Op 9 september 2009 deed ik hier verslag van mijn eerste ervaringen in Europa. Tijdens die bijeenkomst presenteerde de vier randstadprovincies zich voor de eerste keer samen in Brussel, maar deden dat op zo'n manier dat ik later niet zoveel behoefte had om nog eens terug te gaan. Ik was in die tijd wethouder in Leiden. Voor het eerste was ik vandaag terug op het Europese toneel, nu in de rol van gedeputeerde in Flevoland.
Op uitnodiging van het bestuurlijk overleg P4 Europa (de 4 randstadprovincies) waarin collega Andries Greiner namens Flevoland zitting heeft, was ik aanwezig bij de opening van het 'Randstadevenement' in het Europees Parlement. Van 9 t/m 11 november wordt in het Europees Parlement een expositie getoond waar de Randstad zich presenteert onder de titel 'Randstad Region@work'. Met verschillende projecten laten we zien hoe de Randstad inzet op het verwezenlijken van de doelstellingen in de Europese Strategie EU2020. De projecten Markermeer/IJmeer (TMIJ) en Windmolenpark Noordoostpolder worden vanuit Flevoland getoond.
Onze commissaris Leen Verbeek en Europarlementariër Wim van de Camp (CDA) waren hierbij onze gastheer. Danuta Hübner p.h.d., Pools lid van het Europees Parlement opende de expositie. Zij is voorzitter van de EP-commissie Regionaal Beleid en oud Commissaris (EC) Regionaal Beleid. Ze startte een promotiefilm over de Randstadregio’s. Daarna volgde een receptie waarbij meer dan honderd gasten aanwezig waren om de succesverhalen van de Randstad aan te horen.
Voorafgaand aan de opening was ik bij een hoorzitting die was georganiseerd door o.a. de Urban Intergroup, een informele groep bestaande uit meer dan 70 Europarlementariërs uit verschillende landen en politieke fracties die zich samen met externe partners sterk maken voor de stedelijke component in Europees beleid. Een van de sprekers daar was de Zuid-Hollandse collega gedeputeerde Asje van Dijk. Met buitengewoon veel enthousiasme presenteerde hij tijdens de hoorzitting het Leiden Bio Sciencepark als regionale economische ontwikkeling.
In tegenstelling tot vorig jaar ging ik met een positief gevoel in de trein terug naar huis. Ik denk dat de randstad zich in Brussel vandaag van haar beste kant heeft laten zien. Ook de specifieke Flevolandse belangen kwamen tijdens de receptie goed voor het voetlicht. Zo heb ik kunnen waarnemen dat de ontwikkeling van de Oostvaarderswold in Brussel nog steeds tot de verbeelding spreekt. Nu het nieuwe kabinet dit project wil stoppen kunnen we hier zeker bondgenoten vinden. Ik geloof weer in Brussel.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten