Nog heel even wachten en dan is het weer Kerstmis. De week na Kerstmis is het provinciehuis in Flevoland gesloten en is het gelukt om mijn agenda leeg te houden. Ik ga samen met mijn gezin genieten en dus blijft het op mijn weblog ook even stil.
Na 2 januari ben ik hier weer terug. Tot dan wens iedereen heel fijne feestdagen een goed begin van 2011.
Tot ziens.
vrijdag 24 december 2010
vrijdag 17 december 2010
100 dagen
Vandaag is het 100 dagen geleden dat ik mijn werkzaamheden als nieuwe gedeputeerde in Flevoland begon. Het einde van zo'n periode is tegenwoordig voor veel bestuurders aanleiding tot een moment van reflectie. Bovendien is het bijna Kerstmis, ook een tijd voor bezinning en reflectie. Met de verkiezingen voor de deur lijkt het me niet het juiste moment om van die reflectie heel veel werk te maken, maar ik wil het ook niet ongemerkt voorbij laten gaan.
Over het algemeen kijk ik terug op een prettige periode. Zowel door de medewerkers van de provincie, mijn collega-bestuurders als de andere mensen uit de polder ben ik buitengewoon hartelijk ontvangen. Dankzij professionele ondersteuning van de ambtelijke organisatie was ik in staat me snel in te werken. Mijn komst naar Flevoland voelde een beetje als een landing in een warm nest en dat was fijn.
De kennismaking met de politieke cultuur in Flevoland was wel even wennen. Misschien was dit wel het grootste verschil met de tijd toen ik in Leiden wethouder was. De politieke verschillen tussen partijen zijn hier veel kleiner. Daardoor duren zelfs de ‘lange’ vergaderingen in Flevoland naar mijn gevoel kort. Bolkenstein zei ooit dat saaie politiek een zegen voor de mensen was. Hij had gelijk, maar iets meer politiek en iets meer debat zou de Flevolandse politiek volgens mij wel ten goede komen.
Wat mij in deze provincie eigenlijk het meest is opgevallen, is de kleine schaal. Een provincie, zes gemeenten, een waterschap en krap vierhonderdduizend inwoners maakt het allemaal heel overzichtelijk. Geen groot duur provinciehuis en geen grote stadhuizen met vele honderden ambtenaren. Het is de voor deze provincie zo kenmerkende menselijke maat. Een wethouder in Flevoland heeft als dat nodig is binnen een mum van tijd een provinciebestuurder aan de telefoon en andersom is het voor ons geen probleem om een overleg met zes wethouders te beleggen om samen een koers te bespreken. Het is zo ongeveer zoals Thorbecke het bedoeld moet hebben. Die korte lijnen zijn buitengewoon waardevol en geven ons slagkracht. Wat mij betreft een goed voorbeeld voor andere provincies.
Toch zitten er ook nadelen aan die kleine schaal. Die nadelen zitten vooral in de relaties tussen de gemeenten onderling en de verhouding tussen provincie en de gemeenten. Door de kleine schaal lopen we elkaar soms voor de voeten en voeren we veel discussies over wie waarover gaat. Toch denk ik dat de gemeenten, het waterschap en de provincie in Flevoland zoveel gemeenschappelijke belangen hebben dat het zeer de moeite waard is om ons vooral samen sterk te maken van een sterkere Flevolandse samenwerking. Dat is goed voor de provincie en goed voor onze inwoners. Volgend jaar viert de provincie haar 25-jarig jubileum. Wat mij betreft een mooie aanleiding om werk te maken van die samenwerking.
De portefeuille die ik overgenomen heb van John Bos was voor mij in zekere zin een sprong in het diepe, er zaten voor mij veel nieuwe onderwerpen in. Voor mij betekende dat de afgelopen 100 dagen vooral veel inlezen, studeren en kennismaken, heel veel kennismaken. Achteraf gezien merk ik dat deze ‘mensenportefeuille’ mij sneller in zijn greep heeft gekregen dan ik voor mogelijk hield na al die jaren op de meer ‘harde’ beleidsterreinen. Met deze kennis zou ik graag na de verkiezingen een vervolg willen geven aan mijn eerste periode. Of dat ook gaat lukken is natuurlijk van veel meer afhankelijk dat mijn eigen inzet.
Tot ziens.
Over het algemeen kijk ik terug op een prettige periode. Zowel door de medewerkers van de provincie, mijn collega-bestuurders als de andere mensen uit de polder ben ik buitengewoon hartelijk ontvangen. Dankzij professionele ondersteuning van de ambtelijke organisatie was ik in staat me snel in te werken. Mijn komst naar Flevoland voelde een beetje als een landing in een warm nest en dat was fijn.
De kennismaking met de politieke cultuur in Flevoland was wel even wennen. Misschien was dit wel het grootste verschil met de tijd toen ik in Leiden wethouder was. De politieke verschillen tussen partijen zijn hier veel kleiner. Daardoor duren zelfs de ‘lange’ vergaderingen in Flevoland naar mijn gevoel kort. Bolkenstein zei ooit dat saaie politiek een zegen voor de mensen was. Hij had gelijk, maar iets meer politiek en iets meer debat zou de Flevolandse politiek volgens mij wel ten goede komen.
Wat mij in deze provincie eigenlijk het meest is opgevallen, is de kleine schaal. Een provincie, zes gemeenten, een waterschap en krap vierhonderdduizend inwoners maakt het allemaal heel overzichtelijk. Geen groot duur provinciehuis en geen grote stadhuizen met vele honderden ambtenaren. Het is de voor deze provincie zo kenmerkende menselijke maat. Een wethouder in Flevoland heeft als dat nodig is binnen een mum van tijd een provinciebestuurder aan de telefoon en andersom is het voor ons geen probleem om een overleg met zes wethouders te beleggen om samen een koers te bespreken. Het is zo ongeveer zoals Thorbecke het bedoeld moet hebben. Die korte lijnen zijn buitengewoon waardevol en geven ons slagkracht. Wat mij betreft een goed voorbeeld voor andere provincies.
Toch zitten er ook nadelen aan die kleine schaal. Die nadelen zitten vooral in de relaties tussen de gemeenten onderling en de verhouding tussen provincie en de gemeenten. Door de kleine schaal lopen we elkaar soms voor de voeten en voeren we veel discussies over wie waarover gaat. Toch denk ik dat de gemeenten, het waterschap en de provincie in Flevoland zoveel gemeenschappelijke belangen hebben dat het zeer de moeite waard is om ons vooral samen sterk te maken van een sterkere Flevolandse samenwerking. Dat is goed voor de provincie en goed voor onze inwoners. Volgend jaar viert de provincie haar 25-jarig jubileum. Wat mij betreft een mooie aanleiding om werk te maken van die samenwerking.
De portefeuille die ik overgenomen heb van John Bos was voor mij in zekere zin een sprong in het diepe, er zaten voor mij veel nieuwe onderwerpen in. Voor mij betekende dat de afgelopen 100 dagen vooral veel inlezen, studeren en kennismaken, heel veel kennismaken. Achteraf gezien merk ik dat deze ‘mensenportefeuille’ mij sneller in zijn greep heeft gekregen dan ik voor mogelijk hield na al die jaren op de meer ‘harde’ beleidsterreinen. Met deze kennis zou ik graag na de verkiezingen een vervolg willen geven aan mijn eerste periode. Of dat ook gaat lukken is natuurlijk van veel meer afhankelijk dat mijn eigen inzet.
Tot ziens.
donderdag 16 december 2010
Gankster
Vandaag sloot ik op Urk mijn ronde van werkbezoeken aan gemeenten en jeugdzorgorganisaties in Flevoland af. Voor het geval u de vertaling van de titel niet voorhanden heeft, 'Gankster' betekend 'op zijn snelst'.
Gank, ganker, gankster is één van de teksten op de prachtige posters van Jaap&Jurie waarvan ik een aantal exemplaren meekreeg en die op Urk overal te zien zijn. Deze posterserie is gemaakt in het kader van de voorlichting over veiligheid. Veiligheid in het verkeer, in het uitgaan en heel toepasselijk in deze periode, veilig omgaan met vuurwerk.
De locatie van het werkbezoek vandaag was het pand waarin het Jeugd Opvang Werk en de koffiebar Urk hun jongeren een plek bieden. Dit gebouw is afgelopen zaterdag officieel geopend en er zijn die dag duizenden mensen langs geweest. Een geweldig voorbeeld van gemeenschapszin, ruim 80 vrijwilligers hebben meegewerkt om er een echt jongerencentrum van te maken.
En de inwoners van Urk beperken zich in hun gemeenschapszin niet alleen tot Urk. Op Urk zijn verblijven op dit moment 85 kinderen in pleeggezinnen. Urk heeft ruim 20% van alle pleeggezinnen in Flevoland. Voor een crisisplaatsing kan de jeugdzorg hier altijd terecht. Een groot goed dat we moeten koesteren. Daarom besteedt Vitree, onze Flevolandse jeugdzorgorganisatie, veel aandacht aan pleegzorgbegeleiding. Een deel van de ouders en pleegouders vindt het belangrijk vanuit de christelijke overtuiging opvoeding en ondersteuning te geven. Vitree houdt rekening met de identiteit van ouders en werkt daarbij samen met SGJ Christelijke Jeugdzorg. Vandaag ondertekenden zij een intentieverklaring om intensiever te gaan samenwerken.
Urk op zijn snelst: bestuurders, werkers en vrijwilligers hebben de drive om de jongeren te bereiken en problemen tijdig op te sporen en aan te pakken. En daarvoor wordt nauw samengewerkt met de kerken. Geert Post, wethouder op Urk, is erg trots op deze unieke samenwerking van alle kerkgenootschappen. Op een avond die pas geleden is georganiseerd door het kerkelijk platform zijn 1400 jongeren afgekomen! Een bereik waar menigeen jaloers op zal zijn.
Jammer genoeg is er ook een keerzijde. Vooral het alcoholgebruik onder jongeren met alle gevolgen van dien en de acceptatie hiervan door de ouders vormt een groot probleem. Vandaar ook de aandacht voor alcoholgebruik in de veiligheidscampagne waarmee ik begon.
Tot ziens.
Gank, ganker, gankster is één van de teksten op de prachtige posters van Jaap&Jurie waarvan ik een aantal exemplaren meekreeg en die op Urk overal te zien zijn. Deze posterserie is gemaakt in het kader van de voorlichting over veiligheid. Veiligheid in het verkeer, in het uitgaan en heel toepasselijk in deze periode, veilig omgaan met vuurwerk.
De locatie van het werkbezoek vandaag was het pand waarin het Jeugd Opvang Werk en de koffiebar Urk hun jongeren een plek bieden. Dit gebouw is afgelopen zaterdag officieel geopend en er zijn die dag duizenden mensen langs geweest. Een geweldig voorbeeld van gemeenschapszin, ruim 80 vrijwilligers hebben meegewerkt om er een echt jongerencentrum van te maken.
En de inwoners van Urk beperken zich in hun gemeenschapszin niet alleen tot Urk. Op Urk zijn verblijven op dit moment 85 kinderen in pleeggezinnen. Urk heeft ruim 20% van alle pleeggezinnen in Flevoland. Voor een crisisplaatsing kan de jeugdzorg hier altijd terecht. Een groot goed dat we moeten koesteren. Daarom besteedt Vitree, onze Flevolandse jeugdzorgorganisatie, veel aandacht aan pleegzorgbegeleiding. Een deel van de ouders en pleegouders vindt het belangrijk vanuit de christelijke overtuiging opvoeding en ondersteuning te geven. Vitree houdt rekening met de identiteit van ouders en werkt daarbij samen met SGJ Christelijke Jeugdzorg. Vandaag ondertekenden zij een intentieverklaring om intensiever te gaan samenwerken.
Urk op zijn snelst: bestuurders, werkers en vrijwilligers hebben de drive om de jongeren te bereiken en problemen tijdig op te sporen en aan te pakken. En daarvoor wordt nauw samengewerkt met de kerken. Geert Post, wethouder op Urk, is erg trots op deze unieke samenwerking van alle kerkgenootschappen. Op een avond die pas geleden is georganiseerd door het kerkelijk platform zijn 1400 jongeren afgekomen! Een bereik waar menigeen jaloers op zal zijn.
Jammer genoeg is er ook een keerzijde. Vooral het alcoholgebruik onder jongeren met alle gevolgen van dien en de acceptatie hiervan door de ouders vormt een groot probleem. Vandaar ook de aandacht voor alcoholgebruik in de veiligheidscampagne waarmee ik begon.
Tot ziens.
dinsdag 14 december 2010
Uitzwaaien
Vandaag begon mijn werkdag met een heel plezierig moment. Ik mocht een bus vol vrijwilligers uitzwaaien aan het begin van een dagje uit. Het was de vijfde keer dat wij vrijwilligers uit de provincie Flevoland als blijk van waardering een dagje uit aanbieden. Omdat er gelukkig nog heel veel vrijwilligers actief zijn, kunnen we ze niet allemaal tegelijk in het zonnetje zetten. Deze keer was de keus gevallen op de vrijwilligers die werken in ziekenhuizen, in de terminale thuiszorg en hospices, verspreid over de gehele provincie. Het is vaak hartverwarmend hoe groot de inzet van vrijwilligers is. In de groep was bijvoorbeeld een persoon die al tien jaar gemiddeld 20 uur per week als vrijwilliger werkt! Wat en prestatie! Iemand anders vertelde dat ze ooit zelf als patiënt in het ziekenhuis zo goed door vrijwilligers begeleid werd, dat ze dat werk ook is gaan doen. Weer een ander bleek zo betrokken dat ze een dag van vakantie teruggekomen is om voor een verhinderde collega in te springen.
Ik heb zo’n veertig vrijwilligers uitgezwaaid voor een dagtochtje naar een kaasboerderij en de stad Gouda, waar ze ’s avonds een spektakel met lichtjes gingen meemaken. De hele dag loopt een fotograaf mee. Van haar foto’s wordt een boekje gemaakt dat als blijvende herinnering naar iedereen wordt gestuurd.
Tot ziens.
Ik heb zo’n veertig vrijwilligers uitgezwaaid voor een dagtochtje naar een kaasboerderij en de stad Gouda, waar ze ’s avonds een spektakel met lichtjes gingen meemaken. De hele dag loopt een fotograaf mee. Van haar foto’s wordt een boekje gemaakt dat als blijvende herinnering naar iedereen wordt gestuurd.
Tot ziens.
maandag 13 december 2010
Debat
Een keer per jaar hebben we in Nederland het Nationale Jeugddebat. Tijdens dit debat kunnen jongeren tussen 12 en 18 jaar in de Tweede Kamer hun zegje doen en Den Haag laten weten wat zij belangrijk vinden. Daarvoor moeten deze jongeren eerst hun talent om te debatteren laten zien in provinciale voorrondes. Vandaar was er zo'n voorronde in onze provincie. Ik mocht de voorzitter zijn.
Daardoor heb ik vandaag een heleboel politici in de dop ontmoet die met elkaar debatteerden over onderwerpen als jongerenhuisvesting, natuurbeleving door jongeren, onderwijs en werkgelegenheid en zwerfjongeren. Ze moesten een aantal Flevolandse politici overtuigen van hun voorstellen. Die politici waren Jop Fackeldey (wethouder lelystad), Freek Brouwer (Statenlid ChristenUnie), Ben van der Erve (Statenlid CDA) en Anne Bliek - de Jong (Lid GS).
Na een aantal mooie debatten is er in ieder geval één voorstel waarvan de politici vinden dat de jongeren dat in de toekomst verder uit zouden moeten werken. Dat voorstel ging over de communicatie tussen scholen en de provincie, waarvan de jongeren vinden dat die niet goed is. Als oplossing willen ze dat er leerlingenraden komen op gemeentelijk niveau en een leerlingenraad op provinciaal niveau. Ik ben benieuwd naar de uitwerking van dit idee. Aan het eind van het debat hebben we twaalf jongeren aangewezen als de beste debaters van dit provinciaal jeugddebat. Zij gaan naar het Nationaal Jeugddebat in het voorjaar van 2011.
Tot ziens.
Daardoor heb ik vandaag een heleboel politici in de dop ontmoet die met elkaar debatteerden over onderwerpen als jongerenhuisvesting, natuurbeleving door jongeren, onderwijs en werkgelegenheid en zwerfjongeren. Ze moesten een aantal Flevolandse politici overtuigen van hun voorstellen. Die politici waren Jop Fackeldey (wethouder lelystad), Freek Brouwer (Statenlid ChristenUnie), Ben van der Erve (Statenlid CDA) en Anne Bliek - de Jong (Lid GS).
Na een aantal mooie debatten is er in ieder geval één voorstel waarvan de politici vinden dat de jongeren dat in de toekomst verder uit zouden moeten werken. Dat voorstel ging over de communicatie tussen scholen en de provincie, waarvan de jongeren vinden dat die niet goed is. Als oplossing willen ze dat er leerlingenraden komen op gemeentelijk niveau en een leerlingenraad op provinciaal niveau. Ik ben benieuwd naar de uitwerking van dit idee. Aan het eind van het debat hebben we twaalf jongeren aangewezen als de beste debaters van dit provinciaal jeugddebat. Zij gaan naar het Nationaal Jeugddebat in het voorjaar van 2011.
Tot ziens.
vrijdag 10 december 2010
Schooljudo.nl
Vandaag gaf Ruben Houkes, bronzen medaillewinnaar van de Olympische Spelen in Beijing in 2008 en Wereldkampioen 2007 een judoclinic aan 500 kinderen uit groep 3 en 4 van het basisonderwijs in Lelystad. Deze clinic was de afsluiting van het programma schooljudo.nl. In het kader van dit programma gaan dit schooljaar 2000 kinderen in Flevoland kennis maken met de judosport. Als provincie hebben we subsidie beschikbaar gesteld voor drie jaar.
Het programma bestaat uit judolessen tijdens schooltijd en vervolglessen na schooltijd. Binnen de lessen ligt de nadruk op het aanleren van de basisbeginselen van judo en worden thema's als respect , agressieregulatie en coordinatie bewust en onbewust behandeld.
Als gedeputeerde Sport mocht ik de eerste groep van 250 kinderen toespreken.
Tot ziens.
Het programma bestaat uit judolessen tijdens schooltijd en vervolglessen na schooltijd. Binnen de lessen ligt de nadruk op het aanleren van de basisbeginselen van judo en worden thema's als respect , agressieregulatie en coordinatie bewust en onbewust behandeld.
Als gedeputeerde Sport mocht ik de eerste groep van 250 kinderen toespreken.
Tot ziens.
Zonnehoeve
Een aantal weken geleden deed ik op mijn weblog verslag van mijn werkbezoek aan Lelystad, de eerste in een serie werkbezoeken aan gemeenten. Woensdag 8 december ging ik op werkbezoek in Zeewolde en Dronten.
‘s Ochtends was ik te gast bij boerderij Zonnehoeve in Zeewolde, een gemengd boerenbedrijf, gestart in 1981 en daarmee een van de oudste biologisch-dynamische bedrijven van Flevoland. De Zonnehoeve biedt ook zorg, inwoning en dagbesteding aan jongeren. In samenwerking met jeugdzorgaanbieder Nieuw Veldzicht (onderdeel van LSG-Rentray) wonen er op de Zonnehoeve jongeren die (voorlopig) niet meer thuis kunnen wonen. Deze jongeren hebben hun thuis in een van de drie gezinshuizen op het terrein van de Zonnehoeve.
De directeur van Nieuw Veldzicht, Peter van Vliet, gaf een presentatie over wat Nieuw Veldzicht doet voor jongeren die hulp of ondersteuning nodig hebben en hoe ze dat organiseren. Daarna heeft oprichter Piet van IJzendoorn (op de foto rechts) gepassioneerd verteld over het boerenbedrijf en de combinatie met het zorgen voor jongeren. Hij heeft een bijzonder verhaal dat te lang is om hier te vertellen. Hij vertelde het aan de makers van het VPRO programma Tegenlicht.
Als afsluiting heb ik een rondleiding over het erf gekregen.
Jongeren hebben op de Zonnehoeve letterlijk de ruimte om te wonen, spelen, leren en werken, en daardoor als persoon te kunnen groeien. En alles zo gewoon mogelijk! Ik ben erg onder de indruk van dit geweldige bedrijf en de gedrevenheid van de medewerkers. Zonnehoeve heeft een eigen website: www.zonnehoeve.net
’s Middag sprak ik in Dronten met wethouder Erik Langeweg (foto), wethouder voor onder meer jeugdbeleid en onderwijs, over de situatie in Dronten en over onze samenwerking.
Erik Langeweg timmert met gedrevenheid aan het jeugdbeleid en onderwijs in Dronten. Inmiddels al bijna 5 jaar, en met succes. In Dronten is in deze jaren intensief gebouwd aan een goede zorgstructuur en het preventief jeugdbeleid. De samenwerking heeft hierdoor een behoorlijke ‘boost’ gekregen. Erik is vooral trots op het bereik van de peuterspeelzalen en kinderopvang in Dronten: 92% van de kinderen tussen de 0-4 jaar bezoekt een voorschoolse voorziening. De signaleringskwaliteit is hoog en de kinderen die dit nodig hebben, krijgen voor- en vroegschoolse educatie. Dronten wil de ondersteuning in opvoeden en opgroeien voor kinderen en ouders graag koppelen aan de basisvoorzieningen. En met het grote bereik is dat volgens mij een prima keuze!
Verder maakten wij kennis met de onderwijshulpverlening en twee vormen van ambulante hulp (gezinsbehandeling en thuishulp) in Dronten. Wat mij vooral opviel is dat bij deze vormen van hulp tijdens het traject steeds wordt gekeken of de hulp lichter kan. Daarmee wordt creatief samengewerkt met andere partners, bij de onderwijshulpverlening met een instituut voor huiswerkbegeleiding. Hierdoor wordt het hulpverleningstraject zo kort mogelijk gehouden, maar worden ouders en jongeren niet meteen helemaal losgelaten. En heel belangrijk, we hebben daarmee ruimte om meer mensen helpen. De werkers zijn terecht trots op hun methodiek die in korte tijd sterk verbeterd is en die goede resultaten oplevert.
Tot ziens.
‘s Ochtends was ik te gast bij boerderij Zonnehoeve in Zeewolde, een gemengd boerenbedrijf, gestart in 1981 en daarmee een van de oudste biologisch-dynamische bedrijven van Flevoland. De Zonnehoeve biedt ook zorg, inwoning en dagbesteding aan jongeren. In samenwerking met jeugdzorgaanbieder Nieuw Veldzicht (onderdeel van LSG-Rentray) wonen er op de Zonnehoeve jongeren die (voorlopig) niet meer thuis kunnen wonen. Deze jongeren hebben hun thuis in een van de drie gezinshuizen op het terrein van de Zonnehoeve.
De directeur van Nieuw Veldzicht, Peter van Vliet, gaf een presentatie over wat Nieuw Veldzicht doet voor jongeren die hulp of ondersteuning nodig hebben en hoe ze dat organiseren. Daarna heeft oprichter Piet van IJzendoorn (op de foto rechts) gepassioneerd verteld over het boerenbedrijf en de combinatie met het zorgen voor jongeren. Hij heeft een bijzonder verhaal dat te lang is om hier te vertellen. Hij vertelde het aan de makers van het VPRO programma Tegenlicht.
Als afsluiting heb ik een rondleiding over het erf gekregen.
Jongeren hebben op de Zonnehoeve letterlijk de ruimte om te wonen, spelen, leren en werken, en daardoor als persoon te kunnen groeien. En alles zo gewoon mogelijk! Ik ben erg onder de indruk van dit geweldige bedrijf en de gedrevenheid van de medewerkers. Zonnehoeve heeft een eigen website: www.zonnehoeve.net
’s Middag sprak ik in Dronten met wethouder Erik Langeweg (foto), wethouder voor onder meer jeugdbeleid en onderwijs, over de situatie in Dronten en over onze samenwerking.
Erik Langeweg timmert met gedrevenheid aan het jeugdbeleid en onderwijs in Dronten. Inmiddels al bijna 5 jaar, en met succes. In Dronten is in deze jaren intensief gebouwd aan een goede zorgstructuur en het preventief jeugdbeleid. De samenwerking heeft hierdoor een behoorlijke ‘boost’ gekregen. Erik is vooral trots op het bereik van de peuterspeelzalen en kinderopvang in Dronten: 92% van de kinderen tussen de 0-4 jaar bezoekt een voorschoolse voorziening. De signaleringskwaliteit is hoog en de kinderen die dit nodig hebben, krijgen voor- en vroegschoolse educatie. Dronten wil de ondersteuning in opvoeden en opgroeien voor kinderen en ouders graag koppelen aan de basisvoorzieningen. En met het grote bereik is dat volgens mij een prima keuze!
Verder maakten wij kennis met de onderwijshulpverlening en twee vormen van ambulante hulp (gezinsbehandeling en thuishulp) in Dronten. Wat mij vooral opviel is dat bij deze vormen van hulp tijdens het traject steeds wordt gekeken of de hulp lichter kan. Daarmee wordt creatief samengewerkt met andere partners, bij de onderwijshulpverlening met een instituut voor huiswerkbegeleiding. Hierdoor wordt het hulpverleningstraject zo kort mogelijk gehouden, maar worden ouders en jongeren niet meteen helemaal losgelaten. En heel belangrijk, we hebben daarmee ruimte om meer mensen helpen. De werkers zijn terecht trots op hun methodiek die in korte tijd sterk verbeterd is en die goede resultaten oplevert.
Tot ziens.
dinsdag 7 december 2010
Nu of nooit (2)
Op 29 september jl. schreef ik hier over het project Nu of Nooit. Vandaag had ik twee jongeren uit deze serie in het provinciehuis uitgenodigd. Ik had de serie natuurlijk gezien en van alle plannen gehoord, maar vond het fijn om eens van de jongeren zelf te horen wat ze van dit project vonden. Het was immers een project van en voor jongeren. Ik vond het leuk dat Selfrin en Maaike de tijd namen om mij alles te vertellen over de serie. Zij gaven zelf aan dat ze het een prachtig project te vinden en zijn blij dat zij daar aan deel mochten nemen.
Selfrin vond de serie een goede manier om jongeren naar hun mening te vragen en zou willen zien dat er vervolg komt op de serie. Hij vertelde dat het project hem aan denken had gezet over zichzelf. Hij merkte door de serie dat hij ook wel eens mensen veroordeelde op basis van hun uiterlijk. 'Nu doe ik het niet meer!', zo liet hij me weten. Selfrin wordt veel herkend door mensen en word gemaild en gesmst.”
Maaike vond de serie een eyeopener. “Ik wist niet dat er jongeren rondliepen met zoveel ‘bagage’.” Ze heeft nu een andere beeld gekregen van jongeren in het algemeen. Maaike sprak haar waardering uit voor haar Hassan, één van de hoofdrolspelers. Hij gaat helemaal voor zijn passie. Haar eigen passie voor dansen is wat minder geworden. Ze heeft gekozen voor haar school.
De serie Nu of Nooit is gemaakt als onderdeel van de sociale agenda van de provincie Flevoland.
Tot ziens.
Selfrin vond de serie een goede manier om jongeren naar hun mening te vragen en zou willen zien dat er vervolg komt op de serie. Hij vertelde dat het project hem aan denken had gezet over zichzelf. Hij merkte door de serie dat hij ook wel eens mensen veroordeelde op basis van hun uiterlijk. 'Nu doe ik het niet meer!', zo liet hij me weten. Selfrin wordt veel herkend door mensen en word gemaild en gesmst.”
Maaike vond de serie een eyeopener. “Ik wist niet dat er jongeren rondliepen met zoveel ‘bagage’.” Ze heeft nu een andere beeld gekregen van jongeren in het algemeen. Maaike sprak haar waardering uit voor haar Hassan, één van de hoofdrolspelers. Hij gaat helemaal voor zijn passie. Haar eigen passie voor dansen is wat minder geworden. Ze heeft gekozen voor haar school.
De serie Nu of Nooit is gemaakt als onderdeel van de sociale agenda van de provincie Flevoland.
Tot ziens.
woensdag 1 december 2010
Prijzenfestival
Vanmiddag mocht ik op twee scholen in Emmeloord de Onderwijsprijzen Flevoland 2009-2011 uitreiken: op basisschool De Lichtboei en het Zuyderzee College (voortgezet onderwijs). Zij hebben een bronzen beeldje gekregen omdat ze met een originele activiteit hebben laten zien dat ze creatief en inventief zijn. De organisatie van de Onderwijsprijs is in handen van het Instituut voor Nationale Onderwijs Promotie.
De Lichtboei heeft de prijs gewonnen voor hun project De Structuurgroep. Dat is een groep van twaalf leerlingen van 7 tot 12 jaar die een indicatie hebben gekregen voor speciaal onderwijs. Om ervoor te zorgen dat deze kinderen het onderwijs en de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, én met plezier naar school gaan is voor hen een tussenvorm bedacht tussen speciaal en ‘gewoon’ onderwijs in. Zo zitten de kinderen een groot deel van de dag bij de andere kinderen in de klas. Daarmee wordt dus voorkomen dat ze naar een andere school moeten, met nieuwe kinderen en een nieuwe juf of meester. De groep is vorig jaar van start gegaan onder leiding van een professioneel team. De resultaten zijn goed. Besturen van andere scholen hebben al belangstelling getoond. Het Zuyderzee College heeft de prijs in de categorie voortgezet onderwijs gewonnen voor het project ‘A Beauty Afternoon’. Daarbij hebben leerlingen van klas 4 vmbo de opdracht uitgevoerd om een beautydag te organiseren voor allochtone bewoonsters van het nabije Asielzoekerscentrum Luttelgeest en allochtone deelneemsters aan een inburgeringscursus op het ROC Friese Poort in Emmeloord. Doel van het project was leerlingen kennis te laten maken met een voor hen vaak onbekende leefwereld en achtergronden van allochtone vrouwen.
Het Zuyderzee College is voor de tweede achtereen volgende keer winnaar van de Onderwijsprijs Flevoland. Wat mij betreft kunnen we daarmee rustig stellen dat Emmeloord inmiddels DE onderwijsplaats van de provincie is.
Deze prijzen hebben de scholen dus alvast binnen. Nu kunnen zij op naar de finale van de Nationale Onderwijsprijs in maart in de Beurs van Berlage. Ik wens beide scholen bij deze alvast ontzettend veel succes daar! Ik hoop jullie dan nogmaals te mogen feliciteren.
Tot ziens.
De Lichtboei heeft de prijs gewonnen voor hun project De Structuurgroep. Dat is een groep van twaalf leerlingen van 7 tot 12 jaar die een indicatie hebben gekregen voor speciaal onderwijs. Om ervoor te zorgen dat deze kinderen het onderwijs en de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben, én met plezier naar school gaan is voor hen een tussenvorm bedacht tussen speciaal en ‘gewoon’ onderwijs in. Zo zitten de kinderen een groot deel van de dag bij de andere kinderen in de klas. Daarmee wordt dus voorkomen dat ze naar een andere school moeten, met nieuwe kinderen en een nieuwe juf of meester. De groep is vorig jaar van start gegaan onder leiding van een professioneel team. De resultaten zijn goed. Besturen van andere scholen hebben al belangstelling getoond. Het Zuyderzee College heeft de prijs in de categorie voortgezet onderwijs gewonnen voor het project ‘A Beauty Afternoon’. Daarbij hebben leerlingen van klas 4 vmbo de opdracht uitgevoerd om een beautydag te organiseren voor allochtone bewoonsters van het nabije Asielzoekerscentrum Luttelgeest en allochtone deelneemsters aan een inburgeringscursus op het ROC Friese Poort in Emmeloord. Doel van het project was leerlingen kennis te laten maken met een voor hen vaak onbekende leefwereld en achtergronden van allochtone vrouwen.
Het Zuyderzee College is voor de tweede achtereen volgende keer winnaar van de Onderwijsprijs Flevoland. Wat mij betreft kunnen we daarmee rustig stellen dat Emmeloord inmiddels DE onderwijsplaats van de provincie is.
Deze prijzen hebben de scholen dus alvast binnen. Nu kunnen zij op naar de finale van de Nationale Onderwijsprijs in maart in de Beurs van Berlage. Ik wens beide scholen bij deze alvast ontzettend veel succes daar! Ik hoop jullie dan nogmaals te mogen feliciteren.
Tot ziens.
dinsdag 30 november 2010
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg
Vanmiddag heb ik aan de regionale pers een toelichting gegeven over het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011. In dat programma hebben we opgeschreven wat we volgend jaar gaan doen om de groep kwetsbare kinderen en jongeren de zorg te geven die ze nodig hebben. Belangrijk daarbij is dat we de jeugdzorg in Flevoland in 2011 op het huidige, hoge niveau handhaven, bijvoorbeeld door te voorkomen dat er nieuwe wachtlijsten ontstaan. Omdat we daarvoor van het rijk niet genoeg geld krijgen moeten we ook in 2011 als provincie zelf weer flink geld bijleggen, ruim 4,8 miljoen euro. Het komende jaar gaan we vooral hard werken aan een goede aansluiting tussen de verschillende vormen van zorg, gaan we beter kijken wat mensen zelf kunnen doen om problemen op te lossen en gaan we extra aandacht geven aan de begeleiding en opvang van kwetsbare meiden.
De provinciale jeugdzorg helpt als er ernstige problemen zijn bij het opvoeden en opgroeien. Het gaat dus om een zware vorm van zorg; die werkt alleen goed als er een goede aansluiting is bij lichtere vormen van zorg en maatschappelijke ondersteuning zoals gemeenten die bieden. Alle reden dus om daar volgend jaar weer stevig op in te zetten. Dat doen we bijvoorbeeld in het project Over en Weer. Daar werkt de jeugdhulpverlening samen met de maatschappelijke dienstverlening. Hierdoor is één samenhangend hulpverleningsaanbod met één methodiek ontstaan voor gezinnen die met meerdere problemen kampen. Een ander voorbeeld is de samenwerking van Triade, Nieuw Veldzicht en Vitree in één crisisteam. Hierdoor kunnen alle jongeren met een acute vraag binnen maximaal 24 uur hulp krijgen.
Verder gaan we in 2011 dus inzetten op eigen kracht: als provincie geloven we erg in de eigen kracht van gezinnen om hun problemen op te lossen. Familie en buren kunnen vaak beter inspelen op de problemen dan een buitenstaander. Dat blijkt ook uit de praktijk.
Ondanks wat hun ‘benaming’ misschien doet vermoeden, hebben ook kwetsbare meiden eigen kracht. We moeten ze alleen wat meer helpen om die naar boven te halen en voor zichzelf op te komen. Voor kwetsbare meiden met kinderen die het alleen niet redden, komt meer opvang; daarnaast letten we beter op meiden die het gevaar lopen slachtoffer te worden van loverboys. We zorgen ervoor dat er weerbaarheidstrainingen worden gegeven op scholen en dat hulpverleners beter in staat zijn signalen te herkennen die op deze risico 's wijzen.
Tot ziens.
De provinciale jeugdzorg helpt als er ernstige problemen zijn bij het opvoeden en opgroeien. Het gaat dus om een zware vorm van zorg; die werkt alleen goed als er een goede aansluiting is bij lichtere vormen van zorg en maatschappelijke ondersteuning zoals gemeenten die bieden. Alle reden dus om daar volgend jaar weer stevig op in te zetten. Dat doen we bijvoorbeeld in het project Over en Weer. Daar werkt de jeugdhulpverlening samen met de maatschappelijke dienstverlening. Hierdoor is één samenhangend hulpverleningsaanbod met één methodiek ontstaan voor gezinnen die met meerdere problemen kampen. Een ander voorbeeld is de samenwerking van Triade, Nieuw Veldzicht en Vitree in één crisisteam. Hierdoor kunnen alle jongeren met een acute vraag binnen maximaal 24 uur hulp krijgen.
Verder gaan we in 2011 dus inzetten op eigen kracht: als provincie geloven we erg in de eigen kracht van gezinnen om hun problemen op te lossen. Familie en buren kunnen vaak beter inspelen op de problemen dan een buitenstaander. Dat blijkt ook uit de praktijk.
Ondanks wat hun ‘benaming’ misschien doet vermoeden, hebben ook kwetsbare meiden eigen kracht. We moeten ze alleen wat meer helpen om die naar boven te halen en voor zichzelf op te komen. Voor kwetsbare meiden met kinderen die het alleen niet redden, komt meer opvang; daarnaast letten we beter op meiden die het gevaar lopen slachtoffer te worden van loverboys. We zorgen ervoor dat er weerbaarheidstrainingen worden gegeven op scholen en dat hulpverleners beter in staat zijn signalen te herkennen die op deze risico 's wijzen.
Tot ziens.
donderdag 25 november 2010
Tienermoeders
Vandaag was ik op bezoek bij het Moeder & Kindhuis van Triade in Almere. Ik wilde graag met eigen ogen zien hoe Triade met steun vanuit experimenteergelden van de provincie een methode heeft ontwikkeld om (tiener)moeders of moeders met een verstandelijke beperking te begeleiden in hun ouderschap. Tijdens dit werkbezoek maakte ik opnieuw kennis met de bestuurder van Triade, Micky Adriaansens en een aantal medewerkers. Bovendien was er een moeder die over haar ervaringen met jeugdzorg vertelde en bracht ik een bezoekje aan drie jonge moeders uit het Moeder & Kindhuis.
Projectleider Marielle Bonnet vertelde over het moeder en kindhuis: ‘In Flevoland zijn er gemiddeld 1,16% (150) moeders van 15-19 jaar. Landelijk ligt dat cijfer lager op 0,66%. Van deze moeders heeft 10%-20% zorg nodig , 15-30 moeder per jaar in Flevoland. In het moeder en kind huis zijn 16 plekken met een 24 uurs aanbod voor moeders met lichte verstandelijke beperking en kind.’ Op ons verzoek wordt dit uitgebreid met 4 jeugdzorgplekken voor tienermoeders. Triade ontwikkelt een methodiek om de zorg zo goed mogelijk op deze moeders af te stemmen. Dit doen zij door de methodieken van Triade te gebruiken en expertise te ontwikkelen in samenwerking met Altra uit Amsterdam en de Vrije Universiteit.’
Moeder Paula vertelde over haar ervaringen in jeugdzorg. Paula kreeg intensief pedagogische thuishulp toen haar dochter veel problemen kreeg toen ze puber werd. Zij was blij en geholpen met de begeleiding van Triade, maar had ook duidelijk ideeën voor verbetering. Paula had meer steun in de regie willen hebben toen er meerder vormen van jeugdzorg, onderzoek in Fornhese en justitie bij kwamen. Ook vindt ze dat alle instanties onderling beter kunnen communiceren.
Aan het eind van het werkbezoek bracht ik nog een bezoek aan drie jonge moeders. Ze hebben ieder hun eigen huisje, maar krijgen intensieve hulp van Triade. Bij de kennismaking bleek heel duidelijk dat deze meiden goed voor ogen hebben wat ze willen. Ze gaan naar school, lopen stage en voeden ondertussen hun kind op. Ik was onder de indruk van deze drie meiden en al helemaal van Daisy (op de foto in het midden), het dochtertje van een van de meiden, die als klap op de vuurpijl mij ten huwelijk vroeg.
Projectleider Marielle Bonnet vertelde over het moeder en kindhuis: ‘In Flevoland zijn er gemiddeld 1,16% (150) moeders van 15-19 jaar. Landelijk ligt dat cijfer lager op 0,66%. Van deze moeders heeft 10%-20% zorg nodig , 15-30 moeder per jaar in Flevoland. In het moeder en kind huis zijn 16 plekken met een 24 uurs aanbod voor moeders met lichte verstandelijke beperking en kind.’ Op ons verzoek wordt dit uitgebreid met 4 jeugdzorgplekken voor tienermoeders. Triade ontwikkelt een methodiek om de zorg zo goed mogelijk op deze moeders af te stemmen. Dit doen zij door de methodieken van Triade te gebruiken en expertise te ontwikkelen in samenwerking met Altra uit Amsterdam en de Vrije Universiteit.’
Moeder Paula vertelde over haar ervaringen in jeugdzorg. Paula kreeg intensief pedagogische thuishulp toen haar dochter veel problemen kreeg toen ze puber werd. Zij was blij en geholpen met de begeleiding van Triade, maar had ook duidelijk ideeën voor verbetering. Paula had meer steun in de regie willen hebben toen er meerder vormen van jeugdzorg, onderzoek in Fornhese en justitie bij kwamen. Ook vindt ze dat alle instanties onderling beter kunnen communiceren.
Aan het eind van het werkbezoek bracht ik nog een bezoek aan drie jonge moeders. Ze hebben ieder hun eigen huisje, maar krijgen intensieve hulp van Triade. Bij de kennismaking bleek heel duidelijk dat deze meiden goed voor ogen hebben wat ze willen. Ze gaan naar school, lopen stage en voeden ondertussen hun kind op. Ik was onder de indruk van deze drie meiden en al helemaal van Daisy (op de foto in het midden), het dochtertje van een van de meiden, die als klap op de vuurpijl mij ten huwelijk vroeg.
Tot ziens!
woensdag 24 november 2010
Zuiderzeeland
In Flevoland leven we zo'n 6 meter onder de waterspiegel van het IJsselmeer. Als we niets zouden doen dan zou de polder als gevolg van regen en kwelwater binnen een korte tijd gewoon weer helemaal vol met water staan. Onder andere om dit te voorkomen hebben we een Waterschap.
Waterschap Zuiderzeeland is de waterbeheerder in Flevoland en een klein deel van Friesland en Overijssel. Zij beheren in dit gebied alle dijken, watergangen, gemalen en waterzuiveringen. Daarmee zorgen ze voor veiligheid en voldoende en schoon water. Dat doen ze in samenwerking met gemeenten, provincies, natuurorganisaties, andere waterschappen, maatschappelijke organisaties en belangenbehartigers. De provincie Flevoland is toezichthouder op dit waterschap.
Als gedeputeerde water ben ik politiek verantwoordelijk voor de manier waarop wij dit toezicht uitoefenen. Daarvoor is het voor mij van belang om een goed beeld te hebben van het functioneren van ons Waterschap. Daarom ben ik vanmorgen met Dijkgraaf Henk Tiesinga de polder in getrokken om eens met eigen ogen te zien wat er allemaal komt kijken bij het uitvoeren van deze belangrijke taak.
Hierbij ik onder andere een bezoek gebracht aan de gemalen Wortman (foto) en De Block van Kuffler. Het zijn de grootste gemalen in de provincie met een capaciteit van resp. 2000 en 3100 kubieke meter per minuut. Samen zijn ze dus goed voor een capaciteit van meer dan 5.000.000 liter per minuut! De Block van Kuffler is bij een opvoercapaciteit van 6 meter het grootste gemaal in zijn soort in Europa. De gemalen zijn gebouwd in de periode voor de drooglegging. Vooral bij het gemaal Wortman is dat nog goed te zien. De techniek is nog steeds zoals die in 1956 werd opgeleverd. Als liefhebber van industriele monumenten heb ik daar mijn ogen uitgekeken.
Naast de gemalen zijn we ook door de polder gereden en hebben we op een aantal plaatsen de dijken bekeken. Waterschap Zuiderzeeland onderhoudt en beheert 265 kilometer dijken die rondom de polders liggen en ons beschermen tegen het buitenwater, zoals het IJsselmeer, Markermeer, IJmeer en de randmeren.
Onderweg hebben we met elkaar gesproken over de samenwerking tussen Provincie en het Waterschap. Het was een buitengewoon boeiend en leerzaam bezoek aan de mensen en systemen die er voor zorgen dat we droge voeten houden.
Tot ziens.
dinsdag 23 november 2010
Bosatlas
Wie kent ‘m niet? En wie herinnert zich niet de momenten dat je je als kind verwonderde over de wereld zoals de Bosatlas die zich voor je ontvouwde? Prachtig toch.
Nu is er dan de Bosatlas van Nederland Waterland. Een speciale editie die aandacht besteedt aan alle aspecten van water. De provincie Flevoland heeft een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit bijzondere boekwerk. Uiteraard staat het verhaal over de Zuiderzeewerken tot en met de drooglegging van de Zuiderzee erin. En het verhaal over Schokland, het aanleggen van de zoetwatervoorraad, het Deltaprogramma, honderden kaarten, grafieken, luchtfoto’s en nog veel meer.
Vanmiddag heb ik in de bibliotheek van Lelystad het eerste exemplaar van de Wateratlas uitgereikt aan Jan Steffens, directeur van de Flevomeer Bibliotheken. Alle Flevolandse bibliotheken krijgen van de provincie een exemplaar. Komend voorjaar ontvangen alle middelbare scholen in het hele land exemplaren.
Tot ziens.
Nu is er dan de Bosatlas van Nederland Waterland. Een speciale editie die aandacht besteedt aan alle aspecten van water. De provincie Flevoland heeft een grote bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit bijzondere boekwerk. Uiteraard staat het verhaal over de Zuiderzeewerken tot en met de drooglegging van de Zuiderzee erin. En het verhaal over Schokland, het aanleggen van de zoetwatervoorraad, het Deltaprogramma, honderden kaarten, grafieken, luchtfoto’s en nog veel meer.
Vanmiddag heb ik in de bibliotheek van Lelystad het eerste exemplaar van de Wateratlas uitgereikt aan Jan Steffens, directeur van de Flevomeer Bibliotheken. Alle Flevolandse bibliotheken krijgen van de provincie een exemplaar. Komend voorjaar ontvangen alle middelbare scholen in het hele land exemplaren.
Tot ziens.
zondag 21 november 2010
Zeven heuvels
Politiek is hard werken, het is dan ook heerlijk om met hardlopen je hoofd leeg te maken. Daarom hebben een aantal leden van de PvdA een hardloopteam samengesteld. Vandaag was de eerste loop, de pittige ‘7-heuvelenloop’ in Nijmegen. PvdA leden w.o. kamerleden, provincie- en gemeentebestuurders waren van de partij. Vijftien kilometer lang liepen we herkenbaar in PvdA shirts, door de heuvels rondom Nijmegen. Het was een prachtige route. Zelf liep ik deze afstand in 1 uur en 24 minuten en daar was ik best tevreden mee. Alle PvdA-ers die willen meelopen in het PvdA team bij de volgende loop op zondag 9 januari in Egmond, zijn van harte uitgenodigd!
Voor de liefhebber van statistiek, via deze link alle detail over mijn prestatie van vandaag.
Tot ziens.
Voor de liefhebber van statistiek, via deze link alle detail over mijn prestatie van vandaag.
Tot ziens.
woensdag 17 november 2010
Week vd Jeugdzorg (4)
Vandaag organiseerde de provincie voor de vijfde keer de GAAF-conferentie. GAAF staat voor Gemeenschappelijk Actieprogramma Aansluiting Flevoland. Dat doen we voor mensen die in hun werk met jongeren te maken hebben. Zij ontmoeten elkaar hier en wisselen kennis en ervaring uit. Thema dit jaar was ‘Focus op nazorg’.
Uit onderzoek van CMO Flevoland is gebleken dat de nazorg beter kan. We doen er wel wat aan, maar de samenwerking kan veel beter. Met de wethouders en de betrokken instellingen is afgesproken dit per gemeente te gaan oplossen.
In Flevoland gaat het om zo’n 250 jongeren per jaar, die ondersteuning nodig hebben na jeugdzorg. De aanwezigen hebben tijdens deze conferentie veel informatie gekregen waarmee ze de nazorg in Flevoland sterk kunnen gaan verbeteren.
Tijdens deze conferentie werd voor het derde achtereenvolgende jaar een stimuleringsprijs uitgereikt (de GAAF-prijs) voor het beste projectidee op het gebied van nazorg. De prijs van 10.000 euro ging naar het project jongerencoaches van het jongerenwerk op Urk. Als reden waarom zij zouden moeten winnen, hadden de indieners aangegeven: ‘Jongeren zijn gemotiveerd om te veranderen, maar missen het lef om de laatste stap te zetten. Het coachingsproject helpt hen om keuzes te maken die een verschil kunnen vormen voor de rest van hun leven.’ Mooier had ik het zelf niet kunnen zeggen. En het leuke is, dat de eerste successen al zichtbaar zijn. Trotse Urkers dus in het provinciehuis vanmiddag. Zij werken samen met veel partijen, zoals de politie, Waypoint, de gemeente Urk, maatschappelijk werk, reclassering en BJZ.
Van harte gefeliciteerd prijswinnaars en doe iets moois met de prijs! Ik ga de komende tijd nog een keer op Urk kijken wat ze met het geld hebben gedaan.
Aan het begin en het eind van de GAAF-conferentie voerden verschillende jongeren van jeugdzorginstelling Nieuw-Veldzicht en Rentray acts op: raps, maar ook een gevoelige song waarbij heel wat mensen de tranen in de ogen kregen. Giorgio, Millow en Locs, Ellis, Jordy, Luchard en Joost: zij kregen het daverende applaus dat ze verdienden. Wat een talent heeft Flevoland, geweldig! Ik ben benieuwd naar de cd-opnames die er ongetwijfeld gaan komen. Mij hebben ze in elk geval al als grote fan. Kortom, ook de jongeren waren weer van de partij. Hun optredens zijn mooie momenten tijdens zo’n conferentie, en doen je ook realiseren waarvoor we het met z’n allen doen.
Wordt vervolgd
Uit onderzoek van CMO Flevoland is gebleken dat de nazorg beter kan. We doen er wel wat aan, maar de samenwerking kan veel beter. Met de wethouders en de betrokken instellingen is afgesproken dit per gemeente te gaan oplossen.
In Flevoland gaat het om zo’n 250 jongeren per jaar, die ondersteuning nodig hebben na jeugdzorg. De aanwezigen hebben tijdens deze conferentie veel informatie gekregen waarmee ze de nazorg in Flevoland sterk kunnen gaan verbeteren.
Tijdens deze conferentie werd voor het derde achtereenvolgende jaar een stimuleringsprijs uitgereikt (de GAAF-prijs) voor het beste projectidee op het gebied van nazorg. De prijs van 10.000 euro ging naar het project jongerencoaches van het jongerenwerk op Urk. Als reden waarom zij zouden moeten winnen, hadden de indieners aangegeven: ‘Jongeren zijn gemotiveerd om te veranderen, maar missen het lef om de laatste stap te zetten. Het coachingsproject helpt hen om keuzes te maken die een verschil kunnen vormen voor de rest van hun leven.’ Mooier had ik het zelf niet kunnen zeggen. En het leuke is, dat de eerste successen al zichtbaar zijn. Trotse Urkers dus in het provinciehuis vanmiddag. Zij werken samen met veel partijen, zoals de politie, Waypoint, de gemeente Urk, maatschappelijk werk, reclassering en BJZ.
Van harte gefeliciteerd prijswinnaars en doe iets moois met de prijs! Ik ga de komende tijd nog een keer op Urk kijken wat ze met het geld hebben gedaan.
Aan het begin en het eind van de GAAF-conferentie voerden verschillende jongeren van jeugdzorginstelling Nieuw-Veldzicht en Rentray acts op: raps, maar ook een gevoelige song waarbij heel wat mensen de tranen in de ogen kregen. Giorgio, Millow en Locs, Ellis, Jordy, Luchard en Joost: zij kregen het daverende applaus dat ze verdienden. Wat een talent heeft Flevoland, geweldig! Ik ben benieuwd naar de cd-opnames die er ongetwijfeld gaan komen. Mij hebben ze in elk geval al als grote fan. Kortom, ook de jongeren waren weer van de partij. Hun optredens zijn mooie momenten tijdens zo’n conferentie, en doen je ook realiseren waarvoor we het met z’n allen doen.
Wordt vervolgd
dinsdag 16 november 2010
Week vd Jeugdzorg (3)
Bestuurders, raadsleden, beleidsmedewerkers en mensen uit het onderwijs, de politie en de zorg waren uitgenodigd om in de Week van de Jeugdzorg stage te lopen bij een jeugdzorginstelling of Bureau Jeugdzorg (BJZ) Flevoland. Uiteraard heb ik die uitnodiging met beide handen aangenomen.
Vanmiddag kreeg ik een kijkje achter de schermen van BJZ. Daar heb ik zelf ervaren dat het werk buitengewoon pittig is. Samen met mijn mede-stagiairs, een zorgcoördinator van Icare en de GGD, heb ik een casus uit de praktijk behandeld over de 15-jarige Sara en haar familie. De vraag was welke hulpvormen wij zouden aanbieden en welke doelen wij zouden stellen. Zelf vond ik een eventuele uithuisplaatsing heel ingrijpend en heb ik aangegeven het gezin het liefst bij elkaar te houden. Ik zal hier niet de hele discussie uit de doeken doen. Waar het om gaat is dat de medewerkers van BJZ dagelijks tegen dilemma’s aanlopen en zich afvragen ‘wat is wijsheid’? Kortom, moeilijk en belangrijk werk waar ik groot respect voor heb.
Wordt vervolgd.
Vanmiddag kreeg ik een kijkje achter de schermen van BJZ. Daar heb ik zelf ervaren dat het werk buitengewoon pittig is. Samen met mijn mede-stagiairs, een zorgcoördinator van Icare en de GGD, heb ik een casus uit de praktijk behandeld over de 15-jarige Sara en haar familie. De vraag was welke hulpvormen wij zouden aanbieden en welke doelen wij zouden stellen. Zelf vond ik een eventuele uithuisplaatsing heel ingrijpend en heb ik aangegeven het gezin het liefst bij elkaar te houden. Ik zal hier niet de hele discussie uit de doeken doen. Waar het om gaat is dat de medewerkers van BJZ dagelijks tegen dilemma’s aanlopen en zich afvragen ‘wat is wijsheid’? Kortom, moeilijk en belangrijk werk waar ik groot respect voor heb.
Wordt vervolgd.
maandag 15 november 2010
6e Sportcongres
Vanavond heb ik in het Topsportcentrum in Almere de aftrap gegeven van het zesde sportcongres ‘Vooruitzien is besturen’. Aanwezigen waren sportbestuurders, wethouders, beleidsmedewerkers, workshopinleiders en anderen die zich verbonden voelen met sportverenigingen en te maken hebben met het besturen van een sportvereniging. Direct of wat meer op afstand
Vandaag ging het om thema's als wat doen bestuurders met hun maatschappelijke rol? Hoe gaan ze om talentontwikkeling en hoe handelen ze in deze financieel mindere tijden?
Voor mij was het als gedeputeerde Sport erg leuk om te zien dat de onderwerpen van de inleiding en de workshops mooi aansluiten bij onze sportnota: Flevoland, sportiefste provincie van Nederland. Ook daarin gaat het over het ontwikkelen en begeleiden van talent, over het aanhaken bij het Olympisch Plan en natuurlijk ook over die enorm belangrijke basis die de sportverenigingen vormen.
Ik heb enorm veel respect voor de manier waarop honderden sportbestuurders in de provincie zich, vaak geheel belangeloos, inzetten voor de sport. Het besturen van zo'n vereniging is niet niks. Door het organiseren van dit soort congressen is Sportservice Flevoland voor deze mensen een goede steun in de rug. Ik ben ervan overtuigd dat de bestuurders er na de ‘training’ en ‘coaching’ van vandaag weer helemaal tegenaan kunnen en feilloos de bal het juiste doel schieten.
Tot ziens.
Vandaag ging het om thema's als wat doen bestuurders met hun maatschappelijke rol? Hoe gaan ze om talentontwikkeling en hoe handelen ze in deze financieel mindere tijden?
Voor mij was het als gedeputeerde Sport erg leuk om te zien dat de onderwerpen van de inleiding en de workshops mooi aansluiten bij onze sportnota: Flevoland, sportiefste provincie van Nederland. Ook daarin gaat het over het ontwikkelen en begeleiden van talent, over het aanhaken bij het Olympisch Plan en natuurlijk ook over die enorm belangrijke basis die de sportverenigingen vormen.
Ik heb enorm veel respect voor de manier waarop honderden sportbestuurders in de provincie zich, vaak geheel belangeloos, inzetten voor de sport. Het besturen van zo'n vereniging is niet niks. Door het organiseren van dit soort congressen is Sportservice Flevoland voor deze mensen een goede steun in de rug. Ik ben ervan overtuigd dat de bestuurders er na de ‘training’ en ‘coaching’ van vandaag weer helemaal tegenaan kunnen en feilloos de bal het juiste doel schieten.
Tot ziens.
Week vd Jeugdzorg (2)
Het thema van de Week van de Jeugdzorg was 'Luisteren' en dit stond ook centraal bij het jongerendebat dat vandaag na de verhalenfinale plaatsvond. Samen met bestuurders van jeugdzorginstellingen en Bureau Jeugdzorg, ging ik met jongeren uit de jeugdzorg in gesprek over stellingen. Onder leiding van Sara Kroos (foto) werd er pittig gediscussieerd; de jongeren waren behoorlijk kritisch. Daar kan ik me wel iets bij voorstellen, want een aantal jongeren was vorig jaar ook bij het debat en in lang niet alle gevallen was er iets gedaan met wat ze toen gezegd hadden. Over het contact met hun voogd was een aantal jongeren bijvoorbeeld helemaal niet tevreden. Ook balen ze van het slechte imago van jeugdzorg. Daar hebben ze last van als ze een opleiding willen volgen of solliciteren. Verder gaven ze aan betere nazorg te willen, als hun jeugdzorgtraject is beëindigd. Als ze een opleiding willen volgen of solliciteren hebben ze last van het slechte imago van de jeugdzorg. Verder gaven ze aan betere nazorg te willen, als hun jeugdzorgtraject is beëindigd. Ook was ik onder de indruk van de positieve ervaringen met jeugdzorg. Het was duidelijk dat een aantal jongeren dankzij jeugdzorg zelf verantwoordelijkheid hadden genomen voor de rest van hun leven. En daar gaat het natuurlijk om in de jeugdzorg.
Ik vind het belangrijk om zo rechtstreeks met jongeren te praten en te horen wat ze vinden van de jeugdzorg die ze krijgen. Op een of andere manier wil ik daar in de toekomst zeker mee doorgaan. Met de dingen die ik in dit debat heb gehoord ga ik zeker aan de slag. De jongeren die hebben deelgenomen aan het debat wil ik dan ook hartelijk bedanken voor hun bijdrage en openheid!
Wordt vervolgd.
Ik vind het belangrijk om zo rechtstreeks met jongeren te praten en te horen wat ze vinden van de jeugdzorg die ze krijgen. Op een of andere manier wil ik daar in de toekomst zeker mee doorgaan. Met de dingen die ik in dit debat heb gehoord ga ik zeker aan de slag. De jongeren die hebben deelgenomen aan het debat wil ik dan ook hartelijk bedanken voor hun bijdrage en openheid!
Wordt vervolgd.
Week vd Jeugdzorg (1)
Als het goed is, heeft u er al over gehoord en/of gelezen: het is deze week nationale Week van de Jeugdzorg. Ook de provincie Flevoland doet daar al jaren aan mee. De doelstelling is om de jeugdzorg eens op een positieve manier in het zonnetje te zetten.
Deze week doe ik op mijn weblog verslag van de Week van de Jeugdzorg. Ik neem u graag mee langs de activiteiten die er tot nu in onze provincie geweest zijn.
Vandaag was de aftrap en deze stond in het teken van (het luisteren naar) verhalen. Verschillende leerlingen van de groepen 7 en 8 van basisscholen in Flevoland deden mee aan de verhalenwedstrijd. Zij konden het verhaal afschrijven met als titel ‘Druk hoofd’. Jill Vink van basisschool Ichthus uit Almere won de eerste prijs met haar verhaal over de tweeling Sanne en Joppe die ADHD hebben. Ik mocht haar samen met ambassadeur van de jeugdzorg, cabaretière Sara Kroos een kadobon uitreiken (foto) en alle lof toezwaaien. Dat was niet zo moeilijk, want de jury roemde in haar rapport het inlevingsvermogen en de humor waarmee Jill haar verhaal had geschreven. Een feestelijk en mooi begin van de Week van de Jeugdzorg
Jill mocht na afloop haar eigen verhaal voorlezen en daarvan maakte ik het volgende filmpje. Als u het volume van uw PC wat harder zet dan is het goed te volgen.
Wordt vervolgd.
Deze week doe ik op mijn weblog verslag van de Week van de Jeugdzorg. Ik neem u graag mee langs de activiteiten die er tot nu in onze provincie geweest zijn.
Vandaag was de aftrap en deze stond in het teken van (het luisteren naar) verhalen. Verschillende leerlingen van de groepen 7 en 8 van basisscholen in Flevoland deden mee aan de verhalenwedstrijd. Zij konden het verhaal afschrijven met als titel ‘Druk hoofd’. Jill Vink van basisschool Ichthus uit Almere won de eerste prijs met haar verhaal over de tweeling Sanne en Joppe die ADHD hebben. Ik mocht haar samen met ambassadeur van de jeugdzorg, cabaretière Sara Kroos een kadobon uitreiken (foto) en alle lof toezwaaien. Dat was niet zo moeilijk, want de jury roemde in haar rapport het inlevingsvermogen en de humor waarmee Jill haar verhaal had geschreven. Een feestelijk en mooi begin van de Week van de Jeugdzorg
Jill mocht na afloop haar eigen verhaal voorlezen en daarvan maakte ik het volgende filmpje. Als u het volume van uw PC wat harder zet dan is het goed te volgen.
Wordt vervolgd.
vrijdag 12 november 2010
Istanbul Declaration
Vandaag was mijn laatste dag in Istanboel voor de jaarvergadering van de Assembly of European Regions. Na een interessant symposium over de rol van regionale overheden bij de ontwikkeling van economische clusters, ben ik weer vertrokken naar het vliegveld.
De resulaten van deze General Assembly zijn vastgelegd in de 'Istanbul Declaration', die u hier nog eens rustig kunt doorlezen.
Het waren drie volle dagen. Veel tijd om de stad te ontdekken is er niet geweest, maar van wat ik heb gezien heb ik een positief beeld overgehouden. Istanboel is letterlijk een stad waar twee werelden samen komen. Aan de ene kant is het een moderne westerse stad, aan de andere kant een islamitische maatschappij. Die twee lijken volstrekt probleemloos in elkaar over te gaan. Het was een mooie ervaring om daar eens te zijn.
Gelukkig was er wel veel tijd om contacten te leggen en een goed beeld te krijgen van de activiteiten van de AER. Aan het einde van de reis heb ik mezelf dus ook de vraag gesteld of het lidmaatschap van de AER voor Flevoland nu werkelijk meerwaarde biedt. Met enige reserve stel ik vast dat dit wel het geval is. Het gaat daarbij wel om voordeel op de lange termijn. Een organisatie als de AER kan voor Flevoland waardevol zijn. Daarbij is het wel van belang dat we optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die deze organisatie ons te bieden heeft. Op dat punt zijn er zeker nog wel verbeteringen mogelijk. Daar ga ik de komende tijd aan werken.
Tot ziens.
donderdag 11 november 2010
General Assembly
Het is hier in Istanboel één uur later en 12 graden warmer dan in Nederland. Dat maakt het goed toeven in deze wereldstad met 17 miljoen inwoners. Ik heb gisteravond mijn bagage en warme jas achtergelaten in het Nippon Hotel in het centrum van Istanboel en ben vanaf daar vertrokken voor een welkomstdiner aan boord van een schip op de Bosporus. Daar heb ik collegabestuurders uit heel Europa ontmoet en deed ik een poging om voor mezelf een beeld te vormen van de manier waarop de verschillende regio's samenwerken binnen de AER. Ook maakte ik kennis met de president van de AER, de uit Frankrijk afkomstige Michèle Sabban. Zelf is zij sinds 1998 Vice-President van de Regionale Council van de Franse regio Ile-de-France.
Vanmorgen vroeg begon de General Assembly in een groot conferentiecentrum in het centrum van Istanbul. Daar waren zo'n 500 bestuurders uit 37 europese landen aanwezig om besluiten te nemen over de organisatie van de AER en met elkaar te praten over het thema van deze bijeenkomst: de uitdaging van Europa 2020, een strategie van de Europese Commissie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei van Europa. Om u een indruk te geven van deze bijeenkomst heb ik onderstaand filmpje van een Italiaanse omroep op youtube gevonden. Na 29 seconden ben ik zelf nog net even in beeld.
Gedurende de dag hebben we een hele agenda afgehandeld. Een van de onderwerpen had betrekking op de europese regelgeving voor staatsteun aan regionale luchthavens. Mede dankzij de inzet van de AER komt hier meer ruimte en daar kunnen wij bij de groei van de luchthaven bij Lelystad rechtstreeks belang bij hebben. Tussen de verschillende onderdelen door was er voldoende gelegenheid om nieuwe informele contacten te leggen. Zo heb ik onder andere gesproken over de voorbereidingen van de AER Summerschool, die volgend jaar in Flevoland gehouden zal worden.
Na afloop van de eerste dag waren we op uitnodiging van de Gouverneur van Istanbul te gast voor een diner in het indrukwekkende Çirağan Palace Kempinski, een 17e eeuws paleis aan de oevers van de Bosporus, dat tegenwoordig als luxe hotel in gebruik is. De Turkse overheid liet zich tijdens het hele congres overigens van haar beste kant zien. Ze deden duidelijk erg hun best om bij de 500 europese bestuurders een positieve indruk achter te laten. Daarbij staken ze de ambitie om een rol in Europa te gaan spelen niet onder stoelen of banken.
Tot ziens.
Vanmorgen vroeg begon de General Assembly in een groot conferentiecentrum in het centrum van Istanbul. Daar waren zo'n 500 bestuurders uit 37 europese landen aanwezig om besluiten te nemen over de organisatie van de AER en met elkaar te praten over het thema van deze bijeenkomst: de uitdaging van Europa 2020, een strategie van de Europese Commissie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei van Europa. Om u een indruk te geven van deze bijeenkomst heb ik onderstaand filmpje van een Italiaanse omroep op youtube gevonden. Na 29 seconden ben ik zelf nog net even in beeld.
Gedurende de dag hebben we een hele agenda afgehandeld. Een van de onderwerpen had betrekking op de europese regelgeving voor staatsteun aan regionale luchthavens. Mede dankzij de inzet van de AER komt hier meer ruimte en daar kunnen wij bij de groei van de luchthaven bij Lelystad rechtstreeks belang bij hebben. Tussen de verschillende onderdelen door was er voldoende gelegenheid om nieuwe informele contacten te leggen. Zo heb ik onder andere gesproken over de voorbereidingen van de AER Summerschool, die volgend jaar in Flevoland gehouden zal worden.
Na afloop van de eerste dag waren we op uitnodiging van de Gouverneur van Istanbul te gast voor een diner in het indrukwekkende Çirağan Palace Kempinski, een 17e eeuws paleis aan de oevers van de Bosporus, dat tegenwoordig als luxe hotel in gebruik is. De Turkse overheid liet zich tijdens het hele congres overigens van haar beste kant zien. Ze deden duidelijk erg hun best om bij de 500 europese bestuurders een positieve indruk achter te laten. Daarbij staken ze de ambitie om een rol in Europa te gaan spelen niet onder stoelen of banken.
Tot ziens.
woensdag 10 november 2010
KL1613
Op elke plaats waar beslissingen worden genomen kom je mensen tegen die dat willen beïnvloeden. Beïnvloeden van beleidsmakers is een belangrijk onderdeel van onze democratie. Burgers en belangengroeperingen doen dat via inspraakprocedures, via klankbordgroepen, door aktie te voeren of door te lobbyen. Die beïnvloeding wordt sterker wanneer groepen burgers of belangenorganisaties voor bepaalde onderwerpen samen gaan werken. Zelf heb ik bij besluiten in het verleden vaak kunnen ervaren dat dergelijke organisaties buitengewoon effectief kunnen zijn.
Ook overheden hebben er belang bij om besluitvorming van andere overheden te beïnvloeden en vaak zoeken ze daarvoor ook samenwerking. Zo werken de provincies voor belangrijke onderwerpen samen in het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO). Door middel van o.a. lobbyactiviteiten proberen we via het IPO te voorkomen dat in Den Haag besluiten worden genomen die tegen het belang van de provincies in gaan.
Nu worden besluiten die invloed hebben op de provincie niet alleen in Den Haag genomen. Ook Europa neemt besluiten die gevolgen hebben voor onze provincie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Flevoland de afgelopen jaren veel subsidie uit Europa heeft gekregen. Maar ook allerlei Europese regels hebben invloed op onze provincie.
Wij hebben er dus belang bij om besluitvorming op europees niveau te beïnvloeden. Dat doen we onder andere door ons lidmaatschap van de 'Assembly of European Regions (AER)'. Behalve Flevoland hebben zo'n 270 regio's uit 33 landen zich aangesloten bij het AER. Daarmee is het AER een invloedrijke club in Europa. Naast lobbyactiviteiten wisselen aangesloten regio's ook kennis uit en werken ze samen in projecten die te groot of te complex zijn om zelf uit te voeren. Naast Flevoland zijn in Nederland ook Noord-Brabant, Gelderland en Limburg lid van de AER.
Een keer per jaar heeft de AER haar 'General Assembly', zeg maar de algemene jaarvergadering. Dit jaar is dit in Istanboel. Aangezien het lidmaatschap van AER in mijn portefeuille zit vertrok ik vanmorgen vroeg vanaf Schiphol met de KL1613 naar Istanbul. Morgen doe ik verslag van mijn ervaringen.
Tot ziens.
Ook overheden hebben er belang bij om besluitvorming van andere overheden te beïnvloeden en vaak zoeken ze daarvoor ook samenwerking. Zo werken de provincies voor belangrijke onderwerpen samen in het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO). Door middel van o.a. lobbyactiviteiten proberen we via het IPO te voorkomen dat in Den Haag besluiten worden genomen die tegen het belang van de provincies in gaan.
Nu worden besluiten die invloed hebben op de provincie niet alleen in Den Haag genomen. Ook Europa neemt besluiten die gevolgen hebben voor onze provincie. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Flevoland de afgelopen jaren veel subsidie uit Europa heeft gekregen. Maar ook allerlei Europese regels hebben invloed op onze provincie.
Wij hebben er dus belang bij om besluitvorming op europees niveau te beïnvloeden. Dat doen we onder andere door ons lidmaatschap van de 'Assembly of European Regions (AER)'. Behalve Flevoland hebben zo'n 270 regio's uit 33 landen zich aangesloten bij het AER. Daarmee is het AER een invloedrijke club in Europa. Naast lobbyactiviteiten wisselen aangesloten regio's ook kennis uit en werken ze samen in projecten die te groot of te complex zijn om zelf uit te voeren. Naast Flevoland zijn in Nederland ook Noord-Brabant, Gelderland en Limburg lid van de AER.
Een keer per jaar heeft de AER haar 'General Assembly', zeg maar de algemene jaarvergadering. Dit jaar is dit in Istanboel. Aangezien het lidmaatschap van AER in mijn portefeuille zit vertrok ik vanmorgen vroeg vanaf Schiphol met de KL1613 naar Istanbul. Morgen doe ik verslag van mijn ervaringen.
Tot ziens.
dinsdag 9 november 2010
Terug in Brussel
Op 9 september 2009 deed ik hier verslag van mijn eerste ervaringen in Europa. Tijdens die bijeenkomst presenteerde de vier randstadprovincies zich voor de eerste keer samen in Brussel, maar deden dat op zo'n manier dat ik later niet zoveel behoefte had om nog eens terug te gaan. Ik was in die tijd wethouder in Leiden. Voor het eerste was ik vandaag terug op het Europese toneel, nu in de rol van gedeputeerde in Flevoland.
Op uitnodiging van het bestuurlijk overleg P4 Europa (de 4 randstadprovincies) waarin collega Andries Greiner namens Flevoland zitting heeft, was ik aanwezig bij de opening van het 'Randstadevenement' in het Europees Parlement. Van 9 t/m 11 november wordt in het Europees Parlement een expositie getoond waar de Randstad zich presenteert onder de titel 'Randstad Region@work'. Met verschillende projecten laten we zien hoe de Randstad inzet op het verwezenlijken van de doelstellingen in de Europese Strategie EU2020. De projecten Markermeer/IJmeer (TMIJ) en Windmolenpark Noordoostpolder worden vanuit Flevoland getoond.
Onze commissaris Leen Verbeek en Europarlementariër Wim van de Camp (CDA) waren hierbij onze gastheer. Danuta Hübner p.h.d., Pools lid van het Europees Parlement opende de expositie. Zij is voorzitter van de EP-commissie Regionaal Beleid en oud Commissaris (EC) Regionaal Beleid. Ze startte een promotiefilm over de Randstadregio’s. Daarna volgde een receptie waarbij meer dan honderd gasten aanwezig waren om de succesverhalen van de Randstad aan te horen.
Voorafgaand aan de opening was ik bij een hoorzitting die was georganiseerd door o.a. de Urban Intergroup, een informele groep bestaande uit meer dan 70 Europarlementariërs uit verschillende landen en politieke fracties die zich samen met externe partners sterk maken voor de stedelijke component in Europees beleid. Een van de sprekers daar was de Zuid-Hollandse collega gedeputeerde Asje van Dijk. Met buitengewoon veel enthousiasme presenteerde hij tijdens de hoorzitting het Leiden Bio Sciencepark als regionale economische ontwikkeling.
In tegenstelling tot vorig jaar ging ik met een positief gevoel in de trein terug naar huis. Ik denk dat de randstad zich in Brussel vandaag van haar beste kant heeft laten zien. Ook de specifieke Flevolandse belangen kwamen tijdens de receptie goed voor het voetlicht. Zo heb ik kunnen waarnemen dat de ontwikkeling van de Oostvaarderswold in Brussel nog steeds tot de verbeelding spreekt. Nu het nieuwe kabinet dit project wil stoppen kunnen we hier zeker bondgenoten vinden. Ik geloof weer in Brussel.
Tot ziens.
Op uitnodiging van het bestuurlijk overleg P4 Europa (de 4 randstadprovincies) waarin collega Andries Greiner namens Flevoland zitting heeft, was ik aanwezig bij de opening van het 'Randstadevenement' in het Europees Parlement. Van 9 t/m 11 november wordt in het Europees Parlement een expositie getoond waar de Randstad zich presenteert onder de titel 'Randstad Region@work'. Met verschillende projecten laten we zien hoe de Randstad inzet op het verwezenlijken van de doelstellingen in de Europese Strategie EU2020. De projecten Markermeer/IJmeer (TMIJ) en Windmolenpark Noordoostpolder worden vanuit Flevoland getoond.
Onze commissaris Leen Verbeek en Europarlementariër Wim van de Camp (CDA) waren hierbij onze gastheer. Danuta Hübner p.h.d., Pools lid van het Europees Parlement opende de expositie. Zij is voorzitter van de EP-commissie Regionaal Beleid en oud Commissaris (EC) Regionaal Beleid. Ze startte een promotiefilm over de Randstadregio’s. Daarna volgde een receptie waarbij meer dan honderd gasten aanwezig waren om de succesverhalen van de Randstad aan te horen.
Voorafgaand aan de opening was ik bij een hoorzitting die was georganiseerd door o.a. de Urban Intergroup, een informele groep bestaande uit meer dan 70 Europarlementariërs uit verschillende landen en politieke fracties die zich samen met externe partners sterk maken voor de stedelijke component in Europees beleid. Een van de sprekers daar was de Zuid-Hollandse collega gedeputeerde Asje van Dijk. Met buitengewoon veel enthousiasme presenteerde hij tijdens de hoorzitting het Leiden Bio Sciencepark als regionale economische ontwikkeling.
In tegenstelling tot vorig jaar ging ik met een positief gevoel in de trein terug naar huis. Ik denk dat de randstad zich in Brussel vandaag van haar beste kant heeft laten zien. Ook de specifieke Flevolandse belangen kwamen tijdens de receptie goed voor het voetlicht. Zo heb ik kunnen waarnemen dat de ontwikkeling van de Oostvaarderswold in Brussel nog steeds tot de verbeelding spreekt. Nu het nieuwe kabinet dit project wil stoppen kunnen we hier zeker bondgenoten vinden. Ik geloof weer in Brussel.
Tot ziens.
donderdag 4 november 2010
Afwezig
Vanavond behandelde de Staten van Flevoland de begroting voor het komende jaar. Een jaarlijks terugkerend agendapunt en normaal gesproken een onderwerp waar je als gedeputeerde bij aanwezig moet zijn. Toch was ik er niet bij vanavond. Voor de eerste keer in 18 jaar was ik niet aanwezig bij de vaststelling van de begroting door het bestuursorgaan waarvan ik deel uitmaak. Dat vraagt om uitleg.
De Flevolandse begrotingsbehandeling was een paar weken geleden verschoven van de dag naar de avond. Daardoor viel deze samen met een bestuursvergadering van het Interprovinciaal Overleg (IPO) in Utrecht. Namens Flevoland maak ik deel uit van dat bestuur en daarom zat ik vanavond in een kelder (foto) van Vergadercentrum De Witte Vosch in Utrecht. Op de agenda van die bestuursvergadering stond maar één onderwerp. We hebben gesproken over de vraag of wij als gezamenlijke provincies een akkoord willen sluiten met het nieuwe kabinet waarin we afspraken maken over hoe we de komende periode met elkaar om zullen gaan. In zo'n akkoord kunnen ook financiële afspraken gemaakt worden.
Dat laatste is voor Flevoland van groot belang. Dat komt omdat onze provincie in vergelijking met de andere provincies veel minder rijksgeld krijgt voor de uitvoering van ons takenpakket. Eigenlijk is iedereen het er wel overeens dat dit zou moeten veranderen, maar onderling komen de provincies daar niet uit. Dat komt omdat provincies die veel ruimer in het geld zitten niet bereid zijn om iets in te leveren ten behoeve van provincies die tekort komen. Een klassiek dilemma zou je kunnen zeggen. Omdat we er onderling niet uitkomen ligt de herziening van het 'verdeelmodel' nu op het bordje van minister Donner. Om de problemen van o.a. Flevoland op te lossen zal hij op korte termijn een knoop moeten doorhakken. Doet hij dat niet dan komt de provincie Flevoland met ingang van 2012 vele miljoenen tekort voor de uitvoering van haar taken. De nood is dus hoog en daarom gaf ik vanavond de voorkeur aan de IPO bestuursvergadering.
Daardoor kon het gebeuren dat de Staten vanavond een besluit nam over de begroting van 2011 terwijl ik bezig was met het veilig stellen van de begroting van 2012. Overigens waren de staten vooraf over mijn afwezigheid ingelicht. Als er ook maar een bezwaar was ingediend, was ik zonder twijfel in Lelystad gebleven. De begrotingsbehandeling blijft voor mij een onderwerp waar je als gedeputeerde bij aanwezig moet zijn.
De begroting van 2011 is trouwens zonder problemen door de Staten vastgesteld. Op het gebied van mijn portefeuille is een Statenbrede motie aangenomen over de jeugdzorg. Mijns inziens een buitegewoon verstandige motie die ik graag zal uitvoeren.
Tot ziens.
De Flevolandse begrotingsbehandeling was een paar weken geleden verschoven van de dag naar de avond. Daardoor viel deze samen met een bestuursvergadering van het Interprovinciaal Overleg (IPO) in Utrecht. Namens Flevoland maak ik deel uit van dat bestuur en daarom zat ik vanavond in een kelder (foto) van Vergadercentrum De Witte Vosch in Utrecht. Op de agenda van die bestuursvergadering stond maar één onderwerp. We hebben gesproken over de vraag of wij als gezamenlijke provincies een akkoord willen sluiten met het nieuwe kabinet waarin we afspraken maken over hoe we de komende periode met elkaar om zullen gaan. In zo'n akkoord kunnen ook financiële afspraken gemaakt worden.
Dat laatste is voor Flevoland van groot belang. Dat komt omdat onze provincie in vergelijking met de andere provincies veel minder rijksgeld krijgt voor de uitvoering van ons takenpakket. Eigenlijk is iedereen het er wel overeens dat dit zou moeten veranderen, maar onderling komen de provincies daar niet uit. Dat komt omdat provincies die veel ruimer in het geld zitten niet bereid zijn om iets in te leveren ten behoeve van provincies die tekort komen. Een klassiek dilemma zou je kunnen zeggen. Omdat we er onderling niet uitkomen ligt de herziening van het 'verdeelmodel' nu op het bordje van minister Donner. Om de problemen van o.a. Flevoland op te lossen zal hij op korte termijn een knoop moeten doorhakken. Doet hij dat niet dan komt de provincie Flevoland met ingang van 2012 vele miljoenen tekort voor de uitvoering van haar taken. De nood is dus hoog en daarom gaf ik vanavond de voorkeur aan de IPO bestuursvergadering.
Daardoor kon het gebeuren dat de Staten vanavond een besluit nam over de begroting van 2011 terwijl ik bezig was met het veilig stellen van de begroting van 2012. Overigens waren de staten vooraf over mijn afwezigheid ingelicht. Als er ook maar een bezwaar was ingediend, was ik zonder twijfel in Lelystad gebleven. De begrotingsbehandeling blijft voor mij een onderwerp waar je als gedeputeerde bij aanwezig moet zijn.
De begroting van 2011 is trouwens zonder problemen door de Staten vastgesteld. Op het gebied van mijn portefeuille is een Statenbrede motie aangenomen over de jeugdzorg. Mijns inziens een buitegewoon verstandige motie die ik graag zal uitvoeren.
Tot ziens.
woensdag 3 november 2010
Lancering
Op uitnodiging van Sport Service Flevoland (SSF) heb ik vanmiddag samen met directeur Monica Visser hun vernieuwde website gelanceerd. Het was ook een soort doop, want in onze glazen zaten kleine bubbels. En er was taart om het te vieren.
Ik feliciteer SSF van harte, want de vernieuwing is in dit geval ook echt een verbetering. De site biedt enorm veel informatie voor de verschillende doelgroepen, en die is nu ook veel sneller en gemakkelijker te vinden. De nieuwe site laat ook mooi zien hoe breed de organisatie werkt: van ondersteuning van lokale sportverenigingen tot het begeleiden van jong topsporttalent en het opzetten en uitvoeren van projecten op scholen. Het recente judoproject waarbij kinderen op een aantal basisscholen laagdrempelig kennis kunnen maken met de judosport, is daar een mooi voorbeeld van.
SSF is de ‘uitvoeringsorgansatie en het kenniscentrum van het provinciale sport- en beweegbeleid’, aldus de nieuwe site. De organisatie ondersteunt de uitvoering van de beleidsnota sport 2010-2013 van de provincie Flevoland. Daarin staat hoe de provincie haar ambitie ‘sportiefste provincie van Nederland’ wil waarmaken.
Kortom, we werken veel en plezierig samen met SSF. Bekijk zelf de site op http://www.sportflevo.nl/.
Tot ziens.
Ik feliciteer SSF van harte, want de vernieuwing is in dit geval ook echt een verbetering. De site biedt enorm veel informatie voor de verschillende doelgroepen, en die is nu ook veel sneller en gemakkelijker te vinden. De nieuwe site laat ook mooi zien hoe breed de organisatie werkt: van ondersteuning van lokale sportverenigingen tot het begeleiden van jong topsporttalent en het opzetten en uitvoeren van projecten op scholen. Het recente judoproject waarbij kinderen op een aantal basisscholen laagdrempelig kennis kunnen maken met de judosport, is daar een mooi voorbeeld van.
SSF is de ‘uitvoeringsorgansatie en het kenniscentrum van het provinciale sport- en beweegbeleid’, aldus de nieuwe site. De organisatie ondersteunt de uitvoering van de beleidsnota sport 2010-2013 van de provincie Flevoland. Daarin staat hoe de provincie haar ambitie ‘sportiefste provincie van Nederland’ wil waarmaken.
Kortom, we werken veel en plezierig samen met SSF. Bekijk zelf de site op http://www.sportflevo.nl/.
Tot ziens.
donderdag 28 oktober 2010
CMO FLevoland
Vandaag was ik voor een werkbezoek bij het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) Flevoland. Directeur Peter de Vreede en MT leden Sonja Zimmerman en Fred Veenstra ontvingen mij met verse koffie en schetsten in een half uur hun organisatie en toekomstige verwachtingen. CMO Flevoland is als uitvoeringsorganisatie actief op verschillende provinciale terreinen, zoals jeugdzorg, zorg voor ouderen, maar ook internationale samenwerking. De provincie is de belangrijkste opdrachtgever, wij betalen jaarlijks zo'n 1,7 miljoen euro voor de uitvoering van verschillende taken. Over de manier waarop wij als provincie samenwerken met CMO Flevoland zijn onlangs vanuit de Staten vragen gesteld. Voor mij een extra reden om zelf eens kennis te gaan maken.
De laatste tijd staat het takenpakket van de provincie ter discussie en daarbij gaat het vaak over taken waarvoor de provincie nu gebruik maakt van de diensten van CMO Flevoland. Zo maakt het nieuwe kabinet plannen om de taken op het gebied van jeugdzorg weg te halen bij de provincies en over te dragen aan de gemeenten. Als gevolg hiervan zal CMO Flevoland steeds minder opdrachten krijgen van de provincie. In plaats daarvan zullen ze hun diensten steeds meer aan de gemeenten moeten aanbieden. Vandaag heb ik gezien dat de mensen van CMO Flevoland hier goed op voorbereid zijn. De afgelopen jaren zijn ze in staat geweest om steeds meer werk van andere opdrachtgevers binnen te halen waardoor de afhankelijkheid van de provincie in de praktijk al is afgenomen.
Vervolgens kreeg ik een aantal enthousiaste presentaties van medewerkers uit verschillende teams. Een daarvan had te maken met het probleem van jongeren uit de jeugdzorg die na hun 18e verjaardag op straat komen te staan. Ze zijn 18 jaar en moeten daarom hun instelling verlaten, maar hebben geen goed nieuw onderkomen. Ze kunnen niet terug naar hun ouders en hebben onvoldoende scholing of geen werk. Ze raken dan uit het zicht van de hulpverlening en gaan in een aantal gevallen zwerven. Het project lifecoach doet daar iets aan en probeert deze jongeren te helpen met onderdak, scholing en werk. Belangrijk werk waarmee we voorkomen dat deze mensen in een situatie komen die de gemeenschap alleen maar meer geld kost. Een goed voorbeeld van een belangrijke taak van CMO Flevoland.
Tot ziens.
De laatste tijd staat het takenpakket van de provincie ter discussie en daarbij gaat het vaak over taken waarvoor de provincie nu gebruik maakt van de diensten van CMO Flevoland. Zo maakt het nieuwe kabinet plannen om de taken op het gebied van jeugdzorg weg te halen bij de provincies en over te dragen aan de gemeenten. Als gevolg hiervan zal CMO Flevoland steeds minder opdrachten krijgen van de provincie. In plaats daarvan zullen ze hun diensten steeds meer aan de gemeenten moeten aanbieden. Vandaag heb ik gezien dat de mensen van CMO Flevoland hier goed op voorbereid zijn. De afgelopen jaren zijn ze in staat geweest om steeds meer werk van andere opdrachtgevers binnen te halen waardoor de afhankelijkheid van de provincie in de praktijk al is afgenomen.
Vervolgens kreeg ik een aantal enthousiaste presentaties van medewerkers uit verschillende teams. Een daarvan had te maken met het probleem van jongeren uit de jeugdzorg die na hun 18e verjaardag op straat komen te staan. Ze zijn 18 jaar en moeten daarom hun instelling verlaten, maar hebben geen goed nieuw onderkomen. Ze kunnen niet terug naar hun ouders en hebben onvoldoende scholing of geen werk. Ze raken dan uit het zicht van de hulpverlening en gaan in een aantal gevallen zwerven. Het project lifecoach doet daar iets aan en probeert deze jongeren te helpen met onderdak, scholing en werk. Belangrijk werk waarmee we voorkomen dat deze mensen in een situatie komen die de gemeenschap alleen maar meer geld kost. Een goed voorbeeld van een belangrijke taak van CMO Flevoland.
Tot ziens.
maandag 25 oktober 2010
Felicitatie
Vanavond maakte de PvdA Flevoland de uitslag bekend van de lijsttrekkersverkiezing voor de provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar. Met een ruime meerderheid van stemmen is Annelies Boode door de leden in de provincie gekozen om de kandidatenlijst aan te voeren. Ik heb Annelies inmiddels gefeliciteerd en haar laten weten dat ik uitkijk naar de samenwerking met haar.
Tot ziens
Tot ziens
zondag 24 oktober 2010
Academie
Zat ik vorige week in de topsporthal in Almere te kijken naar een wedstrijd van de nummer 10 tegen de nummer 7 op de wereldranglijst damesvolleybal, vandaag was ik in dezelfde hal getuige van een badmintonfinale tussen de nummer 9 en 10 van de wereld. De Nederlandse Yao Jie (foto) speelde tegen de Duitse Juliane Schenk. De finale werd helaas verloren door Yao Jie.
Tijdens mijn bezoek aan dit toernooi heb ik gesproken over de Badmintonacademie die dit schoolseizoen is gestart in Almere. Dat deed ik met Chris Vlaar, hij is talentcoach van de Nederlandse Badmintonbond en als zodanig verbonden aan dit initiatief. Bovendien is hij zelf vader van het jonge badmintontalent Alex Vlaar. Alex werd begin dit jaar nog gekozen tot het sporttalent van de Gemeente Almere.
In het kader van het door de Provinciale Staten vastgesteld sportbeleid geeft de provincie 3 jaar lang, €20.000 per jaar subsidie aan deze academie. Doel van de Badmintonacademie is voor een twaalftal kinderen vijf maal in de week een aanvullende training te verzorgen die naadloos aansluit op de bestaande jeugdopleiding van de badminton vereniging. De begeleiding van de jonge topsporters wordt verzorgd door een sportdiëtist, een mental coach en een fysiotherapeut. Partners van de Badmintonacademie Flevoland zijn Sportservice Flevoland, Badminton Nederland en een aantal scholengemeenschappen in Almere.
Een speerpunt van het Flevolandse sportbeleid is het stimuleren van topsport en het ondersteunen van sporttalenten in Flevoland. Hieraan levert de Badmintonvereniging Almere een bijdrage door jonge topsporters te trainen en begeleiden. Daarnaast biedt de Badmintonacademie ook kansen voor gebiedspromotie/ marketing als de trainingen succesvol blijken en jonge deelnemers doorgroeien naar de (inter)nationale top.
Badmintonvereniging Almere geeft aan na drie jaar zelfstandig de academie te kunnen bekostigen. De subsidie van de provincie is dus voor een periode van maximaal drie jaar bedoeld.
Voor de liefhebbers hieronder de samenvatting van de wedstrijd.
Tot ziens.
Tijdens mijn bezoek aan dit toernooi heb ik gesproken over de Badmintonacademie die dit schoolseizoen is gestart in Almere. Dat deed ik met Chris Vlaar, hij is talentcoach van de Nederlandse Badmintonbond en als zodanig verbonden aan dit initiatief. Bovendien is hij zelf vader van het jonge badmintontalent Alex Vlaar. Alex werd begin dit jaar nog gekozen tot het sporttalent van de Gemeente Almere.
In het kader van het door de Provinciale Staten vastgesteld sportbeleid geeft de provincie 3 jaar lang, €20.000 per jaar subsidie aan deze academie. Doel van de Badmintonacademie is voor een twaalftal kinderen vijf maal in de week een aanvullende training te verzorgen die naadloos aansluit op de bestaande jeugdopleiding van de badminton vereniging. De begeleiding van de jonge topsporters wordt verzorgd door een sportdiëtist, een mental coach en een fysiotherapeut. Partners van de Badmintonacademie Flevoland zijn Sportservice Flevoland, Badminton Nederland en een aantal scholengemeenschappen in Almere.
Een speerpunt van het Flevolandse sportbeleid is het stimuleren van topsport en het ondersteunen van sporttalenten in Flevoland. Hieraan levert de Badmintonvereniging Almere een bijdrage door jonge topsporters te trainen en begeleiden. Daarnaast biedt de Badmintonacademie ook kansen voor gebiedspromotie/ marketing als de trainingen succesvol blijken en jonge deelnemers doorgroeien naar de (inter)nationale top.
Badmintonvereniging Almere geeft aan na drie jaar zelfstandig de academie te kunnen bekostigen. De subsidie van de provincie is dus voor een periode van maximaal drie jaar bedoeld.
Voor de liefhebbers hieronder de samenvatting van de wedstrijd.
Tot ziens.
donderdag 21 oktober 2010
Kinderen in Tel
De komende tijd ga ik in alle Flevolandse gemeenten kennis maken met de wethouders die jeugdzorg in hun portefeuille hebben. Dit combineer ik met een gezamenlijk werkbezoek aan een jeugd(zorg)instelling, bij voorkeur een instelling waarme zowel de gemeente als de provincie samenwerken.
Waarom deze voorkeur? Gemeenten en provincie hebben beide een eigen verantwoordelijkheid in de jeugdzorg. Grofweg kun je zeggen dat de lichte zorg een taak van de gemeente is en de zware en ingewikkelde zorg een zaak van de provincie. Die verschillende soorten moeten natuurlijk wel goed op elkaar aansluiten en daar ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Eén goede manier om dat te doen is te werken met instellingen die zowel voor de gemeente als de provincie werken. Hierdoor slaan wij twee vliegen in één klap: de deskundigheid van van de jeugdzorg wordt eerder benut en als toch zwaardere zorg nodig is, verloopt de overdracht soepel.
Vandaag bezochten Meta Jacobs (foto) en ik jeugdzorgaanbieder Vitree in Lelystad. Vitree heeft ons geïnformeerd over het project “Kamers met Kansen” in Lelystad. Meta is wethouder in Lelystad (VVD). Zij heeft in haar portefeuille onder meer Wmo, waaronder ook de jeugdzorg valt, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Ons gesprek ging over het opgroeien van kinderen en jongeren in Lelystad en het beleid van de gemeente Lelystad om te werken vanuit het talent van deze kinderen. Deze positieve insteek kiest de provincie ook: het versterken van de eigen kracht van jongeren zodat ze – na een jeugdzorgaanbod – zelfstandig verder kunnen.
Lelystad zal helaas de komende jaren stevig moeten bezuinigen. In het collegeprogramma krijgt de jeugd prioriteit en ik hoop – en verwacht – dat de gemeenteraad stevig blijft inzetten op het preventief jeugdbeleid. De provincie steekt ook middelen in preventie en dat is hard nodig. Dit omdat Lelystad in het landelijk rapport ‘Kinderen in Tel’ op een heel lage plaats staat als het gaat om de positie van kwetsbare jongeren. Op het gebied van vroegtijdige schoolverlaters, kinderen die voor de rechter komen en het aantal tienermoeders scoort Lelystad zelfs het slechts van alle Nederlandse gemeenten.
Aan Meta Jacobs zal het niet liggen, zij is vastberaden de positie van kinderen in Lelystad te verbeteren, maar heeft daar natuurlijk ook de steun van haar gemeenteraad nodig. Op mijn steun kan ze in ieder geval rekenen.
Tot ziens.
Waarom deze voorkeur? Gemeenten en provincie hebben beide een eigen verantwoordelijkheid in de jeugdzorg. Grofweg kun je zeggen dat de lichte zorg een taak van de gemeente is en de zware en ingewikkelde zorg een zaak van de provincie. Die verschillende soorten moeten natuurlijk wel goed op elkaar aansluiten en daar ligt dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Eén goede manier om dat te doen is te werken met instellingen die zowel voor de gemeente als de provincie werken. Hierdoor slaan wij twee vliegen in één klap: de deskundigheid van van de jeugdzorg wordt eerder benut en als toch zwaardere zorg nodig is, verloopt de overdracht soepel.
Vandaag bezochten Meta Jacobs (foto) en ik jeugdzorgaanbieder Vitree in Lelystad. Vitree heeft ons geïnformeerd over het project “Kamers met Kansen” in Lelystad. Meta is wethouder in Lelystad (VVD). Zij heeft in haar portefeuille onder meer Wmo, waaronder ook de jeugdzorg valt, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Ons gesprek ging over het opgroeien van kinderen en jongeren in Lelystad en het beleid van de gemeente Lelystad om te werken vanuit het talent van deze kinderen. Deze positieve insteek kiest de provincie ook: het versterken van de eigen kracht van jongeren zodat ze – na een jeugdzorgaanbod – zelfstandig verder kunnen.
Lelystad zal helaas de komende jaren stevig moeten bezuinigen. In het collegeprogramma krijgt de jeugd prioriteit en ik hoop – en verwacht – dat de gemeenteraad stevig blijft inzetten op het preventief jeugdbeleid. De provincie steekt ook middelen in preventie en dat is hard nodig. Dit omdat Lelystad in het landelijk rapport ‘Kinderen in Tel’ op een heel lage plaats staat als het gaat om de positie van kwetsbare jongeren. Op het gebied van vroegtijdige schoolverlaters, kinderen die voor de rechter komen en het aantal tienermoeders scoort Lelystad zelfs het slechts van alle Nederlandse gemeenten.
Aan Meta Jacobs zal het niet liggen, zij is vastberaden de positie van kinderen in Lelystad te verbeteren, maar heeft daar natuurlijk ook de steun van haar gemeenteraad nodig. Op mijn steun kan ze in ieder geval rekenen.
Tot ziens.
woensdag 20 oktober 2010
Interview
Interviewen is een vak. Om dat te leren kwam derdejaars student marketing/communicatie David Vinck van het ROC ASA in Almere langs om mij vragen te stellen voor de Sport in-krant. Een sportkrant waarin de lokale sportverenigingen gepresenteerd worden, gelardeerd met artikelen. Onder andere over bestuurders dus.
Een leuk verzoek, want een interview met een leerling-journalist is toch iets anders dan met een oude rot in het vak. Al moet ik zeggen dat David het al heel behoorlijk deed. Een vraag als ‘Hoe was u als kind?’, of ‘Wat zou u nu direct willen veranderen?’, verwachtte ik niet direct. Dat maakt het juist zo leuk. We liepen mijn hele loopbaan door, van het jongerencentrum tot mijn huidige functie, om uit te komen bij mijn eigen sportbeoefening, hardlopen. Ik ben benieuwd naar het resultaat; het artikel verschijnt de komende weken in de verschillende edities in Flevoland. Van David gaan we vast nog meer ‘lezen’, al vertelde hij na het ROC door te willen gaan naar het HBO. Succes!
Een leuk verzoek, want een interview met een leerling-journalist is toch iets anders dan met een oude rot in het vak. Al moet ik zeggen dat David het al heel behoorlijk deed. Een vraag als ‘Hoe was u als kind?’, of ‘Wat zou u nu direct willen veranderen?’, verwachtte ik niet direct. Dat maakt het juist zo leuk. We liepen mijn hele loopbaan door, van het jongerencentrum tot mijn huidige functie, om uit te komen bij mijn eigen sportbeoefening, hardlopen. Ik ben benieuwd naar het resultaat; het artikel verschijnt de komende weken in de verschillende edities in Flevoland. Van David gaan we vast nog meer ‘lezen’, al vertelde hij na het ROC door te willen gaan naar het HBO. Succes!
Tot ziens.
zondag 17 oktober 2010
Top
Uit Rotterdam kwam vanavond geweldig sportnieuws over onze Flevolandse turnster Celine van Gerner. Zij wist met haar team een negende plaats te veroveren in het landenklassement van het WK turnen. Daarmee heeft het team zich geplaatst voor het WK in Tokio volgend jaar. Wie weet wordt daar deelname aan de spelen van Londen in 2012 afgedwongen. Dat zou helemaal geweldig zijn.
De 15-jarige turnster Celine van Gerner heeft zich bovendien individueel geplaatst voor de meerkampfinale van het WK. Van harte Celine! Mijn felicitatiebrief is onderweg.
Op de radio hoorde ik Celine zeggen dat ze nu twee keer per dag traint en eigenlijk vrij relaxed toewerkt naar de komende wedstrijden. Kortom, zo jong en al zo professioneel. De wereld gaat meer horen van dit Flevolandse turntalent!
De 15-jarige turnster Celine van Gerner heeft zich bovendien individueel geplaatst voor de meerkampfinale van het WK. Van harte Celine! Mijn felicitatiebrief is onderweg.
Op de radio hoorde ik Celine zeggen dat ze nu twee keer per dag traint en eigenlijk vrij relaxed toewerkt naar de komende wedstrijden. Kortom, zo jong en al zo professioneel. De wereld gaat meer horen van dit Flevolandse turntalent!
Tot ziens.
zaterdag 16 oktober 2010
Volleybal
Eind augustus sloten de Nederlandse Volleybalbond (Nevobo), de stad Almere en de provincie Flevoland een overeenkomst waardoor het topsportcentrum van Almere voor 3 jaar de thuisbasis werd het nationale damesvolleybalteam. Hierdoor speelt het team onder leiding van Avital Selinger haar trainingen en een aantal van de thuiswedstrijden in het prachtige Topsportcentrum in Almere.
Deze samenwerking is een krachtige stimulans voor de ontwikkeling van topsport in onze provincie. Samen met Almere ondersteunen we hiermee het streven naar Olympisch Goud in 2012 van 'ons' nationale damesteam. Dit past mooi in het sportbeleid zoals dat door Provinciale Staten is vastgesteld en ons streven om de sportiefste provincie van Nederland te worden.
Onderdeel van onze overeenkomst is het stimuleren van de samenwerking tussen scholen, verenigingen en het bedrijfsleven. Vanmiddag was ik samen met de sportwethouder van Almere, Rene Peters, aanwezig bij een zogenaamde expertmeeting waar we met elkaar de mogelijkheden op dit gebied hebben besproken. Aansluitend aan deze bijeenkomst waren we getuige van een thuiswedstrijd van het damesteam in het kader van de Dela-Trophy. De tegenstander was Cuba.
Het stond 8-5 in sets na drie DELA Trophy wedstrijden tussen Nederland en Cuba. De Nederlandse volleybaldames hadden dus nog maar één set nodig in Almere om de vijfde DELA Trophy op hun naam te schrijven. Na een moeizame start, waarin Nederland zelfs met 13-18 achter stond, wonnen de dames de openingsset alsnog en was de DELA Trophy binnen. Maar, Nederland kwam voor de winst en trakteerde het publiek in het Topsportcentrum op een mooie overwinning: 3-2 (25-20, 23-25, 26-24, 20-25, 15-12).
Tot ziens.
Deze samenwerking is een krachtige stimulans voor de ontwikkeling van topsport in onze provincie. Samen met Almere ondersteunen we hiermee het streven naar Olympisch Goud in 2012 van 'ons' nationale damesteam. Dit past mooi in het sportbeleid zoals dat door Provinciale Staten is vastgesteld en ons streven om de sportiefste provincie van Nederland te worden.
Onderdeel van onze overeenkomst is het stimuleren van de samenwerking tussen scholen, verenigingen en het bedrijfsleven. Vanmiddag was ik samen met de sportwethouder van Almere, Rene Peters, aanwezig bij een zogenaamde expertmeeting waar we met elkaar de mogelijkheden op dit gebied hebben besproken. Aansluitend aan deze bijeenkomst waren we getuige van een thuiswedstrijd van het damesteam in het kader van de Dela-Trophy. De tegenstander was Cuba.
Het stond 8-5 in sets na drie DELA Trophy wedstrijden tussen Nederland en Cuba. De Nederlandse volleybaldames hadden dus nog maar één set nodig in Almere om de vijfde DELA Trophy op hun naam te schrijven. Na een moeizame start, waarin Nederland zelfs met 13-18 achter stond, wonnen de dames de openingsset alsnog en was de DELA Trophy binnen. Maar, Nederland kwam voor de winst en trakteerde het publiek in het Topsportcentrum op een mooie overwinning: 3-2 (25-20, 23-25, 26-24, 20-25, 15-12).
Tot ziens.
donderdag 14 oktober 2010
Wereld van verschil
We zitten momenteel in de week van de palliatieve zorg. Deze week, die nog tot 16 oktober duurt heeft dit jaar als thema meegekregen 'palliatieve zorg, samen zorgen'. Onlangs kreeg ik van het Netwerk Palliatieve Zorg Noord- en Oost-Flevoland het eerste exemplaar van 'De wereld van Verschil'.
De Wereld van Verschil is een informatiepakket voor jonge gezinnen van wie een vader of moeder niet meer beter wordt. Het informatiepakket wil helpen in het omgaan met de periode van ziek zijn en afscheid nemen.
Verpleegkundigen uit de thuiszorg zagen ouders en kinderen worstelen tijdens de periode van ziek zijn en afscheid nemen. Ouders hebben vragen zoals “hoe vertel ik het mijn kinderen?”, “waar kan ik hulp krijgen?”, “wat moet ik wel doen en wat juist niet?” Kinderen worden vaak niet voldoende ondersteund en opgevangen. Niet uit onwil, maar uit onmacht. Hulpverleners wilden graag iets in handen hebben om het gesprek over dit moeilijke onderwerp op gang te brengen. Redenen die hebben geleid tot een project met de titel ‘De Wereld van Verschil’.
Als gedeputeerde Zorg en Welzijn ben ik onder de indruk van het informatiepakket. Ongeneeslijk ziek zijn en afscheid moeten nemen, is een ongelooflijk moeilijk en emotioneel onderwerp. Als ik kijk naar de aanpak van het project en de inhoud van het pakket, ben ik ervan overtuigd dat dit gezinnen enorm kan ondersteunen in de laatste fase van het samenzijn. Juist door het actief betrekken van kinderen wordt in mijn beleving het verschil gemaakt.
Ik complimenteer het Netwerk dat ze er met De Wereld van Verschil opnieuw in is geslaagd om de bekendheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van palliatieve zorg in Flevoland te verbeteren.
Tot ziens.
De Wereld van Verschil is een informatiepakket voor jonge gezinnen van wie een vader of moeder niet meer beter wordt. Het informatiepakket wil helpen in het omgaan met de periode van ziek zijn en afscheid nemen.
Verpleegkundigen uit de thuiszorg zagen ouders en kinderen worstelen tijdens de periode van ziek zijn en afscheid nemen. Ouders hebben vragen zoals “hoe vertel ik het mijn kinderen?”, “waar kan ik hulp krijgen?”, “wat moet ik wel doen en wat juist niet?” Kinderen worden vaak niet voldoende ondersteund en opgevangen. Niet uit onwil, maar uit onmacht. Hulpverleners wilden graag iets in handen hebben om het gesprek over dit moeilijke onderwerp op gang te brengen. Redenen die hebben geleid tot een project met de titel ‘De Wereld van Verschil’.
Als gedeputeerde Zorg en Welzijn ben ik onder de indruk van het informatiepakket. Ongeneeslijk ziek zijn en afscheid moeten nemen, is een ongelooflijk moeilijk en emotioneel onderwerp. Als ik kijk naar de aanpak van het project en de inhoud van het pakket, ben ik ervan overtuigd dat dit gezinnen enorm kan ondersteunen in de laatste fase van het samenzijn. Juist door het actief betrekken van kinderen wordt in mijn beleving het verschil gemaakt.
Ik complimenteer het Netwerk dat ze er met De Wereld van Verschil opnieuw in is geslaagd om de bekendheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van palliatieve zorg in Flevoland te verbeteren.
Tot ziens.
dinsdag 12 oktober 2010
Autisme
Vandaag heb ik in het provinciehuis een symposium geopend over het onderwerp Autisme. Centraal stond de vraag hoe autisme bij kinderen zo vroeg mogelijk kan worden ontdekt zodat beter behandeling mogelijk is. De organisatie van het symposium was in handen van de Integrale Vroeghulp Flevoland en het Samenwerkingsverband Autisme Flevoland.
Tijdens het symposium stonden de verschillende stadia van signalering, de zoektocht naar de juiste hulp , diagnosticeren en behandeling centraal. Uiteindelijk moeten uitwisseling en afstemming ertoe leiden dat elke stap voor het kind en zijn of haar ouders soepel kan verlopen.
In mijn openingswoord heb ik benadrukt dat het vooral draait om samenwerking. Samenwerking tussen de partners van het convenant autisme en iedereen die betrokken is bij de doelgroep. Elkaar kennen en dus weten te vinden, elkaar advies geven en de handen ineen slaan voor kinderen met autisme. Daar gaat het om.
De provincie heeft weliswaar geen wettelijke taak op het gebied van autisme, maar is wel betrokken bij zorg- en onderwijsprojecten. Via projectsubsidies en het beschikbaar stellen van het provinciehuis voor bijeenkomsten kunnen we toch iets betekenen voor mensen met autisme.
Goed werkende vroegsignalering kan ervoor zorgen dat kinderen later in de jeugdzorg terechtkomen. Jeugdzorg is wel een wettelijke taak van de provincie. Door vroeg en gericht te werken aan de autistische aandoening, kunnen bijkomende problemen en jeugdzorg achterwege blijven. Dat is wel zo prettig.
Tot ziens.
Tijdens het symposium stonden de verschillende stadia van signalering
In mijn openingswoord heb ik benadrukt dat het vooral draait om samenwerking. Samenwerking tussen de partners van het convenant autisme en iedereen die betrokken is bij de doelgroep. Elkaar kennen en dus weten te vinden, elkaar advies geven en de handen ineen slaan voor kinderen met autisme. Daar gaat het om.
De provincie heeft weliswaar geen wettelijke taak op het gebied van autisme, maar is wel betrokken bij zorg- en onderwijsprojecten. Via projectsubsidies en het beschikbaar stellen van het provinciehuis voor bijeenkomsten kunnen we toch iets betekenen voor mensen met autisme.
Goed werkende vroegsignalering kan ervoor zorgen dat kinderen later in de jeugdzorg terechtkomen. Jeugdzorg is wel een wettelijke taak van de provincie. Door vroeg en gericht te werken aan de autistische aandoening, kunnen bijkomende problemen en jeugdzorg achterwege blijven. Dat is wel zo prettig.
Tot ziens.
woensdag 6 oktober 2010
IPO (2)
Het IPO-congres (Interprovinciaal Overleg) is inmiddels achter de rug en ik ben weer onderweg naar het provinciehuis voor een vergadering van de commissie Samenleving. Ik kijk met een goed gevoel terug op de afgelopen twee dagen. De doelen die ik me vooraf had gesteld, te weten nieuwe contacten leggen en inspiratie opdoen, zijn ruimschoots gehaald. Tijdens de 'sociale avond' in het provinciehuis van Overijssel (foto) heb ik veel gesproken met collega-gedeputeerden en statenleden uit het land. Allemaal mensen die ik de komende periode op een of andere manier weer ga ontmoeten. Dan helpt het, als je elkaar kent. Snel een goed netwerk opbouwen is in deze functie misschien nog wel belangrijker dan in mijn periode als wethouder. Zo'n congres helpt me daar enorm bij.
Op de tweede dag stond het thema ‘regionale economie’ centraal. In een plenaire zitting passeerde een groot aantal aansprekende projecten de revue. In een soort talkshow discussieerde Astrid Joosten vervolgens met betrokken bestuurders en ondernemers. Dit soort bijeenkomsten levert veel ideeën op die mij de komende periode op de een of andere manier weer van pas gaan komen.
Dat ook provinciebestuurders met hun tijd meegaan, bleek uit het feit dat bijna een derde deel van de aanwezigen actief was op Twitter. De organisatie speelde hier mooi op in door tussen de sprekers door verslag te doen van de getwitterde reacties op wat er op het podium gebeurde (hashtag #IPO10). De kracht van dit medium werd nog eens extra duidelijk toen de provincie Zuid-Holland de RijnGouwelijn presenteerde en de rector magnificus van de Leidse Universiteit, Paul van der Heijden, uitleg gaf waarom het van groot belang is dat een provincie over doorzettingsmacht beschikt wanneer een gemeente regionale planontwikkeling frustreert. Gedeputeerde Asje van Dijk (Zuid-Holland) maakte tijdens deze presentatie bekend dat de gemeente Leiden een dag eerder had besloten om het verzet tegen de aanleg van de lijn te staken. Hij deed dat echter een kwartier voor het Leidse college dit nieuws zelf bekend maakte op een persconferentie. Op zo'n moment zie je dat een ouderwets embargo met de komst van Twitter niet meer werkt. De Leidse GroenLinks-fractievoorzitter deed via Twitter zijn beklag over het feit dat hij zich aan het embargo moest houden, terwijl de hele wereld al wist wat het college had besloten. U zult begrijpen dat ik als voormalig Leids wethouder genoot van deze confrontatie tussen mijn heden en verleden.
In de afgelopen periode is er binnen het IPO gesproken over de rol die de provincies zouden moeten hebben in het bestuur van ons land. Tijdens het congres werd de uitkomst van deze discussie in een uitzonderlijk heldere presentatie weergegeven. Ik zou willen dat meer presentaties zo helder waren.
Tot ziens.
Op de tweede dag stond het thema ‘regionale economie’ centraal. In een plenaire zitting passeerde een groot aantal aansprekende projecten de revue. In een soort talkshow discussieerde Astrid Joosten vervolgens met betrokken bestuurders en ondernemers. Dit soort bijeenkomsten levert veel ideeën op die mij de komende periode op de een of andere manier weer van pas gaan komen.
Dat ook provinciebestuurders met hun tijd meegaan, bleek uit het feit dat bijna een derde deel van de aanwezigen actief was op Twitter. De organisatie speelde hier mooi op in door tussen de sprekers door verslag te doen van de getwitterde reacties op wat er op het podium gebeurde (hashtag #IPO10). De kracht van dit medium werd nog eens extra duidelijk toen de provincie Zuid-Holland de RijnGouwelijn presenteerde en de rector magnificus van de Leidse Universiteit, Paul van der Heijden, uitleg gaf waarom het van groot belang is dat een provincie over doorzettingsmacht beschikt wanneer een gemeente regionale planontwikkeling frustreert. Gedeputeerde Asje van Dijk (Zuid-Holland) maakte tijdens deze presentatie bekend dat de gemeente Leiden een dag eerder had besloten om het verzet tegen de aanleg van de lijn te staken. Hij deed dat echter een kwartier voor het Leidse college dit nieuws zelf bekend maakte op een persconferentie. Op zo'n moment zie je dat een ouderwets embargo met de komst van Twitter niet meer werkt. De Leidse GroenLinks-fractievoorzitter deed via Twitter zijn beklag over het feit dat hij zich aan het embargo moest houden, terwijl de hele wereld al wist wat het college had besloten. U zult begrijpen dat ik als voormalig Leids wethouder genoot van deze confrontatie tussen mijn heden en verleden.
In de afgelopen periode is er binnen het IPO gesproken over de rol die de provincies zouden moeten hebben in het bestuur van ons land. Tijdens het congres werd de uitkomst van deze discussie in een uitzonderlijk heldere presentatie weergegeven. Ik zou willen dat meer presentaties zo helder waren.
Tot ziens.
dinsdag 5 oktober 2010
IPO
Vandaag ben ik vertrokken naar het Jaarcongres van het IPO. Wat de VNG is voor de Nederlandse gemeenten dat is het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor de provincies. Het IPO heeft drie hoofdtaken: belangenbehartiging, platform en vernieuwing. De belangenbehartiging krijgt vorm door regelmatig overleg met het kabinet, de verschillende overheden en maatschappelijke organisaties. De platformfunctie wordt ingevuld door gelegenheid te geven kennis en ervaringen uit te wisselen, gezamenlijke standpunten te bepalen en initiatieven te ontplooien. Verder stimuleert het IPO vernieuwingsprocessen binnen provincies.
De twaalf Nederlandse provincies zijn lid van de vereniging IPO. Elke provincie heeft een vertegenwoordiger in het verenigingsbestuur. Namens de Provincie Flevoland zit ik in dat bestuur, waar ik de portefeuille Sociaal Beleid heb gekregen. Namens de Nederlandse provincies mag ik straks het bestuurlijk overleg doen met het rijk over bijvoorbeeld de plannen voor de jeugdzorg in Nederland.
Een keer per jaar houdt het IPO haar jaarcongres, dit jaar in Zwolle. Naast de vaste verenigingszaken staan er veel interessante thema's op de agenda. Dit jaar staat het thema 'samenwerken aan regionale economie' op de agenda. Daarnaast vervult het congres een belangrijke plaats om te netwerken. Voor mij als nieuwe gedeputeerde een uitstekende gelegenheid om contacten te leggen in de wereld van de twaalf provincies. Na afloop zal ik hier verslag doen van mijn ervaring.
Tot ziens
De twaalf Nederlandse provincies zijn lid van de vereniging IPO. Elke provincie heeft een vertegenwoordiger in het verenigingsbestuur. Namens de Provincie Flevoland zit ik in dat bestuur, waar ik de portefeuille Sociaal Beleid heb gekregen. Namens de Nederlandse provincies mag ik straks het bestuurlijk overleg doen met het rijk over bijvoorbeeld de plannen voor de jeugdzorg in Nederland.
Een keer per jaar houdt het IPO haar jaarcongres, dit jaar in Zwolle. Naast de vaste verenigingszaken staan er veel interessante thema's op de agenda. Dit jaar staat het thema 'samenwerken aan regionale economie' op de agenda. Daarnaast vervult het congres een belangrijke plaats om te netwerken. Voor mij als nieuwe gedeputeerde een uitstekende gelegenheid om contacten te leggen in de wereld van de twaalf provincies. Na afloop zal ik hier verslag doen van mijn ervaring.
Tot ziens
donderdag 30 september 2010
Akkoord
Een half uur nadat het door Wilders gedoogde kabinet Rutte haar akkoorden presenteerde, zat ik in de Zurichtoren in Den Haag om daar in het bestuur van het Interprovinciaal Overleg (IPO) te praten over de reactie die wij als gezamenlijke provincies moesten afgeven. Over de vraag of er in deze tijd van crisis en herstel ingrijpende financiële maatregelen nodig zijn waren we het wel eens, maar we kwamen ook tot de conclusie dat er reden is tot zorg over de maatregelen die nu worden aangekondigd. Wat mij betreft valt er heel veel aan te merken op de akkoorden die er nu liggen, maar vanuit mijn nieuwe functie in Flevoland kijk ik vooral naar maatregelen die direct gevolgen hebben voor onze provincie en haar inwoners. Jeugdzorg, natuurontwikkeling en infrastructuur zijn daarbij belangrijke onderwerpen.
Omdat het akkoord pas vlak voor de aanvang van de vergadering beschikbaar was, konden we met geen mogelijkheid een grondige analyse maken. Het is geen regeerakkoord op hoofdlijnen geworden, zodat een nadere bestudering van de ‘kleine lettertjes' en de financiële doorwerking nodig is om tot een goed eindoordeel te komen. Binnen het IPO gaan we de komende dagen werken aan een uitgebreide reactie die we in de bestuursvergadering van 11 oktober zullen vaststellen. Voorafgaand daaraan zal IPO-voorzitter Jan Franssen in zijn jaarrede op IPO-congres op 6 oktober in Zwolle, alvast uitgebreider op het regeerakkoord reageren.
Omdat het akkoord pas vlak voor de aanvang van de vergadering beschikbaar was, konden we met geen mogelijkheid een grondige analyse maken. Het is geen regeerakkoord op hoofdlijnen geworden, zodat een nadere bestudering van de ‘kleine lettertjes' en de financiële doorwerking nodig is om tot een goed eindoordeel te komen. Binnen het IPO gaan we de komende dagen werken aan een uitgebreide reactie die we in de bestuursvergadering van 11 oktober zullen vaststellen. Voorafgaand daaraan zal IPO-voorzitter Jan Franssen in zijn jaarrede op IPO-congres op 6 oktober in Zwolle, alvast uitgebreider op het regeerakkoord reageren.
Binnen het IPO-bestuur heb ik de portefeuille sociaal beleid. Ik zal me vooral gaan verdiepen in de maatregelen op het gebied van de jeugdzorg. Daarbij zal ik met name kijken vanuit het belang van de betrokken kinderen. U hoort nog van mij.
Tot ziens.
woensdag 29 september 2010
Nu of nooit
Ik geloof dat ik een jaar of 16 was toen ik voor de eerste keer met de politiek in aanraking kwam. Ik herinner me nog heel goed hoe gemeentebestuurders op leeftijd mij destijds kwamen vertellen wat goed voor me was. Als jongere wist ik dat zelf natuurlijk veel beter. Voor mij was dat ooit een aanleiding om politiek aktief te worden.
Inmiddels ben ik zelf zo'n bestuurder geworden. Met het onderwerp jeugdbeleid in portefeuille is de verleiding soms groot om voor jongeren te gaan denken, maar ik probeer het natuurlijk te voorkomen.
De komende 5 weken is op Omroep Flevoland een 5 delige serie te zien onder de titel 'Nu of Nooit'. Deze serie is gemaakt door en voor jongeren. Het project is gefinancierd door de Provincie Flevoland en had als doel om meer inzicht te krijgen in wat Flevolandse jongeren bezig houdt.
Het is een serie geworden met bijzondere portretten over Flevolandse jongeren, gezien door de ogen van hun leeftijdsgenoten. Een serie waarin de jeugd het voor het zeggen heeft, met als gevolg een beeld van een rauwe, aangrijpende maar ook emotionele belevingswereld.
Met mijn kennis uit het verleden vind ik het natuurlijk een geweldig project.
Vanaf 2 oktober op Omroep Flevoland om 9:52 en elk uur opvolgend. De laatste uitzending start om 16:52.
Tot ziens.
Inmiddels ben ik zelf zo'n bestuurder geworden. Met het onderwerp jeugdbeleid in portefeuille is de verleiding soms groot om voor jongeren te gaan denken, maar ik probeer het natuurlijk te voorkomen.
De komende 5 weken is op Omroep Flevoland een 5 delige serie te zien onder de titel 'Nu of Nooit'. Deze serie is gemaakt door en voor jongeren. Het project is gefinancierd door de Provincie Flevoland en had als doel om meer inzicht te krijgen in wat Flevolandse jongeren bezig houdt.
Het is een serie geworden met bijzondere portretten over Flevolandse jongeren, gezien door de ogen van hun leeftijdsgenoten. Een serie waarin de jeugd het voor het zeggen heeft, met als gevolg een beeld van een rauwe, aangrijpende maar ook emotionele belevingswereld.
Met mijn kennis uit het verleden vind ik het natuurlijk een geweldig project.
Vanaf 2 oktober op Omroep Flevoland om 9:52 en elk uur opvolgend. De laatste uitzending start om 16:52.
Tot ziens.
Leisure World
Ik begaf me vanmorgen bijna op glad ijs, bij de openingshandeling van de kunstijsbaan van Leisure World BV in Dronten. Of eigenlijk de heropening. Want na een aantal jaren is de ijsbaan weer open, tot grote vreugde van schaatsliefhebbers, de eigenaar en de provincie.
Leisure World, de gemeente Dronten en de provincie hebben de handen ineengeslagen om de heropening mogelijk te maken. Leisure World heeft zelf grote investeringen gedaan zoals een nieuwe machinekamer waardoor het energiegebruik van de baan fors is teruggedrongen. De provincie Flevoland heeft een subsidie van bijna 2 ton beschikbaar gesteld om de laatste noodzakelijke investeringen mogelijk te maken, zoals veilige boarding rondom de baan. De gemeente heeft het bestemmingsplan voor de hal aangepast waardoor er nu buiten het ijsseizoen andere evenementen toegestaan zijn die de exploitatie ten goede komen.
De provincie heeft meerdere redenen om een bijdrage te leveren. De ijsbaan is een topsportvoorziening en biedt een perfecte trainingsfaciliteit voor topsporters, maar ook voor sportieve recreanten. Daarmee komt onze ambitie ‘Flevoland, sportiefste provincie’, weer een stapje dichterbij. Omdat de ijsbaan vlakbij het toekomstige station Dronten ligt, is de hal goed bereikbaar voor de hele regio. Ook voor het toerisme en de recreatie in Flevoland is de ijsbaan een mooie trekker. En laten we de werkgelegenheid niet vergeten. Leisure World biedt 20 arbeidsplaatsen en stageplaatsen. Die zijn meer dan welkom!
Kortom, een prachtige aanwinst voor de provincie Flevoland. Ga er eens heen en bindt zelf de ijzers onder!
Leisure World, de gemeente Dronten en de provincie hebben de handen ineengeslagen om de heropening mogelijk te maken. Leisure World heeft zelf grote investeringen gedaan zoals een nieuwe machinekamer waardoor het energiegebruik van de baan fors is teruggedrongen. De provincie Flevoland heeft een subsidie van bijna 2 ton beschikbaar gesteld om de laatste noodzakelijke investeringen mogelijk te maken, zoals veilige boarding rondom de baan. De gemeente heeft het bestemmingsplan voor de hal aangepast waardoor er nu buiten het ijsseizoen andere evenementen toegestaan zijn die de exploitatie ten goede komen.
De provincie heeft meerdere redenen om een bijdrage te leveren. De ijsbaan is een topsportvoorziening en biedt een perfecte trainingsfaciliteit voor topsporters, maar ook voor sportieve recreanten. Daarmee komt onze ambitie ‘Flevoland, sportiefste provincie’, weer een stapje dichterbij. Omdat de ijsbaan vlakbij het toekomstige station Dronten ligt, is de hal goed bereikbaar voor de hele regio. Ook voor het toerisme en de recreatie in Flevoland is de ijsbaan een mooie trekker. En laten we de werkgelegenheid niet vergeten. Leisure World biedt 20 arbeidsplaatsen en stageplaatsen. Die zijn meer dan welkom!
Kortom, een prachtige aanwinst voor de provincie Flevoland. Ga er eens heen en bindt zelf de ijzers onder!
Abonneren op:
Posts (Atom)