vrijdag 25 juli 2014

Vakantie

Mijn zomerstages zijn weer achter de rug. Ook dit jaar bracht een mooi en gevarieerd programma me op allerlei plaatsen waar ik normaal niet zo snel zal komen. Ik wil iedereen die een stageplaats heeft aangeboden ook van deze plaats nog eens heel erg bedanken voor alle moeite. Helaas kon ik ook dit jaar niet alle voorstellen honoreren, daarvoor was nu eenmaal niet genoeg tijd. Voor één initiatief maak ik in de komende tijd een uitzondering, op 14 augustus draai ik mee bij de organisatie van Kindervakantieland in Almere. Zij verzorgen een onvergetelijke kindervakantie voor kinderen die anders niet aan vakantie toe komen. Mooi hé?

Tot die tijd ga ik eerst zelf genieten van een paar weken vakantie.

Tot ziens

Zomerstage 7: Landschapsbeheer

De organisatie houdt kantoor in de schaduw van het provinciehuis in Lelystad. De provincie is ook een belangrijke financier. Men maakt zich sterk voor behoud, beheer en ontwikkeling van natuur en landschap buiten de 'gewone' natuurgebieden. Vandaag was ik voor mijn 7e zomerstage te gast bij Landschapsbeheer Flevoland.

Aan het kleine en sober uitgevoerde kantoor is goed te zien dat de mensen van Landschapbeheer vooral buiten aan het werk zijn. Dat doet men bovendien met vrijwilligers. Heel veel vrijwilligers. Het afgelopen jaar hebben zo'n 3800 Flevolanders zich voor korte of lange tijd ingezet voor activiteiten op het gebied van soortenbeheer, cultuurhistorie, aardkunde en landschap.

In het kader van mijn zomerstage ging ik vandaag op zoek naar sporen van otters, deed ik onderzoek naar de visstand in de wijk Warande in Lelystad en heb ik samen met vrijwilligers bevers geteld.

Hoeveel otters er precies in Flevoland zijn, weten we niet. Het aantal is waarschijnlijk wel op de vingers van een hand te tellen. Dat deze dieren hier rond lopen, weten we zeker. Dat komt omdat het dier sporen achterlaat. Daardoor kunnen de mensen van Landschapbeheer inschatten waar de dieren hun territorium hebben. Dat maakt het weer mogelijk om in die gebieden maatregelen te nemen, waardoor de otter veilig is. Samen met de mensen van Landschapbeheer ging ik vandaag sporen zoeken. Bovendien hebben we rond de luchthaven gekeken in hoeverre de toekomstige uitbreiding daar niet nadelig is voor onze marterachtige vrienden. Dat laatste onderzoekt men trouwens in opdracht van de provincie.

Mijn volgende klus was een opdracht van de gemeente Lelystad. De gemeente wil kunnen beschikken over actuele informatie over de visstand in de stad. Aldus stond ik vanmiddag met een schepnet in de hand tot mijn middel in een sloot in de wijk Warande. Een beetje tot mijn eigen verbazing heb ik nog flink wat gevangen: kleine modderkruiper, baarsjes, blankvoorns en snoek. Allemaal soorten die ik dankzij de enthousiaste steun van mijn medevrijwilligers kon thuis brengen. U zult begrijpen dat we onze vangst na afloop weer hebben laten zwemmen.


Voor mijn laatste activiteit was ik vanavond samen met een groep van 10 vrijwilligers in het Natuurpark in Lelystad om bevers te tellen. Een jaarlijks terugkerende activiteit met als doel de gestage groei van de beverpopulatie te volgen. Samen met een ervaren vrijwilliger stond ik gewapend met een verrekijker 2,5 uur over het water te turen. Dat was niet voor niets. Uiteindelijk namen 3 bevers de moeite om hun zwemkunsten aan mij te vertonen. In het natuurpark leven naar schatting zo'n 30 tot 40 bevers,

Mijn laatste zomerstage van dit jaar eindigde toen het te donker was om nog iets te kunnen waarnemen. Het was een leuke dag met veel nieuwe ervaringen. Het was bovendien een uitstekende gelegenheid om kennis te maken met Landschapsbeheer en opnieuw te zien hoe belangrijk het werk van vrijwilligers is in onze provincie.

Tot ziens.


donderdag 24 juli 2014

Zomerstage 6: Maxima

Het zijn verreweg de grootste machines in onze provincie, de gasgestookte STEG-eenheden verbruiken per uur net zoveel gas als waarmee ik mijn woning 25 jaar lang warm kan houden. De twee eenheden kunnen voldoende elektriciteit opwekken voor 1,6 miljoen huishoudens. De nieuwbouw heeft in 2010 circa 500 miljoen euro gekost en is nog steeds de modernste gascentrale van Europa. Vanmiddag was ik te gast bij de Maxima Centrale van Electrabel, onderdeel van GDF Suez.

Vanuit de gedachte dat het nieuwe land ook een eigen energievoorziening moest hebben, is al in 1962 begonnen met bouw van een energiecentrale op het kunstmatige eiland aan de IJsselmeerdijk in Lelystad. De centrales die toen werden gebouwd zijn inmiddels al lang verdwenen. De huidige centrales dragen de nummers 4 en 5.

Mijn bezoek aan de centrale begon vanmorgen met een uitgebreide veiligheidsinstructie en een bijbehorende schriftelijke test. Die test moet elke bezoeker maken alvorens toegang tot het complex te krijgen. Veiligheid is alles in deze centrale en dat begrijp ik achteraf heel goed. Ondanks de enorme machines en de grote vermogens heeft de machine ook wel iets weg van een kwetsbaar Zwitsers uurwerk. Ruim 50 medewerkers zorgen er steeds voor dat hun machine in optimale conditie is om betrouwbaar te kunnen leveren aan het Nederlandse hoogspanningsnet. 

Na de veiligheidscheck mocht ik plaats nemen achter de bediening van de centrale. Schrik niet, in mijn geval ging het om een levensechte simulator in het opleidingsgebouw. Ik kreeg daar uitleg over de werking van de centrale en kon zien hoe het opstarten van de centrale precies in werking gaat. Het lijkt een beetje op het starten van een straalvlieguig al is de gasturbine met een lengte van zo'n 12 meter wel veel groter dan een straalmotor onder zo'n groot vliegtuig.

Met beschermende kleding aan, helm op, beschermbril op, handschoenen aan en gehoorbescherming in mocht ik naar binnen in de echte centrale. Je voelt als het ware het enorme vermogen als je de grote hallen binnenkomt. Na de rondleiding mocht ik met een onderhoudsploeg op stap met een aantal werkopdrachten. Het was een bijzondere ervaring.

Het meest bijzonder van de hele dag was misschien wel het gesprek dat ik na afloop had met de planmanager Harry Talens, de 'baas' van de centrale. Hij gaf me een uniek kijkje in de werking van de energiemarkt. Een markt waarin de prijs per minuut verandert afhankelijk van de vraag en aanbod in de markt. Een markt waar momenteel sprake is van een enorme overcapaciteit. Die is onder andere het gevolg van de grote toename van duurzame energiebronnen, dumping van Amerikaanse steenkool op de Nederlandse markt en een verminderde vraag als gevolg van de economische crisis. Die overcapaciteit is zo groot dat een gloednieuwe gascentrale van Nuon in de Eemshaven met een vermogen van 1200 megawatt uit productie is genomen. Het geïnvesteerd vermogen in die centrale is 1 miljard euro. Een bizar gevolg van marktwerking en overheidsbeleid t.a.v. duurzame energiebronnen. De vraag is hoelang de energieproductiebedrijven de verliezen die daarvan het gevolg zijn kunnen blijven dragen en wanneer dit tot gevolg heeft dat de energielevering in gevaar komt. Anders dan ik verwacht had heeft de 'BV Nederland' geen bindende afspraken gemaakt met de productiebedrijven en dus kan men vrijblijvend de productie verminderen bij een stijgende vraag.

Dat maakt het management van de Maximacentrale tot een interessant en ingewikkeld vraagstuk. Wanneer je de opbrengst per KWH steeds vaker onder de kostprijs ziet zakken, moet je creatief zijn om toch een gezonde bedrijfsvoering te kunnen garanderen. Dat lijkt tot nu toe overigens heel goed te lukken.

Mijn stagedag in de Maxima centrale roept bij mij vooral de vraag op waarom wij in Nederland wel praten over systeembanken die vanwege het maatschappelijk belang niet om mogen vallen, maar zoiets niet kennen voor de energievoorziening. Het zou mij helemaal niets verbazen wanneer Jeroen Dijsselbloem binnen 10 jaar vitale onderdelen van onze energieproductie met belastinggeld op moet kopen.

Morgen alweer mijn laatste zomerstage van dit jaar. Dan ga ik samen met de mensen van Landschapsbeheer Flevoland bevers tellen.

Tot ziens.





woensdag 23 juli 2014

Zomerstage 5: De Omgevingsdienst

Met ingang van 1 januari 2013 hebben gemeenten en provincies in het gebied van Flevoland en de Gooi en Vechtstreek de handen ineengeslagen om de uitvoering van de zogenaamde milieu- en leefomgevingstaken onder te brengen bij een gezamenlijke Omgevingsdienst. Daarmee liepen we in dit gebied voorop in een ontwikkeling die inmiddels in bijna het hele land heeft plaats gevonden. Vandaag was ik in het kader van mijn zomerstage voor het eerst te gast bij de nieuwe Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV).

Alhoewel de organisatie is gehuisvest in een aparte vleugel van het provinciehuis, vormt de Omgevingsdienst toch een aparte en zelfstandige organisatie. Doordat de dienst geen deel meer uitmaakt van de gemeentelijke- of provinciale organisatie kan men nu de taken uitvoeren zonder de bijbehorende overheadkosten. Daardoor is het gelukt om de uitvoerende taken uit te voeren voor een veel kleiner budget dan vroeger het geval was. Bovendien is de ervaring inmiddels dat door het samenvoegen van dit soort werkzaamheden de uitvoering veel professioneler kan worden opgepakt. Taken uitvoeren met een betere kwaliteit tegen een lagere prijs, wie wil dat niet. Vandaag heb ik gezien op welke manier de mensen van de Omgevingsdienst daarin zijn geslaagd.

Mijn stagedag begon met een gesprek met de directeur Paul Schuurmans over de totstandkoming van zijn nieuwe dienst en alle opstartproblemen waar je dan tegenaan loopt. In het begin is het echt pionieren. Dat is soms lastig, maar geeft tegelijk mogelijkheden om snelle veranderingen door te voeren. Dat heeft hij samen met zijn medewerkers ook veel gedaan. In niets lijkt de dienst meer op de oude ambtelijke organisaties waaruit de meeste medewerkers nog afkomstig zijn.

De taken die bij deze organisatie zijn ondergebracht liggen op het gebied van de zogenaamde groene wetten, geluid, bodemsanering, luchtvaart, vuurwerk, toezicht op zwemwater, Wabo en het omgevingsrecht. Met een paar taken ben ik de rest van mijn stagedag aan de slag gegaan.

Een taak die momenteel erg in de belangstelling staat, is toezicht op het zwemwater. Daarvoor ben ik mee geweest naar het Houtribstrand bij Lelystad. Daar werd ik bijgepraat over zaken als blauwalg en al of niet negatieve zwemadviezen. Daarvan was overigens bij dit strand geen sprake. Het water was kraakhelder toen ik vanmorgen als stagiair ter plaatse was. Dat was goed nieuws voor de bezoekers die toen al in flinke aantallen het strand op kwamen.

Daarna lag de snelle boot al klaar voor een controle op het Markermeer in het kader van de Natuurbeschermingswet. Daar houden de mensen van de Omgevingsdienst zich bezig met de bestrijding van illegale activiteiten van de vissers in dit gebied. In gesprek met de toezichthouders werd me weer eens duidelijk hoe creatief de Flevolandse vissers soms zijn met de regelgeving. Op het Markermeer meerden we af bij het eerste proefeiland van het project Markerwadden. Machtig om te zien hoe snel een klein stukje droog gevallen Markermeer direct als een soort van magneet allerlei nieuwe natuur aantrekt. Dat belooft wat voor de toekomst.

Nadat we met een vaartje van ruim 40 km per uur over het water weer in Lelystad aankwamen, zijn we direct doorgegaan naar het volgende object, de fabriek van Valspar in Lelystad. Valspar maakt deel uit van het 5e concern in de wereld op het gebied van de productie van verven en lakken. Bij de vestiging in Lelystad werken ruim 175 mensen in de productie. Het bedrijf produceert hier zowel grote hoeveelheden watergedragen verf  als verf op basis van oplosmiddelen. In zowel productie als opslag is sprake van zeer grote hoeveelheden brandbare en giftige stoffen. Het spreekt voor zich dat daar regels gelden en vergunningen nodig zijn. Na een rondleiding heb ik daarover uitgebreid gesproken met zowel mensen van het bedrijf als mensen van de Omgevingsdienst. Het was goed om vandaag eens met eigen ogen waar te nemen dat men in zo'n bedrijf niets aan het toeval overlaat en dat over (milieu)veiligheid heldere afspraken met de Omgevingsdienst zijn. En als er zich dan toch een verandering voor doet, weet men elkaar snel te vinden.

De stage was vandaag iets eerder klaar dan gebruikelijk als gevolg van de nationale rouw. Met zo'n 80 medewerkers in het provinciehuis stond ik stil bij de verschrikkelijke ramp met vlucht MH17.

Morgen zit ik voor mijn zomerstage aan de knoppen in de Maximacentrale.

Tot ziens.

vrijdag 18 juli 2014

Zomerstage 4: Woongroep Calipso

Als vader van drie kinderen weet ik hoe bijzonder het is om te zien dat je kinderen zelfstandig worden en opgroeien naar volwassenheid. Tijdens mijn 4e zomerstage heb ik vandaag van dichtbij mogen ervaren dat dit niet anders is voor ouders van kinderen met een verstandelijke handicap. Ook wanneer deze kinderen 24 uur per dag zorg nodig hebben.

Vandaag was ik te gast bij stichting Calipso in Almere. Een stichting die ruim 7 jaar geleden is opgericht door ouders van kinderen met een verstandelijke beperking. Ouders die vonden dat de reguliere zorgaanbieders onvoldoende in staat waren om hun kinderen ondanks beperkingen toch maximale zelfstandigheid te bieden. Na heel veel plannen en locaties kwam men uiteindelijk terecht in Homeruskwartier in Almere Poort. Daar heeft men samen met wooncorporatie De Alliantie 13 gewone eengezinswoningen omgebouwd naar 26 prachtige appartementen aan een gezamenlijke binnentuin.

Aan die tuin wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een grote gemeenschappelijke ruimte van waaruit de zorg voor toekomstige jonge bewoners georganiseerd gaat worden. De meeste bewoners hebben inmiddels de sleutel van hun appartement ontvangen. Ze gaan begin september verhuizen naar hun nieuwe appartement.


Ik mocht vandaag aanwezig zijn bij een kennismaking van een aantal toekomstige bewoners. Samen hebben we boodschappen gedaan en gegeten in de binnentuin. In de middag hebben we samen geschilderd in een van de appartementen. Het waren mooie activiteiten om met de toekomstige bewoners in contact te komen en te ervaren hoe spannend zij het vinden om straks echt zelfstandig te kunnen wonen en toch zeker te zijn van 24 uur per dag aandacht.
Later in de  middag sprak ik met ouders en het bestuur van de stichting over wat het betekent om een dergelijke woonvoorziening zelf te realiseren. Daarbij loop je aan tegen veel regels, financiële belemmeringen, belangen en emoties. Al met al heeft het na het eerste idee bijna 7 jaar geduurd voordat de nieuwe bewoners in september in hun woning trekken. Ik heb vandaag met veel respect gekeken naar de manier waarop men dit voor elkaar gekregen heeft. Ik heb bovendien genoten van al die jonge mensen die ondanks hun handicap straks heel goed in staat zijn om zelfstandig te leven en binnen hun beperking eigen beslissingen te nemen.

Op de site van de stichting kunt u alle relevante informatie terugvinden.

Volgende week woensdag ga ik verder met mijn 5e zomerstage. Dan ben ik de hele dag te gast van de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi- en Vechtstreek. Daar zitten de mannen en vrouwen die in onze provincie verantwoordelijk zijn voor vergunningverlening en handhaving op milieugebied. 


Tot ziens.

donderdag 17 juli 2014

Zomerstage 2: VLA

Ooit wel eens in een supermarkt geweest, die er alles aan doet om ervoor te zorgen dat klanten niet meer terugkomen? Vanmorgen was ik bij het Voedselloket Almere (VLA). Een winkel die zijn naam eigenlijk geen eer aan doet. Het is een overzichtelijk ingerichte supermarkt voor hen die wat minder te besteden hebben. 

Om er te mogen kopen, moet je beschikken over een speciaal pasje. Dit pasje krijg je pas na een intakegesprek waarin is vastgesteld dat je ook echt afhankelijk bent van deze voorziening. Afhankelijk van je situatie krijg je een maandbudget dat je vrij mag besteden in de winkel. Anders dan in de meeste voedselbanken kan de klant in Almere kiezen en werkt men niet met vooraf vastgestelde pakketten.

Dat assortiment wisselt overigens wel op een merkwaardige manier. Kerstkransen komen in januari, Paaseitjes in juli, als het buiten 28 graden is gaat de erwtensoep in de aanbieding en na de WK, zijn de oranje ballen gratis (1 per klant).

Bij het overhandigen van de klantenpas gaan de vrijwilligers van het voedselloket direct aan de slag om na te gaan waarom hun klant zo krap bij kas zit. Weet men misschien de weg niet te vinden naar de juiste instanties of is er sprake van schuldenproblematiek die uit de hand dreigt te lopen. Vervolgens probeert men de oorzaak weg te nemen zodat de klant uiteindelijk weer naar de gewone supermarkt kan. Gemiddeld lukt dat binnen 4 maanden. Op die manier konden in 2013 zo'n 1600 klanten hun pas weer inleveren.

De organisatie draait bijna volledig op vrijwilligers. Daarbij gaat het om een vaste groep van 126 mensen. Daarnaast is er een veel grotere groep die bij de reguliere Almeerse supermarkten gaan staan en daar klanten vragen iets extra's te kopen voor het Voedselloket. Dit levert per jaar voor ruim 150.000 euro aan voorraad op. Daarnaast geeft men per jaar nog eens zo'n bedrag uit voor de inkoop van goederen. Het geld daarvoor komt uit giften van particulieren en fondsen en een bescheiden subsidie van de gemeente. Dankzij het werk van heel veel vrijwilligers kan de gemeentelijke bijdrage beperkt blijven tot € 0,25 per inwoner.

Tot ziens.

Zomerstage 3: Thuisadministratie

Schulden, het is al lang geen probleem meer van alleen mensen met een beperkt inkomen. Dat leerde ik vanmiddag bij Humanitas in Almere, waar men een jaar geleden met het project thuisadministratie is gestart.

Humanitas is er voor mensen die het even niet in hun eentje redden. Ze vinden steun in een van de meer dan 600 activiteiten, variërend van maatjescontacten bij inburgering tot het doorbreken van eenzaamheid. En van opvoedingsondersteuning tot rouwverwerking.

Met het project Thuisadministratie, Zaken op orde? Orde op zaken! Krijgen inwoners van Almere, welke problemen hebben met het regelen en/of bijhouden van hun financiën, hulp van vrijwilligers van Humanitas afdeling Almere/Zeewolde. Deze vrijwilligers zijn daartoe getraind en kunnen waar nodig ook adviseren bij het aanvragen van niet gebruikte financiële voorzieningen.

Vanmiddag draaide ik een paar uur mee met deze professionele vrijwilligers en zag ik met hoeveel toewijding en begrip zij hun 'klanten' helpen. Ook als de klant daar zelf niet direct op zat te wachten. In een aantal gesprekken helpen ze hun klanten zelf om overzicht te krijgen over inkomsten en uitgaven, zodat er weer sprake is van een stabiele situatie. Dat is een voorwaarde voor de volgende stap, de schuldsanering. Daarvoor gaan de mensen door naar de Plangroep in Almere

Ook hier groeide mijn respect voor de manier waarop de door Humanitas getrainde vrijwilligers hun taak serieus nemen.

Tot ziens.


woensdag 16 juli 2014

Zomerstage 1: KPN and the future

In het kader van mijn zomerstages 2014 was ik vandaag te gast bij KPN. Ik begon aan de top van de organisatie met een goed gesprek met de CEO Eelco Blok (foto) in de directievleugel van het Haagse Hoofdkantoor. De dag eindigde na een aantal tussenstappen met een bezoek aan een wijkcentrale in Lelystad. Het feit dat ik van KPN de gelegenheid kreeg om in een dag dwars door de organisatie te gaan is op zich natuurlijk bijzonder.

Eelco Blok nam ondanks zijn drukke agenda een uur de tijd om mij bij te praten over de visie, missie en strategie. Een prettig gesprek waarin hij enthousiast en met gedrevenheid sprak over de veranderingen die de onderneming sinds 2010 heeft doorgemaakt. Hoe hij het belang van de klant centraal heeft gesteld en daarmee uiteindelijk de lijn ophoog weer heeft gevonden. Daarbij sprak hij openhartig over de noodzaak van enorme investeringen in de uitrol van het 4G netwerk, maar ook over de discussie die destijds in Nederland is ontstaan toen de Mexicaanse telecomgigant America Movil haar oog op KPN had laten vallen. Hij kan zich nog druk maken over de manier waarop politiek en pers hiermee destijds mee zijn omgegaan.

Vervolgens ging ik bij de directie lokale overheid in gesprek over de visie van KPN op het onderwerp ICT en overheid. Mede gezien het feit dat dit onderwerp ook deel uitmaakt van mijn portefeuille in Flevoland leverde dat een aantal interessante inzichten op waar ik de komende tijd verder mee aan de slag kan.

Mijn rondgang door het Haagse deel van de organisatie eindigde bij NetCo, de beheerders van de KPN infrastructuur in Nederland. Daar leerde ik dat Flevoland voorop loopt in de modernisering van het netwerk. Jaarlijks investeert KPN vele tientallen miljoenen in het netwerk binnen onze provincie. KPN dochter Reggefiber werkt hard aan de uitrol van 'Fiber to the home'. 

Daarmee kwam het gesprek ook op de problematiek van de buitengebieden die ondanks alle goede zorgen verstoken blijven van breedbandaansluitingen. In tegenstelling tot vroeger heeft KPN niet meer de wettelijke verplichting om elke woning aan te sluiten op het netwerk. Marktwerking heeft ook nadelen. Het gesprek leverde me nieuwe inzichten op die ik goed kan gebruiken in de discussie over de rol van de provincie bij het digitaal ontsluiten van de Flevolandse buitengebieden.

Vanmiddag reed ik met Ed van Kessel terug naar Flevoland. Ed werkt al 41 jaar bij het bedrijf en is een KPN'er in hart en nieren. Samen met hem ging ik langs de KPN XL winkel aan de Veluwezoom in Almere, waar ik me bij liet praten over met name de zakelijke dienstverlening van het bedrijf. 

We eindigen de middag in Lelystad waar ik mijn ogen uitgekeken heb in twee van de drie wijkcentrales van KPN in de gemeente. Goed beveiligde bunkers waar je normaal nooit binnenkomt en waarin de telefoonaansluitingen uit de Lelystadse woningen in grote kabelbundels binnenkomen en aangesloten worden. Ook hier is de opmars van glasvezel niet te missen. Steeds meer slangen en steeds minder kabels komen het gebouw binnen. 

In Lelystad eindigde mijn eerste stagedag. Het was leerzaam en bracht me nieuwe inzichten die ik later goed kan gebruiken. Bovendien kwam ik op plaatsen waar ik normaal niet zal komen. Mijn dank aan de mensen van KPN die dat mogelijk maakten.

Morgen dag twee van mijn zomerstage. Dan ga ik naar het Voedselloket in Almere en ga ik bij Humanitas kijken wat zij doen om inwoners van Almere en Zeewolde te helpen met hun financiële problemen.

Tot ziens.

maandag 14 juli 2014

Zomerstage


Vakkenvullen bij het Voedselloket Almere, met een monteur de installaties van de Maximacentrale inspecteren of  bevers tellen in Natuurpark Lelystad, het zijn geen dagelijkse klussen voor mij als gedeputeerde. Toch ga ik deze en andere klussen de komende tijd doen tijdens mijn zomerstage.

Mijn oproep voor suggesties om een zomerstage te mogen volgen, heeft een uiteenlopend programma opgeleverd. De zomervakantie is voor mij bij uitstek een periode om op een andere manier dan bestuurlijk de provincie in te trekken en te zien wat er allemaal in Flevoland gebeurt. Doorgaans helpt de opgedane kennis mij later weer om betere beslissingen te kunnen nemen.

Ik heb zin in mijn stageweek. Het is ieder jaar weer bijzonder. Bij deze stages bij verschillende organisaties ontmoet je doorgaans veel mensen die zich op een professionele wijze, vaak met hart en ziel inzetten. Door pak en stropdas thuis te laten, krijg je echt een andere inkijk bij organisaties en een goed beeld van wat zich zoal afspeelt in onze provincie.”

Uiteraard zal ik, net als voorgaande jaren, op mijn weblog verslag doen van mijn ervaringen.  

Het programma voor dit jaar ziet er als volgt uit:
  • Op 16 juli ga ik op stap met de mensen van KPN om met te verdiepen in de telecommarkt en de rol van de overheid.
  • Op 17 juli gaan in de ochtend de handen uit de mouwen bij het Voedselloket Almere en kijk ik 's middags mee bij het project Thuisadministratie van Humanitas.
  • Op 18 juli ben ik te gast bij de Stichting Calipso, een wooninitiatief van ouders met een zoon en dochter met een verstandelijke beperking.
  • Op 23 juli ben ik bij onze omgevingsdienst, de uitvoeringsorganisatie van provincie en gemeenten op het gebied van de milieutaken.
  • Donderdag 24 juli ben ik te gast in de Flevolandse Maximacentrale om me te verdiepen in het onderwerp energievoorziening.
  • Tenslotte ga ik 25 juli het veld in met de mensen van Landschapsbeheer Flevoland.

Tot ziens.