maandag 31 augustus 2009

Gewone doen.

Het zomerreces is nu echt achter de rug, vanaf vandaag gaan we weer gewoon aan het werk. De agenda is alweer overvol met nieuwe afspraken. Voor mij staan de komende twee weken vooral in het teken van de voorbereidingen van mijn vertrek naar Japan op zondag 13 september a.s. Wat ik daar ga doen zal ik hier de komende tijd nader toelichten. Daarnaast ben ik van plan om u ook tijdens mijn reis te laten zien wat ik daar doe en waarom het voor de stad Leiden van belang is.

Eerst nog even terug naar vandaag. Vandaag stond vooral in het teken van de een tweetal gebeurtenissen bij de Leidse Universiteit. Op de eerste plaats was dat de feestelijke ingebruikname van het historisch Academiegebouw aan het Rapenburg. Na ruim 2 jaar van restauratiewerkzaamheden was het vanmorgen koninging Beatrix zelf die het vernieuwde gebouw mocht heropenen door het onthullen van een plaquette (zie foto) aan de buitengevel met daarop een afbeelding van Willem van Oranje, de stichter van onze universiteit.

Vanmiddag was de traditionele opening van het Academisch jaar in de Pieterskerk. Daarvoor was deze keer oud-wethouder van Leiden, Alexander Pechtold uitgenodigd. Hij hield een goed doordachte toespraak waarbij zijn kritiek vooral uitging naar het kabinet. Dit vanwege de onwil die hij daar aantrof om te investeren in kennis, innovatie en hoger onderwijs. Een stelling die in de Pieterskerk vanmiddag natuurlijk op grote bijval kon rekenen. In dat opzicht had hij een beetje makkelijk thema gekozen. Toch wees hij ook met een vinger naar de universiteit zelf, omdat die de afgelopen jaren blijkbaar niet in staat is geweest om in de samenleving voldoende draagvlak te krijgen voor verhoging van de uitgaven voor hoger onderwijs. Er klonk een soort opdracht aan de universiteit om ook de man in de straat te laten zien waarom hoger onderwijs zo belangrijk is voor de samenleving. Dat is nu onvoldoende het geval. Dat Bouwend Nederland onder aanvoering van Eelco Brinkman erin slaagde om 2,5 miljard crisisgeld los te krijgen terwijl de Nederlandse universiteiten niets extra's krijgen heeft ook te maken met het feit dat 'de man in de straat' begrijpt waarom bouwen nodig is. Alexander had hier natuurlijk wel een punt. Ik ben benieuwd welke acties de organisaties voor hoger onderwijs de komende tijd gaan bedenken om de steun uit de samenleving te vergroten. Overigens was Alexander zelf niet helder over waar hij dan meer geld voor hoger onderwijs vandaan wilde halen. Hij pleitte voor een grondige herorientatie van de overheidsuitgaven. Daarbij doelde hij op hervorming van stelsels zoals de arbeidsmarkt, de woningmarkt en de pensioenen waarvan de financiele en maatschappelijke houdbaarheidsdatum al lang zou zijn verstreken. Ik ben bang dat dit ook taal is die 'de man in de straat' niet zal begrijpen. Bedoelde hij hier nu echt dat door het verlagen van uitkeringen, het afschaffen van huursubsidie en het verlagen van pensioenen geld vrij gemaakt moet worden voor kennis en innovatie? Misschien was het wel de bedoeling dat de 'man in de straat' dit niet zou begrijpen.
Hoe dan ook, het academisch jaar is vandaag begonnen en het politiek reces is afgelopen. Vanaf vandaag is Leiden weer een beetje in haar gewone doen.

Tot ziens.

vrijdag 28 augustus 2009

Q&Q

Onlang vroeg iemand aan me of ik wist wat Q & Q was. Omdat ik geboren ben in 1961 hoefde ik daar echt niet lang over na te denken. Q & Q was een televisie-jeugdserie, uitgezonden in 1974 door de KRO waar wekelijks zo'n 4 miljoen mensen naar keken. De serie heeft zoveel indruk op me gemaakt dat ik nu 35 jaar later ook nog precies wist te vertellen waar de serie was opgenomen. Sommige dingen vergeet je niet meer

Nu in 2009 is er een nieuwe Q & Q in de maak. Dit najaar brengt de Avro een spannende Nederlandse jeugdserie op Nederland 3 genaamd 2012 Het Jaar Nul. Elke zaterdag zal er een aflevering worden uitgezonden van de serie, gemaakt door NL Film & TV, dat ook SpangaS maakt.

Het verhaal gaat ongeveer als volgt:
De Maya’s hebben 2012 altijd als een magisch jaar beschouwd waarin de wereld iets groots staat te wachten. Niemand weet alleen wat dat is. De voorspellingen zijn genoteerd in Maya codexen, die nog niet allemaal zijn gevonden. In de serie 2012 Het Jaar Nul vinden de hoofdpersonen de codex waarin wordt onthuld wat er staat te gebeuren.
De vondst wordt gedaan door amateurarcheoloog Peter Hellinga in Mexico. Vrijwel meteen wordt Peter belaagd. Hij neemt kleinzoons Hidde (Yannick van de Velde) en Twan (Bram Suyker) in vertrouwen. Mocht Peter iets overkomen, dan moeten zij de codex in veiligheid brengen. Het avontuur begint voor hun als op Schiphol alleen de bagage van hun opa aankomt, maar opa zelf op mysterieuze wijze is verdwenen. Samen met vriendin Masha en het mysterieuze Maya-meisje Felix gaan ze op onderzoek uit.

De opnames voor deze serie worden momenteel gemaakt. Voor een deel in Mexico, voor een groot deel in onze stad Leiden. Onlangs hebben we besloten om als gemeente een financiele bijdrage te doen van € 17.500 om een aantal extra locatieopnamen te maken. Leiden Marketing en het Rijksmuseum voor Oudheden deden hetzelfde. Daardoor krijgt de stad Leiden in de serie bijzondere aandacht.

Zoals ik deel uitmaak van de Q&Q generatie hoop ik nu dat er vanaf dit jaar ook een JaarNul generatie gaat ontstaan. Een generatie die over 35 jaar nog weet te vertellen dat deze serie in de binnstad van Leiden is opgenomen. Als mijn verwachting uitkomt weet ik zeker dat deze generatie de komende jaren de stad komt bezoeken om de leukste locaties uit de serie met eigen ogen te zien. Als dat zo is hebben we een geweldige investering gedaan met onze subsidie. Vanaf 10 oktober op tv.

Toen ik vanmorgen in de stad fietste waren ze al begonnen met de opnamen, dus hier alsvast een heel klein voorproefje.


Tot ziens.

donderdag 27 augustus 2009

Zomerstages

De serie van 8 zomerstages 2009 is achter de rug. 8 dagen lang stond ik letterlijk tussen de ondernemers uit de stad. 8 dagen lang heb ik u daarvan verslag gedaan. 8 dagen lang kreeg ik de gelegenheid om te zien waar men zoal mee bezig is en hoe wij als gemeente ervoor kunnen zorgen dat zij hun werk beter kunnen doen. Met die kennis ga ik vanaf maandag weer gewoon aan het werk. Ik ga als wethouder Economische Zaken de komende periode mijn best doen om te zorgen dat wij in onze besluiten nog beter rekening gaan houden met de belangen van de bedrijven in de stad. Gewoon omdat dat belangrijk is voor de stad en haar inwoners.
Vanmiddag waren de betrokken ondernemers van de zomerstages 2009 nog een keer bij elkaar. Fotograaf John Brussel maakte bij deze gelegenheid bovenstaande foto waarvoor ik hem bedank. Ik wil hem u niet onthouden al vind ik eigenlijk dat ik achter de ondernemers zou moeten staan. Ik ben de betrokken ondernemers zeer erkentelijk voor het feit dat ze bereid waren tijd vrij te maken om mij dat inzicht te geven. Ik kijk met veel genoegen terug op de stageperiode 2009.
Tot ziens.

Prokwadraat

Vandaag de achtste en tevens laatste zomerstage alweer. Een volle dag vandaag, bij Bart, Frank en Nanja van Prokwadraat Marketing en Events. Ze hebben een unieke kantoorplek middenin het oude centrum aan het Van der Sterrepad (ik moest even zoeken). Prokwadraat specialiseert in de toeristische sector en dan met name in vrijetijdsmarketing, evenementen en groepsarrangementen in de Leidse regio. Ik begrijp uit het enthousiaste gesprek met dit drietal dat hun organisatie vooral veel door bedrijven wordt benaderd die Leiden willen bezoeken. Prokwadraat vraagt naar de interesses of wensen van de groep, en bedenkt voor hen een onvergetelijk op maat gesneden dagje uit. De internetsite van Prokwadraat kan ik van harte aanbevelen.

Het daagt mij dat wát wij op dat stadhuis ook kunnen bedenken om meer bezoekers naar de stad te krijgen, het bedrijven als Prokwadraat zijn die de stad eigenlijk pas echt 'verkopen' en meer bezoekers binnen halen. En dat doen ze goed, want ze vertellen dat het, ook in recessietijd, prima loopt. Bezoeken aan de stad zijn eerder meer dan minder geworden. De vier Leidse bedrijfjes die zich met deze vorm van toerisme bezighouden zitten elkaar volgens de mensen van Prokwadraat niet echt in de weg.

Eigenlijk breng ik maar één van de drie stageopdrachten tot een goed einde, de stadswandeling. Ik moet een economische stadsrondwandeling bedenken onder de titel: ‘Bedrijven en Bedrijvigheid’. Best lastig, dus dat kost gewoon veel tijd. Van de overige twee opdrachten is niets terechtgekomen. Ter verdediging, we zaten zo aanstekelijk veel ideeën te bedenken dat de tijd voorblij vloog. Bovendien interviewde het Leids Dagblad me ook nog een uur en toen kwamen de eerste gasten om die stadswandeling van mij toch echt te gaan lopen.

Gewapend met paraplu’s, die we achteraf niet nodig hadden gelukkig, gingen wij op weg. De bedrijven die mij zo vriendelijk hadden ontvangen de afgelopen weken, waren nu mijn gast en liepen mee de stad in. Niet linea recta naar het Bio Sciencepark, zoals één van hen snedig opmerkte, maar wel een eind die kant uit – ik kon dat onderwerp uiteraard niet laten liggen!

Via een route van 2,6 km. kwamen we uiteindelijk bij Dok 2 aan het einde van de Haarlemmerstraat. Daar was gelegenheid om het glas te heffen en na te praten over de zomerstage 2009.

Tot ziens.

woensdag 26 augustus 2009

Van Oerle

Vandaag was het alweer de een na laatste zomerstage bij Van Oerle Nettpro, een bedrijf in schoonmaak en dienstverlening. Dat betekende voor mij wel half vijf ’s ochtends mijn bed uit, maar eigenlijk ging dat best goed. Tegen vijf uur was ik keurig present bij het pand van SportCity. Daar hielp ik het Van Oerle Nettpro-team met het reinigen van het pand, voordat de eerste klanten op de loopband stappen.

Ik trof er een goed sfeertje aan. Al pratend met de collega’s viel het me op dat die het schoonmaakwerk vaak combineren met een andere baan, een studie of de kinderen. Sommigen doen naast een full-time baan die ‘paar schoonmaakuurtjes’ er gewoon bij. Het overgrote deel van zijn 200 medewerkers is dan ook parttimer, vertelde directeur Ivo van Oerle me later.
Om 6.45 uur werd ik door glazenwasser Robert meegenomen naar restaurant City Hall. Al ramenlappend vertelde de geboren en getogen Leienaar trots over zijn stad. In één uur wist ik alles wat hij belangrijk vindt dat er gebeurt, of nog moet gebeuren in de stad. Zo positief, een verademing. Ik heb nooit begrepen waarom sommige mensen, zeker in de politiek, altijd zo de nadruk leggen om dingen die niet goed gaan in de stad. Dat er veel goed gaat, of dat we gewoon trots mogen zijn op onze stad, blijft daardoor soms teveel onderbelicht. Motiverend hoor, om iemand zo trots over zijn stad te horen praten. Intussen blonken de ramen bij City Hall ook weer en nam directeur Ivo van Oerle me onder zijn hoede.

In een lastige markt waarin met name de kostprijs vaak de doorslag geeft, houdt Ivo zijn bedrijf als sinds 1994 staande door niet in die vechtprijzen mee te gaan. In plaats daarvan biedt hij zijn klanten oplossingen, zorgt hij goed voor z'n mensen (zeggen ook de medewerkers) en blijft hij de problemen vóór. Zo handhaaft hij zich goed en merkt hij ook weinig van de recessie.

Wat ik wel van Ivo hoor, en daar heeft hij een punt, is dat de Europese aanbestedingsregels te ingewikkeld zijn. Hij is van mening dat, zelfs als de Leidse gemeente een aanbesteding doet, een organisatie als de zijne daar niet eens meer op inschrijft. Bedrijven die het op papier goed in orde hebben wordt de aanbesteding gegund. Grote kans is, dat deze niet de uitvoering en service bieden die een kleinere organisatie wel zou kunnen. Deze kritiek hoor ik steeds vaker. Ik kon hem melden dat er al plannen waren om hier iets aan te doen. In het najaar organiseren wethouder Gerda v.d. Berg en ik namelijk een bijeenkomst voor Leidse ondernemers met als doel ze beter wegwijs te maken in aanbestedingsrondes.

Aan het eind van het bezoek krijg ik in plaats van de ondernemer nog even een gepassioneerde man te zien zodra het onderwerp Hockeyvereniging Roomburg valt. Ivo blijkt van jongs af aan sporter in hart en nieren te zijn en vertelt bewogen en heel betrokken over die club, waarvan hij hoofdsponsor is. Hij heeft grote ambities voor de toekomst van zijn club en wil zich daar aktief voor inzetten. Hij is bereid om naast het leiden van z'n bedrijf heel veel vrije uurtjes in de club te investeren om die ambities waarheid te maken.

Morgen alweer de laatste stagedag. Dan neem ik een kijkje in de toeristische sector bij Prokwadraat Marketing en Events. Zij specialiseren in vrijetijdsmarketing, evenementen en groepsarrangementen in de Leidse regio. Ik mag een stadswandeling bedenken die ik morgenmiddag ook ga begeleiden. Wilt u meelopen? Dat kan vanaf 1600 uur vanaf Prokwadraat, Van der Sterrepad 2 te Leiden. Na afloop kunnen we onder het genot van een drankje en een hapje wat napraten over de stage-ervaringen.

Tot ziens.

Nachteconomie

dinsdag 25 augustus 2009

Marathonbureau

Op de 6e dag van mijn zomerstage was ik vandaag te gast bij een echte non-profit onderneming op sportgebied. Vanmiddag werd ik door Tjeerd en Mok Scheffer en Astrid Bol meegenomen in de wereld van het Marathonbureau. Dit bureau is een stichting die naast de genoemde professionals bestaat uit een groep van zo'n 850 vrijwilligers. Zij zijn met elkaar het hele jaar bezig voor die ene dag waarop de Leiden Marathon plaatsvindt.

Ik viel meteen met mijn neus in de boter door aan te mogen schuiven bij een lunch van de hoofdsponsors van de Leiden Marathon. Dit keer bij een van de sponsors het Leidse bedrijf NEM. Eigenlijk voelde ik me goed thuis, de gemeente is immers zelf ook sponsor. Het was interessant om van de bedrijven zelf te horen waarom ze het zo zinvol vinden sportevenementen als deze te sponsoren. Voor een belangrijk deel komt dat toch neer op het imago dat ze graag willen uitstralen. Maar ook het feit dat de Leiden Marathon een ambitieuze organisatie is die veel aandacht besteed aan de sponsors speelt een rol. Een aantal sponsors levert hun bijdrage overigens in natura. Zo ook het marketingbureau Akron dat eind van de middag zijn ontwerpen voor het nieuwe beeldmerk van de marathon in 2010 presenteerde. Ik ga hier natuurlijk niet verklappen hoe dat eruit komt te zien. We hebben verder een interessante discussie gehad over de promotiecampagne voor de komende marathon en de rol van internet daarbij.

Na de lunch spraken we in het kantoor van het Marathonbureau vooral over het ontwikkelen van de route in de toekomst. Ik heb het dan niet over de marathon van 2010, maar wel over die van de komende jaren. Invloeden zoals de aanleg van de RijnGouwelijn bijvoorbeeld, hebben direct consequenties voor de looproute. Maar ook een groeiend aantal lopers kan knelpunten in het parcours opleveren, die zijn er zelfs nu al. Als regelmatige deelnemer ken ik die punten ook. Ter sprake kwam hoe je dit zou kunnen oplossen. Het uitdenken van volledig andere routes werd daarbij niet geschuwd. Samengevat, er zijn voortdurend ontwikkelingen waarop het Marathonbureau creatief en oplossingsgericht inspeelt. Daarbij is een ding zeker: er zijn flinke ambities om te groeien naar meer deelnemers maar daarbij staat steeds voorop dat de Leiden Marathon de gezelligste marathon van Nederland moet blijven waar vooral de loper centraal staat.

Later in de middag namen we de jaarplanning met alle activiteiten door. Die jaarplanning beslaat zo'n 12 m2 muur in het marathonbureau(zie foto). Onder de indruk van de enorme klus die deze mensen met zijn allen ieder jaar weer klaren, verliet ik het Marathonbureau.

Vanavond maar eens vroeg naar bed.

En morgen voor dag en dauw op, want om 05.00 u. start ik bij Van Oerle Nettpro om er alles te leren over het schoonmaakvak. Zij leveren reiniging en dienstverlening onder het devies: ‘Helderheid voor alles’. Of ik op dat tijdstip ook zo helder ben…? We gaan een poging wagen in ieder geval.

Tot morgen dus.

maandag 24 augustus 2009

Hart voor de Zaak

Vandaag liep ik mijn 5e zomerstage bij Hart voor de Zaak, specialisten op het gebied van marketing- en communicatiestrategieën voor bedrijven. De naam Hart voor de Zaak past wat mij betreft uitstekend, want uit alles wat ik tijdens mijn stage heb gezien blijkt de diepe betrokkenheid die dit bureau bij ‘haar’ klanten heeft. Een klein (20 medewerkers) maar wendbaar en een beetje brutaal bureau met een verassend klantenbestand. Een bureau waar 6 jaar lang de landelijke CDA campagne tot stand gekomen is heeft natuurlijk iets bijzonders.

Ramses Braakman, algemeen directeur, vertelde me dat Hart voor de Zaak weinig merkt van de economische recessie. Dat zou wel eens veel te maken kunnen hebben met het feit dat men streeft naar duurzame relaties met klanten en vooral op zoek is naar maatwerkoplossingen. Deze combinatie levert een loyale klantenkring op en dat maakt dit bedrijf economisch minder afhankelijk. Daarbij richt het bedrijf zich alleen op de creatieve aspecten van het vak en laat men realisatie over aan gespecialiseerde bedrijven zoals drukkerijen etc. Ramses ziet juist in deze tijd ook kansen. Bedrijven die het moeilijk hebben, kunnen Hart voor de Zaak ook vragen mee te denken over besparingen op de huidige communicatiestrategie.

Een van de zaken waar de mensen van Hart van de Zaak momenteel aan werken is een nieuwe huisstijl voor de Zorgacademie Leiden, een gezamenlijk initiatief van de drie grote opleidingsinstituten in de stad. Deze slaan de handen ineen om het aantal opleidingsplaatsen in de zorg te vergroten en samenhang aan te brengen in de verschillende opleidingen. Ik ging mee naar deze klant voor een presentatie van het nieuw bedachte concept, dat enthousiast werd ontvangen.

Vervolgens lunchten we met alle medewerkers van het bureau aan één tafel. Dat kom ik bij de creatieve bedrijven vaak tegen. Dat zou ik in het stadhuis ook meer willen promoten! Goed voor de sfeer en de onderlinge verbondenheid. Je hoort nog eens andere dingen van je collega’s dan alleen de zakelijke onderwerpen. Allerlei interessante gespreksstof ging over tafel.

Na de lunch schoof ik bij zelfstandig bedrijfsonderdeel Spreadit aan. Spreadit houdt zich vooral bezig met elektronische media en de vraag hoe bedrijven zich beter zichtbaar kunnen maken op intertnet. Men had zich gebogen over mijn aanwezigheid op het web. Daar bleek nog ruimte voor verbetering te bestaan, met name bij het onderdeel ‘hoe breng ik deze weblog onder de aandacht bij de gewenste doelgroepen’. Daar ga ik de komende tijd iets mee doen.

Ik eindigde deze zomerstage met een discussie over de manier waarop we in Leiden Huis van de Sport in de markt zouden kunnen gaan zetten. Een goede discussie over een belangrijk onderwer

Gewapend met een documentatiemap en een aantal welkome adviezen, nam ik afscheid, mij voornemend er later nog eens rustig naar te kijken.

Morgen wordt er weer hardgelopen, tenminste dan ga ik praten met de mensen die de gezelligste marathon van Nederland organiseren, de Leiden Marathon . Even op de website Leiden Marathon gespiekt: volgend jaar valt hij op 16 mei dus, vrijhouden die datum.

Tot ziens.

vrijdag 21 augustus 2009

Sligro

Op de 5e dag van mijn zomerstage was ik vandaag bij de Leidse vestiging van Sligro, een zelfbedieningsgroothandel voor de zakelijke afnemers, voornamelijk de professionele horecaondernemers. 5 sterrenhotel of snackbar om de hoek, allemaal komen zij aan de Rooseveltstraat hun professionele boodschappen doen. Als je een cafe, restaurant of hotel wilt beginnen kun je hier behalve het gebouw, zo'n beetje alles krijgen. Tafels, stoelen, keukenapparatuur, servies, en werkelijk bijna alles op het gebied van eten en drinken kun je hier krijgen. Ik heb werkelijk mijn ogen uitgekeken hoe vestigingsdirecteur Arno de Jong met zijn team van ruim 40 medewerkers de horeca in de Leidse regio weet te voorzien van ruim 70.000 artikelen in de food en nonfoodsector. Dit bedrijf is in veel opzichten anders dan andere bedrijven.

Daar waar de grote supermarkten elkaar momenteel beconcurreren door de winkels met steeds jonger personeel te bevolken, zijn het bij Sligro nog steeds de ervaren vakmensen die de klanten bedienen. In dit bedrijf zijn het bakkers, slagers, poeliers, groentenmannen, versspecialisten en slijters die elke dag weer hun waren aan de man brengen. Zij vormen de gesprekspartners voor de professionele horecaklanten die met minder geen genoegen nemen. Tijdens mijn zomerstage heb ik ze vandaag ook allemaal gesproken en mocht ik hier en daar een handje helpen.

Ook kent Sligro geen prijzenoorlog of recessie. Hier geen verkoop onder de kostprijs en geen dalende omzetcijfers. Anders dan ik vooraf had verwacht is de omzetgroei van deze Leidse vestiging de afgelopen jaren gewoon doorgegaan. Een opmerkelijk gegeven dat volgens mij ook een aardige graadmeter is voor de horeca in de regio waar Sligro immers zo'n 30% marktaandeel heeft.

Tussen alle bedrijven door kwam natuurlijk ook de relatie met de gemeente aan de orde. We spraken over zaken als ruimte voor toekomstige uitbreiding, problemen met bereikbaarheid, opknappen van het bedrijventerrein, samenwerking met toezichthouders en regels voor horecabedrijven.

De Sligrovestiging in Leiden maakt deel uit van een landelijke organisatie met zo'n 45 vestigingen, verdeeld over het gehele land. Het hoofdkantoor is gevestigd in Veghel. Eigenlijk had ik verwacht hier een sterk centraal aangestuurde groothandelsorganisatie aan te treffen, maar niets is minder waar. De lokale vestigingsdirecteuren hebben veel vrijheid om te ondernemen. In Leiden doet men dat vooral door veel verantwoordelijkheid te leggen bij de uitvoerders op de werkvloer. Ondanks alle computerplansystemen zijn het hier de medewerkers in de winkel die op grond van wat ze van hun klanten horen bepalen hoeveel biefstukjes of zalmfilets men voor de volgende dagen moet bestellen. In een slim systeem van onderlinge competitie hebben de medewerkers zonder uitzondering een drive om het de volgende keer nog beter te doen. Uiteindelijk levert dat tevreden medewerkers op (het ziekteverzuim ligt net boven de 3% en het verloop is minimaal) en mooie bedrijfsresultaten.

Die competitie speelt overigens in de onderneming een belangrijke rol. De verschillende vestigingsdirecteuren leveren een voortdurende strijd om de mooiste omzet per medewerker of per vierkante meter winkelvloeroppervlak. Want uiteindelijk gaat het in deze sector natuurlijk ook gewoon om geld verdienen. Een gat in het plafond van de vestigingsmanager met daarnaast de datum 23 december en een groot bedrag is een tastbaar bewijs voor dit alles. Het gat markeerde de plek waar ooit een champagnekurk door het dak ging om het zoveelste omzetrecord te vieren. Na een dag in deze vestiging weet ik zeker dat alle medewerkers erbij waren toen die kurk van de fles ging want bij Sligro werkt men samen en deelt men successen.

Aanstaande maandag ben ik te gast bij Hart voor de Zaak, marketing en communicatiespecialisten.

Tot ziens.

donderdag 20 augustus 2009

Studio America

Voor de derde keer deze week word ik hartelijk ontvangen bij een bedrijf dat de agenda speciaal voor mijn zomerstage volledig heeft schoongeveegd. Ik vind dat heel bijzonder!. Ik was niet alleen, want een journalist van het Leids Nieuwsblad liep gezellig mee.

Oprichter André America en echtgenote Anita ontvingen ons in het opvallende pand van Studio America in de Merenwijk. Het ligt mooi, langs het spoor naast de brandweerkazerne. 33 jaar geleden samen begonnen met een zeefdrukkerij in de Leidse binnenstad. Langzaam maar zeker specialiseerden ze in digitaal printwerk en nu zijn er 12 mensen in dienst, die allemaal trots kunnen zijn op de mooie producten die ze maken.

Gisteren noemde ik Studio America een bedrijf uit de grafische sector. Dat klopt wel, maar ik weet nu ook dat dit bedrijf veel meer is dan een gemiddeld grafisch bedrijf. Ze zijn vooral erg vindingrijk in het aanbrengen van kleur, beeld of tekst op de meest uiteenlopende materialen of dragers. Ze zijn eigenlijk ondernemers in idee-realisatie. Als je binnenloopt bij Studio America waan je meteen in een soort ‘reclameland’. Overal liggen, staan of hangen voorbeelden van displays. Zelf mocht ik vandaag meewerken aan een mooie opdracht van het ministerie van Financiën. We maakten een perswand, een soort achtergrond waar de minister vóór staat als hij wordt geïnterviewd voor tv. (zie foto boven)

Studio America is een van die bedrijven die wel degelijk flink last heeft van de economische recessie. In de hele marketing- en reclamesector is dat immers het geval. Aan de andere kant zijn ze door hun creativiteit en eigen stijl van werken in staat om een meerwaarde te bieden in vergelijking met andere aanbieders. Dat is in deze tijd veel waard. De grote groep vaste klanten heeft daar zeker voordeel bij.

Onder het motto ‘wie niet sterk is moet slim zijn’ nam Studio America het initiatief een samenwerkingsverband aan te gaan met zo'n 20 gelijksoortige bedrijven in economische centra in de hele wereld. Ze noemen zich de GIGA-group. Een slimme manier om als relatief klein bedrijf met hulp van internationale GIGA-collega’s toch grote internationale klanten te kunnen bedienen.

Over een ding verbaasde ik me vandaag. Studio America heeft aan de voorgevel een lichtreclame met de naam van het bedrijf. Men vertelde me dat hiervoor per jaar 450 euro precariobelasting aan de gemeente verschuldigd is. Dat heeft te maken met het feit dat de letter een paar centimeter uitsteken. Hier ga ik toch nog eens naar kijken.

Morgen, vrijdag, loop ik de laatste stage van deze week bij groothandel in eten en drinken: Sligro. Die heeft een slordige 70.000 artikelen in het assortiment. Aan het eind van de stagedag mag ik een kleine proeve van warenkennis afleggen op de Wijn en Spijsafdeling. Dat wordt nog een hele kluif.
Tot ziens.

Reces(5)

woensdag 19 augustus 2009

Runnersworld

Vandaag liep ik tijdens mijn bedrijfsstage mee met Peter Veldhuijsen, eigenaar van een mooie Runnersworld winkel in de knusse Leidse Burgsteeg, midden in het centrum. Dat hij en zijn team van hun passie – het hardlopen - hun werk hebben gemaakt was meteen duidelijk.
Kom je als klant voor een paar schoenen bij Runnersworld, dan wordt daar alle tijd voor genomen. Wat je er koopt is vooral advies, gebaseerd op de eigen lopersachtergrond, en daar krijg je de spullen bij. Het team weet uit ervaring wat goed is voor de klant en die stelt dat op prijs. 60% is er dan ook al eerder geweest. Runnersworld kent zijn meeste klanten goed, en heeft daardoor een goede concurrentiepositie ten opzichte van de andere, vaak grotere sportzaken in de stad. Runnersworld drijft op zijn vaste klanten, en voor hen wordt het vuur dan ook letterlijk uit de sloffen gelopen.

Behalve over de eigen zaak hebben Peter en ik gesproken over ondernemersklimaat in de binnenstad. Daarbij ging het natuurlijk over de bereikbaarheid van de binnenstad en de koopzondag. Op zondag is zijn winkel niet open. Groot gelijk: dan loopt hij namelijk zelf hard. Klanten hebben daar begrip voor, dat doen ze zelf ook.

We werden het erover eens dat de gemeente ervoor moet zorgen dat de bereikbaarheid van de binnenstad gewaarborgd blijft. Aan de andere kant kwamen we samen ook tot de conclusie dat de winkeliers ook kunnen bijdragen aan het imago van de stad door de bereikbaarheid niet altijd maar negatief te blijven benadrukken.

Even rekenend kwamen we er grofweg op uit dat er zo’n 8.000 mensen in Leiden hardlopen. Als wethouder sportzaken - en hardloper -doet me dat goed. Het is ook al lang niet meer die typische mannensport van vroeger, het aantal mannen en vrouwen is nagenoeg gelijk. Ook alle bevolkingsgroepen zijn erin vertegenwoordigd. Geen wonder dat de Singelloop en de Leidse Marathon ieder jaar toenemen in succes.

Vanwege die populairiteit is Runnersworld al weer zo’n bedrijf waar de crisis blijkbaar geen vat op heeft.

Ik heb er een aangename middag doorgebracht.

Van het midden en kleinbedrijf ga ik morgen naar de grafische sector. Morgen ga ik naar de duizendpoot op het gebied van spectaculair groot drukwerk: Studio America. De website (http://www.america.nl) is veelbelovend.

Tot morgen.


Reces(4)

dinsdag 18 augustus 2009

Apotex

Leiden helpt Nederland van hoofdpijn af, zoveel is me vandaag duidelijk geworden tijdens mijn eerste van een serie zomerstages bij Leidse bedrijven. Ik was vandaag bij Apotex, (voorheen Katwijk Farma) te vinden op het Bio Science Park in Leiden. Het in 1914 opgerichte familiebedrijf kwam in 2004 onder de vleugels van de internationale farmaceutische Apotex group. Vanmiddag hielp ik ze ‘pillen draaien’.

Als het aan Ben Haneveld, algemeen directeur van Apotex Nederland ligt, helpen ‘zijn’ paracetamoltabletten heel Nederland van de hoofdpijn af. Hij levert er namelijk zo’n slordige 500 miljoen per jaar. Een kleine glimlach ontbreekt niet als hij daarnaast meldt dat de vraag naar Paracetamol vooral de laatste tijd flink stijgende is. De komende grieppandemie is in dit opzicht in het Leidse Biosciencepark eerder een kans dan een bedreiging. Ik sprak met hem in zijn kantoor in het schitterende, door het bureau van Marius Ballieux ontworpen bedrijfspand (zie foto), hetzelfde architectenbureau als die van het Huis van de Sport.

Naast paracetamol levert Apotex nog tientallen andere medicijnen. Met 200 medewerkers, waaronder veel Katwijkers, is het de enige geneesmiddelenproducent met productie in Nederland. Maar Apotex is wel een van de grootste productiebedrijven van het Bio Science Park.

Uitgedost met badmuts en slofjes kreeg ik een rondleiding door de indrukwekkende productiestraten. Alles kwam ik tegen, van grondstof tot doordrukstrips, bijsluiters en verpakkingen. Nog nooit zoveel ‘para’, zoals paracetamol hier in de wandelgangen heet, bij elkaar gezien.

In het lab kleedde ik me voor een tweede keer om. Dit maal in een witte jas en beschermende bril. Ik hielp testen met infrarood monsters van de stof acetylsalicylzuur (het aspirientje). Bewonderend heb ik gekeken naar de toewijding waarmee de analisten dit nauwgezette controlewerk uitvoeren.

Het was goed vanmiddag te horen dat organisaties elkaar op het Bio Science Park ook weten te vinden. Apotex werkt namelijk met leerlingen of stagiaires afkomstig van de Hoge School Leiden. Bijzondere testen besteedt men uit aan collega-laboratorium ProxyLaboratories, een collegabedrijf in het Bio Science park.

Nog vol van alle indrukken heb ik afscheid genomen van dit mooie bedrijf waarin ik vanmiddag een combinatie zag van een gezonde zakelijke insteek en een warme betrokkenheid.

Mijn tweede stage is morgen bij Runnersworld, naar eigen zeggen dé winkel voor elke hardloper. Daar loop ik, mag duidelijk zijn, persoonlijk zeer warm voor! Ik laat mijn stropdas daarom thuis en spoed mij morgen in vrijetijdskleding naar de Burgsteeg.

Tot ziens.

maandag 17 augustus 2009

Half werk

Als wethouder Sport ben ik een groot voorstander van sportvoorzieningen in de wijken. Mooie laagdrempelige plekken waar jonge mensen kunnen sporten zonder dat ze direct ook lid moeten worden van de plaatselijke sportvereniging. U kent ze wel de voetbalkooien en basketbalveldjes. Zeker tijdens de zomervakantie erg in trek bij de jonge sporters. De veldjes hebben ook een nadeel, als ze echt populair zijn dan kunnen ze ook de nodige geluidsoverlast voor de wijk veroorzaken. Een oplossing daarvoor kan wat mij betreft gevonden worden in het aanleggen van meer veldjes waardoor niet iedereen gebruik van dezelfde voorziening hoeft te maken.

Onlangs kreeg ik een verslag onder ogen van een wijkbijeenkomst in een Leidse woonwijk. Aanwezig waren zo'n 50 buurtbewoners om te praten over een plan van de gemeente om een nieuw basketbalveldje aan te leggen. De 50 bewoners waren mordicus tegen. Het nieuwe veldje zou immers jongeren van buiten de wijk aantrekken en overlast veroorzaken. Bovendien zouden er onder leiding van een jongerenwerker wedstrijden georganiseerd worden en dat wilde men al helemaal niet. Volgens de bewoners waren alle kinderen in de wijk lid van een sportvereniging en was er helemaal geen behoefte aan sportvoorzieningen in de wijk. De vertegenwoordiger van de gemeente die een moedige poging deed om de bewoners te overtuigen kon rekenen op hoon uit de zaal.

Het compromis dat uiteindelijk uit de bus kwam was een half basketbalveld, dus met 1 basket. Wat mij betreft een halve voorziening. Typisch iets dat is bedacht door mensen die zelf niet sporten. Jammer dat er niet meer jongeren aanwezig waren tijdens de betreffende buurtbijeenkomst.

Tot ziens.

donderdag 13 augustus 2009

foto's

Een van de gemeentelijke afdelingen die tijdens het zomerreces gewoon doordraaien is de afdeling Burgerzaken. U weet wel die afdeling waar je bijvoorbeeld terecht kunt voor een nieuw reisdocument. In de vakantietijd maakt men daar overuren om aan de vraag te kunnen voldoen. Ondanks alle digitale ontwikkelingen zijn bij het aanvragen van een dergelijke document nog steeds een paar ouderwetse pasfoto's vereist. Voor het maken van die pasfoto's zijn onze inwoners afhankelijk van een aantal commerciele aanbieders.

Voor die aanbieders is het maken van pasfoto's blijkbaar een interessante handel. Dat viel me vorige week al op toen ik merkte dat er een nieuwe fotograaf was gevestigd recht tegenover de ingang van het stadhuis. Die zit daar natuurlijk niet zomaar.

Nog erger was het toen ik vanmorgen het stadhuis binnenkwam en daar vlak voor de deur een fiets met aanhanger aantrof met daarom een reclamebord van een concurrerende fotograaf uit de Breestraat.

Ik ben benieuwd welke stap de betreffende ondernemers nu nog zullen bedenken om de aandacht van de potentiele klant te trekken.
Tot ziens.

zaterdag 8 augustus 2009

Regie

Het komt niet zo vaak voor dat ik reageer op een van de talrijke discussies op de site van de PvdA in Leiden. Vandaag heb ik daarop een uitzondering gemaakt. Het ging over het programma 'Regie op Maat' waarvoor ik als wethouder verantwoordelijkheid draag. Om precies te zijn ging het over de verzelfstandiging van de gemeentelijke afdeling Stedelijk Beheer. De intergrale tekst van mijn reactie treft u hieronder aan.

Met stijgende verbazing heb ik kennis genomen van de stortvloed aan reacties op deze site met betrekking tot het voornemen van het college om de afdeling Stedelijk Beheer om te vormen in een NV Beheer Openbare Ruimte. Wat ik mis in die reacties is het belang van de inwoners van de stad, terwijl dat toch de mensen zijn waarvoor ik als wethouder aan het werk ben. Als lid van het college zet ik niet snel de stap om op dergelijke discussies te reageren, zeker omdat besluitvorming over dit onderwerp nog niet is afgerond. Gezien de richting waarin deze discussie nu opgaat, lijkt het mij echter ook niet langer verantwoord om niet te reageren. Als PvdA wethouder neem ik daarom de vrijheid tot de volgende reactie op de site van mijn eigen partij. Daarbij zal ik niet ingaan op alle vermoedens, speculaties en zogenaamde feitelijkheden zoals ze in ruime mate in de reacties voorkomen. Daarvoor zijn ze veel te talrijk of de moeite van het reageren niet waard. Ook zal ik niet ingaan op suggesties als zou ik als wethouder in het zadel gehouden moeten worden. Zij die mij kennen weten dat ik allang zelf mijn conclusies zou hebben getrokken als dat zo was. Zij die de betreffende uitlatingen doen beroepen zich vooral op beeldvorming en niet op feiten. Over deze zaken leg ik graag op een ander moment verantwoording af, zij het voor de gemeenteraad, zij het voor de ledenvergadering van de PvdA. Ik zal me in deze reactie dus beperken.

Eerst maar eens even de feiten op een rijtje. In tegenstelling tot wat geschreven wordt, is er bij het voornemen van het college geen sprake van privatisering in die zin dat we nu alles naar de vrije markt gaan brengen. De voorgestelde NV is immers een overheids NV waarbij de rol van aandeelhouder komt te liggen bij de colleges van de deelnemende gemeenten. Deze aandeelhouders zijn daardoor altijd verantwoording verschuldigd aan de democratisch gekozen gemeenteraden. Elke suggestie dat wij ons (en onze mensen) overleveren aan de markt is dus echt onzin. De omvorming tot een overheids NV is een stap die vele gemeenten in Nederland voor ons succesvol hebben gezet.

Door deze werkzaamheden onder te brengen in een overheids NV ontstaat de mogelijkheid om dit werk samen met een aantal buurgemeenten zoals Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest te organiseren. Doen we dit niet dan is de kans groot dat de betreffende gemeenten voor hun werk de komende jaren de overstap naar de markt zullen moeten maken, dus wel echt privatiseren. Veel andere gemeenten uit de regio hebben deze stap de afgelopen jaren immers al gezet. Bovendien zal de schaal waarop Leiden de werkzaamheden uitvoert dan definitief beperkt worden tot het grondgebied van de eigen stad. Gezien de ontwikkelingen in den lande is deze omvang volstrekt onvoldoende om uitvoering in eigen beheer op termijn betaalbaar te houden. Als we nu geen stappen zetten is echte privatisering in de toekomst onvermijdelijk waarbij we, veel meer dan nu, afhankelijk zullen worden van de markt. Bovendien is het voor Leiden in meerdere opzichten van strategisch belang om de samenwerking met de buurgemeenten te zoeken. Doen we dat niet dan zullen nieuwe samenwerkingsvormen rondom de stad ontstaan die vooral tegen de belangen van Leiden werken. Voorbeelden daarvan hebben we in het verleden ook gezien. De samenwerking in de NV Beheer Openbare Ruimte is dus ook van groot strategisch belang.

Voor Leidse ambtenaren die overgaan naar de nieuw te vormen NV worden met betrekking tot arbeidsvoorwaarden afspraken gemaakt tussen de gemeente Leiden en de vakbonden. Het college is bereid garanties af te geven dat de rechten van het huidige personeel gerespecteerd worden tot hun pensioendatum en zelfs daarna. Tijdens verschillende bijeenkomsten met de medewerkers heb ik daarom gezegd dat de verzelfstandiging niet over de ruggen van het zittende personeel zal gaan. Daar blijf ik bij. Uiteindelijk is het aan de bonden om te beoordelen of we dat ook waarmaken. Tot nu toe verliepen de onderhandeling over deze arbeidsvoorwaarden ook in de ogen van diezelfde bonden positief. De aanzienlijke financiële voordelen van de NV vorming zitten vooral op lange termijn doordat nieuw aan te nemen personeel onder een nieuwe en goedkopere cao komen te werken. Dat is overigens nog steeds een hele fatsoenlijke cao die ook voor de reinigingsdiensten in veel andere steden van toepassing is en daar ook door de grote bonden van overheidspersoneel akkoord is bevonden. Uit contacten met de betreffende medewerkers weet ik dat vooral het feit dat men de ambtelijke status kwijt raakt, heel gevoelig ligt. Ik begrijp dit, de medewerkers ontlenen aan deze status immers het een gevoel van veiligheid, geborgenheid en rechtszekerheid en dat is belangrijk voor ze. Echter ook zonder de NV-vorming worden de risico’s op termijn alleen maar groter.

Een lager kostenniveau is op termijn van belang om ervoor te zorgen dat de inwoners van Leiden niet veel meer betalen voor dezelfde diensten als inwoners van vergelijkbare steden in Nederland. Op dit moment zitten we qua kostenniveau in vergelijking tot de rest van Nederland al in de top. Zo is de inconveniëntenregeling voor de Leidse ambtenaren zelfs de duurste van Nederland. Ik gun dat onze mensen best en blijkbaar hebben ze in het verleden slim onderhandeld met het gemeentebestuur. Daarom pakken we ook deze regeling niet van de huidige medewerkers af, maar we moeten wel maatregelen nemen om hier voor de toekomst verandering in te brengen.

Bij de gemeente Leiden werken momenteel ongeveer 1700 medewerkers. Uitgedrukt in het aantal ambtenaren per 1000 inwoners vervullen we in Nederland een koppositie. Het feit dat veel uitvoerende diensten in Leiden in eigen beheer uitgevoerd worden, maakt de organisatie buitengewoon log en complex. In de dagelijkse praktijk is de druk van de uitvoeringstaken op de politieke agenda zo groot dat er onvoldoende tijd en aandacht is voor de grote vraagstukken met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van de stad. Daarnaast is er binnen de Leidse bestuurscultuur grote politieke betrokkenheid bij dergelijke uitvoeringstaken waardoor er van sturen op hoofdlijnen niet altijd sprake is. Wat de gevolgen zijn van politieke aansturing van uitvoeringsdiensten moge duidelijk zijn uit de voorbeelden die iemand als ‘Dessert Eagle’ beschrijft in zijn brief van 19 juli, maar zoals zijn verhaal heb ik er de afgelopen periode veel meer gehoord en ook van niet anonieme bronnen. Die verhalen geven allemaal aan dat door een groot aantal achtereenvolgende bestuurders politieke beslissingen zijn genomen die vanuit een logische bedrijfsvoering niet altijd begrijpelijk zijn. Het gevolg is dat onze inwoners duurder uit zijn voor minder kwaliteit. Naar mijn mening hebben ook de medewerkers van deze dienst recht op een directeur die niet voor elke beslissing afhankelijk is van de grilligheid van de politiek, maar die over voldoende bevoegdheden beschikt om de noodzakelijke beslissingen tijdig te kunnen nemen.

Met het oog op de komende verkiezingen maken de politieke partijen momenteel allemaal hun nieuwe programma’s met daarin hun plannen voor de stad. Partijen verschillen daarbij over de koers die het toekomstig gemeentebestuur zou moeten varen. De partijen die na de verkiezingen de meerderheid van de stemmen krijgen, hebben daarbij ook de verantwoordelijkheid om hun denkbeelden snel om te zetten in nieuw beleid voor de stad. Daar hebben de kiezers recht op. Daarbij is een slagvaardige en daadkrachtige gemeentelijke organisatie van groot belang. De huidige complexe organisatiestructuur van de gemeente Leiden maakt het bijna onmogelijk om binnen een acceptabele termijn te komen tot een daadkrachtige uitvoering van nieuw door de raad vastgesteld beleid. Daarmee komt volgens mij een belangrijk democratisch principe in gevaar. Ik heb de afgelopen 3 jaar zelf mogen ervaren hoe lastig het is om uitvoering te geven aan nieuw beleid van de gemeenteraad. Het huidige (en vorige) college werkt daarom met kracht aan een programma ‘Regie op Maat’ dat tot doel heeft om tot een flexibele en daadkrachtige organisatie te komen. Daar zullen we binnen deze collegeperiode de vruchten niet meer van plukken, maar het zal de toekomstige bestuurder de mogelijkheid geven om veel beter dan nu in te spelen op de complexe vraagstukken waar de gemeente mee te maken krijgt. De NV Beheer Openbare Ruimte is een belangrijk project van het ‘Regie op Maat’ programma. Het is van groot belang dat we hiermee doorgaan, maar zoals ik eerder schreef, niet over de ruggen van de zittende medewerkers. Daar sta ik voor.

Marc Witteman