maandag 29 oktober 2007

Beperking

Als gevolg van allerlei incidenten in ons land zijn de regels op het gebied van brandveiligheid niet eenvoudiger geworden. De gemeente heeft hierbij een belangrijke controlerende taak. Panden die voldoen aan de wettelijke eisen krijgen een gebruiksvergunning. In Leiden zijn we al geruime tijd bezig met een inhaalslag om te zorgen dat alle panden die daarvoor in aanmerking komen ook zo'n vergunning hebben.

Werkt de eigenaar niet mee aan het nemen van de noodzakelijke maatregelen, dan kan de gemeente dat afdwingen. Bijvoorbeeld door het opleggen van een dwangsom. In bepaalde gevallen kunnen we het gebruik van zo'n pand beperken, totdat de juiste maatregelen zijn genomen.

Afgelopen week kreeg ik een inspectiedossier onder ogen van de brandveiligheidssituatie van bar-dancing D'oude Harmonie, een gelegenheid waar in het weekend met regelmaat circa 450 mensen binnen zijn. De aanwezige vluchtwegen zijn echter volstrekt onvoldoende om dit aantal mensen tijdig uit het gebouw te evacueren in geval van een calamiteit. Daarom stelden de ambtenaren voor om het gebruik te beperken tot 160 mensen tot er een uitbreiding van vluchtwegen had plaats gevonden. Omdat ik begrijp dat een dergelijk besluit voor deze exploitant flinke gevolgen heeft, ben ik vanmiddag zelf maar eens in het pand gaan kijken en heb ik gesproken met de eigenaar en de exploitant.

Laatstgenoemden waren allerminst gelukkig met ons besluit. Bovendien heeft de eigenaar inmiddels een bouwplan ingediend om een nieuwe vluchtweg te bouwen. Het pand is echter een rijksmonument en bovendien is bij nader onderzoek gebleken dat het huidige gebruik van het pand eigenlijk niet past in het bestemmingsplan. Daardoor krijgen we te maken met een vreselijk ingewikkelde procedure om deze nieuwe uitgang te bouwen.

Het is weer zo'n dilemma waar je als wethouder met enige regelmaat mee te maken krijgt. Als ik nu niets doe, en er breekt over twee weken een brand uit waarbij bezoekers gewond raken of erger, dan kan ik dat nooit meer verantwoorden. Zodra je als wethouder kennis draagt van een dergelijke situatie, dan kun je niet anders dan optreden. Ook wanneer de gevolgen van zo'n besluit voor de exploitant zo ingrijpend zijn. Commerciele doelen kunnen nooit belangrijker worden dan mensenlevens.

Wat ik wel kan doen is ervoor zorgen dat de procedures om het probleem op te lossen snel achter de rug zijn, zodat de beperking weer kan vervallen. Heel stil hopen dat niemand daar bezwaren tegen heeft. Het besluit waarin we de gebruiksbeperking opleggen, gaat deze week nog de deur uit.

Tot ziens.

donderdag 25 oktober 2007

Citizen’s Assembly

'In de ruimtelijke ordening is driekwart van de insprekers man, meer dan de helft is hoger opgeleid en 50 plus, en bijna iedereen is wit. Ook in buurtbeleid, zorg of welzijn zijn witten, hoger opgeleiden en ouderen oververtegenwoordigd. Het afwegen van eigenbelang en algemeen belang gaat al evenmin van een leien dakje. Veertig procent van de insprekers in ruimtelijke ordening vertoont NIMBY-gedrag (niet in mijn achtertuin). Dit zijn geen redenen om democratisering vaarwel te zeggen, maar juist om hem te vernieuwen.' Dat schreef columnist en hoogleraar actief burgerschap, Evelien Tonkens (foto) onlangs in een bijdrage op http://tonkens.volkskrantblog.nl/.

Het beeld dat zij schetst komt wel overeen met de praktijk zoals ik die in Leiden de afgelopen anderhalf jaar heb meegemaakt. Groepen insprekers zijn daardoor zelden represenatief voor de totale groep van belanghebbenden bij een bepaalde planontwikkeling. Zij vertegenwoordigen over het algemeen alleen dat deel van de inwoners dat tegen de plannen van de gemeente is. Daarbij kijken ze voornamelijk naar het eigenbelang en betrekken ze het belang van derden of het algemeen belang niet in hun reactie. Toch hebben deze mensen een onevenredig grote invloed op besluitvorming in onze stad. Tijdens de laatste raadsvergadering stemde een van de raadsfracties tegen een bouwplan, om het enkele feit dat er geen overeenstemming met de direct omwonende was.

Laat ik duidelijk zijn, wat mij betreft heeft iedereen het recht om voor zijn eigen belang op te komen. Daarbij hoort wel dat een overheid opkomt voor de belangen van derden en het algemeen belang. De vraag is natuurlijk hoe je de inspraak bij trajecten in de Ruimtelijke Ordening dan wel zo kunt organiseren dat alle belanghebbenden redelijke een vinger in de pap hebben.

Volgens Evelien Tonkens is dat best te organiseren. Via burgerfora, burgerjury’s, of de Duitse Planungscellen bijvoorbeeld. Of de Engelse citizen panels, de Deense consensus-conferenties of de Citizen’s Assembly in British Columia. Een kleine maar representatieve groep persoonlijk uitgenodigde groep burgers praten onder professionele begeleiding een beperkte tijd over een thema, en raadplegen daarbij deskundigen en belanghebbenden.

De komende periode krijgen we in Leiden te maken met een flink aantal ruimtelijke projecten die invloed hebben op de directe omgeving. Projecten waar we zullen moeten zoeken naar een redelijk evenwicht tussen de belangen van direct omwonenden en bijvoorbeeld belangen van woningzoekenden of belangen van de economie. Het lijkt mij interessant om daarbij eens na te denken over democratische vernieuwing. Misschien een mooi onderwerp voor de leden van onze commissie Ruimte en Bereikbaarheid om met dit onderwerp iets te doen. Het artikel van Evelien Tonkens kan daarvoor een goede start zijn. Het hele artikel kunt u lezen op http://www.volkskrantblog.nl/bericht/161793
Tot ziens.

dinsdag 23 oktober 2007

AZC

Afgelopen vrijdag hebben we in het college besloten dat we de procedure voor de bouw van een tijdelijk asielzoekerscentrum in Roomburg stopzetten. Reden hiervoor is de uitkomst van een bodemonderzoek dat is gedaan in het kader van de aanvraag van een monumentenvergunning. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bouw van het centrum schade kan veroorzaken aan het archeologisch monument dat zich onder het terrein bevindt.

Op basis van de normen zoals die wij eerder door de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten (RACM) hadden gekregen, hebben wij deze conclusie vorige week getrokken. Eigenlijk hadden we daarmee moeten wachten tot het RACM hierover een definitief besluit had genomen, maar dat zou nog zeker 4 weken op zich hebben laten wachten en gezien alle ontwikkelingen in de afgelopen maanden, wilden we de wijk niet nog langer in het ongewisse laten. Daarom hebben we dit voorgenomen besluit nu genomen vooruitlopend op de formele afhandeling van de ingezette procedure.

De locatie Roomburg was na een uitgebreid onderzoek de meest kansrijke locatie die we binnen Leiden konden vinden. Elke volgende locatie zou in mijn ogen minder scoren. Gezien de huidige politieke situatie ligt het daarom niet voor de hand dat het college nu nog verdere stappen gaat zetten. Indien het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een asielzoekerscentrum op een andere locatie in Leiden wil realiseren, zal hierover eerst met de gemeenteraad overleg moeten worden gepleegd. Dat is dan wat mij betreft een taak voor een nieuw te vormen college.

Tot ziens.

donderdag 18 oktober 2007

Priemus

In 2005 stelde de gemeenteraad een woonvisie voor de stad vast. In grote lijnen zou je kunnen zeggen dat daarin is opgenomen waar en wanneer we welke woningen willen bouwen en voor wie. De gemeente moest volgens deze visie vooral inzetten op kwalitatief hoogwaardige nieuwbouw, waardoor doorstroming in de woningbouw op gang zou komen en de goedkopere woningvoorraad weer vrij komt voor de mensen die dat echt nodig hebben.

Onlangs zijn de cijfers bekend geworden van het laatst gehouden woningbehoefteonderzoek onder de naam WOON2006. Uit dit onderzoek, waarbij ook gekeken is naar de specifieke situatie op de Leidse woningmarkt, trok het college (toen nog voltallig) de conclusie dat de woonvisie uit 2005 nog steeds actueel is en geen aanpassing nodig heeft. Het komende jaar kunnen we wat ons betreft het uitgestippelde beleid dus gewoon doorzetten.

Het is nu aan de gemeenteraad om te oordelen of zij deze conclusie kan onderschrijven. Om hen hierbij behulpzaam te zijn, was er vanavond een bijeenkomst voor alle betrokken partijen om onder leiding van niemand minder dan Hugo Priemus, te discussieren over de Leidse woningmarkt. Hugo Priemus was tot voor kort hoogleraar bij de TU in Delft maar bovenal de deskundige in Nederland op het gebied van volkshuisvesting. Bovendien is hij al heel lang inwoner van onze stad. Op zijn kenmerkende manier gaf hij zijn visie op het Leidse volkshuisvestingsbeleid. Bij zijn uiteenzetting gaf hij de aanwezige gemeenteraadsleden een aantal waardevolle suggesties mee.

Centraal in de discussie stond de vraag hoe de voorraad goedkope woningen in onze stad aansluit bij de omvang van de groep mensen die van deze woningen afhankelijk zijn. Het antwoord op deze vraag is altijd afhankelijk aan wie je hem stelt. Het is bij uitstek een politieke vraag. In dat opzicht is het interessant om de komende tijd te kijken hoe de onderhandelende partijen omgaan met dit onderwerp.

Tot ziens.

woensdag 17 oktober 2007

Val

Gisterenavond en vanmorgen vroeg was ik getuige van de val van het college, waarvan ik zelf deel uit maakte. Het was een bijzondere en emotionele gebeurtenis. Misschien was het onnodig maar het was in ieder geval onvermijdelijk. Het feit dat ons college na het vertrek van de SP wethouders niet meer kon rekenen op een meerderheid in de gemeenteraad, betekent in democratisch opzicht nu eenmaal dat het college valt. Zo zijn de regels en daar heb je je als bestuurder aan te houden. Mij hoort u hier dus niet meer over.

Waar ik me meer zorgen over maak, is de inhoud van het debat dat gisterenavond voorafging aan de vaststelling dat het college was gevallen. Met ongekend harde bewoordingen maakte een aantal partijen in de raad korte metten met de nog overgebleven leden van het college. De meest afschuwelijke en onparlementaire bewoordingen vlogen door de raadzaal. Het leek wel of de zittende collegeleden persoonlijk alle schuld kregen van de scherpe tegenstellingen die in de Leidse raad zijn ontstaan rondom het onderwerp RijnGouwelijn. Er waren momenten dat ik het debat als een publieke vernedering ervoer. Het werd een debat dat een grote stad als Leiden onwaardig was. Normen en waarden waarover ik onlangs nog schreef waren heel ver te zoeken.

De wethouders van dit college maken geen deel uit van de gemeenteraad. Op verzoek van een meerderheid van de gemeenteraad hebben zij bijna allemaal elders hun loopbaan onderbroken om te werken voor de stad en haar inwoners. Ik heb gezien hoe alle collega's zich de afgelopen 18 maanden uit de naad hebben gewerkt voor de belangen van de stad. En met alle collega's bedoel ik ook de inmiddels vertrokken SP wethouders. Ik heb ervaren met welke inzet, energie en integriteit zij hun werk voor de stad hebben gedaan. Daarbij altijd aan het werk om besluiten van een meerderheid van de gemeenteraad uit te voeren. Deze mensen verdienen het op geen enkele manier om zo te worden weggezet.

Dat dit toch is gebeurd, heeft mijns inziens te maken met de politieke cultuur in de stad. Dat is dezelfde cultuur waarin partijen die hun standpunt aanpassen om tot een democratisch besluit te komen, steevast door hun collega raadsleden als 'draaiers' te kijk worden gezet. Een cultuur die meer gericht is op het veroorzaken van tegenstellingen dan het gezamenlijk dienen van de belangen van de inwoners. Een cultuur waar het woord 'vertrouwen' langzaam aan waarde en kracht heeft verloren.

Op 15 mei jl. heeft ons college de bestuurscultuur in de stad indringend aan de orde gesteld. Sinds die tijd hebben we hard gewerkt aan oplossingen voor dit vraagstuk. Binnen enkele weken presenteren we de resultaten aan de raad. Dit moment markeert voor ons het begin van de door iedereen gewenste verandering van onze bestuurscultuur.

Het probleem dat rond dit debat naar buiten kwam, kan het college niet oplossen. Dit probleem heeft alles te maken met de politieke cultuur in onze stad. Alleen de gezamenlijke partijen in de gemeenteraad hebben het in hun macht om hierin verandering te brengen. Dat zou dan wat mij betreft het enige positieve kunnen zijn dat het debat tot gevolg heeft gehad. Ik hoop echt dat partijen zich na vanavond herpakken en de handen ineen slaan om ook met deze cultuur voorgoed af te rekenen.

De komende weken gaan partijen aan de gang om een nieuw college te formeren. Of daarin voor mij persoonlijk nog een plaats is, weet ik natuurlijk niet. Als ik dat verzoek mocht krijgen, dan is voor mij in ieder geval van belang hoe partijen de wens naar een verandering van bestaande politieke cultuur serieus wensen te nemen. Ik zie wel hoe het loopt. De komende tijd ga ik samen met mijn collega's op de winkel passen.

Tot ziens.

dinsdag 16 oktober 2007

Stevig ontbijt

Leiden, stad van ontdekkingen! Ook dit maakte ik in mijn bestuurlijke loopbaan niet eerder mee. U zult begrijpen dat het Leidsch Dagblad van vandaag aan de ontbijttafel vanmorgen onderwerp van gesprek was. Op zulke momenten komen werk en prive wel akelig dicht bij elkaar.


Of het bericht klopt zullen we vanavond zien. Ik kom daar zeker op terug.





Tot ziens.

maandag 15 oktober 2007

Online

De Stichting Leidse Infrastructuur Bundeling (SLIB) viert 7 november 2007 feest. Ten eerste om het feit te vieren dat er glasvezel door heel Leiden onder de grond ligt en om de mogelijkheden van glasvezel een bredere bekendheid te geven. In aanloop naar dit feest worden een aantal clinics gehouden waarmee mogelijke toepassingen van glasvezel worden gedemonstreerd. Eén van de clinics heeft als onderwerp de archeologische opgraving aan de Aalmarkt i.h.k.v. de renovatie en uitbreiding Stadsgehoorzaal.

In het kader van dit project zat ik vandaag in een online sessie met leerlingen uit groep 7 van de Openbare Basisschool 'De Morskring' uit Leiden. Middels een rechtstreekse beeld en geluidverbinding tussen school en het stadhuis konden de leerlingen allerlei vragen aan me stellen over de verbouwing van de Stadsgehoorzaal in het Aalmarktproject. Voor de leerlingen was dit onderdeel van een heel programma waarbij archeologie en nieuwbouw centraal staan. Naast de wethouder kunnen zij de komende weken allerlei deskundigen die bij dit project betrokken zijn bevragen. Het werd een leuk gesprek. De leerlingen hadden vooraf goed nagedacht over de vragen die ze me zouden stellen. Bovendien werd uit het gesprek maar weer eens duidelijk hoe trots deze jonge mensen zijn op hun stad.

Het hele programma is opgezet door leerlingen (zie foto) van de Hogeschool Leiden. Zij hadden tijdens de sessie met de basisschool de rol van inteviewer en presentator.

Tot ziens.

vrijdag 12 oktober 2007

Bloemen

Even na 8 uur vanmorgen zat ik opnieuw aan tafel met de mensen van het Bracol-Zitman comite. De laatste commissievergadering was aanleiding geweest om hen toch nog een keer uit te nodigen voor een gesprek over het bouwplan op het Bracol terrein. Ik heb nog eens goed de tijd genomen om te luisteren naar de argumenten die zij inbrengen tegen bepaalde onderdelen van het bouwplan. Ik heb respect voor het feit dat deze mensen zich in blijven zetten voor de belangen van hun buurt. Van mijn kant heb ik geprobeerd te laten zien hoe ik als wethouder soms klem kom te zitten tussen de belangen van de buurt, de gemeente en de ontwikkelaar.

Als ik als wethouder alleen maar plannen kan realiseren waarover ik met de buurt volledige overeenstemming heb bereikt, zal de productie van woningen drastisch teruglopen. Terecht zullen dan de woningzoekenden en de gemeenteraad mij ook aanspreken op het feit dat dit college onvoldoende oog heeft voor de belangen van deze groep. Mijn opdracht is om in deze een evenwicht te zoeken tussen alle betrokken belangen. Het Bracolterrein is een beetje een symbool geworden voor allerlei andere locaties zoals het Crispijnterrein en de Sanderslocatie. Dat maakt de uitkomst van dit debat ook zo interessant. De vraag is of de raad kiest voor het openhouden van schaarse ruimte in de stad of voor het voldoen aan de vraag om extra (betaalbare) woningen.

Met betrekking tot het Bracolterrein dacht ik het evenwicht bereikt te hebben. Onduidelijk is of een meerderheid van de raad het met me eens is. Dat zal volgende week dinsdag blijken als de raad en besluit gaat nemen over dit plan. Voor die tijd zal ik de raad nog verslag uitbrengen van het gesprek van vanmorgen. Ik hoop dat er in dit verslag voor sommige fracties in de raad nog aanknopingspunten te vinden zijn om hun mening te herzien.

Als wethouder 'volkstuinen' mocht ik vanavond de prijsuitreiking doen van de bloemschikwedstrijd van volkstuinvereniging Ons Buiten. Gezellige mensen, geweldige bloemstukken en blije prijswinnaars.

Tot ziens.

donderdag 11 oktober 2007

Kunsten

Vanmorgen zat ik in Arnhem voor overleg met mijn collega wethouders van de G27 gemeenten.

Vanmiddag was ik in het museum voor Communicatie in Den Haag. Daar nam ik op uitnodiging van het Ministerie van Binnenlandse zaken deel aan een lagerhuisdebat over het onderwerp 'Vertrouwen in de overheid'. Het debat was een onderdeel van een symposium over verbetering van dienstverlening en vermindering van regeldruk. Dat is zo'n onderwerp waar iedereen vind dat er iets moet veranderen zonder dat dit in de praktijk effect heeft. De voorbeelden uit de praktijk zijn zo af en toe schokkend zoals iemand met een ongeneeselijke ziekte die elk jaar opnieuw stapels formulieren moet invullen en verklaringen moet opsturen om aan te tonen dat ze nog steeds ziek is. Doet ze dat niet, dan verliest ze het recht op en uitkering.

Een van de conclusies was dat de politiek zich minder aan moet trekken van burgers die vragen om meer regels. Daar ben ik het wel mee eens ondanks het feit dat ook ik met grote regelmaat vragen om meer regels krijg. Gelukkig heeft ons college onder de noemer 'minder en beter' een omvangrijk programma lopen om een eind te maken aan onnodige Leidse regels en procedures waarmee al heel wat resultaten zijn bereikt.

Vanavond ben ik nog even langsgeweest bij het afscheid van Martine Glaser (foto). Zij was jarenlang de bevlogen directeur van woningcorporatie Ons Doel en heeft in die tijd veel voor de stad betekend. Daarom stond ze vanavond heel terecht in het middelpunt van de belangstelling tijdens een soort culturele afscheidsavond in Scheltema.

De dag eindigde voor mij in een discussiebijeenkomst over het Leidse Fonds der Kunsten. Dit fonds maakt onderdeel uit van mijn 'nieuwe' cultuurportefeuille. Voor dit nieuwe fonds heeft de gemeenteraad besloten jaarlijks 4 ton beschikbaar te stellen. Vervolgens heeft men een kwartiermaker aangesteld die voorstellen moet doen voor de besteding van dit geld. Vanavond wilde deze kwartiermaker met een aantal direct betrokken partijen overleg voeren over de manier waarop hij zijn opdracht gaat aanpakken. Na mijn ervaringen in Den Haag hoop ik dat deze werkwijze geen aanleiding zal zijn voor uitgebreid pakket aan nieuwe regels voor de verdeling van het geld uit dit fonds. Voor mij is vooral belangrijk dat we dit geld op zo'n manier inzetten dat het rendement maximaal is, met andere woorden, de inwoners van de stad er maximaal van profiteren.

Tot ziens.

woensdag 10 oktober 2007

Cultuur

Als gevolg van het aftreden van de twee SP collega's hebben we vandaag binnen het college een nieuwe taakverdeling afgesproken. Voor mij heeft dat tot gevolg dat ik de komende tijd ook de cultuurportefeuille mag behartigen. Een nieuwe uitdaging erbij zal ik dus maar zeggen, maar ook een extra belasting op de toch al volle agenda. De komende tijd betekent dat vooral scherpere keuzes maken voor dingen die ik wel en niet kan doen. Korter vergaderen en meer aandacht voor de mensen waar het echt om gaat is daarbij wat mij betreft uitgangspunt. Ik zal u hier verslag blijven doen van mijn culturele ontdekkingstocht, maar ik hoop ook dat het niet lang hoeft te duren.

Vanavond was er in het gebouw van de DZB een commissie vergadering over de voorgenomen vestiging van het asielzoekerscentrum in de wijk Roomburg. Mensen die in het kader van de lopende procedure bezwaar hebben gemaakt, mochten voor de commissie een toelichting geven, waarna de commissie in een onderlinge discussie probeerde een advies aan het college mee te geven. Dat de commissie had besloten tot het houden van deze avond was in mijn ogen een beetje vreemd. De gemeenteraad heeft het college op 11 juli jl. immers opdracht gegeven om de procedure vooral zorgvuldig af te handelen en daarna een besluit te nemen. Dat besluit hebben wij nog niet genomen. Dat de commissie vanavond toch tot een standpunt probeerde te komen zonder dat men bijvoorbeeld op de hoogte was van de toezeggingen die wij al tijdens de informatieavond van 31 augustus aan de buurt hadden gedaan, is in mijn ogen nauwelijks zorgvuldig te noemen.

Na afloop van de vergadering was er onduidelijkheid over het standpunt dat de verschillende partijen hadden ingenomen. Ik heb begrepen dat het college een brief tegemoet kan zien, dus die wacht ik maar even af. Wel jammer dat er op dit dossier toch weer zoveel verwarring is veroorzaakt.

Tot ziens.

dinsdag 9 oktober 2007

Teleurstelling

Het was een dag met veel emoties. De twee wethouders van de SP hebben vandaag tijdens de collegevergadering besloten op te stappen en hun ontslag in te dienen. Daarmee heb ik twee gewaardeerde collega's verloren en kan het college niet meer steunen op een meerderheid binnen de gemeenteraad. De fracties in de gemeenteraad zijn inmiddels aan het werk gegaan om een nieuw college te formeren dat weer de steun zal hebben van een meerderheid in de raad. Tot die tijd passen de overgebleven wethouders, waaronder ik, op de winkel.

Aanleiding voor deze breuk was de vraag hoe wij als college moesten omgaan met de dreiging van de provincie Zuid-Holland die de RijnGouwelijn tegen onze wil toch wil aanleggen door de binnenstad van Leiden. Daarbij is natuurlijk van belang dat bijna 70% van onze inwoners zich in maart jl. uitsprak tegen een trace door de binnenstad.

Persoonlijk ben ik van mening dat wij de dreiging van de provincie buitengewoon serieus moeten nemen. Medio volgend jaar wordt de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening van kracht. Deze nieuwe wet biedt de provincie goede mogelijkheden om de bevoegdheden van de gemeente over te nemen, die het mogelijk maken om een dergelijk project te realiseren. Daarmee zal een RijnGouwelijn door de Breestraat dus een zeer realistische mogelijkheid worden. Willen we dat voorkomen dan zullen we moeten onderhandelen over alternatieve mogelijkheden, en dat is precies wat de SP wethouders niet wilden.

Gezien de uitslag van het referendum zijn de inwoners van Leiden in ieder geval tegen de aanleg van deze lijn door de Breestraat. Juist nu het risico dat de provincie dit doordrukt het grootst is, kiest de SP ervoor om uit het college te stappen. Ik denk dat ze meer hadden kunnen bereiken door met de andere collegepartijen samen te werken op dit punt. Helaas, dat zal niet meer lukken.

In plaats daarvan kiest de SP liever voor het dwarsbomen van de provinciale plannen. Ik geloof daar niet in. Ruzie maken met de provincie geeft alleen maar verliezers. Dat nog even los van het feit dat een jarenlange juridische strijd de belastingbetaler alleen maar onnodig veel geld zal kosten, terwijl er in de tussentijd helemaal niet meer wordt verbeterd aan het openbaar vervoer in de stad. Het geld daarvoor moet immers ook van de provincie komen.

Ik ging vanavond als een teleurgesteld man naar huis. We hadden nog zoveel mooie plannen met onze stad. Nu hebben we vooral een tijdje veel onzekerheid. Onzekerheid waar de inwoners tijdens het referendum van 7 maart zeker niet om gevraagd hebben.

Tot ziens.

zondag 7 oktober 2007

Leiden kan anders!

Als wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen heb ik dagelijks te maken met tegengestelde belangen. Vaak gaat het daarbij om grote belangen van bewoners, gemeenteraad, projectontwikkelaars en allerlei andere ondernemers, organisaties en maatschappelijke partijen. De kunst is om bij je besluiten zoveel mogelijk rekening te houden met alle belangen, zonder dat het besluit aan effectiviteit verliest. Een balans zoeken tussen daadkracht en draagvlak. Om dat goed te kunnen doen moet je vooral integer en eerlijk zijn. Inwoners van de stad moeten op je integriteit kunnen rekenen. Ze moeten er vertrouwen in hebben dat ik hun belangen zorgvuldig weeg ten opzichte van andere belangen.

Als wethouder moet je er alles aan doen om te voorkomen dat je op dit gebied de schijn tegen krijgt. Daarom heb ik bijvoorbeeld de vaste gewoonte om geen feestelijke uitnodigingen aan te nemen van partijen waarmee ik nog onderhandel. Dat is een van de redenen dat ik bijvoorbeeld geen gehoor geef aan de uitnodiging voor het jaarlijkse Haring en Corenwijngala. Dit gala brengt in de aanloop naar de viering van Leidens Ontzet, de ondernemers van grote bedrijven bij elkaar zodat zij in contact kunnen komen met de vertegenwoordigers van de politiek. Ik begrijp uit de plaatselijke pers dat de organisatoren mijn afwezigheid op dit gala niet zo op prijs stellen. Maar hoe kunnen bijvoorbeeld inwoners van de stad die bezwaren hebben tegen bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen, mij nog serieus nemen als ik met de ontwikkelaars van dezelfde projecten breedlachend en met en glas in de hand in de plaatselijke pers verschijn?
Wat natuurlijk voor mij geldt, geldt in bredere zin ook voor het bestuur van de gemeente. Als partijen op het gebied van integer handelen elkaar niet respecteren en serieus nemen, dan gaat dat ten koste van het vertrouwen dat onze inwoners in het bestuur hebben. Daarbij maken mensen geen onderscheid tussen verschillende partijen. Daar ligt dus een gezamenlijk belang van alle politieke partijen.

Toch denkt in Leiden niet iedereen daar het zelfde over. Zo trof ik onlangs op Sleutelstad.nl de volgende reactie van duoraadslid Joost van Breukelen van de Stadspartij Leiden Ontzet.

'Hoewel ik goed geciteerd ben, ging het wat mijn uitlatingen betreft wel over een ander onderwerp. Namelijk het door een PvdA-wethouder (Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Witteman, vriend van Koning Franssen, u weet wel- goed voor die leuke vaste baantjes voor gehorigen en andere provinciale vazallen) verkwanselen van uniek Leids cultureel-, sociaal-, en zonder enige subsidie draaiend en leuk voor Leidenaren-) vastgoed bij de Burcht'

Een ander voorbeeld kwam gisteravond uit een vergadering van de commissie Ruimte en Bereikbaarheid. Het ging om de behandeling van het bouwplan op het Bracolterrein aan de Rijnkade. Mijn visie op deze zaak kunt u nog teruglezen in mijn bijdrage van zondag 16 september. De fractievoorzitter van het CDA, Jan Jaap de Haan (zie foto) presteerde het al in zijn eerste termijn om mij te beschuldigen van onfrisse praktijken, vluggertjes, verdeel en heers-strategien en nog veel meer zonder dat hij het op basis van de feiten kon waarmaken.

Het afgelopen jaar is er veel gesproken over de bestuurscultuur binnen de Leidse politiek. Ik stel voor dat we de komende tijd de bestuurlijke normen en waarden ook maar weer eens uit de kast halen. Gewoon weer als volwassen mensen met elkaar omgaan in het belang van de stad en haar inwoners. Leiden kan anders!

Tot ziens.

vrijdag 5 oktober 2007

Persbericht

De fracties van de coalitiepartijen hebben vandaag overleg gehad over de impasse die ontstaan is na het afwijzen van het trace van de RijnGouweLijn door de Leidse kiezer en de opstelling van de Provincie daarover. De vier coalitiefracties (ChristenUnie, GroenLinks, SP en PvdA) vinden dat het college in onderhandeling moet blijven met de Provincie. Het eindresultaat wordt vervolgens door de vier fracties gewogen.

Tot ziens!

woensdag 3 oktober 2007

3 oktober

Prinses Maxima ligt onder vuur vanwege het feit dat ze in een toespraak liet weten dat er voor haar niet zoiets was als een Nedelandse identiteit. Jammer dat ze er in het Van der Werfpark niet bij was vanmorgen, dan had ze samen met een paar duizend aanwezigen in ieder geval de Leidse identiteit kunnen herkennen.

Voor het eerst maakte ik dit jaar 3 oktober mee als inwoner van de stad. Voor zover dat voor een import Leidenaar mogelijk is, had ik me goed voorbereid en kende ik zelfs het Leids Volkslied helemaal uit m'n hoofd. Op een of andere manier heb je toch steeds de indruk dat mensen naar je staan te kijken als je het 'Leiden trots der Neerlands steden' aanheft. Dat was in ieder geval gisteravond zo. De voorzitter van de 3 oktobervereniging controleerde scherp of alle collegeleden meezongen. Dat was immers een afspraak die ze vorig jaar maakte met de burgemeester.

Voor de gelegenheid van 2 en 3 oktober had ik een aantal burgemeesters uitgenodigd waarmee ik sinds mijn burgemeesterschap in Warmond goede contacten onderhoud. Ik schreef daar eerder over. Samen met hen heb ik het intensieve programma van 2 en 3 oktober helemaal doorlopen. Het was geweldig om te zien hoe de stad de festiviteiten beleefde. Mijn oud collega's zijn als echte ambassadeurs van onze stad weer vertrokken.

Tot ziens.