De gemeente is een grote partij als het gaat om wat wij voor de stad inkopen aan goederen en diensten. Ik heb wel eens gehoord dat gemeenten in het algemeen gemiddeld voor zo'n 1500 euro per inwoner per jaar inkopen. Als dat klopt praten we in Leiden dus over zo'n 180 miljoen euro per jaar.
Als wethouder van Economie zou ik natuurlijk graag zien dat we zoveel mogelijk inkopen bij bedrijven in onze stad. Dat inwoners daar soms net zo over denken zag ik onlangs aan een reactie van iemand die er schande van sprak dat wij de Morspoortgarage laten bouwen door een aannemer uit Twello.
Wat veel mensen niet weten is dat de gemeente voor inkoop moet werken volgens afspraken die in Europees verband zijn gemaakt. Daarbij is vooral van belang dat we eigen bedrijven niet mogen voortrekken. Bovendien moet de manier waarop we inkopen voor iedereen controleerbaar zijn. Een aannemer uit Twello moeten we dus net zo behandelen als een aannemer uit Leiden. Gevolg is dat uiteindelijk de aannemer met het beste aanbod (prijs/kwaliteit) de opdracht krijgt.
Die manier van werken heeft natuurlijk ook voordelen. Hierdoor weten we zeker dat we niet te veel (gemeenschapsgeld) betalen. Bovendien weten we ook dat Leidse bedrijven die veel aan andere gemeenten leveren, dat gewoon kunnen blijven doen. En dat is natuurlijk ook prettig.
De afgelopen periode hebben we gemerkt dat bedrijven soms ook naast onze opdrachten grijpen als gevolg van misverstanden. Omdat we daar wel iets aan kunnen, doen hadden we vanavond een bijeenkomst voor Leidse leveranciers die graag aan de gemeente willen leveren. Na een aantal presentaties over het gemeentelijk inkoopbeleid hadden we een interessante discussie waarbij ook voor de gemeente een aantal suggesties naar voren kwamen om onze dienstverlening op dit punt te verbeteren. Samen met de Kamer van Koophandel gaan we die de komende tijd uitwerken.
Tot ziens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten