste kun je overigens flink van mening verschillen. Dakloosheid ben ik in een gemeente als Warmond of Hillegom nooit echt tegengekomen. Toch heb ik de afgelopen week met eigen ogen kunnen constateren dat een belangrijk deel van de daklozen en verslaafden in Leiden afkomstig is uit de regio. Mensen die te maken krijgen met ernstige verslaving of op straat komen te staan, trekken nu eenmaal eerder naar een stedelijke omgeving om daar te overleven. Ik werk nu dus in Leiden, maar voor mijn gevoel ben ik weer voor de regio aan de slag.
Overigens vervul ik hiermee wel voor het eerst in mijn leven een ambtelijke functie. Opeens moet ik er rekening mee houden dat er een gemeentebestuur is dat politieke verantwoordelijkheid draagt voor wat ik zeg en doe. Dat is een hele andere rol dan ik gewend was. Ook bij het schrijven van een dagboek moet ik daar nu dus rekening mee gaan houden.
De afgelopen week was het vooral inlezen en luisteren naar allerlei betrokken partijen. Daarnaast ben ik ook de straat op geweest om wat rond te kijken bij allerlei voorzieningen die momenteel in de stad te vinden zijn voor deze doelgroep.
Het was even wennen, maar ik moet zeggen ik begin er alweer zin in te krijgen om dit project de komende vier maanden een eind verder te helpen. Wat ik daarna ga doen? Ik weet het nog niet, maar u mag gerust aannemen dat ik ergens op broed. Voorlopig is het nog veel te vroeg om daarover iets te zeggen.
Prettig weekend.
Abonneren op:
Posts (Atom)