Dit voorjaar heeft het Kabinet bekend gemaakt in welke 40 wijken in Nederland de sociale problematiek zo groot is dat extra steun vanuit het rijk noodzakelijk is om deze wijken er weer bovenop te helpen. Leiden prees zich toen gelukkig niet in de ‘prijzen’ van de prachtwijken te vallen; dankzij de aanpak in onze wijkontwikkelingsplannen ging het blijkbaar goed met onze wijken!
Inmiddels is het Kabinet door gegaan met het maken van plannen voor deze 40 wijken. Daarvoor is veel geld nodig en men heeft zich nu voorgenomen om dit geld te halen uit de reserves van de woningcorporaties. Daarover is nu, ook binnen onze stad, een flinke discussie ontstaan.
Heffingen aan woningcorporaties hebben een lange voorgeschiedenis. Ik zal u daar niet lastig mee vallen. Feit is wel dat de corporaties in het algemeen vaak het verwijt kregen teveel op de centen te zitten en te weinig aandacht hebben voor de problemen in de oude wijken. Inmiddels is naar mijn mening en in ieder geval in onze stad een kentering zichtbaar. Uit alle evaluaties blijkt dat door het beleid in de aandachtswijken resultaten geboekt worden. De variatie aan woningen neemt toe, de leefbaarheid verbetert en mensen komen weer aan het werk. De woningcorporaties hebben zich ontwikkeld en nemen in de steden volop deel aan dit proces. Natuurlijk moet er ook nog veel gebeuren.
Ook de Leidse woningcorporaties hebben een langdurig proces van verzelfstandiging, fusies, kortom veel interne besognes, achter de rug. Nu komen ze weer toe aan waar ze ooit voor werden opgericht: kwalitatief goede woningen bouwen voor diverse lagen van de bevolking, van bijzondere doelgroepen tot middengroepen en studenten.
De hartenkreet van de directeur van De Sleutels van Zijl en Vliet Marjo Visser, die zij onlangs in het Leids Dagblad uitte, ondersteun ik dan ook zeker. Zij vreest dat met de inlevering van donaties ten behoeve van de veertig wijken de herstructurering van Leidse wijken op het spel komt te staan.
Het zou inderdaad een slechte zaak zijn, wanneer een algehele heffing ten behoeve van 40 probleemwijken ten koste zou gaan van de uitvoering van plannen in andere wijken en gemeenten in het land. Dat neemt niet weg, dat ik, net als Bos en Vogelaar, wel wil dat dat gemeenschapsgeld, dat ook bij de Leidse woningcorporaties te vinden is, tijdig benut wordt om de kwaliteit van de woningvoorraad op peil te brengen en te houden en initiatieven in de maatschappelijke sfeer tot uitvoering te brengen. Ik pleit daarom voor een gedifferentieerde aanpak voor de zo betwiste heffing: actieve corporaties die doen wat ze beloven blijven gevrijwaard van een algemene heffing, rijke (veelal regionale) woningcorporaties die er niet in slagen hun overmaat aan vermogen waar dan ook in het land in te zetten, dienen aangeslagen te worden teneinde een bijdrage te leveren aan de verbetering van de 40 wijken in Nederland, die dat het hardste nodig hebben.
Tot ziens.