maandag 7 april 2008

Sportbedrijf

Vandaag was ik voor een kennismakingsbezoek te gast bij het Sportbedrijf Leiden. Binnen deze gemeentelijke dienst is men verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van de gemeentelijke sportaccommodaties. Daarnaast zet men zich in voor sportstimulering en ondersteuning van sportverenigingen.

Met 5 sporthallen, 3 zwembaden, 6 tennisparken, bijna 60 voetbalvelden, hockeyvelden, gymnastiekzalen, een atletiekbaan en vele andere accommodaties is het van groot belang dat het beheer op een professionele manier gebeurd. Er gaat immers veel geld om in deze taak en vele tienduizenden inwoners zijn van deze accommodaties afhankelijk voor hun sportbeoefening. Als verantwoordelijk wethouder vond ik het belangrijk om mezelf ervan te overtuigen dat de gemeente er alles aan doet om die taak naar behoren uit te voeren. Na een bezoek aan het kantoor van het Sportbedrijf hebben we een aantal sportcomplexen bekeken. De rondgang eindigde in het sportcomplex Zijl in Leiden Noord.

Ik ben onder de indruk van de vakkennis en toewijding, waarmee de medewerkers van het Sportbedrijf zich elke dag weer inzetten voor de sport in Leiden. Hoewel het lang niet altijd eenvoudig is om alle verenigingen tevreden te stellen, slaagt men er toch buitengewoon goed in om de werkzaamheden op een heel behoorlijk niveau uit te voeren. Dat beeld komt overigens wel overeen met de geluiden die ik de afgelopen maanden kon beluisteren bij de verenigingen.

Dat wil overigens niet zeggen dat er op alle fronten reden is voor tevredenheid. In 2006 heeft de gemeenteraad een sportnota vastgesteld waarin ondermeer is aangegeven welke financiele middelen nodig zijn om de Leidse sportaccommodaties op een acceptabel onderhoudsniveau te houden. De gevolgen van deze nota zijn echter nooit helemaal in de begroting opgenomen, waardoor we nu op jaarbasis zo'n 2 a 3 ton tekort komen voor de uitvoering van deze taak. De gevolgen hiervan zijn op een aantal plaatsen aanwijsbaar. Voor mij ligt daar dus nog een uitdaging om oplossingen te vinden.
Tot ziens.

1 opmerking:

  1. Ik waardeer het werk dat geleverd wordt door het personeel van Sportbedrijf Leiden. De middelen waarmee zij te werk moeten zijn toch zeer beperkt.

    Toch is er bij veel verenigingen sprake van een bijzonder groot achterstallig onderhoud. Het budget voor de sport is gewoon veel te klein en daardoor merk je dat men moet roeien met de riemen die men heeft.

    Aan de wethouder de taak om eens te kijken of accomodaties niet beter kunnen worden benut. Hierbij moet je denken aan de volgende punten:

    - Fuseren van sportverenigingen.
    * creƫren van omni-sportverenigingen

    - Accomodaties een sociaalmaatschappelijk functie meegeven.
    * opbrengsten hiervan moeten ten goede komen aan de sport.


    Lijkt me een hels karwei om het iedereen naar het zin te maken.

    BeantwoordenVerwijderen