zaterdag 21 december 2013

Kerstreces

Naarmate de jaarwisseling dichterbij komt, lijkt bij sommige bestuurders een niet te onderdrukken neiging ontstaan om dossiers af te sluiten. Dat is te merken aan de bestuurlijke drukte in de laatste werkweek van het jaar. Ik loop de afgelopen dagen even met u door.

Nadat de overvolle college-agenda dinsdag was afgewerkt, ging mijn aandacht naar de Eerste Kamer. Daar kwam een motie in stemming die het kabinet opriep om de voorbereidingen voor de Superprovincie te staken zolang er geen grondige visie ligt op de toekomstige positie van het middenbestuur. De motie kreeg een mooie meerderheid en was voor verschillende media aanleiding om te constateren dat daarmee het einde van het fusievoorstel in zicht komt.

De Eerste kamer had deze week over aandacht niet te klagen. Even leek het daar dinsdag uit te draaien op de Nacht van Adri Duivesteijn. Met veel steun vanuit de achterban van de PvdA deed Adri tevergeefs een moedige poging om nog iets moois te maken van het Woonakkoord van dit kabinet. 

Op hetzelfde moment speelde zich in de gemeenteraad van Lelystad een politiek drama af rondom de ontwikkeling van het project Flevokust, de veel belovende havenontwikkeling voor onze provinciehoofdstad. Ik heb van dichtbij gezien hoe hard partijgenoot wethouder Jop Fackeldey heeft gewerkt om dit plan tot uitvoering te brengen. Lelystad kan de werkgelegenheid immers heel goed gebruiken. Uiteindelijk haalde het plan het niet door toedoen van een onvoorspelbare dissidente in de eigen fractie. Zij zou nog veel van Adrie Duivesteijn kunnen leren. Binnen een coalitie gebruik je kritiek om goede plannen beter te maken en niet om ze af te schieten. Maar helaas, de uitslag van de stemming was onverbiddelijk.

Dat provinciale staten het er niet bij laten zitten, bleek woensdag toen tijdens de statenvergadering een motie werd aangenomen om de schade te beperken en de havenontwikkeling als provincie over te nemen. Wordt nog wel vervolgd dus.

In dezelfde vergadering gaf een meerderheid van Provinciale Staten haar goedkeuring aan de oprichting van stichting De-on. Een voorstel waar ik als portefeuillehouder veel werk aan heb gehad. Na een voorbereiding van vier jaar en zeven maanden gaan we eindelijk aan de gang met het Flevolandse stimuleringsfonds voor duurzame energieontwikkeling. Een mooie duurzame impuls voor de provinciale economie.

Tussen de vergaderingen van Provinciale Staten door nog even naar Den Haag geweest voor een gesprek met een deel van het kabinet over de Superprovincie. Onder voorzitterschap van de Minister President spraken we daar ruim een uur met elkaar over het feit dat vooralsnog elk draagvlak ontbreekt voor deze ontwikkeling. Duidelijk is wel dat het kabinet voorlopig nog niet van plan is het proces op te schorten. Met de aanwezigheid van Mark Rutte lijkt het kabinet de druk eerder op te voeren. Ik ben benieuwd hoe de Eerste Kamer dat gaat beoordelen gezien de motie die dinsdag werd aangenomen.

Donderdagochtend vroeg zat ik opnieuw in Den Haag. Namens de 12 provincies sprak ik daar met de staatssecretarissen Van Rijn en Teeven over de toekomst van met name de bureaus Jeugdzorg. Met het oog op eventuele ontslagen door de overdracht van de jeugdzorg taken is binnen de bureaus veel onrust ontstaan. Deze onrust zou voor de uitvoering van het werk in 2014 vervelende gevolgen kunnen hebben. Gelukkig lukte het tijdens dit overleg om een belangrijke knoop door te hakken. Als het goed is, hebben we daardoor op de valreep van het oude jaar veel problemen voor 2014 voorkomen.

Als een  soort afsluiting van mijn werk week was ik tenslotte vandaag in Dronten. Daar liep ik mee met de 25 editie van de traditionele Kerstloop. Ik liep de 10 kilometer net binnen het uur nadat ik mijn provinciale groeten had overgebracht aan burgemeester Aat de Jonge van de gemeente Dronten

Tot zover mijn verslag van de laatste werkweek dit jaar. Het bureau is leeg en de inbox is op orde. Tijd voor 2 weken kerstreces. Ik wens alle lezers van mijn blog hele fijne feestdagen.

Tot in het nieuwe jaar.

dinsdag 3 december 2013

7 handtekeningen

Afgelopen week hebben we in het college van GS het uitvoeringsprogramma Jeugdzorg voor 2014 vastgesteld. Voor mij was dat een bijzonder moment. Nadat de provincie bijna 30 jaar betrokken is geweest bij de uitvoering van jeugdzorg dragen we deze taak op 1 januari 2015 over aan de gemeenten. Om de zogeheten ‘transitie’ soepel te laten verlopen, had ik de zes Flevolandse gemeenten gevraagd het uitvoeringsprogramma voor 2014 te schrijven. Op die manier kan al in 2014 worden gewerkt op de manier zoals de gemeenten dat vanaf 2015 willen. De zeven handtekeningen onder het uitvoeringsprogramma vormen de best mogelijke voorbereiding op de overdracht.”
 
Niet alleen bij het schrijven van het plan, maar ook bij de uitvoering zelf krijgen de gemeenten al in 2014 en rol. Volgend jaar zal 10% van het jeugdzorgbudget onder opdrachtgeverschap van de gemeenten worden uitgevoerd. Zo krijgen de aanbieders van jeugdzorg en het Bureau Jeugdzorg de kans vervroegd voor hun nieuwe opdrachtgevers te werken volgens het programma van eisen van de gemeenten. Daardoor kunnen zij tijdig inspelen op een passend zorgaanbod.
 
Deze soepele overgang is in het belang van iedereen. Voor de cliënten in de jeugdzorg is vooral belangrijk dat de voortgang van zorg niet in gevaar komt, dat zorg tijdig beschikbaar is en dat hulp aan het gezin in samenhang geleverd wordt. Voor de gemeenten en provincie betekent de samenwerking dat de jeugdzorg zo naadloos mogelijk overgaat, met zo min mogelijk verlies van regionale arbeidsplaatsen en zo min mogelijk leegstand van gebouwen.
 
De provincie blijft garanderen dat alle kinderen die in 2014 zorg of bescherming nodig hebben, die zorg ook krijgen. De Flevolandse jeugdzorg kent al jaren geen wachtlijsten. Het spreekt voor zich dat ik mijn best zal doen om dat ook in 2014 zo te houden.

Tot ziens.

maandag 25 november 2013

Gezakt

Eigenlijk had ik me voorgenomen om een tijdje rustig aan te doen met de discussie over de Superprovincie. Na het indienen van de provinciale zienswijze is immers het Kabinet aan zet om met een definitief wetsontwerp naar de Tweede Kamer te komen. De verwachting is dat dit pas na de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar zal gebeuren.

Dat ik nu toch schrijf over dit onderwerp is recente brief van het Kabinet aan de Eerste Kamer. De brief was het antwoord op een motie waarin de Senaat vroeg om nu eerst eens met een degelijke onderbouwing te komen alvorens de bestuurlijke inrichting van Nederland op lokaal, regionaal en provinciaal niveau zo ingrijpend te verbouwen.

Toen ik die brief las, was mijn eerste reactie dat het kabinet het ons nu wel erg makkelijk maakt. Wanneer de onderbouwing van de plannen voor de Superprovincie niet beter wordt dan dit, dan wordt de kans op succes wel heel erg klein. Leden uit de Eerste Kamer die ik afgelopen week sprak, waren er nog niet helemaal uit hoe deze laatste brief nu precies behandeld moet gaan worden. ‘Wat doe je met een kind dat al drie keer is gezakt voor een tentamen?’ vroeg SP senator Vliegenthart zich af. Kortom, deze week nog geen diploma voor de minister. De eerste geluiden uit de Senaat klinken dus pessimistisch voor het Kabinet.

Als ik kijk naar de inhoud van de brief dan valt op dat het, net als de eerdere stukken, vol staat met doelredeneringen. Het Kabinet schrijft opnieuw uitsluitend over de voordelen, maar staat geen moment stil bij de nadelen van zo een megafusie. Ook gaat men niet in op alternatieven, waarmee met veel minder moeite hetzelfde doel bereikt kan worden.

In antwoord op de vraag voor welk probleem de fusie nu precies een oplossing is, worden er nu wel een aantal onderwerpen opgesomd. Bij bestudering daarvan valt op dat het daarbij vooral gaat om problemen in de provincie Noord-Holland, verreweg de grootste van de drie provincies. Daardoor lijkt het of het Kabinet de problemen van juist de grootste provincie wil oplossen door deze nog groter te maken. Vanuit het Flevolandse perspectief, zou de conclusie dat Noord-Holland misschien een tikje te groot is geworden, eerder voor de hand liggen. Het probleem dat het Kabinet denkt op te lossen lijkt dus vooral in Noord-Holland te liggen. Dat verklaart wellicht waarom juist de bestuurders van deze provincie zo hard liepen om de fusie voor elkaar te krijgen.

Op één onderdeel is de brief van de minister heel duidelijk. Het Kabinet heeft besloten dat de stadsregio Amsterdam binnen de Superprovincie een belangrijke positie moet krijgen. Zo belangrijk zelfs dat deze regio van het Rijk ook in de toekomst eigen financiën krijgt om taken op het gebied van Verkeer en Vervoer uit te voeren. Zo behoudt de stadsregio de regie over het openbaar vervoer. Voor de Kamerfractie van de PvdA is dat winst, mijn partij is al heel lang voor een prominente rol van de stadsregio. Voor de voorstanders van de superprovincie is dit een flinke tegenvaller. Het Kabinet wil de provincie versterken door de fusie, maar haalt tegelijk weer een belangrijke kerntaak bij die nieuwe provincie weg.

Voor mijn collega's in Noord-Holland was het punt van de vervoersregio een belangrijke voorwaarde om door te gaan met de provinciefusie. Nu het Kabinet niet aan die voorwaarde lijkt te voldoen is een succesvolle fusie verder weg dan ooit.

Begin december bespreekt de Eerste Kamer de begroting Binnenlandse Zaken. Misschien is dat wel een heel goed moment om definitief de stekker uit de Superprovincie te trekken. Het zou de weg vrijmaken voor een vruchtbare discussie over een intensieve samenwerking binnen de Noordvleugel waar ik me met heel veel energie voor zal inzetten.

De tekst van de betreffende brief kunt via deze link terugvinden: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicaties/2013/11/14/reactie-motie-vliegenthart.html

Tot ziens.

maandag 18 november 2013

13 maanden

Nog een kleine dertien maanden en dan is het zover. Op 1 januari 2015 dragen we als provincie de uitvoering van de jeugdzorg over aan de gemeenten. De afgelopen weken zijn de voorbereidingen voor deze overdracht in een stroomversnelling gekomen. De Tweede Kamer heeft de nieuwe Jeugdwet inmiddels goedgekeurd. De gemeenten denken na hoe zij ervoor zorgen dat er met minder geld toch betere zorg gaat komen voor de meest kwetsbare Flevolandse kinderen. Het gaat landelijk om een mega operatie met grote gevolgen voor de 30.000 werkenden in de jeugdzorg en voor de vele tienduizenden gezinnen die van hen afhankelijk zijn. Waarom we deze verandering toch door moeten zetten, schreef ik eerder op deze plaats. De kwaliteit van de zorg kan en moet gewoon beter.

De rol van de provincie is bij dit alles beperkt. Eigenlijk is onze belangrijkste opdracht ervoor te zorgen dat wij de jeugdzorg tot de overdracht zo goed mogelijk uitvoeren en zodoende de verplichtingen die voortkomen uit de oude wet nakomen. Precies daar zien we de laatste tijd een groeiend spanningsveld. 

Voor de uitvoering van onze taak zijn wij in Flevoland tot eind 2014 afhankelijk van uitvoerende zorginstellingen zoals Bureau Jeugdzorg en jeugdzorgorganisaties zoals Vitree, Triade en LSG Rentray. Deze partijen zijn nu nog relatief onzeker over hun rol na de overdracht. Bureau Jeugdzorg liet vorige week via Omroep Flevoland weten dat men gedwongen ontslagen verwacht omdat gemeenten het werk op een andere manier gaan uitvoeren. Ook de andere zorginstellingen verwachten dat ze flink gaan krimpen. Al die onzekerheid brengt met zich mee dat de uitvoering van onze wettelijke taak in 2014 kan gaan stagneren. Een dergelijke stagnatie kan leiden tot groeiende wachtlijsten en een afname van de kwaliteit van zorg. Juist omdat we de afgelopen jaren als provincie keihard gewerkt hebben om onze zorg sterk te verbeteren wil ik alles op alles zetten om dat te voorkomen. 
Daarom zat ik vanochtend vroeg namens het IPO om de tafel met de staatssecretarissen Van Rijn en Teeven en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). We hebben een stevige discussie met elkaar gehad waarbij we uiteindelijk hebben afgesproken dat we binnen een maand een einde willen maken aan de onzekerheid in de sector. Hier ligt vooral voor de gemeenten een belangrijke opgave. Zij gaan immers vanaf 2015 over de uitvoering van de Jeugdzorg en kunnen dus als enige duidelijkheid verschaffen aan de zorginstellingen. Voor de kerst komen we opnieuw bij elkaar en dan zullen we merken of het gelukt Tot ziens.

zondag 10 november 2013

Vooruitblik op de begroting 2014

Aanstaande woensdag gaat Provinciale Staten van Flevoland zich buigen over de begroting voor 2014. Voor mij als portefeuillehouder financiën is dat de afronding van een intensief proces waarin ik samen met met collega's in het college van GS keuzes heb gemaakt voor de toekomst van onze provincie. Nu kijken of de verschillende fracties in de staten de gemaakte keuzes kunnen onderschrijven. Vandaag keek ik alvast met Jeroen van der Laan van Omroep Flevoland vooruit op wat komen gaat in het programma Over Flevoland Gesproken.

 

Heeft u interesse in wat de provincie in 2014 gaat doen met uw geld? Kijk dan op www.flevoland.nl/begroting

Tot ziens.

dinsdag 8 oktober 2013

Werk en Woning

Als gedeputeerde jeugdzorg vind ik het belangrijk dat jongeren na een verblijf of traject in de jeugdzorg goed terecht komen. Twee basisvoorwaarden daarvoor zijn een huis en werk. Ik werd recent tijdens een werkbezoek nog eens werd gewezen op het belang van het laatste: een baan. Voor kwetsbare jongeren was het altijd al moeilijk om aan werk te komen. In deze tijd van stijgende werkloosheid, waar vooral jongeren last van hebben, is het voor deze jongeren helemaal moeilijk om aan het werk te komen. 

Terecht dat Provinciale Staten onlangs aandacht vroegen voor jeugdwerkloosheid. Ik pleit ervoor om daarbij aandacht te schenken aan jongeren die te maken hebben of hadden met zorg. Het zou zonde zijn wanneer na alle begeleiding die zij kregen de deur naar werk voor hen gesloten blijft. 

Ik denk dat we het antwoord moeten zoeken in slimme combinaties en samenwerking. Dat is eerder vertoond in Flevoland en met succes. Bijvoorbeeld in het project Life Coach Jobs for now (van Jeugdzorgaanbieder Vitrée) en het Flevotalent Junior (van Technocentrum Flevoland) werden kwetsbare jongeren begeleidt via empowerment en opleiding naar een baan. De jongere wordt begeleid door een coach voor een langere periode. Hierbij is aandacht voor ontwikkeling van bijvoorbeeld sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden. Hulp op maat met aandacht voor leefomstandigheden of hulp bij financiën. Zo krijgen deze jongeren betere kansen op een zelfstandig bestaan en blijven zij geen "zorgenkindjes". Zet daarbij de wensen en mogelijkheden van de jongere centraal, zodat hij alleen die hulp krijgt die hij nodig heeft. En niet langer dan hij dat zelf nodig vindt, totdat hij economisch op eigen benen kan staan. Kortom de jongere houdt het heft in eigen hand. 

Dit vraagt om een verbinding van het sociale en het economische beleid, waardoor arbeidstoeleiding en jeugdhulpverlening met één doel samenwerken. Ik houd me van harte aanbevolen voor uw ideeën en suggesties om juist deze doelgroep te helpen bij een plek op de arbeidsmarkt.

Tot ziens.

zondag 6 oktober 2013

Vooruitblik

Vandaag was ik te zien in het programma Over Flevoland gesproken van Omroep Flevoland. Samen met interviewer Jeroen van der Laan keek ik vooruit naar de behandeling van de officiele zienswijze van de provincie Flevoland, aanstaande woensdag in Provinciale Staten.


Tot ziens

dinsdag 24 september 2013

Zienswijze

Vanmorgen hebben we in het college van Gedeputeerde Staten onze concept zienswijze vastgesteld. Die zienswijze is voor ons als provinciebestuur de laatste formele mogelijkheid om te reageren op het voornemen van minister Plasterk om de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samen te voegen. Op 9 oktober moeten de leden van provinciale staten deze zienswijze definitief vaststellen.

Voor Omroep Flevoland mocht ik vandaag een toelichting geven.



Tot ziens.

maandag 23 september 2013

De Nieuwe Wildernis

Ik schrijf niet zo vaak in superlatieven, maar voor de premiere van de film 'De Nieuwe Wildernis' maak ik een uitzondering. Ik geloof niet dat ik voor vanavond eerder een natuurfilm zag die zo'n overweldigende indruk op me maakte. De live ondersteuning van het Metropole-orkest, de geweldige ambiance van het uitverkochte Amsterdamse concertgebouw, de sublieme beeldkwaliteit op een megascherm maakte het tot een onvergetelijke avond. Het feit dat ik tijdens mijn zomerstage in 2012 een hele dag met regisseur en cameraman Ruben Smit in de Oostvaardersplassen mocht optrekken gaf nog een extra dimensie aan deze ervaring.
Na vandaag gaat de film draaien in 90 bioscopen door het hele land. Deze winter gevolgd door een bijpassende 3-delige TV serie bij de Vara. Bovendien zijn er inmiddels bijbehorende lespakketten voor het basisonderwijs beschikbaar, welke gretig aftrek vinden.

Naast een unieke ervaring is 'De Nieuwe Wildernis' natuurlijk een geweldige promotie voor onze Oostvaardersplassen en dus voor de provincie Flevoland. Dat is ook de reden waarom deze film mede tot stand kwam dankzij een financiële bijdrage van de Provincie. 

Vorige week deed ik via twitter een oproep om eens te kijken wie deze avond met me mee wilde gaan. Dat leverde leuke reacties op waaronder die van Christianne uit Lelystad (op twitter: @prasing_remme). Samen hebben we genoten van een geweldige avond.

Tot ziens.

Migratie

In verband met verblijf in het buitenland van de Commissaris van de Koning viel mij vanmiddag de eer te beurt om de inleidende woorden te spreken voor de jaarlijkse Cornelis Lelylezing. Een lezing die dit jaar als titel had meegekregen: 'Selectie in de context van migratie'. Aanleiding voor dit thema was het eerder dit jaar verschenen boek: 'het nieuwe land - het verhaal van een polder die perfect moet zijn' van schrijfster Eva Vriend.

De lezing zelf werd uitgesproken door de Leidse prof. dr. Leo Lucassen, hoogleraar Sociale Geschiedenis en Eva Vriend was co-referent.


'Selectie in de context van migratie', een onderwerp waarbij je interesse zou verwachten van bijvoorbeeld de Flevolandse PVV politici, maar ze waren er niet. Jammer, want ik hoorde professor Lucassen in pakweg drie kwartier een buitengewoon complete inleiding geven over migratiestromen in de wereldgeschiedenis. Daarbij liet hij bijvoorbeeld zien dat de huidige migratie in historisch perspectief alles behalve uitzonderlijk is. Bovendien wist hij aan te tonen dat Nederland door de eeuwen heen ook economisch wist te profiteren van migranten. En ook de toehoorder die dacht dat de vele Oost-Europese werknemers in de Noordoostpolder een vraagstuk van de moderne tijd vormen, kwam bedrogen uit. De VOC schepen werden in de Gouden Eeuw hoofdzakelijk bevolkt door Oost-Europese arbeiders. Alleen zij waren bereid het vuile werk op te lossen.


Co-referent Eva Vriend maakte vervolgens een aantal interessante verbindingen tussen de wetenschappelijke inleiding van Lucassen en de praktijk van de selectie van de nieuwe inwoners van de Noordoostpolder, halverwege vorige eeuw. Ze stelde vast dat ze de vestigers van destijds, waar onder haar eigen vader, nooit als migranten had gezien. Toch moest ze toegeven dat de eigenschappen van deze mensen gelijkenis vertoonde met bijvoorbeeld de eigenschappen van de zogenaamde 'grenzers', boeren migranten die twee eeuwen geleden op de Balkan leefden.


Voor de liefhebbers, de Cornelis Lelylezing is binnenkort weer terug te vinden op http://www.cornelislelylezing.nl/

Tot ziens.

donderdag 19 september 2013

Fietsfilmpje: begroting 2014

Begin deze week mocht ik de ontwerpbegroting 2014 presenteren aan Provinciale Staten van Flevoland. Opnieuw lopen we als provincie voorop wanneer het gaat om de digitale presentatie van de cijfers. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat digitale techniek ons helpt om de gegevens veel inzichtelijker te maken. Kijk en oordeel zelf: www.flevoland.nl/begroting.

Onderweg naar het provinciehuis maakte ik vanmorgen onderstaande videoblog. Vanaf mijn fiets zoals u dat inmiddels van me gewend bent.



Tot ziens


zaterdag 14 september 2013

851e

Vis, aardappelen en hardlopen. Niet bepaald een combinatie waar ik normaal gesproken erg warm voor kan worden, maar toch liep ik vandaag samen met ruim 2000 andere lopers weer mee in de FishPotatorun. Het was alweer de derde keer dat ik de 8 Engelse Mijlen vanuit de Haven van Urk naar de Deel in Emmeloord meeliep. Dit keer liep ik ondanks hier en daar een stevig herfstwindje en wat regen zelfs 2 minuten en 40 seconden sneller dan vorig jaar. Daarmee kwam ik als 851e over de streep. Als u het allemaal precies wilt weten dan kunt u de statistieken hier terugvinden.

De Noordoostpolder stond deze week trouwens weer de hele week in het teken van de aardappel. Niet in de laatste plaats vanwege de Internationale vakbeurs PotatoEurope waar alles te zien was wat met aardappelen te maken heeft. Mede dankzij deze beurs met zo'n 15000 bezoekers was de gemeente deze week weer de aardappelhoofdstad van de wereld.

Tot ziens.

vrijdag 13 september 2013

Enschede

Met ingang van 1 januari 2015 krijgen de gemeenten in Flevoland er een belangrijke taak bij. Vanaf die datum zijn ze verantwoordelijk voor alle activiteiten op het gebied van de Jeugdzorg, een taak die nu nog voor een belangrijk deel bij de provincie ligt. Die verandering vraagt een enorme inzet van de gemeenten o.a. omdat het samen gaat met een forse bezuiniging door de rijksoverheid.

Samen met de Flevolandse jeugdzorgaanbieders en de provincie zijn de gemeenten al geruime tijd aan het werk om zich voor te bereiden op die overdracht. Een samenwerking die vooral in het begin wat moeizaam verliep maar die inmiddels zo goed op gang gekomen is dat we als regio in een aantal opzichten voorop lopen in Nederland.

Omdat we daarbij niet alles zelf hoeven te bedenken, kijken we zo nu en dan ook in andere regio's in de keuken. Vandaag was ik daarvoor met de betrokken wethouders en de aanbieders van Jeugdzorg (foto) te gast bij de gemeente Enschede.


We bezochten een huisartsenpraktijk om daar kennis te nemen van bijzonder project op het gebied van Jeugd GGZ, hebben kennisgemaakt met de manier waarop de gemeente zorg in de wijk organiseert en hebben kennis genomen van de manier waarop het stadsbestuur werkt aan de voorbereiding van de Jeugdzorg. 

We hebben veel inspiratie opgedaan die we in Flevoland kunnen gebruiken. 

Tot ziens.

donderdag 29 augustus 2013

Opinie, Schaliegas

Er is de laatste dagen heel veel te doen over het voornemen van minister Kamp om in Nederland ruimte te maken voor proefboringen naar Schaliegas. Voor mij was dat aanleiding om samen met een aantal partijgenoten (Judith Merkies uit het Europese Parlement,
Henk Leenders, fractievoorzitter in Provinciale Staten van Noord-Brabant en
Peter Pels, fractievoorzitter in Provinciale Staten van Flevoland) over dit onderwerp een opinie te schrijven. Deze verscheen vanmorgen onder andere in De Stentor. Ik wil u de tekst niet onthouden.


De proefboringen naar schaliegas worden voorlopig uitgesteld, maar dat van uitstel afstel komt, staat allerminst vast. De extra tijd die nu gegeven wordt is volgens PvdA Brabant, PvdA Flevoland en de PvdA in het Europees Parlement een kans om in de aanloop naar de verkiezingen tot een brede discussie te komen. Wie verder kijkt zal zien dat schaliegas in Nederland op veel bezwaren stuit.

Schaliegas is een relatief nieuwe en risicovolle energiebron die op enkele plekken in Nederland te winnen valt. Boxtel (Noord-Brabant) en de Noordoostpolder (Flevoland) zijn als potentiële wingebieden aangewezen en daarnaast is ook rond Den Haag veel schaliegas te vinden. Het langverwachte onderzoek naar proefboringen dat minister Kamp deze week presenteerde richtte zich vooral op de vraag of schaliegaswinning schoon en veilig kan. Die focus op alleen milieu is in onze ogen te smal. Wij pleiten voor een bredere discussie waarin draagvlak onder kiezers, de kansen van duurzame energie én langetermijn economische argumenten sterker meegenomen worden.

Dat de impact op het milieu betrokken wordt in discussies rondom schaliegas is op zichzelf niet vreemd. Schaliegas is, hoewel schoner dan kolen, verre van CO2-neutraal. Ook bestaan grote zorgen rondom het intensief gebruik van water en chemicaliën bij de winning, dat een gevaar kan vormen voor ons drinkwater.

En het risico op aardverschuivingen is niet uit te sluiten.

Maar zelfs als boren naar schaliegas theoretisch onomstotelijk schoon en veilig kan zijn, is dat nog lang geen reden om schaliegas te omhelzen. Ja, schaliegas in de VS wordt vaak genoemd als ‘game changer’ en als ‘driver’ voor een nieuwe industrialisering door een lage energieprijs. Maar boren in het dichtbevolkte Nederland is toch iets anders dan op het platteland in de VS. Het is nog maar de vraag hoeveel Nederlanders een boortoren in hun achtertuin willen hebben.

Ook bij de economische haalbaarheid van schaliegas zijn grote vraagtekens te plaatsen. Onderzoek stelt vast dat de uitputting van schaliegasbronnen snel optreedt, waardoor er steeds in nieuwe boorputten geïnvesteerd moet worden. Zelfs áls we in Nederland alle winbare schaliereserves aan de oppervlakte kunnen halen, is dat alles bij elkaar slechts zes keer de jaarlijkse opbrengst van onze Groningse gasbel. En voor die relatief zeer beperkte opbrengst moet een hele nieuwe, dure en milieu-intensieve energieinfrastructuur opgericht worden.

Of de baten de kosten overstijgen is dus nog lang niet zeker.

Daarbij is de steun onder de bevolking cruciaal, zo leren ook de afgeblazen CO2-opslagprojecten.

En die steun is in heel Nederland erg laag. Een groot aantal gemeenten in Nederland heeft zichzelf al ‘schaliegasvrij’ verklaard. Met de aankomende gemeenteraadsverkiezingen zullen lokale politici er, terecht, alles aan doen om deze belofte na te komen. Het onderzoek van Kamp gaat volledig aan deze draagvlakkwestie voorbij en het helpt ook niet dat er in het stuk niet wordt ingegaan op locatiespecifieke kenmerken van de aangewezen wingebieden.

Belangrijkste punt is dat we de discussie over schaliegas niet met eurotekens in onze ogen moeten voeren, maar met het oog op een langetermijnvisie over waar we heen willen met onze toekomstige energievoorziening en wat welk land we willen achterlaten voor de toekomstige generaties.

Investeren in schaliegas betekent investeren in de oude vervuilende energiewinning. De échte innovatie ligt in hernieuwbare energie, zoals zon en wind. Ook weten veel mensen niet dat de keuze voor schaliegas ervoor kan zorgen dat andere, schonere, bodemintensieve technologieën als aardwarmtewinning geblokkeerd worden.

Minister Kamp stelt een besluit over schaliegas nog even uit. Verstandig. Wij hopen dat hij de tijd neemt de discussie breder te trekken dan enkel schoon en veilig.

Nederland is, als het dat al ooit mag zijn, nog lang niet klaar voor schaliegas, zelfs als we de milieubezwaren wegdenken. Bedenk daarbij ook dat als we proefboringen toestaan en deze zijn succesvol, de weg definitief vrij is voor commerciële partijen die zich in de boringen willen storten.

De toekomst van onze energie-infrastructuur ligt op de korte termijn in schonere overgangstechnieken, en op de lange termijn in echt duurzame oplossingen. De PvdA in het Europees Parlement, in Flevoland en in Noord-Brabant heeft deze lijn consequent uitgedragen. De provincie Brabant neemt na de zomer het initiatief om een breed en open debat te voeren over nut en noodzaak van schaliegas en over de transitie naar duurzame energie. Dit initiatief verdient navolging in heel Nederland. En als Den Haag dan toch niet van de snelle euro’s die schaliegas mogelijk oplevert kan afblijven, laat ze dan beginnen met boren naar de reserves die onder het Binnenhof liggen.



Tot ziens.



zaterdag 17 augustus 2013

Zomerstage, de finale

Fout
Mijn jaarlijkse zomerstages zitten er weer op. Of, zoals een van de verslaggevers het noemde, de afgelopen twee weken heb ik de Flevolanders mijn agenda laten bepalen. Het is me buitengewoon goed bevallen. De zomerstages brachten me in contact met allerlei interessante inwoners en ondernemers. Dankzij hen begrijp ik weer een beetje beter wat er van mij wordt verwacht als ik komende week mijn normale werkzaamheden weer ga hervatten.

Op twee van mijn stages wil ik hier nog even terug komen. Op de eerste dag was ik op pad met een van de provinciale toezichthouders. Ik dacht een leuke sfeerfoto bij dat artikel geplaatst te hebben, maar die riep op twitter wel heel veel discussie op. Dat kwam door de combinatie van verkeersborden die daarop te zien was. De twitteraar die daarover begon heeft uiteindelijk gelijk gekregen. Ik zal u niet vermoeien met alle wettelijke argumenten, maar het onderste bord zal worden verwijderd.

De laatste dag was ik te gast bij De Stentor. Het resultaat van die dag heb ik inmiddels in de krant kunnen bewonderen. Ik was er best tevreden mee. Een van de stukken was een opinieartikel over de provinciefusie waarvan ik u de inhoud niet wil onthouden. Daarnaast heb ik nog een tweede artikel geschreven, dat niet geplaatst is. Ik zal beide stukken hieronder op mijn weblog plaatsen. Ik ben benieuwd naar de reacties.

Tot ziens.

Opinie, Bestuurlijke herindeling


Opinie, De Landsdeelwet.

Ondanks het feit dat het fusieproces van de drie provincies heel veel geld en energie kost lijkt de kans klein dat minister Plasterk met dit project de eindstreep gaat halen. Dat is jammer want daarmee lijken de kansen op een gewenste modernisering van het middenbestuur voor lange tijd onmogelijk. De minister had zijn energie ook kunnen steken in een Landsdeelwet.

Naast het rijk kent de huidige wet alleen gemeenten en provincies. De taken en bevoegdheden staan voor hen beschreven in de gemeentewet en de provinciewet. Nadeel daarvan is dat wat je ook wilt veranderen aan het bestuur in Nederland, je altijd weer terecht komt in de bestaande structuur. Je komt dus nooit tot een optimale oplossing.

Als de minister echt iets wil veranderen had zijn energie volgens mij beter kunnen steken in een Landsdeelwet. Een nieuwe wet waarin de voorwaarden worden beschreven op grond waarvan provincies zelf kunnen kiezen te fuseren tot een Landsdeel. Een van die voorwaarden kan bijvoorbeeld zijn dat er een minimum aantal inwoners moet zijn. Verder zou die wet een ruim pakket aan extra taken en bevoegdheden moeten bevatten die duidelijk maken dat het landsdeelbestuur in vergelijking met de huidige provincie een meerwaarde voor haar inwoners kan leveren. Tenslotte zou de minister voor de Landsdelen een aparte financieringstructuur moeten ontwerpen. Een goede Landsdeelwet komt naar mijn mening moeiteloos door de eerste en tweede kamer.

Als de wet de vorming van landsdelen mogelijk maakt verwacht ik dat provincies vervolgens zelf vrijwillig aan de slag zullen gaan om de voordelen van landsdeelvorming te onderzoeken. De meerwaarde voor de inwoners is dan immers evident. Ik sluit zelfs niet uit dat in het geval van vrijwillige opschaling Utrecht, Noord-Holland en Flevoland ook met elkaar in gesprek zullen gaan. Mijn overtuiging is dat geen provinciebestuurder zich zal verzetten tegen een fusie die in het belang van de inwoners is. Ik in ieder geval niet.

Tot ziens.



woensdag 14 augustus 2013

Zomerstage 6, De Stentor

Voor mijn laatste zomerstage was ik vandaag in Dronten bij de regioredactie van De Stentor. Ik was blij met de uitnodiging die ik van hen had gekregen en eerlijk gezegd kwam hij ook een beetje als een verrassing. Politiek en journalistiek hebben immers altijd een wat gecompliceerde verhouding met elkaar. Aan de ene kant hebben we elkaar hard nodig, maar tegelijk hebben we er belang bij om onafhankelijk van elkaar te blijven.

Een goed beeld van een normale gang van zaken op de redactie, kreeg ik vandaag niet. Als gevolg van een grote computerstoring binnen het Wegenerconcern stonden de beeldschermen in het redactiekantoor al geruime tijd op zwart toen ik binnenkwam. Dat alles betekende voor mij niet dat ik niet aan de slag kon.

Mijn eerste opdracht bracht me naar de Meerpaal waar ik als een soort razende reporter een sfeerimpressie moest maken van de vakantiespelweek voor de jeugd van Dronten. Leuk om met de kinderen in gesprek te gaan. Helemaal spannend vonden ze het om samen met de reporter op de foto te gaan. Ik ben benieuwd naar het resultaat.

Verder heb ik gewerkt aan een mooi opinieartikel over de provinciefusie en ben ik zelf nog geïnterviewd over mijn zomerstages. De resultaten? Die zijn nu natuurlijk eigendom van de krant. Als de hoofdredactie er geen stokje voor steekt dan kunt u ze binnenkort lezen in uw regionale dagblad.

Tussen alle bedrijven door had ik vandaag interessante gesprekken over o.a. de journalistiek, de toekomst van de regionale krant en het samenspel tussen pers en politiek. Bovendien weet ik inmiddels alles over de tijgermug. Het gevaarlijke diertje, dat nu ook in de Noordoostpolder gesignaleerd is, was het onderzoeksonderwerp van de dag op de redactie.

Tenslotte spraken we natuurlijk over de afhankelijkheid van moderne techniek. De computerstoring was bij mijn vertrek vanmiddag namelijk nog steeds niet opgelost en dreigt nu de geschiedenis in te gaan als de grootste storing die het Wegener concern ooit meemaakte. Als gevolg van dat alles zullen enige honderdduizenden klanten van het Wegener concern morgen een noodkrant op de deurmat aantreffen. Kenmerk van zo'n noodkrant is dat de ruimte voor regionieuws zeer beperkt is. Als gevolg daarvan zult u naar verwachting in ieder geval tot vrijdag moeten wachten om mijn werk te bewonderen. Het is niet anders, maar wat mij betreft doet het niets af aan het feit dat ik een interessante dag heb gehad.

Tot ziens.

Zomerstage 5, Brands Fundraising & Consultancy.

In gesprek met de stichtingen Urker Botter
en Urker Toal.
Vandaag was ik voor mijn zomerstage op Urk bij de firma Brands Fundraising & Consultancy. Dit bedrijf begeleidt ondernemers bij het aanvragen van subsidies en het verzorgen van de subsidieadministratie. Daarnaast werft men fondsen en vordert men energiebelasting terug voor stichtingen, kerken en verenigingen.

Aangekomen bij het bedrijf werd ik door firmant Pieter Brands bijgepraat over de nog korte historie van het jonge bedrijf. Daaruit valt al snel de conclusie te trekken dat ik te gast ben bij een bijzonder bedrijf. De, op Urk niet ongebruikelijke, combinatie van goed ondernemerschap, geloofsovertuiging en gemeenschapszin vormt als het ware de basis onder de bedrijfsvoering. Het is waarschijnlijk ook die combinatie van factoren die maakt dat het bedrijf met name op Urk zo succesvol is bij de zoektocht naar klanten.

Na een uitgebreide kennismaking op kantoor hebben we een rondgang gemaakt langs een aantal klanten van het bedrijf. Daarvoor kwam ik o.a. bij de Ichthusgemeente alwaar men grote ambities heeft om het mooie en gloednieuwe kerkgebouw te vervolmaken met een omvangrijk maar ook kostbaar kerkorgel. Men heeft Brands gevraagd om mee te denken over fondsenwerving.

Een ander mooi project is de speelfilm 'De bende van Urk'. Momenteel worden de opnames voor deze film gemaakt. Het gaat om een project van student Wouter de Vries dat mede tot stand gekomen is dankzij een door Brands georganiseerde 'crowdfunding'.

Kennismaking met kandidaat wethouder
Louwe Post (R)
Daarnaast heb ik gezien wat men heeft gedaan voor de stichting Midscheeps, die momenteel op Urk een woonvoorziening realiseert voor mensen met een geestelijke beperking. Verder heeft men ook buitengewoon goed werk gedaan voor de stichting Urker Botter en de stichting Urker Toal die zich inzet voor cultuurhistorie van het voormalig eiland. En tenslotte zijn we langs gegaan bij ECMR, een bedrijf dat een zeer innovatieve methode heeft ontwikkeld om gebruikte schoonmaakmachines te recyclen. Dankzij Brands hebben ze voor dit project een Europese subsidie gekregen.

Mijn stage eindigde vandaag met een bezoek aan een goede samenwerkingspartner van Brands, t.w. Advies- en Administratiekantoor Post Consultancy. Daar trof ik de trotse eigenaar Louwe Post, die toevallig ook kandidaat is om de vertrekkende wethouder Ben Visser op te volgen. Het werd een prettige kennismaking.

Morgen zit ik voor mijn laatste stage van deze zomer op de redactie van de Stentor. Wat ik daar precies ga doen, leest u na afloop weer op mijn weblog.

Tot ziens.

vrijdag 9 augustus 2013

Zomerstage 4, Centrum voor Jong Ondernemerschap

Voor mijn vierde stagedag was ik vandaag te gast bij het Centrum voor Jong Ondernemerschap (CvJO) in Emmeloord. Deze organisatie biedt startende ondernemers een professionele werkomgeving met collega ondernemers. Doordat de kersverse ondernemers kennis, netwerk en ervaring actief met elkaar delen kunnen ze, als het goed is, een vliegende start maken.

De ondernemers die binnen het centrum werkzaam zijn doen dat voor eigen rekening en risico, maar daar was voor mij vandaag niet zoveel van te merken. Sterker nog, ik sprak vandaag met individuele ondernemers die juist hun kracht halen uit collegiale samenwerking. Het zijn dus collega ondernemers die mij ervan wisten te overtuigen dat ze het succes van een collega net zo belangrijk vinden als het eigen succes.

Het was geen toeval dat ik juist vandaag was uitgenodigd. Het was vandaag namelijk CoworkFriday. Op de site van het CvJO staat over deze dag: Spontaan, ontmoeten, leuk, energie, samenwerken, open, inspiratie en niets moet, alles mag. CoworkFriday is een dag voor mensen die zich graag laten inspireren door een nieuwe werkomgeving met nieuwe mensen. Er is wifi, koffie/thee en ruimte om te werken en het is open voor iedereen. Je kunt tussen 09.30 en 1630 uur op elk moment van de dag binnenkomen.

Wat mij betreft begon die inspiratie al tijdens de uitgebreide voorstelronde toen ik hoorde hoeveel variatie in talent, creativiteit, kennis en ervaring hier aan tafel zat. Dat leverde al direct leuke discussies op over modern ondernemerschap, de kracht van platte netwerken en de rol van de overheid.

Na een gezamenlijke lunch hebben we de middag gebruikt voor een soort intervisiegesprek voor jonge ondernemers. Daarbij konden de verschillende deelnemers vraagstukken voorleggen of nieuwe commerciële ideeën toetsen bij de andere aanwezigen. Juist door de gevarieerde samenstelling van de groep, leverde dat boeiende gesprekken op met interessante adviezen en tips voor de aanwezige ondernemers.

Als deelnemer aan deze Coworkfriday kreeg ook ik de gelegenheid om een vraagstuk voor te leggen. Na een boeiende discussie leverde dat een aantal suggesties op voor de communicatie rondom het dossier van de provinciefusie, die ik dankbaar in ontvangst heb genomen.

Ik heb genoten van mijn stagedag tussen deze creatieve jonge ondernemers. Daarbij viel me op dat we niet veel over geld hebben gesproken. De focus van deze mensen is vooral de meerwaarde die ze aan de samenleving kunnen leveren. Hulde!

Mijn volgende zomerstage loop ik volgende week bij Brands Fundraising
& Consultancy op Urk. Wat ze daar precies doen, hoort u volgende week van mij.

Tot ziens.

woensdag 7 augustus 2013

Zomerstage 3, Dop en Erwt

Zo nu en dan krijg je als bestuurder de kans om iemand te helpen een droom te verwezenlijken. Mijn zomerstage van vandaag viel in die categorie.

Vandaag was ik te gast bij Aafke en Jaap Draaijer uit Swifterbant, mensen met een passie voor alles wat met natuur en tuinen te maken heeft. Een passie die ze zelf ook weer hebben proberen over te  brengen op hun eigen kinderen. Op een gegeven moment merkten ze dat dit niet voor alle kinderen vanzelfsprekend was. Vanaf dat moment hebben ze zich ingezet om kinderen in hun eigen taal uit te leggen dat groente niet uit een diepvries komt.

Ze maakten daarvoor een tijdschrift voor kinderen, stelden lespakketten samen en gingen langs scholen om kinderen te vertellen over de natuur. Centraal bij dat alles staan Dop en Erwt, twee door Jaap zelf getekende figuurtjes. Ze beleven allerlei avonturen in de natuur en weten op die manier kinderen te interesseren voor alles wat groeit en bloeit. Dop en Erwt werden heel succesvol, maar Aafke en Jaap willen meer. Zo ontstond hun droom om een echte Dop en Erwt tuin aan te leggen waar kinderen zelf aan de slag kunnen met de natuur. Zelf aardbeien plukken, onkruid wieden en bonen zaaien. Een plek waar kleuterklassen een middag langs kunnen komen om te ervaren wat natuur precies is.

Een poging om in Swifterbant een geschikte locatie te vinden, liep op niets uit. Via via kwamen Jaap en Aafke terecht in Lelystad bij Werfsjob, een leer-werkbedrijf waar mensen werken met een verstandelijke sociale beperking. Op het terrein van Werfsjob aan de Bronsweg kregen zij gratis en voor niets een mooie en grote tuin tot hun beschikking. Vanaf vandaag gaan ze twee dagen per week daar aan het werk om hun droom te realiseren en daarbij mocht ik ze een handje helpen. Samen hebben we de basisinrichting van de tuin uitgezet en geëgaliseerd.

Vanaf vandaag zijn de kinderen natuurlijk ook van harte welkom. Dankzij de regen liep dat natuurlijk nog geen storm, maar ik twijfel er niet aan dat dit de komende tijd gaat veranderen.

Jaap en Aafke kunnen wel wat hulp gebruikten bij het verwezenlijken van hun droom. Zou u samen met uw kinderen ook een keer willen helpen, dan bent u natuurlijk van harte welkom. Via www.dop-en-erwt.com kunt u meer informatie vinden.

Morgen geen stage maar vrijdag ben ik te gast bij het centrum voor jong ondernemerschapin Emmeloord.

Tot ziens.

dinsdag 6 augustus 2013

Zomerstage 2, stichting Welzijn

Op de tweede dag van mijn zomerstage was ik vandaag bij de stichting Welzijn Lelystad. In tegenstelling tot de andere dagen was het vandaag eigenlijk een soort 'luisterstage'. Als verantwoordelijk gedeputeerde voor Jeugdzorg heb ik vandaag weer veel interessante praktijkinformatie meegekregen.

Het was vooral luisteren naar mensen met klinkende functienamen zoals vrijetijds-coach, jongeren-coach, talentmanager, multidisciplinair teamleden en mantelzorgondersteuner. Deze sector blijft er sterk in om functienamen te bedenken die je uit moet leggen. Behalve de directeur dan, die heet overal directeur.

Ik heb vandaag weer eens gemerkt met hoeveel gedrevenheid men aan het werk is om de sociale samenhang in de stad te bevorderen. Zij zorgen ervoor dat ook de mensen die het wat minder hebben een eerlijke kans krijgen in onze samenleving. Men doet dat niet door problemen van mensen over te nemen, maar wel door mensen te helpen eigen problemen op te lossen. Daarbij krijgen ze gelukkig veel steun, niet in de laatste plaats van de gemeente.

Bijzonder was een kijkje dat ik kreeg bij de Summer 's Cool. Een activiteit waar kinderen gedurende een week samen de dag doorbrengen en allerlei sport- en spelactiviteiten doen. Het gaat om kinderen waarvan de ouders geen geld hebben voor een vakantie. Jammer genoeg zijn er zoveel aanmeldingen voor deze activiteit dat niet alle kinderen die dat nodig hebben geplaatst kunnen worden.

Tenslotte, heb ik uitgebreid gesproken met Teresa Sarkani en Annica Bijma. Het gesprek ging over jonge mantelzorgers, kinderen die zonder dat ze daar zelf om gevraagd hebben belast worden met de zorg voor een zieke ouder of ander familielid. Je staat daar niet elke dag bij stil, maar er zijn kinderen voor wie de jeugd vooral bestaat uit het naar school gaan en de zorg voor een ziek familielid. Daardoor is er soms weinig tijd over voor dingen die jongen mensen normaal doen, zoals het onderhouden van sociale contacten. Juist deze jonge mensen kunnen voor ondersteuning, maar ook voor af en toe een blijk van waardering, terecht bij de medewerkers van Welzijn Lelystad zoals Teresa en Annica. Hulde!

Na afloop van ons gesprek zijn we nog even op de foto gegaan waarna ik mijn tweede stagedag kon afsluiten.

Morgen ben ik voor mijn stage bij www.dop-en-erwt.com. Wat ik daar precies ga doen leest u hier morgen.

Tot ziens.

maandag 5 augustus 2013

Zomerstage 1, het provinciaal steunpunt

Heeft u zich ooit wel eens afgevraagd wie de meeuwen van de Markerwaarddijk haalt nadat ze met een auto in aanrijding zijn gekomen, of wie de dader probeert te achterhalen van illegaal in de berm achtergelaten restanten van een barbeque of wie een verkeersbord laat repareren na een aanrijding?

De provincie Flevoland beheert 580 kilometer wegen, 350 kilometer fietspaden, 14 bruggen en sluizen en meer dan 80 vaste bruggen en tunnels. Om dat beheer in goede banen te leiden hebben we een aantal mensen die, verdeeld over 3 steunpunten 24 uur per dag paraat zijn om te zorgen dat de provinciale infrastructuur veilig en volgens de regels gebruikt kan worden. Deze mensen vormen als het ware  de ogen en oren van de provinciale organisatie. In het kader van mijn zomerstage ben ik vandaag een dag op stap geweest met de medewerkers van het steunpunt Dronten.

Het beheer van de provinciale infrastructuur is een belangrijke taak waar bovendien veel gemeenschapsgeld in om gaat. Als portefeuillehouder financiën staan deze kosten tijdens mijn normale werk vaak centraal. Juist daarom was het goed vandaag de andere kant ook eens te zien. Nu weet ik ook hoe deze provinciale medewerkers dag en nacht klaar staan om op een verstandige en creatieve manier de provinciale infrastructuur veilig en betrouwbaar te houden.

Morgen ben ik als stagiair te gast bij de Stichting Welzijn Lelystad. Een stichting die zich volgens hun website inzet om de betrokkenheid van inwoners met elkaar te versterken. Hoe zij dat doen, dat hoop ik u morgen op deze plaats te kunnen vertellen.

Tot ziens.

zondag 4 augustus 2013

Zomerstages

Het zomerreces is voor voor mij bij uitstek een periode om de provincie in te trekken en op een andere manier dan normaal te zien wat er allemaal in Flevoland gebeurt. De oproep die ik eerder op deze plaats deed, heeft een uiteenlopend programma opgeleverd.

In de komende twee weken loop ik zes dagen bij verschillende organisaties een dag stage. Het programma bevat onder andere een bezoek aan de Flevoland-redactie van De Stentor in Dronten, een dag meelopen bij Welzijn Lelystad en bij Brands Fundraising en Consultancy op Urk. Verder ga ik een dag aan de slag als toezichthouder van wegen bij het provinciaal Steunpunt Dronten en ga ik een dag tuinieren en knutselen met kleuters in Lelystad.

Ik heb zin in mijn stageweek. Het is ieder jaar weer bijzonder. Bij deze stages bij verschillende organisaties ontmoet je doorgaans veel mensen die zich op een professionele wijze, vaak met hart en ziel inzetten. Door pak en stropdas thuis te laten, krijg ik echt een ander beeld van wat zich zoal afspeelt in onze provincie.

Ik zal, net als voorgaande jaren, via de sociale media verslag doen van mijn ervaringen tijdens de stageweek.

Tot ziens.

donderdag 4 juli 2013

Jou jo miening oer de superprovinsje

De voorgenomen fusie van deze drie provincies gaat niet alleen de drie betrokken provincies aan. De fusie zal uiteindelijk ook moeten leiden tot een fusie van de andere provincies in vijf landsdelen. Dit eindbeeld is recent nog eens onderstreept tijdens besprekingen in de Eerste en de Tweede Kamer. Om aandacht te vragen voor het feit dat het herindelingsvoorstel ook voor andere provincies gevolgen zal hebben, bieden we vanaf vandaag ook inwoners uit andere provincies de mogelijkheid om via flevoland.nl zienswijzen in te dienen. Een speciaal beroep doen we op de inwoners van onze buurprovincie Friesland. Voor hen hebben we het Flevolandse formulier voor het indienen van een zienswijze in het Fries vertaald.

De Friese zienswijze bevat een tekstblok dat verwijst naar de situatie van de provincie Friesland en de gevolgen die de provinciefusie in de Randstad kan hebben voor Friesland. De provincie Flevoland hoopt dat veel Friezen hun steun aan Flevoland betuigen en hun bezwaren tegen het proces kenbaar maken door het Friese formulier voor de zienswijze in te vullen. Kijk op http://www.flevoland.nl/zienswijze/sjenswize.xml.

Wij zijn van mening dat de belangen van onze inwoners op dit moment het best gediend zijn met een zelfstandig Flevoland. Dit is ook het uitgangspunt voor het coalitieakkoord van het college waar ik deel van uit maak. Na de opiniepeilingen van TNS NIPO onder onze inwoners is de provincie in haar standpunt alleen maar bevestigd. Daarom hebben we als extra service bij de terinzagelegging op 16 juni een provinciaal formulier voor de zienswijze te publiceren met argumenten tegen de fusie. Deze argumenten zijn door inwoners aangedragen in de opiniepeiling van TNS NIPO. Inwoners kunnen argumenten die hun aanspreken gemakkelijk aanklikken. Op deze manier kan ook in het formele proces de stem van de inwoners gehoord worden. Het Flevolandse formulier voor de zienswijze kan na het invullen met een druk op de knop direct verzonden worden naar BZK. Kijk op www.flevoland.nl/zienswijze.

Tot ziens.

vrijdag 28 juni 2013

Flevoland terug naar 26 gemeenten

Normaal gesproken schrijf ik de berichten op dit blog zelf maar zo nu en dan maak ik een uitzondering. Zo kwam ik in NRC van 25 juni jl. een ingezonden artikel tegen dat ik u niet wil onthouden. Het is van de hand van Flevolander Niels Falch en hij gaf me toestemming de tekst hier te plaatsen.
  

woensdag 19 juni 2013

Kritische Senaat

De treinrit van Den Haag naar Lelystad geeft me een mooie gelegenheid om de balans op te maken van een dag in de Eerste Kamer gisteren. Het debat met minister Plasterk over zijn visienota 'Bestuur in Samenhang' , met daarin de samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, was immers belangrijk.

Maar laat ik beginnen met de constatering dat ik alweer vergeten was hoe boeiend het politiek debat in onze senaat kan zijn. Het onderlinge respect, het mooie taalgebruik, de zorgvuldig opgebouwde betogen en de sterk inhoudelijke discussies waren een genot om naar te luisteren. Het was geen moment saai gisteren.

Voor mij zat de spanning gisteren vooral in de vraag of de minister enig vooruitzicht zou krijgen op de steun van een meerderheid in de Eerste Kamer, als hij over anderhalf jaar met zijn wetsvoorstel komt voor de vorming van de Superprovincie. Dat vooruitzicht heeft de minister wat mij betreft gisteren niet gekregen. Ik durf zelfs de stelling aan dat de kans van slagen gisteren verder is afgenomen.

Misschien met uitzondering van de eenmansfractie van 50 plus, trof de minister een buitengewoon kritische Senaat. Als er aan het begin nog sprake was van enige steun, dan brokkelde die tijdens het debat langzaam maar zeker af. De inmiddels kenmerkende, lichtvoetige manier waarop de minister omging met de sterk inhoudelijke argumentatie van de senatoren, wekte gedurende het debat steeds meer wrevel. Dat was zeker ook het geval bij de woordvoerders van D66 en GroenLinks, partijen die voor de minister onmisbaar zijn voor een meerderheid. Vooral tegen het einde van het debat was bij deze partijen de irritatie over het optreden van de minister zo groot dat hij hun steun volgens mij wel kan vergeten. Dat werd in de wandelgangen na afloop door hen ook ruimschoots bevestigd.

Misschien is de kern van het debat terug te voeren op de vraag 'welk probleem denkt de minister met de Superprovincie op te lossen?'. Een vraag die ook tijdens de vele bijeenkomsten in de provincie talloze keren is gesteld. Gisteren werd opnieuw duidelijk dat de minister nog steeds zelfs geen begin van een antwoord weet te formuleren op die vraag. Wel bijzonder gezien het feit dat hij het herindelingsvoorstel inmiddels wel gepresenteerd heeft.

Om iets te doen aan het buitengewoon geringe draagvlak in onze provincie, stelde senator Jan Nagel voor dat de minister met mij in debat zou gaan op Omroep Flevoland. Dat leverde al snel een twitterbericht op van Allard Berends van de Omroep, die spontaan een uur zendtijd aanbood. Nadat ik dat aanbod accepteerde, liet de minister even later weten dat hij het in de lopende procedure niet passend vond om die uitdaging aan te gaan. Jammer.

Na een lange dag in de Eerste Kamer is mijn conclusie dat de kans op de komst van de Superprovincie verder is afgenomen. Bovendien maakte de senaat volstrekt duidelijk dat draagvlak vanuit de provincies buitengewoon belangrijk gaat worden de komende periode. Voor mij een signaal dat wij de komende tijd alles op alles moeten zetten om nog duidelijker te maken hoe groot de weerstand vanuit Flevoland precies is. Slechts 8% voorstanders van de fusie zoals bleek uit het TNS/NIPO onderzoek vond de minister gisteren merkwaardig genoeg niet overtuigend.

Tot ziens.

woensdag 12 juni 2013

Hoenderloo



Op uitnodiging van de Rob de Jong, voorzitter van de Raad van bestuur van zorginstelling Pluryn, bezocht ik vandaag de Hoenderloo Groep, een zorginstelling. Jongeren met complexe gedragsproblemen ontvangen hier specialistische 24 uurszorg. Dat gebeurt in een bosrijke omgeving in een instelling die 155 jaar geleden (!) door Dominee Heldring werd opgericht als doorgangshuis voor verwaarloosde jongeren. 

Deze vorm van jeugdzorg is een van de duurste vormen van jeugdzorg die wij als provincie verzorgen. De kosten per kindplaats lopen op tot meer dan 80.000 euro per kind per jaar. Voordat deze jongeren hier terecht komen hebben zij gemiddeld al ruim 7 andere instellingen van binnen gezien, zo legde directeur Erwin Duits mij uit. Dat zegt iets over hoe ingewikkeld de problematiek bij deze groep jonge mensen kan zijn. 

Slechts een klein aantal van de jongeren in Hoenderloo komt uit Flevoland, omdat sinds enige tijd kinderen met zware problemen worden opgevangen door jeugdzorginstelling InterMetzo, die in Flevoland werkzaam is. De Hoenderloo groep werkt met beproefde methodieken, zoals Multi Dimensional Family Therapy, waarbij niet alleen het kind, maar ook het gezin en de omgeving van het kind wordt betrokken. Allemaal gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer naar de eigen omgeving. De Hoenderloo groep herbergt ook een eigen praktijkschool, waar jongeren vakkennis op doen die hen helpt bij een succesvol vervolg op een andere opleiding of naar werk. 

Net als bij andere bezoeken ben ik vandaag weer geraakt door de tegenslag die sommige kinderen hebben bij het opgroeien. En onder de indruk van de inzet en professionaliteit van de mensen die deze jongeren helpen, met tact, met geduld en met inzicht. En daarmee uiteindelijk ook met resultaat. 

De jeugdzorg gaat op de schop. Gemeenten nemen de verantwoordelijkheid over, niet alleen de jeugdzorg van de provincies, maar ook de AWBZ en de GGZ zorg voor jeugdigen. Voor gespecialiseerde instellingen als de Hoenderloo groep, en vooral ook voor de medewerkers die elke dag met de jongeren werken, betekent die verandering grote onzekerheid. Ook daarover ging mijn gesprek met de directeur en medewerkers van de Hoenderloo groep. 

 Tot ziens