U zult wel gemerkt hebben dat het de laatste tijd nogal stil was op mijn weblog.
Dat was niet omdat ik niets te melden had. Er gebeurde genoeg maar soms is het
beter daar even niet over te schrijven. Een goed voorbeeld daarvan is de
provinciefusie.
Sinds half december was
de fusie uitgebreid onderwerp van overleg tussen de drie provincies en het kabinet onder leiding van minister-president Marc Rutte. Al
te veel openheid werkt meestal niet goed bij dit soort overleggen. Bovendien
moeten de gesprekspartners dan ook allemaal bereid zijn de inhoud van het
gesprek openbaar te maken. Dat was meestal niet het geval.
Gelukkig kan ik sinds
vandaag wel openheid geven, maar eerst nog een stukje geschiedenis.
Alhoewel Provinciale
Staten van Flevoland oktober vorig jaar al duidelijk had gemaakt niets te zien
in de plannen van het kabinet, zijn we toch in gesprek gegaan met het kabinet
over de vorming van de Superprovincie. Dat deden we in de wetenschap dat als we niet aan tafel zouden zitten er toch beslissingen zouden
worden genomen die onze provincie raken. Dat maakte het voor ons belangrijk om
toch samen op te blijven trekken met de collega provincies. We zijn vanaf het najaar met het kabinet in gesprek
geweest. Daarbij hebben we in goed overleg met beide andere provincies een
poging gedaan het kabinet te bewegen de nieuwe provincie met een zodanig pakket
van taken en bevoegdheden toe te rusten dat een fusie ook voor onze inwoners
meerwaarde zou krijgen.
Drie weken geleden
kregen we van het kabinet een definitief voorstel voor dit takenpakket voor de Superprovincie. Uit dit voorstel werd duidelijk dat het kabinet niet bereid was
ons maar een millimeter tegemoet te komen. Duidelijk werd dat het kabinet wel
een grotere provincie wil, maar dat men niet bereid is die nieuwe provincie ook
voldoende taken en bevoegdheden mee te geven om de toekomstige problemen echt
op te lossen. Daarmee lijkt de fusie voor het kabinet een doel op zich.
Op grond van deze informatie hebben wij
het kabinet vorige week al laten weten dat de drie colleges van GS dit plan van het
kabinet niet verder zullen ondersteunen. Vorige week vroeg het kabinet nog
bedenktijd, maar toen wij vandaag signalen kregen dat het kabinet mogelijk toch met het voorstel naar de Tweede Kamer zou gaan, hebben wij besloten ons standpunt
naar buiten te brengen. Vanavond zaten de drie Commissarissen van de Koning
eensgezind naast elkaar achter de tafel in het Haagse Nieuwspoort om de wereld
te vertellen dat het kabinet de steun van de drie provincies kwijt is. Johan Remkes, Commissaris van de Koning in Noord-Holland gaf, mede namens zijn collega's, in niet mis te verstane bewoordingen weer waarom het kabinet hier een enorme kans had laten liggen om te komen tot een serieuze hervorming van het middenbestuur in Nederland.
Binnenkort zal het kabinet een
beslissing moeten nemen of men de wet werkelijk naar de Tweede Kamer gaat sturen.
Dat lijkt een kansloze missie nu duidelijk is dat bij de provincies draagvlak
ontbreekt. Voor zover ik weet is het bij gemeentelijke herindelingen niet eerder voorgekomen dat een plan zonder steun door de Kamer kwam.
Mocht men echter toch besluiten het plan door te zetten, dan voorzie ik een maandenlange slepende discussie die heel veel inzet van de kamerleden en de
provincies gaat kosten en uiteindelijk zal leiden tot het verwerpen van het
voorstel. Gezien alle problemen waar we in deze tijd voor staan zou ik dat
ronduit gĂȘnant vinden.
Naast de discussie in Den Haag zijn de komende tijd nu ook de leden van Provinciale Staten aan zet. Zij zullen uiteindelijk moeten beoordelen of het college van GS in dit dossier de juiste stappen heeft gezet in het belang van onze inwoners. Ik zie dat debat met veel vertrouwen tegemoet.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten