Sportdebat

Onder leiding van avondvoorzitter Tom van ’t Hek en met Erica Terpstra als juryvoorzitter, werd vanavond het Leids Sportdebat gehouden in een overvolle Businessruimte van ZZ-Leiden. Door middel van vijf prikkelende stellingen gingen vertegenwoordigers van zes politieke partijen en zes vertegenwoordigers van de lokale sport met elkaar in discussie. Het debat had als doel om meer inzicht te krijgen in de sportieve standpunten van de verschillende politieke partijen in Leiden.

Als wethouder Sport mocht ik de avond openen, waarna er een levendige discussie op gang kwam tussen de verschillende aanwezigen. Het idee voor dit debat was afkomstig van NOC/NSF die in nog 12 andere steden gelijke debatten organiseert. Van 't Hek en Terpstra waren op dreef en hadden de regie goed in handen. Na verloop van tijd werd duidelijk dat deze beide voorzitters niet op zoek waren naar verschillen tussen de afzonderlijke partijen, maar juist de overeenkomsten zochten. En dat lukte heel goed. Toen Erica Terpstra aan het einde van de avond de balans opmaakte, kwam ze tot de conclusie dat de partijen in Leiden het in ieder geval eens zijn over de volgende punten:

- Geen bezuinigingen op sport in de komende 4 jaar.
- Het project 'Huis van de Sport' moet doorgaan.
- Er moet in Leiden een Jeugdsportfonds komen.

Een lijstje waar ik als wethouder Sport helemaal niet ontevreden over ben. Ik laat het zeker op mijn weblog staan om partijen later nog eens te herinneren aan deze uitspraken.

De financiële vooruitzichten voor de gemeente zijn de komende jaren niet rooskleurig. Dat partijen zich desondanks nu al uitspreken om niet op sport te gaan bezuinigen is daarom best bijzonder. Ook de uitkomsten met betrekking tot het project Huis van de Sport zien er goed uit. Al voor de verkiezingen kunnen de partijen laten zien dat deze uitspraak werkelijk serieus is. Op 18 februari aanstaande gaat de raad belangrijke besluiten nemen over dit project.

Het werd een mooie avond voor de sport in Leiden, vooral dankzij beide voorzitters van NOC/NSF. Hulde daarvoor.

Tot ziens.