vrijdag 14 mei 2010

Essay

De afgelopen week schreef Peter Bootsma, sinds kort raadslid van D66, een essay over de recente collegevorming. Hij publiceerde dat op zijn weblog en op de Leidse D66 site. Ik voel me niet geroepen om hier uitgebreid in te gaan op zijn tekst. Zelf was ik immers slechts op afstand betrokken bij dit proces en bovendien heeft Gerda van den Berg, die namens de PvdA aan tafel zat, een uistekende reactie gegeven.

In het stuk noemt Bootsma drie redenen waarom de PvdA niet in het huidige college zit. Het feit dat ik na de verkiezingen ben doorgegaan met de realisatie van de Morspoortgarage is er daar een van. Op dit punt wil ik graag reageren.

Het college van B&W heeft o.a. als taak om democratisch genomen besluiten van de gemeenteraad uit te voeren. Weigering van een college om een besluit uit te voeren is een buitengewoon ernstige zaak. Eigenlijk kan alleen de raad dat zelf doen door een besluit alsnog in te trekken. Dat zal ook D66 met me eens zijn gezien de wens van deze partij om de positie van de raad te versterken.

De realisatie van de Morspoortgarage was zo'n besluit dat ik als wethouder moest uitvoeren. Natuurlijk heb ik me vlak na verkiezingen afgevraagd of doorgaan nog steeds voor de hand lag. Juist vanwege de gevoeligheid heb ik alle besluiten met betrekking tot de Morspoortgarage na 3 maart eerst aan het college voorgelegd. Pas toen het hele college, dus inclusief CDA en VVD, instemde, ben ik verder gegaan. Als de kritiek van D66 op mij al terecht zou zijn, dan is het dus kritiek op het hele toenmalige college.

De gemeenteraad heeft na verkiezingen de mogelijkheid om een ongewenste ontwikkeling te stoppen. Dat kan ze doen door een besluit te nemen om zo'n ontwikkeling controversieel te verklaren. Ik weet dat de Partij voor de Dieren daartoe tijdens de onderhandelingen ook een voorstel heeft gedaan. Het is mij niet helemaal duidelijk waarom dat voorstel de raad nooit heeft gehaald, misschien moet de PvdD dat maar eens uitleggen. Tot die tijd moet ik raden.

Ik denk dat D66 ongelukkig was met het betreffende voorstel. Het zou immers de relatie tussen D66 en VVD/CDA als voorstanders van de Morspoortgarage flink verslechterd hebben. Dat kwam D66 niet goed uit omdat ze alleen met deze partijen een mogelijkheid hadden om de PvdA buiten het college te houden. Blijkbaar was dat voor D66 zo belangrijk dat ze de toekomstige realisatie van de Morspoort daarmee hebben geaccepteerd.

Ik weet wel dat de garage er nog niet staat, maar de uitgekiende tekst van het coalitieakkoord laat maar weinig andere mogelijkheden. Ook de door D66 ingebouwde vertraging van 3 maanden doet daar niets aan af. Die tijd was toch nodig voor de procedures, en bovendien werkt de leverancier ook gewoon door. Daar heeft hij immers een opdracht voor.

Dat de PvdA niet in het college zit vanwege de ontwikkeling van de Morspoortgarage is onzin.
Hiermee doet D66 een poging om te versluieren dat over dit onderwerp tijdens de onderhandelingen een deal gemaakt is met CDA en VVD. Iets waarvoor Peter Bootsma de schuld blijkbaar graag bij de PvdA wil leggen.
Tot ziens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten