zondag 16 september 2007

Bracol

Op 12 juli 2006 schreef ik op deze plaats voor de eerste keer over het dilemma van het Bracol terrein aan de Rijnkade. Sinds die tijd is er veel gebeurd. De discussie rondom dit terrein bereikte afgelopen week een voorlopig hoogtepunt gedurende de behandeling hiervan in de commissie Ruimte en Bereikbaarheid.

Het betreft hier een binnenterrein aan de Rijnkade met rondom woningbouw. Op het binnenterrein waren van oudsher twee bedrijven (Bracol en Zitman) gevestigd, die in de buurt voor overlast zorgden. Toen Bracol in 1987 als eerste bedrijf besloot te vertrekken uit het gebied, zag de gemeente haar kans schoon om de buurt van toekomstige overlast te verlossen en werd dit bedrijf aangekocht om te zijner tijd een ontwikkeling naar woningbouw mogelijk te maken. De gemeente heeft in 1995 door een lokale architect een bouwplan laten ontwikkelen, maar voordat dit gerealiseerd kon worden, moesten eerst de resterende gronden van het bedrijf Zitman worden aangekocht. Uiteindelijk is dat in 1997 ook gelukt.

In 1998 kwam de gemeente in contact met een projectontwikkelaar, die eigenaar was van het huidige Scheltema-complex. Dit complex wilde de gemeente graag in handen krijgen voor de ontwikkeling van een culturele functie. Gemeente en ontwikkelaar kwamen tot overeenstemming, de gemeente kreeg het Scheltema-complex en daarvoor in de plaats werd met de ontwikkelaar afgesproken dat hij o.a. het Bracol-Zitmanterrein zou krijgen voor de ontwikkeling van een woningbouwproject. Ook de prijs die hij zou moeten betalen is toen bepaald. Om te voorkomen dat de ontwikkelaar opnieuw bedrijfsbebouwing zou ontwikkelen, werd eveneens afgesproken dat de gemeente eerst de procedure rond het bouwplan zou afhandelen en dat de grond vervolgens bouwrijp zou worden geleverd.

Omdat de bestemming van het terrein nog steeds bedrijvigheid was, was woningbouw in strijd met het bestemmingsplan. Om de woningen toch te realiseren werd een artikel 19 procedure gestart. De hoorzitting in het kader van deze procedure heb ik zelf voorgezeten. Ik herinner me dat nog goed. Het werd een lange zitting, waarin we met de omwonenden hebben doorgepraat over de kritiek die zij hadden op het plan. Tijdens die bijeenkomst wisten de bewoners mij ervan te overtuigen dat veel van de kritiek terecht was. Na afloop hebben we daarom besloten dat het hele plan van tafel moest. Een andere architect heeft vervolgens een nieuw plan gemaakt dat aan een belangrijk aantal wensen vanuit de buurt tegemoet kwam. In het kader van de artikel 19 procedure werd dit nieuwe plan door het college vastgesteld. Daar was ik best trots op, het was wat mij betreft een fraai staaltje van onze nieuwe bestuurscultuur, zo dacht ik toen nog. De bewoners hadden niet op alle punten gelijk gekregen, maar het plan was op basis van hun inbreng veel beter geworden.

De wensen van sommige bewoners om op deze plaats helemaal niet te bouwen, was gezien de besluiten van de gemeenteraad met betrekking tot dit terrein onmogelijk. Het college heeft immers een forse opdracht van de gemeenteraad meegekregen om meer nieuwbouwwoningen te bouwen. In een stad als Leiden lukt dat alleen als ook gebieden zoals het Bracol terrein daarvoor in aanmerking kunnen komen. Zo heeft het CDA onlangs nog vragen gesteld over het feit dat Leiden steeds minder gezinnen weet te huisvesten. Dit komt o.a. door het feit dat er onvoldoende eensgezinswonigen zijn. En de SP liet het Leidsch Dagblad vorige week nog schrijven dat de wachttijd voor een woning voor starters maar lieft 11 jaar zou zijn. Willen we die problemen oplossen, dan lijkt het mij logisch dat het college de plannen voor het Bracol terrein doorzet.

Nu het college de artikel 19 procedure helemaal heeft afgerond, kan de bouwvergunning worden afgegeven. Bewoners die dan nog steeds van mening zijn dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met hun wensen, krijgen dan ook de gelegenheid om formeel bezwaar tegen het plan te maken. Maar voor het zover was, moest eerst nog een financieel probleem worden opgelost. De gemeenteraad had destijds namelijk de verkoopprijs van de grond vastgesteld, maar dat was inmiddels alweer bijna 10 jaar geleden. In die periode is de prijs niet meer gestegen, maar de kosten wel. Bovendien hing er destijds ook een prijskaartje aan het uitkopen van de bedrijven. Dat alles maakt nu dat er een extra krediet nodig is om de zaak ook financieel af te ronden. Het college heeft een voorstel aan de commissie gedaan om het verschil bij te passen. En dat voorstel was deze week in de commissie aan de orde.

Mijn verbazing was groot toen bleek dat een groot deel van de sprekers tegen het voorstel was. Men ging volstrekt voorbij aan het feit dat er in het verleden afspraken zijn gemaakt met de projectontwikkelaar en dat deze zijn kant van de afspraken inmiddels netjes was nagekomen. Bovendien ging men volledig voorbij aan het feit dat er door ons college een volstrekt nieuw plan was gemaakt om tegemoet te komen aan de wensen van de buurt. En tenslotte ging men geheel voorbij aan het feit dat de artikel 19 procedure voor dit plan inmiddels door het college was afgerond en dat het haast onbehoorlijk is om zo'n procedure daarna over te gaan doen. Bovendien zal de ontwikkelaar bij een besluit om geen woningen meer te bouwen in dit gebied zeker een forse rekening ten laste van de gemeenschap brengen.

Nog het meest verbaasde me dat partijen die ons steunen bij de bouw van meer woningen, dit plan nu naar de prullenbak verwijzen. In de komende jaren zijn wij voor de bouw van nieuwe woningen immers voor een belangrijk deel afhankelijk van inbreilocaties zoals het Bracol terrein. Als bovenstaande lijn ook voor de toekomstige locaties wordt doorgezet, vrees ik voor de woningzoekenden in onze stad. Een dergelijke besluit voor het Bracol terrein zou in mijn ogen een bizar precedent kunnen scheppen.

De omwonenden van het Bracolterrein begrijp ik heel goed. Zij maken zich boos om het verlies van speelruimte en groen in de wijk. Dat is een te respecteren doel, maar daarbij gaat men voorbij aan het feit dat dit terrein eigenlijk bedoeld was voor de vestiging van bedrijvigheid. Dankzij de inzet van veel gemeenschapsgeld komen er nu nieuwe woningen in plaats van veel grotere bedrijfshallen.

De bewoners zouden het terrein het liefst helemaal niet bebouwen, maar de gemeenteraad heeft meer belangen te behartigen. Voor hen moet de betrouwbaarheid jegens partners en de zorgvuldigheid van besturen natuurlijk een belangrijke rol spelen. Daarnaast ligt bij de gemeenteraad ook een verantwoordelijkheid naar die inwoners die zich niet in deze discussie mengen; de mensen die vaak al jaren zoeken naar een passende woning. Voor deze mensen zijn de nieuwe woningen op het Bracol terrein bestemd. In mijn ogen kan een gemeenteraad, al deze belangen afwegend, niet tot een andere conclusie komen dan dat het collegevoorstel voor het Bracol terrein een goed voorstel is.

Het Leidsch Dagblad schreef de afgelopen week verscheidene malen over dit onderwerp. Daarbij schreven ze ook dat ik mijn politieke lot zou verbinden aan de ontwikkeling van het Bracol terrein. Ik weet niet van wie ze dat hebben vernomen, maar ik heb het zo in ieder geval niet gezegd.

4 oktober gaat de commissie opnieuw praten over de randvoorwaarden die ik mee krijg voor het gesprek met de omwonenden van het gebied. Ik wacht het af.

Tot ziens.

6 opmerkingen:

  1. Geachte heer Witteman,

    Mijn complimenten voor de uitleg die u geeft en de toelichting op de verschillende belangen waar de gemeente rekening mee dient te houden. Transparant en onderbouwd!
    Ik vrees dat de weergave in het LD wat beperkt was. LD, dat moet beter!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik had al op de PvdA-site gereageerd, en sluit mij aan bij de woorden van de heer De Zeeuw. Zie:

    http://www.leiden.pvda.nl/nieuwsbericht/3255#39910

    E. Meijer

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geachte heer Witteman,

    De drie reacties zijn complimenteus:"Een helder verhaal."
    Helder, dat misschien wel, maar ook vertekenend.
    Het is helemaal niet zo dat de of alle omwonenden van het Bracol-Zitmanterrein de grond het liefst groen/onbebouwd zouden zien. Het comité erkent dat bebouwing goed is, maar niet met dit plan, met deze intensiteit!
    Als lid van de PvdA, maar ook als lid van het Bracol-Zitmancomité en als bewoner van de Rijnkade ben ik bijzonder teleurgesteld in uw opstelling.
    De PvdA is geen belangen-, maar een beginselpartij, dus hoeft zij de belangen van de omwonenden van dit terrein niet te behartigen, maar toch ook zeker niet die van de projectontwikkelaar! Dat strookt toch echt niet met haar principes.
    Het stoort mij voorts dat u vlak voor de commissievergadering van 4 oktober met wijzigingsvoorstellen komt waarop het comité niet meer kan reageren.
    Deze wijzigingen zijn voor een deel van de omwonenden misschien verbeteringen, maar voor een ander deel zeker niet!
    Dit lijkt op een verdeel-en-heerstactiek!
    Ik hoop dat mijn reactie ook helder is, ze is in ieder geval bedoeld om uw weergave te nuanceren

    Hans Snijders

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste Hans Snijders,

    We zijn het niet eens over de kwaliteit van het plan, maar we beoordelen het plan ook vanuit verschillende belangen. De kans dat we het eens worden is daardoor niet zo heel groot, maar ik heb wel begrip voor het feit dat omwonenden hun belang blijven onderstrepen.

    Waar ik meer problemen mee heb is een verschil van mening als gevolg van misverstanden. Het feit dat ik vlak voor de commissievergadering van 4 oktober met wijzigingsvoorstellen ben gekomen waarop het comité niet meer kon reageren, is mijns inziens zo'n misverstand. De betreffende voorstellen gingen namenlijk helemaal niet over het bouwplan zelf. Het betrof en technische aanpassing met betrekking tot de kredietverlening door de gemeenteraad.

    BeantwoordenVerwijderen