Met ingang van 1 januari 2013 hebben gemeenten en provincies in het gebied van Flevoland en de Gooi en Vechtstreek de handen ineengeslagen om de uitvoering van de zogenaamde milieu- en leefomgevingstaken onder te brengen bij een gezamenlijke Omgevingsdienst. Daarmee liepen we in dit gebied voorop in een ontwikkeling die inmiddels in bijna het hele land heeft plaats gevonden. Vandaag was ik in het kader van mijn zomerstage voor het eerst te gast bij de nieuwe Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV).
Alhoewel de organisatie is gehuisvest in een aparte vleugel van het provinciehuis, vormt de Omgevingsdienst toch een aparte en zelfstandige organisatie. Doordat de dienst geen deel meer uitmaakt van de gemeentelijke- of provinciale organisatie kan men nu de taken uitvoeren zonder de bijbehorende overheadkosten. Daardoor is het gelukt om de uitvoerende taken uit te voeren voor een veel kleiner budget dan vroeger het geval was. Bovendien is de ervaring inmiddels dat door het samenvoegen van dit soort werkzaamheden de uitvoering veel professioneler kan worden opgepakt. Taken uitvoeren met een betere kwaliteit tegen een lagere prijs, wie wil dat niet. Vandaag heb ik gezien op welke manier de mensen van de Omgevingsdienst daarin zijn geslaagd.
Mijn stagedag begon met een gesprek met de directeur Paul Schuurmans over de totstandkoming van zijn nieuwe dienst en alle opstartproblemen waar je dan tegenaan loopt. In het begin is het echt pionieren. Dat is soms lastig, maar geeft tegelijk mogelijkheden om snelle veranderingen door te voeren. Dat heeft hij samen met zijn medewerkers ook veel gedaan. In niets lijkt de dienst meer op de oude ambtelijke organisaties waaruit de meeste medewerkers nog afkomstig zijn.
De taken die bij deze organisatie zijn ondergebracht liggen op het gebied van de zogenaamde groene wetten, geluid, bodemsanering, luchtvaart, vuurwerk, toezicht op zwemwater, Wabo en het omgevingsrecht. Met een paar taken ben ik de rest van mijn stagedag aan de slag gegaan.
Een taak die momenteel erg in de belangstelling staat, is toezicht op het zwemwater. Daarvoor ben ik mee geweest naar het Houtribstrand bij Lelystad. Daar werd ik bijgepraat over zaken als blauwalg en al of niet negatieve zwemadviezen. Daarvan was overigens bij dit strand geen sprake. Het water was kraakhelder toen ik vanmorgen als stagiair ter plaatse was. Dat was goed nieuws voor de bezoekers die toen al in flinke aantallen het strand op kwamen.
Daarna lag de snelle boot al klaar voor een controle op het Markermeer in het kader van de Natuurbeschermingswet. Daar houden de mensen van de Omgevingsdienst zich bezig met de bestrijding van illegale activiteiten van de vissers in dit gebied. In gesprek met de toezichthouders werd me weer eens duidelijk hoe creatief de Flevolandse vissers soms zijn met de regelgeving. Op het Markermeer meerden we af bij het eerste proefeiland van het project Markerwadden. Machtig om te zien hoe snel een klein stukje droog gevallen Markermeer direct als een soort van magneet allerlei nieuwe natuur aantrekt. Dat belooft wat voor de toekomst.
Nadat we met een vaartje van ruim 40 km per uur over het water weer in Lelystad aankwamen, zijn we direct doorgegaan naar het volgende object, de fabriek van Valspar in Lelystad. Valspar maakt deel uit van het 5e concern in de wereld op het gebied van de productie van verven en lakken. Bij de vestiging in Lelystad werken ruim 175 mensen in de productie. Het bedrijf produceert hier zowel grote hoeveelheden watergedragen verf als verf op basis van oplosmiddelen. In zowel productie als opslag is sprake van zeer grote hoeveelheden brandbare en giftige stoffen. Het spreekt voor zich dat daar regels gelden en vergunningen nodig zijn. Na een rondleiding heb ik daarover uitgebreid gesproken met zowel mensen van het bedrijf als mensen van de Omgevingsdienst. Het was goed om vandaag eens met eigen ogen waar te nemen dat men in zo'n bedrijf niets aan het toeval overlaat en dat over (milieu)veiligheid heldere afspraken met de Omgevingsdienst zijn. En als er zich dan toch een verandering voor doet, weet men elkaar snel te vinden.
De stage was vandaag iets eerder klaar dan gebruikelijk als gevolg van de nationale rouw. Met zo'n 80 medewerkers in het provinciehuis stond ik stil bij de verschrikkelijke ramp met vlucht MH17.
Morgen zit ik voor mijn zomerstage aan de knoppen in de Maximacentrale.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten