Waarschijnlijk helpt u ook wel eens een ziek familielid, doet u
vrijwilligerswerk of gaat u ’s avonds op stap met een signaleringsteam om de
wijk een beetje veilig te maken. Dan doet u actief mee aan de
participatiesamenleving. Het woord ‘participatiesamenleving’ is zo nieuw in
onze taal dat het nog niet in de digitale ‘dikke’ Van Dale staat. Dit woord heeft alles
te maken met mensen die steeds meer een rol nemen in onze samenleving en niet
gaan zitten wachten tot de overheid iets aanpakt`. Het is ook belangrijk dat inwoners, zelf meer
verantwoordelijkheid nemen voor taken die vroeger wel door de gemeente werden
uitgevoerd. Immers, in de praktijk zien we dat onze inwoners vaak beter dan de gemeente
in staat zijn om maatschappelijke problemen op te lossen.
Uit onderzoek weten we dat Nederland veel
actieve, betrokken inwoners kent. Vooral inwoners die samenwerken in kleine en
informele groepen worden steeds belangrijker en nemen de
taken over van de formele organisaties die dat vroeger deden. We noemen die
groepen wel ‘sociale netwerken’. De moderne digitale communicatiemiddelen helpen
zulke netwerken om zich gemakkelijk te verenigen en allerlei zaken met elkaar
te delen.
Als burgemeester merk ik
elke dag dat die netwerksamenleving ook in Stichtse Vecht actief is. De kracht
van onze twaalf dorpen is nu juist de gemeenschapszin, de zorg van de mensen
voor elkaar en de wil om er samen iets van te maken. We hebben daar heel veel
mooie voorbeelden van. Van vorig jaar herinner ik mij hoe de creativiteit en
het enthousiasme bij de viering van 750 jaar Vreeland de mensen in dat dorp
dichter bij elkaar bracht. Ik zie ook de betrokkenheid van particulieren en restaurants die kerstdiners organiseren
voor mensen die alleen zijn of in armoede leven. Ik zie het vele
vrijwilligerswerk bij sportverenigingen, verzorgingshuizen, op scholen, in
speeltuinen of in de eigen buurt. De kerken die zich inzetten voor het lot van
vluchtelingen in onze gemeente of de inwoners van Kockengen die hun eigen
openluchtzwembad open houden. Laat ik het dorpshuis in Nieuwer Ter Aa niet
vergeten, waar de gemeenschappelijke
voorzieningen helemaal worden gerund door vrijwilligers. Ze doen dat zo
bijzonder dat koningin Maxima in eigen persoon kwam kijken en als waardering
een Appeltje van Oranje mee nam voor dit initiatief!
Er gebeurt dus ongelofelijk veel in de
gemeenschappen van Stichtse Vecht. In veel gevallen zonder dat wij dat als
gemeente echt weten. Dat hoeft ook
helemaal niet. De gemeente moet vooral wel het
vangnet blijven vormen voor de kwetsbare mensen in de samenleving die het op
eigen kracht niet redden. En we moeten als gemeente wel uitkijken dat we niet
te veel vragen van vrijwilligers. Maar we moeten zeker niet het initiatief overnemen of het overspoelen met
procedures en regels. Sociale netwerken zijn heel goed in staat hun eigen zaken
te regelen.
Deze – mooie - ontwikkelingen
hebben ook gevolgen voor het functioneren van het bestuur in Nederland, en dus
ook voor Stichtse Vecht. De ouderwetse
hiërarchie in het openbaar bestuur (waarbij de overheid de baas was) bestaat in
deze tijd niet meer. Inwoners laten zich
niet meer zo gemakkelijk vertegenwoordigen door hun gemeentebestuur, ook dat
kunnen ze tegenwoordig zelf via hun nieuwe sociale netwerken. Dat vraagt van het
gemeentebestuur om na te denken over onze rol in de toekomst. Er is behoefte
aan meer invloed van de inwoners en een meer directe vorm van democratie, als
aanvulling op de democratie die we nu kennen. Dus: minder politiek en meer democratie. Na de zomer ga ik daar samen
met de gemeenteraad graag mee aan de slag!
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten