woensdag 5 maart 2014

Transitiecommissie Stelselherziening

Vandaag presenteert de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd haar 3e rapportage. In die rapportage geven ze hun mening over de voortgang van de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Deze keer is men niet mild over de stand van zaken: er is te weinig voortgang geboekt bij de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten. Bovendien is de commissie van mening dat de gemeenten niet genoeg doen om de continuïteit van zorg voor de toekomst te garanderen. Daarmee bevestigt de commissie de zorgen die ook door de provincies eerder zijn geuit. Om de decentralisatie per 2015 op zorgvuldige wijze te realiseren moeten nu alle zeilen worden bijgezet. Uitstel is niet wenselijk omdat provincies inmiddels al onomkeerbare stappen hebben gezet.

In haar rapportage kijkt de commissie naar de landelijke situatie. Vanuit mijn verantwoordelijkheid als gedeputeerde jeugdzorg kijk ik natuurlijk vooral naar de situatie binnen de eigen provincie. Die ziet er gelukkig heel wat beter uit dan het sombere beeld dat de commissie schetst. Dankzij een prima samenwerking tussen de Flevolandse gemeenten, de zorgaanbieders en de provincie is de afgelopen jaren hard gewerkt om de overdracht per 1 januari a.s. zonder problemen te laten verlopen. Onlangs tekenden de gemeenten in Flevoland een overeenkomst met het Bureau Jeugdzorg Flevoland waarin afspraken werden gemaakt over de continuïteit van het zorgaanbod in 2015.

Daarmee wil ik niet zeggen dat ik zonder zorgen ben over de toekomst. Er mag dan enige zekerheid zijn voor de meeste medewerkers van het Bureau Jeugdzorg, er zijn 10 maanden voor het ingaan van de nieuwe wet nog geen inkoopcontracten gesloten met de aanbieders van jeugdzorg. Als die afspraken er niet snel komen dreigt onnodig groot verlies aan arbeidsplaatsen en verlies aan capaciteit die nodig is voor goede jeugdzorg. En komt ook de continuïteit van zorg voor kinderen die op de overgangsdatum van jeugdzorg gebruik maken in gevaar. Die zorgen worden vergroot door de komende verkiezingen. Wanneer er nieuwe colleges komen die met betrekking tot de jeugdzorg het beleid nog flink op zijn kop gaan zetten voorspel ik grote problemen. Daarvoor zijn we op dit moment te ver met de uitvoering. Ook hoor ik hier en daar nog geluiden van politieke partijen die niet bereid zijn om extra geld uit te trekken wanneer het gaat om de veiligheid van kwetsbare kinderen in onze provincie. Jeugdzorg kun je nu eenmaal niet altijd budgettair neutraal uitvoeren. Ook de provincie heeft afgelopen jaren eigen geld toegevoegd aan het jeugdzorgbudget.

Mijn inzet in de komende maanden is dat we in Flevoland de ingezette koers vooral handhaven. In die situatie kunnen de meest kwetsbare kinderen in onze provincie rekenen op een warme overdracht. Als de samenwerking met de gemeenten na de verkiezingen blijft zoals die nu is gaat dat zeker lukken.

Tot ziens.